Hugo de Jonghe · 2de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1987 · pagina 10
Hugo de Jonghe (9.45 u. R014)
Nederlands als roostervak : volledig of beperkt gemeenschappelijk ?
Buitenstaanders vinden het Nederlands op school een vak zoals de andere. Omdat zij een vak een vak noemen, zoals zij ook een koe een koe zullen vinden. Nu is het wel jammer dat de fundamentele beslissingen over schoolcurricula door dit slag van lieden genomen plegen te worden.
Vakspecialisten komen pas in tweede instantie 'aan de bak' : zij mogen de Hokjes opvullen die door de machthebbers zijn toegewezen. Dat loopt gemakkelijk in allerlei knip- en paswerk uit waar uiteindelijk niemand erg tevreden mee kan zijn. Degenen die de hokjes toegewezen hebben is het dan al lang geen zorg meer.
Of het schoolvak Nederlands in het eenheidstype een volledig of een beperkt gemeenschappelijk vak wordt, is weer zo'n vraag waar allesbehalve vakspecialisten over te beslissen hebben. Zit er al eens één tussen, dan heeft hij steevast tegen stereotiepe vooroordelen van verkavelaars te vechten. Toch gaat het om een gewichtige zaak : krijgen de leerlingen in het secundair onderwijs éénzelfde 'vulling' van hun Nederlandse lessen, of krijgen zij er in tweede en derde graad volgens hun richtingen telkens een verschillende ? Voor de curriculumontwerpers (die overal een antwoord op hebben) komt de vraag alleen maar hierop neer : meer dan één leerplan of toch maar één ? Met de bekende uitweg van de binnenklasdifferentiatie in het laatste geval.
Voor ons ligt het niet zo eenvoudig. Dezelfde literatuurlessen, dezelfde taalbeschouwing (grammatica enz.), dezelfde leesteksten voor iedereen ? Kun je leerlingen uit zoveel uiteenlopende SO-richtingen in éénzelfde klas voor Nederlands bijeenzetten ? Over dit soort van vragen wil ik met de deelnemers wat dieper nadenken.