Monic Breed & Theun Meestringa · 19de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2005 · pagina 17 - 21
EEN TAALPORTFOLIO NT2 12+
Monic Breed en Theun Meestringa
Inleiding
Om te kunnen communiceren over taalbeheersingniveaus van tweedetaalleerders hebben leerlingen, docenten en scholen in het voortgezet onderwijs een instrument nodig. Met zo'n instrument kunnen de mogelijkheden worden vergroot voor een ononderbroken leerlijn en afstemming tussen lessen NT2, Nederlands en andere vakken met Nederlands als voertaal.
1 Een taalportfolio NT2
Een Taalportfolio NT2 is zo'n instrument. Het kan voor leerling en docent zichtbaar maken welk niveau bereikt is en aan welke onderdelen / vaardigheden de leerling (en docent) verder kan werken. Het sluit aan bij de portfolio-ontwikkelingen in het onderwijs. In het kader van de doorstroming van leerlingen van isk naar vmbo en van vmbo naar roc is een gemeenschappelijk kader voorwaarde voor communicatie over doorgaande taalleerlijnen.
Binnen de BVE zijn reeds een Taalportfolio NT2 en een Raamwerk NT2 ontwikkeld. Een Taalportfolio bestaat uit:
-
een Taalpaspoort;
-
een Taalbiografie;
-
een Taaldossier met Checklists voor vijf vaardigheden: luisteren, gesprekken voeren, spreken, lezen en schrijven. Een checklist geeft op elk niveau voor verschillende subvaardigheden taaltaken in 'ik kan'-formuleringen met enkele voorbeeldsituaties en een korte toelichting. (Zie kader).
Het Raamwerk bevat descriptoren, subvaardigheden, tekstkenmerken en strategieën en voorbeelden bij de descriptoren. Daarnaast is er voor BVE een Stalenboek met passende assessmenttaken ontwikkeld. Bureau ICE ontwikkelt een bij het Raamwerk passend assessmentinstrument.
Het Taalportfolio NT2 voor volwassenen past binnen het Common European Framework of References for Languages (CEF). Dit Framework onderscheidt zes niveaus:
- Al en A2, voor de beginnende taalgebruikers;
-
B1 en B2 voor de onafhankelijke taalgebruikers;
Een Taalportfolio NT2 12+ - Monic Breed en Theun Meestringa 1 17
- Cl en C2 voor de vaardige taalgebruikers.
In een matrix voor zelfevaluatie (ook wel: grid, zie illustratie) zijn de vijf vaardigheden op de zes niveaus globaal omschreven. De instrumenten van het Taalportfolio NT2 voor volwassenen worden in toenemende mate in gebruik genomen. Ze zijn gericht op volwassen migranten. Voor het leren van moderne vreemde talen zijn er al eerder taalportfolio's ontwikkeld voor leerlingen vanaf 9 jaar tot en met volwassenen.
2 Voor 12 jaar en ouder
Om bovengenoemde documenten ook voor leerlingen van 12 jaar en ouder die Nederlands als tweede taal leren geschikt te maken is het Taalportfolio NT2 12+ ontwikkeld. Dit gebeurde door SLO op aanvraag van de sectie NT2 van Vereniging Leraren Levende Talen en Marant Educatief uit Arnhem.
Besloten is de bestaande matrix als uitgangspunt te gebruiken samen met de checklists met de handelingen en de subvaardigheden van het Taalportfolio NT2 voor volwassenen. Ook de leerlingvriendelijke formuleringen van deze onderdelen binnen het CEF voor moderne vreemde talen voor leerlingen van 12 jaar en ouder zijn als voorbeeld genomen.
Bij het aanpassen van het Taalportfolio aan isk en vmbo gaat het vooral om bij de 'ik kan'-beweringen passende voorbeeldsituaties en voorbeelden te vinden die voor de leerlingen realistisch en herkenbaar zijn. Aangezien het kader voor een Taalportfolio NT2 12+ reeds (als CEF) vastgesteld is, gaat het om de aanpassing en nadere invulling daarvan voor de doelgroep leerlingen van 12+ die Nederlands als tweede taal leren. Eventuele aanvaarding of erkenning van het in dit project te ontwikkelen Taalportfolio NT2 12+ door de Raad van Europa (de validering) zal een volgende stap zijn.
Inmiddels is het taalportfolio met bijbehorende teksten verschenen op www.europeestaalportolio.nl waar de leerling en de docent de checklists digitaal kunnen invullen. Om het overzicht te houden voor de docent hebben we ook de papieren versies digitaal beschikbaar gemaakt op www.slo.nl/isk. Naast het Taalportfolio (met biografie, paspoort en dossier) en de Matrix voor zelfinschatting zijn de checklists voor vijf vaardigheden te downloaden. Voor docenten zijn een beknopte handleiding, een overzicht van Ik-kan-formuleringen en scoreformulieren in Excel toegevoegd.
3 Implementatie
In 2006 is het de bedoeling dat docenten aan de slag gaan met de implementatie van het taalportfolio. Om hen daarin te begeleiden, geven we een aantal workshops samen met de sectie Nederlands van Levende Talen. Ook op de Conferentie van de Beroepsvereniging van docenten Nederlands als tweede taal bieden we een workshop
18 I Een Taalportfolio NT2 12+ - Monic Breed en Theun Meestringa
aan. Zaken die aan de orde komen: wat is een taalportfolio, leren werken met een taalportfolio, werken met een taalportfolio in de les: van lesmateriaal naar leerzame activiteiten op niveau, van niveau naar leerzame opdrachten.
Meer informatie bij: Theun Meestringa: t.meestringa@slo.nl of Monic Breed: m. breed@slo. nl.
ÃÂ
A2 Schrijven |
|
|
`Ik kan' - beschrijvingen |
Voorbeeld van situaties |
Toelichting |
Ik kan een eenvoudig, persoonlijk briefje of e-mail schrijven. |
Je kunt een vriend bedanken voor een cadeautje. |
Het gaat om korte briefjes, waarin je iemand bedankt, of iets vraagt of vertelt of je verontschuldigt. Je |
|
Je kunt een briefje |
gebruikt voorbeeldzinnen |
|
schrijven om vrij te |
of zinnen die je zelf |
|
vragen van je stage. |
bedenkt. Als je zelf zinnetjes maakt, maak je |
|
Je kunt je vrienden |
misschien wel |
|
uitnodigen voor een |
grammaticale fouten. |
|
feestje. |
Spelfouten komen misschien ook veel voor. |
|
Je kunt in een briefje of |
Toch kan de lezer je |
|
e-mail bij een klasgenoot een afspraak afzeggen en een reden geven. |
briefje goed begrijpen. |
Een Taalportfolio NT2 12+ - Monic Breed en Theun Meestringa 19
Grid / Matrix voor zelfevaluatie Taalportfolio NT2 12+
ÃÂ
|
Begrijpen |
Spreken |
Schrijven | ||
Luisteren |
Lezen |
Productie |
Interactie | ||
|
Ik kan moeiteloos gesproken taal begrijpen, in welke vorm dan ook, hetzij in direct contact, hetzij via radio of tv, zelfs wanneer in een |
Ik kan moeiteloos vrijwel alle vormen van de geschreven taal lezen, inclusief abstracte, structureel of linguïstisch |
Ik kan een duidelijke, goedlopende beschrijving of redenering presenteren in een stijl die past bij de context en |
Ik kan zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of discussie dan ook en ben zeer vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en |
Ik kan een duidelijke en vloeiend lopende tekst in een gepaste stijl schrijven. Ik kan complexe brieven, verslagen of artikelen schrijven |
|
snel moedertaaltempo gesproken |
complexe teksten, zoals |
in een doeltreffende logische |
spreektaal. Ik kan mezelf vloeiend |
waarin ik een zaak weergeef in een |
, n
|
wordt als ik tenminste enige tijd heb om vertrouwd te raken met het |
handleidingen, specialistische artikelen en literaire werken. |
structuur, zodat de toehoorder in staat is de belangrijke |
uitdrukken en de fijnere betekenisnuances precies |
doeltreffende, logische structuur, zodat de lezer de belangrijke punten |
|
accent. |
|
punten op te merken en te onthouden. |
weergeven. Als ik een probleem tegenkom, kan ik mezelf hernemen en mijn betoog zo herstructureren dat andere mensen het nauwelijks merken. |
kan opmerken en onthouden. Ik kan samenvattingen van en kritieken op professionele of literaire werken schrijven. |
|
Ik kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk |
Ik kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten |
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen |
Ik kan mezelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar |
Ik kan me in duidelijke, goed gestructureerde tekst uitdrukken en |
|
gestructureerd is en wanneer |
begrijpen, en het gebruik van |
geven over complexe |
uitdrukkingen te hoeven zoeken. Ik |
daarbij redelijk uitgebreid |
|
relaties slechts impliciet zijn en niet |
verschillende stijlen |
onderwerpen en daarbij |
kan de taal flexibel en effectief |
standpunten uiteenzetten. Ik kan in |
|
expliciet worden aangegeven. Ik |
waarderen. Ik kan |
subthema's integreren, |
gebruiken voor sociale en |
een brief, een opstel of een verslag |
C) |
kan zonder al te veel inspanning tv- programma's en films begrijpen. |
gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies |
specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel |
professionele doeleinden. Ik kan ideeën en meningen met precisie |
schrijven over complexe onderwerpen en daarbij de voor mij belangrijke |
|
|
begrijpen, zelfs wanneer deze |
afronden met een passende |
formuleren en mijn bijdrage vaardig |
punten benadrukken. Ik kan schrijven |
|
|
geen betrekking hebben op mijn terrein. |
conclusie. |
aan die van andere sprekers relateren. |
in een stijl die is aangepast aan de lezer die ik in gedachten heb. |
|
Ik kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs com- |
Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben |
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen |
Ik kan zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek, dat |
Ik kan een duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een breed scala |
|
plexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk |
op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een |
presenteren over een breed scala van onderwerpen die |
normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk |
van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interesses. Ik kan een |
|
vertrouwd is. Ik kan de meeste |
bepaalde houding of |
betrekking hebben op mijn |
mogelijk is. Ik kan binnen een |
opstel of verslag schrijven, informatie |
|
nieuws- en |
standpunt innemen. Ik kan |
interessegebied. Ik kan een |
vertrouwde context actief |
doorgeven of redenen aanvoeren ter |
|
actualiteitenprogramma's op de tv |
eigentijds literair proza |
standpunt over een actueel |
deelnemen aan een discussie en |
ondersteuning vóór of tégen een |
|
begrijpen. Ik kan het grootste deel |
begrijpen. |
onderwerp verklaren en de |
hierin mijn standpunten uitleggen |
specifiek standpunt. Ik kan brieven |
|
van films in standaarddialect begrijpen. |
|
voordelen en nadelen van diverse opties uiteenzetten. |
en ondersteunen. |
schrijven waarin ik het persoonlijk belang van gebeurtenissen en ervaringen aangeef. |
|
Ik kan de hoofdpunten begrijpen |
Ik kan teksten begrijpen die |
Ik kan uitingen op een simpele |
Ik kan de meeste situaties aan die |
Ik kan eenvoudige samenhangende |
|
wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken |
hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of |
manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en |
zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de |
tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang |
|
over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio- of tv- |
aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in |
gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Ik kan in het kort redenen en verklaringen |
betreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn |
zijn. Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn ervaringen en indrukken beschrijf. |
|
programma's over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt. |
persoonlijke brieven begrijpen. |
geven voor mijn meningen en plannen. Ik kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven. |
persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen). |
|
|
Ik kan zinnen en de meest |
Ik kan zeer korte eenvoudige |
Ik kan een reeks uitdrukkingen |
Ik kan communiceren over |
Ik kan korte, eenvoudige notities en |
|
frequente woorden begrijpen die |
teksten lezen. Ik kan |
en zinnen gebruiken om in |
eenvoudige en alledaagse taken |
boodschappen opschrijven. Ik kan |
|
betrekking hebben op gebieden die |
specifieke voorspelbare |
eenvoudige bewoordingen |
die een eenvoudige en directe |
een zeer eenvoudige persoonlijke |
|
van direct persoonlijk belang zijn |
informatie vinden in |
mijn familie en andere |
uitwisseling van informatie over |
brief schrijven, bijvoorbeeld om |
|
(bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. |
eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. |
mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven. |
vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden. |
iemand voor iets te bedanken. |
|
Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete om- |
Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld |
Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn |
Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om |
Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. |
|
geving betreffen, wanneer de |
in mededelingen, op posters |
woonomgeving en de mensen |
zaken in een langzamer |
Ik kan op formulieren persoonlijke |
|
mensen langzaam en duidelijk |
en in catalogi. |
die ik ken, te beschrijven. |
spreektempo te herhalen of |
details invullen, bijvoorbeeld mijn |
|
spreken. |
|
|
opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. |
naam, nationaliteit en adres noteren op een hotelinschrijvingsformulier. |
Council of Europe / Conseil de l'Europe 2001 (vertaling John de Jong en Francis Staatsen)
20 I Een Taalportfolio NT2 12+ - Monic Breed en Theun Meestringa
Literatuur
CINOP (2003), Europees Taalportfolio voor volwassen tweede-taalleerders. 's-Hertogenbosch: CINOP.
Council of Europe (2001), The Common European Framework of Reference for Languages: Learning, Teaching, Assessment. Cambridge: Cambridge University Press.
Dalderop, K., Liemberg, E., & E Teunisse (red.) (2002), Raamwerk NT2. De Bilt: Bve-raad.
Dalderop, K. & F. Teunisse (2002), Stalenboek Assessment, De Bilt: Bve-raad.
Driessen, M., Liemberg, E., Leenders, E., Exter, E. den & E. van Kleunen (2004), Referentiedocument 'Talen in de kwalificatieprofielen' Moderne Vreemde Talen en Nederlands. Advies aan het procesmanagement. Enschede: SLO.
Jong, J.H.A.L. de & G. Stoks (red.) (2001), "Het Europees Referentiekader". In: Levende Talen Tijdschrift, 2/3.
Meestringa, T. & M. Breed (2004), "Het CEF en moedertaal". In: Moer 2004/4, p. 128-139.
Meijer, D. & E. Liemberg (red.) (2004), Taalprofielen. Enschede: Nationaal Bureau Moderne Vreemde Talen (NaB-MVT).
Pijls, T (2002), Invoeringshandboek Portfolio NT2. De Bilt: Bve raad.
Stoks, G. (2001), "Beter taalonderwijs met een taalportfolio?" In: Levende Talen Tijdschrift, jaargang 2/3, p. 10-19.
Valk, R. (2002), NT2-niveaus: leerdoelen en lesmateriaal. Enschede: SLO (Studie en onderzoek binnen het project Nederlands VO, nr. 34).
Valk, R. & K. Heesters (2001), Taal in vakken. Taalniveaus NT2 in het voortgezet onderwijs. Lienden: Bureau ICE.
www.cinop.nl/portfoliont2
www.europeestaalportfolio.nl
www.nabmvt.nl
-www.slo.nl/isk
Een Taalportfolio NT2 12+ - Monic Breed en Theun Meestringa 1 21