Rita Rymenans · 2de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1987 · pagina 13
Rita Rymenans (10.30 u. - R014)
ÃÂ
Verbale interactie in de klas. |
||
Komen kinderen in de klas verbaal aan hun trekken ? In welke mate nemen ze daartoe zelf spontaan initiatieven ? Worden die dan door de leerkracht naar vermogen gehonoreerd of berust het verbale interactieproces in de klas op door de leerkracht vastgelegde spelregels waarvan niet kan worden afgeweken ?
Komen kinderen verbaal dan al aan de bak, hoe worden de prijzen dan wel verdeeld ? Wie het hardst roept, het eerst maalt ? Wordt het dominerend optreden van Jantje Bolleboos gedoogd omdat hij telkens weer het juiste antwoord kent ? Weet de leerkracht zich misschien bevestigd, in het onderscheid der kudde door precies Bartje Flater steeds opnieuw te laten blunderen ? Of regeert alsnog het eerlijke geweten van de lesgever voor wie gelijke kansen heilig zijn en wordt de grootste bek gesnoerd en de schuchtere aangemoedigd ? Allemaal serieuze vermoedens die op hun waarheid getoetst kunnen worden .
In het kader van een BTK-project werd geopteerd voor een exemplarisch-beschrijvende aanpak . We voerden een aantal case-studies uit in twee basisscholen van het Antwerps Stedelijk Onderwijs. In beide scholen werd een eerste en een vierde klas geselecteerd. Vanwege de sociale dimensie van het schoolse verbale handelen kozen we de scholen zo polair mogelijk wat het thuismilieu van de leerlingen betreft.
In elke klas hebben we minstens gedurende één week een reeks representatieve lessen gevolgd. Er werd op gelet dat in het observatiepakket het vrij verscheiden karakter van het lesgebeuren evenredig vertegenwoordigd was : de aanbreng van nieuwe leerstof, leergesprekken, individueel en groepswerk, kringgesprekken. De meest representatieve fragmenten qua verbale interactie werden achteraf nauwkeurig getranscribeerd.
Bovendien gingen we in de klas over tot een registratie van de interactiebereidheid van elk kind, en de beurtverdeling door de leerkracht. Deze louter kwantitatieve gegevens werden later geanalyseerd op basis van subjectieve beoordelingscriteria van de leerkrachten (zwakke, middelmatige en goede presteerders). In de rand van het onderzoek werd ook een kwalitatieve beurtenanalyse uitgevoerd op acht eersteklassertjes.