Albert du Mont · 4de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1990 · pagina 160 - 162
Albert du Mont
DE INTEGRATIE VAN HET MEDIUM VIDEO IN DE MOEDERTAALLES (1)
Hoewel het medium video reeds lang ingeburgerd is in het VTO (b.v. in TEFL en meer recentelijk in ESP) lijkt dit voorlopig voor het MTO niet het geval te zijn. Sommige leraren Nederlands lijken (nog) niet zo overtuigd van de didactische mogelijkheden van het medium. Vaak blijven pogingen om de wereld van het bewegend beeld in de klas te brengen beperkt tot het 'vrijblijvend' bekijken van integrale programma's, zoals literatuurverfilmingen als follow-up bij lessen 'cursorisch lezen' van de gelijknamige romans.
Hoe het video-medium in de klas zou kunnen gebruikt worden, zal ik zo dadelijk pogen te concretiseren aan de hand van twee voorbeelden uit dé eigen klaspraktijk.
Vooraf wil ik even verduidelijken
-
waarop de term video hier betrekking® heeft;
-
waarom video in de Nederlandse les volgens mij zijn plaats verdient;
-
op welke manier de video-integratie zou kunnen gebeuren;
-
wat voor consequenties dit heeft voor de leerkracht.
-
Waarop slaat hier de term video?
In de context van deze lezing vereng ik het begrip video doelbewust tot het didactisch exploiteren van TV-materiaal dat via de videorecorder werd opgenomen en in de klassituatie wordt afgespeeld, de zgn. off-air recordings of zoals Lonergan (1984, p. 7) het noemt: 'domestic television broadcasts'.
Ik zal het dus vandaag niet hebben over kant en klare, eventueel voor specifiek educatieve doeleinden geproduceerde video-cassettes.
Ook de onschatbare mogelijkheden van de video-camera in de Nederlandse les om b.v. leeractiviteiten/leerprocessen te registreren, observeren en evalueren laat ik vandaag met opzet buiten beschouwing.
-
Waarom video in de Nederlandse les?
Het lijkt me evident dat een eigentijds, confluent én leerlinggericht MTO zinvol inpikt op de didactische kansen die nieuwe informatietechnologieën ons bieden.
Video-materiaal (speelfilms, clips...) geniet bij onze leerlingen een grote populariteit. Het is een feit - en sommigen onder ons zullen dat misschien betreuren - dat velen van hen sterk beeldgericht zijn.
160
Welnu als ze functioneel worden aangewend, blijken video-opnamen erg stimulerend voor het leerproces:
ze veraanschouwelijken de leerinhouden;
ze genereren interesse en motivatie bij de lerenden, wat een ideale handelingsbasis voor het leren zelf oplevert;
soms is de transfer naar interactie tussen beeld/klank en de individuele kijker/luisteraar enerzijds en naar communicatie tussen kijkers/luisteraars anderzijds makkelijker te realiseren dan b.v. met 'klassiek' tekstmateriaal: video dus als synoniem van communicatie-in-actie.
Het onderwijs in kritisch, gericht, actief en selectief kijken (kijkvaardigheid) is eigenlijk onderwijs in lees- en luistervaardigheid in enge en taalvaardigheid in brede zin. Op eenzelfde manier als lezen is het verwerken van beeldmateriaal geen passief, receptief proces maar het dynamisch proces van anticiperen en
terugkoppelen, van decoderen, integreren en evalueren van visuele en akoestische signalen, m.a.w. van het creëren van - voor de waarnemer - zinvolle betekenisgehelen (inter-actieve video). (2)
Anders gezegd: video-opnamen zijn mijns inziens een prima middel om 'leesstrategieën' te verwerven en... onze leerlingen te vormen tot autonome, kritische beeldtaalconsumenten.
3. Hoe video zinvol integreren in de Nederlandse les? (mogelijk in elke fase van de lesopbouw)
Zoals in de inleiding reeds gezegd zie ik video in de eerste plaats niet als louter illustratiemateriaal bij... Het - wat ik zou noemen - vrijblijvend, passief, relaxerend kijken (hoe waardevol en broodnodig soms ook) verwijs ik resoluut naar de huiskamersituatie.
In de klassituatie opteer ik voor:
a. korte video-sequenties (enkele sec. tot enkele min.) die
- vooraf door de leraar nauwgezet worden geselecteerd op hun visuele en auditieve signaalwaarde, hun communicatieve impact en didactische mogelijkheden;
- met intensieve doses - 'injecties' - worden toegediend om het leerproces te sturen, te manipuleren en het lesverloop te 'dynamiseren' (dit kan b.v. als pre-activiteit, als follow-up);
- zo intensief als mogelijk op hun beeld- en geluidssignalen worden geëxploiteerd, gebruikmakend van de specifieke mogelijkheden en technieken van het medium als stilstaand beeld (freeze frame), vooruitgaan en terugspoelen zonder en met beeld (picture search), het ontkoppelen van
161
beeldband en klankband (silent viewing, vision off).
b. het taakgericht verwerken van de sequenties door de leerlingen aan de hand van nauwkeurig afgebakende, gerichte kijk- en luisteropdrachten met behulp van werkbladen/rasters die
- het denken stimuleren;
- aanzetten tot reflecteren op taal en in taal, m.a.w. tot talig handelen, zowel individueel als met andere beeldtaalgebruikers.
Samengevat: het video-materiaal is voor mij naast de krantetekst, de audiotape, het andere beeldmateriaal (dia, OHP..) steeds middel tot en nooit doel_ op zich.
4. Welke consequenties heeft dit voor de leraar?
Om video-tapes met enige kans op rendement in de klas te brengen is het noodzakelijk dat de docent een positieve video-attitude verwerft en dat hij - naast enige vertrouwdheid met hardware - voldoende vertrouwd is met zijn software, door de tape vooraf grondig te annoteren op visuele clues, verbale clues waar nodig te transcriberen en met behulp van de teller te selecteren wat en hoe een en ander didactisch kan gebruikt worden.
Tussen haakjes wijs ik even op het belang van enkele onmisbare functies als de teller en de afstandsbedieningseenheid: de leraar is op die manier niet aan zijn scherm gekluisterd.
Noten
-
Op de conferentie werden twee voorbeelden gedemonstreerd en toegelicht: 1. sequenties uit het VTM-avondnieuws: op de filmset van Het Sacrament (1 feb 1989); 2. sequenties uit het Ivan Heylen-programma 'Op zoek naar taal', BRT-NOS, 1986.
-
Zie o.m. hiervoor uitvoerig: Albert du Mont, Lezen: een produktieve vaardigheid, in: Het Schoolvak Nederlands, een conferentieverslag, Centrum voor Didactiek, UFSIA, Antwerpen 1987, pp. 155-170.
Literatuur
Allan, M., Teaching English with Video, Longman, 1985.
Lavery, M., Active Viewing Plus, Modern English Publications, 1984. Lonergan, J., Video in Language Teaching, Cambridge University Press, 1984.
162