Ides Callebaut · 18de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2004 · pagina 25 - 28
EEN TEKST DIE KINDEREN VOOR ZICHZELF SCHRIJVEN KUN JE TOCH ZINVOL EVALUEREN
Ides Callebaut
Inleiding
Dit is het verhaal van de evolutie van mijn denken over evaluatie van teksten die leerlingen en studenten schrijven. Het is geen logisch verhaal, maar misschien is het herkenbaar en dus toch verhelderend. Toen ik een kleine veertig jaar geleden begon, evalueerde bijna iedereen opstellen door een cijfer te geven op vorm en inhoud. Bij de vorm speelden taal- en spelfouten de hoofdrol. De leerkrachten besteedden ook bij de verbetering de meeste aandacht aan die taal- en spelfouten. Ik had daar als leerling al een hekel aan en ik was niet van plan het als leerkracht ook op die manier te doen.
1 Teksten die je voor jezelf schrijft hoeven niet aan dezelfde eisen te voldoen als teksten die je naar iemand anders schrijft
Ik ontdekte het verschil tussen teksten die je voor jezelf schrijft en teksten die je naar iemand anders schrijft. Ik liet mijn leerlingen en daarna mijn studenten vaak opschrijven wat ze voelden, dachten en ervaren hadden. Mijn studenten van de lerarenopleiding deden dan op stage hetzelfde met hun leerlingen. Ik vond (en vind) dat heel zinvol. Al vlug kwam ik tot de vaststelling dat je dergelijke opstellen soms echt niet kunt aanpakken zoals de gewone opstellen. Als een leerling schrijft over dingen die voor hem heel emotioneel zijn, dan vind ik opmerkingen over spel- en taalfouten heel ongepast. Trouwens, als je voor jezelf schrijft, bepaal je toch zelf wat je goed vindt. Daar heeft een buitenstaander geen zaken mee. Er zijn immers teksten waaraan geen normaal mens een cijfer geeft en waarbij een normaal mens er niet aan denkt de fouten te onderstrepen. Ik vond dus dat dergelijke opstellen niet meer verbeterd hoefden te worden, maar dat de leerkracht er op een menselijke, meelevende manier op moest reageren. (Vind ik nog altijd.)
2 Teksten die je voor iemand anders in een concrete situatie schrijft, moeten wel degelijk in die situatie en o.a. bij die lezer passen
Toen ik besefte dat teksten die je voor jezelf schrijft een aparte didactische aanpak nodig hebben, zag ik eindelijk in dat teksten naar anderen ook een eigen didactische aanpak nodig hebben. Bij die teksten moet de schrijver immers wel degelijk rekening houden met zijn lezer, met zijn eigen bedoeling, met de omstandigheden... Kortom, met de hele communicatiesituatie. De schrijver doet het dus pas goed als hij goed
Een tekst die kinderen voor zichzelf schrijven kun je toch zinvol evalueren - Ides Callebaut 1 25
inspeelt op de hele situatie. Toen werd me duidelijk dat de gangbare aanpak echt helemaal verkeerd was. Dat was ook te begrijpen: leerkrachten pakten communicatieve teksten niet alleen slecht aan omdat ze zich meestal beperkten tot de spel- en taalfouten, maar ze konden het gewoon niet goed doen. De opdrachten zelf waren immers niet echt communicatief: de enige lezer was de leerkracht en er was gewoon geen realistische situatie waarin de schrijfopdracht zinvol was. Kortom, er was geen situatie, geen context. Je kon in die opstellen onmogelijk evalueren of de leerling een situatie met zijn tekst goed had aangepakt. Niet alleen de manier van verbeteren moest dus anders, maar ook de opdrachten.
Daar hou ik me nu nog altijd het meest mee bezig: collega's ertoe brengen taalopdrachten normaalfunctioneel, d.w.z. in concrete realistische situaties aan te brengen. Dat verhoogt de kwaliteit van het taalonderwijs enorm en het maakt ook duidelijk dat veel taalopdrachten en taaloefeningen weinig zin hebben en dus beter afgevoerd worden. Ondertussen blijft schrijven voor jezelf belangrijk genoeg om te evalueren hoe het daarmee staat Als je iets belangrijk vindt, ga je beter na hoe het daarmee staat. Ten eerste ga je na of je het als leerkracht wel goed aanpakt en er voldoende aandacht aan besteedt en ten tweede ga je na wat de situatie van je leerlingen is. Aan dat laatste had ik vroeger geen aandacht besteed.
3 Welke wegen en middelen kun je gebruiken om dat te evalueren?
Hoe we het zelf aanpakken is gemakkelijk te evalueren, maar hoe het met de leerlingen staat is misschien wat moeilijker. Daarom ga ik even daarop in.
Ten eerste kunnen we observeren hoe de leerling voor zichzelf schrijft: doet hij het met plezier, doet hij het ook uit zichzelf, spant hij er zich voor in om zo precies mogelijk uit te drukken wat hij wil zeggen ...? Kortom, we kijken naar het proces. Daarnaast kunnen we ook veel zien aan het product: heeft de leerling er met plezier aan gewerkt, heeft hij de moeite gedaan om zinnen, teksten te herwerken zodat hij zich beter kon uitdrukken wat hij wilde zeggen, kan hij duidelijk verwoorden wat hij wil zeggen...?
4 Kijken met een goede kijkwijzer is toch geweldig handig
Gelukkig heb ik lang geleden van mijn vroegere collega Frans Vierstraete een instrument gekregen waarmee je alle communicatiesituaties goed kunt analyseren, dus ook teksten die leerlingen naar iemand anders schrijven. Daar heb ik het in vroegere HSNconferenties al over gehad. 1
Dat instrument is zo goed dat het ook bruikbaar is als kader om te noteren wat je bij je leerlingen observeert in verband met schrijven voor jezelf.
In het onderstaande schema 2 heb ik aspecten van taalgebruik genoteerd die we voor kinderen van de basisschool belangrijk kunnen vinden. Aspecten die te maken hebben met het schrijven van teksten voor jezelf heb ik vet gedrukt. Op een rapport voor de leerlingen hoeft natuurlijk alleen de linkerkolom afgedrukt te zijn. De leerkracht
26 I Een tekst die kinderen voor zichzelf schrijven kun je toch zinvol evalueren - des Callebaut
kan in de rechterkolom noteren wat hij bij de leerling heeft kunnen vaststellen, wat hij goed vindt, wat hij een probleem vindt.
Naam: Klas:
ÃÂ
De leerling |
Heeft hij voldoende zelfvertrouwen? |
|
Is hij geïnteresseerd, verwacht hij iets? |
De boodschap |
Begrijpt hij wat een ander hem zegt, schrijft? |
|
Geeft hij precies weer wat hij gehoord, gelezen heeft? |
|
Kan hij ook niet-talige boodschappen begrijpen? |
|
Kan hij duidelijk verwoorden wat hij wil zeggen? |
Waarover het |
Legt hij verbanden tussen wat hij hoort of leest en wat hij er al over |
gaat |
weet? Kan hij de betrouwbaarheid of de fantasie van een tekst goed inschatten? Klopt wat hij zegt met wat hij over de werkelijkheid zou moeten weten? |
|
Kan hij zijn eigen gedachten, gevoelens en ervaringen onder woor- den brengen? |
De andere |
Kan hij zich in de andere (de spreker, de schrijver, de personages van een verhaal, de lezer) inleven? |
|
Houdt hij rekening met de andere? |
De bedoeling |
Kan hij zijn luister-, lees-, spreek- of schrijfdoel verwoorden? |
|
Kan hij zijn bedoeling in het oog houden en het nodige doen om zijn doel te bereiken? |
|
Kan hij de bedoeling van de andere inschatten? |
De manier |
Doet hij moeite om attent, met respect voor anderen te spreken of te |
waarop |
schrijven? |
|
Luistert hij met plezier? |
|
Spreekt hij met plezier? |
|
Leest hij met plezier? |
|
Schrijft hij met plezier? |
De weg en de |
Leest hij correct wat er staat en op een redelijk tempo? |
middelen |
Beheerst hij de schooltaal en de instructietaal voldoende? |
|
Werkt hij in fasen als dat moet? |
|
Heeft hij inzicht in de weg die een tekst afgelegd heeft? |
|
Kan hij algemeen Nederlands gebruiken als dat past? |
|
Beheerst hij de spelling op het niveau van zijn leerjaar? |
|
Kan hij niet-talige middelen (lettertype, lay-out, illustraties ...) gebruiken om zijn boodschap te brengen? |
|
Respecteert hij gespreksconventies? |
|
Maakt hij gebruik van goede strategieën om problemen op te lossen? |
Een tekst die kinderen voor zichzelf schrijven kun je toch zinvol evalueren - 'des Callebaut 1 27
Noten
1 'Zonder communicatiemodel kan het niet' in Het Schoolvak Nederlands. Verslag van de zesde conferentie gehouden in Antwerpen, 17 oktober 1992, p.42-48.
Wat een ramp: mensen en leraren hebben weinig verstand van communicatie' in Het Schoolvak Nederlands. Verslag van de negende conferentie gehouden in Diemen, 17-18 november 1995, p.85-96.
2 Dit schema is gebaseerd op Op de hoogte van hun Nederlands? Een grabbelton met voorstellen van zachte evaluatie taalonderwijs. VVKBaO, Brussel, 2003.
28 I Een tekst die kinderen voor zichzelf schrijven kun je toch zinvol evalueren - Ides Callebaut