Onder professoren? De toekomst van het examen Nederlands

Helge Bonset  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina XXIII - XXIV

Download artikel

Subplenaire lezingen

Helge Bonset

SLO, Enschede

Contact: h.bonset@slo.nl

Onder professoren?

De toekomst van het examen Nederlands

“Wij roepen daarom op tot een ingrijpende herziening van het eindexamen Nederlands, op alle niveaus. De inhoud van het schoolvak Nederlands zou, net als bij andere schoolvakken, altijd een combinatie van kennis en vaardigheden moeten zijn, die op een verantwoorde manier getoetst wordt. Op dit moment worden er in het eindexamen geen taalwetenschappelijke kennis of taalvaardigheden getoetst, en wat er wel getoetst wordt, is onverantwoord”.

Zo eindigde de tekst van de Petitie Eindexamen Nederlands, die dit voorjaar werd opgesteld door 22 hoogleraren Nederlandse Taalkunde en werd verstuurd aan alle onderwijsspecialisten van de Tweede Kamer. De petitie kon ook ondertekend worden op http://nederlandsanders.petities.nl/.

Wie deze petitie leest, kan niet anders dan zich afvragen: welke taalwetenschappelijke kennis en taalvaardigheden ontbreken er dan? En wat is er onverantwoord aan de manier waarop getoetst wordt, of aan de leerstof die getoetst wordt? Daarover is gesproken tussen een delegatie van de hoogleraren en een delegatie van het College voor Examens, waarvan ik deel mocht uitmaken als ex-vaksectievoorzitter Nederlands havo/vwo en voorzitter van syllabuscommissies Nederlands. In mijn bijdrage aan het drieluik op HSN vertel ik u welke antwoorden op bovenstaande vragen het gesprek opleverde.

Onder professoren of zonder professoren, het centraal examen Nederlands voor havo en vwo gaat de komende jaren veranderen. De samenvattingsopdracht verdwijnt, maar dat betekent zeker niet dat daarmee ook een einde komt aan aandacht voor de vaardigheid ‘samenvatten’. Dat licht ik u toe aan de hand van de syllabus Nederlands havo/vwo voor 2015. Het is intussen zeker dat schrijfvaardigheid niet terugkeert in het centraal examen, wat sommigen zullen betreuren, anderen niet. Ook op de achtergrond daarvan zal ik ingaan.

Een minstens even belangrijke vraag is die naar de toekomst van het schoolexamen Nederlands. De Vereniging van Leraren in Levende Talen heeft onlangs de effecten aan

XXIII

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

de orde gesteld van sturing op de discrepantie tussen cijfers op het centraal examen en het schoolexamen, die uitgaat van de Inspectie en via de schoolleiders bij de talendocenten belandt. Niet alleen zijn deze effecten fataal voor het schoolexamen, de hele inspectienorm is willekeurige onzin, zoals ik u met plezier zal demonstreren.

Ten slotte zal ik pleiten voor de herinvoering van regelgeving in het schoolexamen. Daarbij gaat het me om een verplichte weging van vakonderdelen, beperking van de schooleigen inhouden tot 10%, en het verbieden van dubbeling van centraal examenstof en schoolexamenstof. Ik neem het onderdeel schrijfvaardigheid als voorbeeld en baseer me op onderzoek naar de praktijk van het schoolexamen dat uitgevoerd is door Theun Meestringa en Clary Ravesloot van SLO.

Piet Mooren & Rob Ruggenberg

Tilburg School of Humanities

Contact: p.e.j.m.mooren@tilburguniversity.edu

Waarom daar en waarom toen? Jeugdliteratuur bij aardrijkskunde, geschiedenis en burgerschap

1. Inleiding

Doorgaans wordt jeugdliteratuur vooral besproken vanuit literaire invalshoeken zoals ‘plot’, ‘personages’, ‘schrijfstijl’ of ‘literaire kwaliteit’. In deze bijdrage wil ik wijzen op kwaliteiten die blijken bij diverse schoolvakken, zoals ‘geografisch besef ontwikkelen bij aardrijkskunde’, ‘het gedrag observeren van dieren bij biologie’, ‘een tijdsbeeld oproepen bij geschiedenis’ of ‘een discussie aanzwengelen over goed en kwaad bij burgerschap’. Schoolvakken en jeugdboeken houden zich namelijk ieder op hun eigen wijze bezig met waar iets gebeurt (plaats of topos), hoe dieren elkaars leven delen of bevechten (biotoop), wanneer iets speelt (tijd of chronos) of hoe iets herinnerd en in ere gehouden wordt (lieu de mémoire en burgerschap). Met deze inbreng van jeugdboeken in aansluiting bij de kenhoudingen van specifieke vakken kunnen leerlingen met heel diverse interesses – om met Howard Gardner te spreken – zich aangesproken voelen. Een schitterend voorbeeld is het onlangs bekroonde Spinder van Simon van der Geest: niet alleen een prachtig en razend spannend verhaal over een broedertwist, maar ook een zeer origineel verhaal waarbij het gedrag van en de taal over heel veel insecten als wapen wordt gebruikt.

’,

‘genre

XXIV

Labels

land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
beoordelingsinstrumenten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013