Projecten voor de (vernieuwde) basisvorming

Jeroen Steenbakkers  ·  19de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2005  ·  pagina 101 - 103

PROJECTEN VOOR DE (VERNIEUWDE) BASISVORMING

Jeroen Steen bakkers

Inleiding

De ontwikkelworkshop die ik gaf op HSN 19 stond op zaterdagmiddag ingeroosterd voor 3 keer 50 minuten. De workshop was opgedeeld in twee delen: een voordracht van 50 minuten en een ontwikkeldeel van twee keer 50 minuten. Na het eerste gedeelte konden deelnemers eventueel naar andere sessies gaan, de volhouders kregen in het tweede gedeelte tijd om aan de hand van een aantal criteria een project te ontwerpen. De zaal was bij aanvang gevuld met ruim 20 deelnemers - en uiteindelijk eindigden we met meer deelnemers dan waar we mee waren begonnen. Na de eerste ronde kwamen nog enkele deelnemers binnen.

1 Grote projecten in de onderbouw

In het eerste gedeelte presenteerde ik een alternatieve aanpak voor de onderbouw (de nieuwe naam voor de basisvorming, de eerste twee jaren van het voortgezet onderwijs). In mijn onderwijspraktijk als docent Nederlands stel ik 'motivatie' en 'docent-sturing' centraal. Ik ga ervan uit dat leerlingen voor verschillende vakonderdelen verschillend gemotiveerd zijn. Daar pas ik mijn onderwijs op aan.

Ik maak een onderscheid tussen vakonderdelen die vrijwel alleen in de les aan bod komen (spelling, grammatica, tekstbegrip) en vakonderdelen waaraan leerlingen vooral buiten de les werken (zakelijk en creatief schrijven, fictie). Laatstgenoemde vakonderdelen behandel ik meestal binnen grote projecten.

Bij spelling en grammatica zie ik het als mijn taak om steeds in de les relevantie en toepassingsmogelijkheden te laten zien. Opdrachten voor spelling en grammatica hebben baat bij krachtige docentsturing en bij snelle feedback op gegeven antwoorden. Daarom werken leerlingen in de les aan deze onderwerpen: ze krijgen er zelden of nooit huiswerk voor. Mijn rol in de lessen is voornamelijk die van 'trainer'.

Bij de projecten probeer ik aan te sluiten bij de leefwereld of de belevingswereld van de leerlingen. Ik besprak twee grotere projecten:

1. Ludger voor beginners.

Leerlingen uit de brugklas werkten vorig schooljaar vijf maanden aan een 'overlevingsgids' voor de leerlingen van groep 8, de leerlingen dus die volgend jaar bij ons in

Projecten voor de (vernieuwde) basisvorming - Jeroen Steenbakkers 1 101

de brugklas komen. Het boekje is daadwerkelijk gedrukt en net voor de zomervakantie aan 350 aankomende brugklassers uitgedeeld.

2. Retourtje '50.

Leerlingen uit klas 3 werkten vorig schooljaar acht maanden aan een tentoonstelling over jeugdliteratuur uit de jaren '50 voor de openbare bibliotheek Doetinchem. Ze ontwierpen bij beeldende vorming materiaal voor de tentoonstellingsruimte en bij Nederlands hebben ze een catalogus gemaakt voor de tentoonstelling. Iedereen heeft daaraan een bijdrage geleverd. Per tweetal interviewden ze een 'zeventiger' over diens leeservaringen in de jaren '50. Leerlingen lazen vervolgens een boektopper die hun was aangeraden: de Joop ter Heul-serie, Ketelbinkie, Arendsoog, etc. Het is een heel communicatief project geworden. Leerlingen schreven sponsorbrieven, folders, e-mails, persberichten en uitnodigingen en dergelijke.

Bij deze projecten zie ik mijn rol als die van 'coach'. Ik probeer te inspireren en ik verhelder kwaliteitseisen aan de hand van materiaal dat tussentijds moet worden ingeleverd. Leerlingen werken gemiddeld één les in de week aan deze projecten. De rest van het vele werk geschiedt buiten de les. Echter, voor de andere vakonderdelen krijgen ze (bijna) nooit huiswerk op.

2 Ontwerpen

In de ontwikkelworkshop gaf ik de deelnemers als opdracht om een projectopzet te maken voor een onderbouwklas aan de hand van zes uitgangspunten:

  1. het onderwerp van het project is aansprekend (gemaakt) voor de meeste leerlingen;

  2. de leeractiviteiten zijn afwisselend en praktisch;

  3. leerlingen zijn mede-eigenaar of medeontwerper van het project: niet alles moet vooraf voorgeschreven en ingevuld zijn;

  4. leerlingen mogen keuzes maken die aansluiten bij hun leerstijl;

  5. het eindpunt is 'sturend', dit wil zeggen: inhoudelijk uitdagend, prikkelend en liefst uitzonderlijk: bijvoorbeeld een product waar ze trots op kunnen zijn en dat gepresenteerd kan worden;

  6. het project telt mee en het is duidelijk wát precies meetelt.

De deelnemers ontwierpen in twee- en drietallen projecten. Niet alleen voldeden die aan de bovengenoemde criteria, ze pasten vaak ook nog binnen probleemgestuurd en/of 'realistisch' onderwijs.

Ik kan hier niet alle projecten vermelden die zijn ontwikkeld. Enkele ontwerpen herinner ik me nog:

  1. Verhaal halen

Leerlingen uit klas 3 gaan in een bejaardenhuis dat dicht bij school ligt op zoek naar `verhalen' van ouderen. De verhalen moeten uiteindelijk gebundeld gaan worden.

  1. Een studiegids voor klas 3

102 1 Projecten voor de (vernieuwde) basisvorming - Jeroen Steenbakkers

Derdeklassers maken (in hun keuzejaar) een gids waarin ze koppeling leggen tussen profielen die ze in de bovenbouw moeten kiezen, vervolgstudies en uiteindelijke beroepen.

3. Een uitwisseling voorbereiden

Leerlingen maken een programma, rondleidingen etc. voor leerlingen uit Frankrijk die bij een uitwisselproject op bezoek komen.

Deze en de andere projecten hebben we vervolgens geëvalueerd en bijgesteld aan de hand van de voornoemde uitgangspunten. Uiteindelijk vertrok iedereen met een eigen ontwerp. En daarmee eindigde de workshop (en begon de borrel).

3 Achteraf

Ik ben benieuwd of deelnemers projecten daadwerkelijk hebben uitgevoerd (in deze of gewijzigde vorm). Mocht dat zo zijn, dan wil ik graag horen wat de ervaringen waren. Mijn mailadres is: j.steenbakkers@ludgercollege.nl.

Geïnteresseerden die meer willen weten over deze vorm van projectonderwijs, verwijs ik naar twee artikelen uit Levende talen magazine:

J. Steenbakkers, 'Nederlands anders, zelfstandig leren in de basisvorming" (maart 2004);

J. Steenbakkers, "Nederlands anders (3), jeugdliteratuur en (zakelijk) schrijven in de onderbouw" (april 2005). Mocht u de artikelen niet kunnen vinden, dan kunt u me mailen. Ik zend ze u dan digitaal toe.

Samen met Dirkje Ebbers geef ik ook volgend schooljaar de tweedaagse training `Nederlands anders, een andere aanpak van lessen Nederlands in de onderbouw vo'. Projectonderwijs komt daarbij uitgebreid aan bod. Voor informatie kunt u contact opnemen met stichting SLO, met Dirkje Ebbers (d.ebbers@slo.nl) of met ondergetekende.

Projecten voor de (vernieuwde) basisvorming - Jeroen Steenbakkers 1103

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

19de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2005