Openbare bijeenkomst Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs

Pieterjan Bonne & Martine Kuggeleijn  ·  28ste Conferentie Onderwijs Nederlands  ·  2014  ·  pagina 103 - 105

Download artikel

3. Hoger onderwijs

Referenties

Biggs, J. (1999). Teaching for Quality Learning at University. Buckingham: SRHE and Open University Press.

Bonset, H. & J. de Vries (2009). Talige startcompetenties Hoger Onderwijs. Enschede: SLO.

Eijgelshoven, M., M. van Vliet & M. Kaak (2012). ‘Contouren HvA-taalbeleid Nederlands – Engels’. Interne publicatie.

Iowa State University (2012). “Revised Bloom’s Taxonomy”. Online raadpleegbaar op: http://www.celt.iastate.edu/teaching-resources/effective-practice/revised-bloomstaxonomy/.

Noot

1 Het beoordelingsformulier hanteerde de beschrijvingen op niveau B2.

Ronde 8

Pieterjan Bonne (a) & Martine Kuggeleijn (b)

  1. Arteveldehogeschool, Gent

  2. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Contact: Pieterjan.Bonne@arteveldehs.be m.kuggeleijn@han.nl

Openbare bijeenkomst Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs

1. Inleiding

Het Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs is een platform voor ontmoeting en uitwisseling van kennis en ervaringen. Door middel van kennisdeling en kennisvorming wil het Platform bijdragen aan initiëring en verdere ontwikkeling van instellingsbreed taalbeleid in het hoger onderwijs. Het doel van een instellingsbreed taalbeleid is vergroting van het studiesucces en verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs. Op de HSN-conferentie, de hoogmis van Nederlands in het onderwijs en al zijn aspecten, organiseert het Platform een bijeenkomst in het klein, waarbij mensen kennis kunnen maken met de werking. De platformbijeenkomst focust op kennisdeling en discussie.

3

103

28ste HSN-CONFERENTIE

  1. Kennisdeling

In het onderdeel ‘kennisdeling’ gaan we in op de luistervaardigheid van studenten tijdens het hoorcollege. De Arteveldehogeschool onderzocht, samen met Howest en CVO Kisp, het luistergedrag en de notitievaardigheid van meer dan 1000 studenten. Daaruit bleek dat de millenniumstudent nog open staat voor hoorcolleges, op voorwaarde dat ze goed worden ingezet. Docenten spelen hierin de belangrijkste rol: ze moeten structuur aanbrengen in de stof, studenten gidsen door wat belangrijk is en geboeid over het vak vertellen. Een goede docent neemt gemakkelijk meer dan 80% van de studenten mee op sleeptouw.

Studenten die noteren hebben nog een stapje voor. Ze geven aan thuis minder tijd te moeten investeren om de leerstof te verwerken (58,3%), minder snel afgeleid te zijn tijdens de les (64%) en de stof langer te onthouden (87,1%). Voor 90% van de studenten zijn hun notities een noodzakelijke aanvulling op hun studiemateriaal. Door de vele PowerPointvoorstellingen worden studenten echter minder aangezet tot noteren en schrijven lesgevers minder op het bord. Ongeveer de helft van de studenten heeft tijdens het hoorcollege te weinig tijd om te noteren. Meer dan 60% van de studenten vindt niet dat het secundair onderwijs hen heeft leren noteren en ook in het hoger onderwijs vangen ze bot. Minder dan 1 op 5 zegt te hebben leren noteren in het hoger onderwijs.

Voor de helft van de eerstejaars gaat het hoorcollege te snel (46,5% vs. 26,8% van de ouderejaars). Ze willen ook nog graag alles noteren (51,7% vs. 33,6%), maar hebben moeilijkheden om tegelijk te noteren en te luisteren (49,8%). Het is voor eerstejaars dus nog erg wennen aan de lesvorm ‘het hoorcollege’. Gelukkig blijkt dat ze net hierom extra hun best doen. Anders dan ouderejaars ervaren eerstejaars hoorcolleges als minder saai (-31%) en geven ze aan minder problemen te hebben met concentratie (15,9%). Zo zijn ouderejaars tijdens het hoorcollege meer bezig met nog te maken taken of met een te halen bus of trein.

Meisjes doen het qua noteren significant beter dan jongens, die vooral vragende partij zijn voor meer interactie. Jongens hebben ook meer last van een ochtendlijke start dan meisjes die zich dan weer meer gehinderd voelen door een koud lokaal.

  1. Discussie

Vertrekkend van wat speelt, gaan de platformleden met elkaar in gesprek of discussie. Geleid door een tafelheer of -dame delen ze ervaringen, wisselen ze tips uit, vragen ze advies en denken ze na over hoe ze de kennis kunnen inzetten voor hun eigen instelling. Het advies wordt gebundeld en achteraf op de website beschikbaar gesteld. Ook

104

3. Hoger onderwijs

contacten kunnen uitgewisseld worden. Ervaring leert ons dat Vlaamse en Nederlandse instellingen nog veel van elkaar kunnen leren.

Middels deze workshop krijgt u een goed beeld van hoe het Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs werkt. Uw bijdrage aan de discussie en kennisdeling wordt zeer op prijs gesteld. Wilt u vaker dergelijke bijeenkomsten bijwonen, dan bent u van harte uitgenodigd om lid te worden. Meer informatie vindt u op de website: http://www.taalbeleidhogeronderwijs.org/platform/.

3

105

Labels

domein
taal bij andere vakken
taalbeleid
land
België
Nederland
onderwijstype
hoger/universitair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014