Tekst als taalkundig netwerk. Een andere benadering van het grammaticaonderwijs

Eva M. Tol-Verkuyl  ·  19de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2005  ·  pagina 105 - 114

TEKST ALS TAALKUNDIG NETWERK
EEN ANDERE BENADERING VAN HET
GRAMMATICAONDERWIJS

Eva M. ToI-Verkuyl

Inleiding

Belangrijke vragen bij tekstvorming zijn: hoe slaagt een taalgebruiker er in zijn zinnen zo vorm te geven dat het resultaat een samenhangende tekst is? Welke kennis heeft hij daarvoor tot zijn beschikking en hoe gebruikt hij die kennis? Ik benader deze vragen vanuit een taalkundige en een didactische invalshoek. Vanuit de taalkundige invalshoek kan een tekst worden gezien als een taalkundig netwerk met drie dimensies en is taalkennis taalgebruikskennis. Een taalkundige tekstanalyse kan dienen als een didactisch middel dat leerlingen helpt hun taalgebruikskennis bewuster en op een systematische manier te gebruiken bij het vormgeven van hun teksten. 'Tekst als taalkundig netwerk' en 'taalkundige tekstanalyse' maken deel uit van een vernieuwd grammaticaconcept dat vorm heeft gekregen in een taalgebruiksgrammatica. Met dit artikel introduceer ik de taalgebruiksgrammatica die is uitgewerkt in 'Taal in tekst. Hoe je taal gebruikt om tekst vorm te geven' (2005). Hoewel 'Taal in tekst' geschreven is voor lerarenopleidingen, zijn de inhoud en de aanpak met aanpassingen bruikbaar in het voortgezet onderwijs. Ik spreek daarom op een aantal plaatsen van 'leerlingen' in plaats van 'studenten'.

1 Taalgebruik als uitgangspunt: consequenties voor het grammaticaonderwijs

Een taalgebruiker die zich voorneemt een gesprek te voeren of een tekst te schrijven, gaat uit van een min of meer omlijnd plan, een tekstplan. Ik ga er kortheidshalve van uit dat hij een tekst wil schrijven. Een tekstplan kan worden opgevat als een schematische voorstelling van wat een schrijver wil meedelen over een situatie in een werkelijkheid. Doordat hij in zijn tekstplan een zekere logische ordening aanbrengt, krijgt de tekst in de uitwerking van het plan een herkenbaar, hiërarchisch structuurpatroon: de onderdelen ervan zijn verbonden door relaties als opeenvolging (`en'), tegenstelling (`maar'), oorzaak – gevolg (`als-dan, doordat, zodat'), reden (`omdat, aangezien') doel – middel (`door, door middel van, met'), enzovoort.

Het tekstplan is geassocieerd met mogelijkheden voor een inhoudelijke, lokale uitwerking. Terwijl hij de grote lijn voor zijn tekst bedenkt, komen bij de schrijver woor-

Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl 1105

den op, flarden van zinnen, samenhangende begrippen, die bij het uitwerken van zijn tekst vorm krijgen in uitingen: het tekstplan roept met andere woorden ook ideeën op over de lokale uitwerking van de tekst. Als het goed is, bestaat er een intensieve wisselwerking tussen het tekstplan en de uitwerking ervan in uitingen.

De werkwijze van de traditionele grammatica leert leerlingen geïsoleerde zinnen te ontleden, maar wat een zin is, blijft onhelder: want wat is in de context van het dagelijkse taalgebruik een zin? Mensen geven op de meest uiteenlopende manieren uiting aan hun gevoelens en gedachten. Wat ze zeggen of schrijven is bedoeld om informatie uit te wisselen: de informatieve eenheden zijn uitingen. Veel van die uitingen hebben de zinsvorm, maar lang niet alle. Het is daarom beter in de grammatica onderscheid te maken tussen uitingen en zinnen; de term 'uiting' verwijst naar een drager van informatie en de term 'zin' verwijst naar de vormgeving van sommige typen uitingen.

Vanuit het taalgebruik bezien, is een tekst een taalkundig netwerk waarin talige en niet-talige kenniselementen samenwerken bij het tot stand komen van de tekst. De talige kenniselementen zijn onder andere kennis van woorden en van soorten zinspatronen, de niet-talige kenniselementen bestaan uit wat mensen weten van begrippen, situaties, samenhang in contexten en interpersoonlijke verhoudingen. De niet-talige kennis beïnvloedt diepgaand de vormgeving van uitingen.

Wat houdt dat in: tekst als een taalkundig netwerk? Een taalkundig netwerk bestaat uit drie samenhangende en grotendeels van elkaar afhankelijke taalkundige dimensies: de thematische, de structureel-relationele en de deiktische tekstdimensie. De thematische tekstdimensie is het inhoudelijke (semantische) netwerk in een tekst dat de schrijver tot stand brengt door zijn woordkeuze. De structureel-relationele tekstdimensie is de structurele vormgeving van de uitingen en de relaties die de schrijver aanbrengt binnen en tussen de uitingen. De deiktische tekstdimensie ten slotte betekent dat de schrijver door de keuze van werkwoordsvormen en aanwijzende woorden zijn interpretatie van de beschreven stand van zaken kenbaar maakt. Het concept: 'de tekst als taalkundig netwerk', vertegenwoordigt een nieuwe visie op de grammatica, die een taalgebruiksgrammatica genoemd wordt. De taalgebruiksgrammatica maakt echter gebruik van de gangbare grammaticale terminologie: woordenboeken en andere, meer traditionele grammatica's moeten immers toegankelijk blijven.

Hoe ziet vanuit een didactisch oogpunt de samenwerking eruit van de verschillende taalmiddelen en hoe leert een student of leerling met kennis van zaken aandacht te besteden aan de lokale uitwerking van een tekst? Het herkennen van de samenwerking van talige en niet-talige kenniselementen bij tekstproductie en tekstbegrip veronderstelt grammaticale kennis die meer omvat dan 'ontleedkennis'. In de taalgebruiksgrammatica voor het onderwijs is aandacht voor de zinsstructuur aangevuld met aandacht voor de rol van de woordbetekenis en voor de middelen waarmee de zin wordt aangepast aan de situatie, de context en de samenwerking van schrijver en lezer. Maar ook het perspectief van waaruit de schrijver zijn voorstelling van zaken presenteert,

106 I Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl

het deiktische perspectief, krijgt aandacht. Uitgaan van taalgebruik heeft als consequentie dat lerenden ervaren hoe de samenwerking van de verschillende kenniselementen bijdraagt aan tekstvorming en tekstbegrip.

In 'Taal in tekst' behandel ik daarom aan de hand van concreet tekstmateriaal welke invloeden de taalgebruikskennis heeft op de zins- en tekstvorming. Daarnaast behandel ik stap voor stap de bijbehorende theoretische achtergrondkennis. Het toepassen van taalkennis en het leren beheersen van het theoretische begrippenapparaat hangen via een didactische procedure, de taalkundige tekstanalyse, nauw met elkaar samen. De procedure dwingt tot aandacht voor de bijdragen die talige en niet-talige kennis leveren aan een tekst en heeft het bewuster gebruik van taalmiddelen tot doel.

2 Onderzoek naar het effect van taalkennis in tekst: de taalkundige tekstanalyse

In 'Taal in tekst' wordt het onderzoek naar het effect dat taalkennis heeft op de vormgeving van een tekst uitgevoerd aan de hand van de taalkundige tekstanalyse. Ik bespreek hier de opzet van de procedure. Figuur 1 toont het model van de taalkundige tekstanalyse.

Voorbereiding

Oriëntering Uitvoering —1 Beoordeling

Toepassing

Thematische analyse Structureel-relationele analyse

Deiktische analyse

Figuur 1 De fasen van de taalkundige tekstanalyse

De taalkundige tekstanalyse bestaat uit verschillende onderdelen. Bij de voorbereiding zoeken leerlingen in het theoriegedeelte van 'Taal in tekst' de begrippen op waarnaar in de analyse wordt verwezen. Dit onderdeel hoeft in feite maar één keer te worden uitgevoerd: op het moment dat de student of leerling de procedure leert gebruiken.

Het eigenlijke tekstonderzoek bestaat uit drie fasen. Daarin oriënteren lerenden zich eerst op het doel van de analyse en onderzoeken zij de globale tekststructuur. In de uitvoeringsfase onderzoeken zij in detail elk van de drie taalkundige tekstdimensies en ten slotte beoordelen zij deze detailanalyse in relatie tot de globale tekstbouw. Het laatste onderdeel van de procedure is de toepassing, de leerling of student gaat na wat hij van de analyse geleerd heeft: hoe kan hij de opgedane ervaring toepassen in zijn eigen

Taalkundige tekstanalyse

Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl 1107

schrijfwerk? Voor de aanstaande docent geldt: hoe denkt hij de ervaringen te verwerken in zijn onderwijs?

De uitvoeringsfase met de detailanalyse, die centraal staat in de taalkundige tekstanalyse, houdt een uitbreiding en herziening in van het vertrouwde 'redekundige ontleden'. De detailanalyse begint met een onderzoek naar de wijze waarop het thema van de tekst is uitgewerkt. Welke woorden en verwijzingen gebruikt de schrijver? Gebruikt hij steeds hetzelfde woord of een passend synoniem voor een bepaald begrip, klopt zijn beeldspraakgebruik? Bij de structureel-relationele analyse onderzoeken de studenten of leerlingen de structurele vormgeving van de zinnen en de relationele samenhang tussen de zinnen van (gedeelten van) de tekst. In de derde plaats onderzoeken zij hoe de schrijver de werkwoordsvormen en de verwijzende woorden gebruikt om zijn betrokkenheid bij de beschreven situatie kenbaar te maken. De deiktische analyse komt neer op een herinterpretatie van de gegevens die eerder bij de thematische en de structureel-relationele analyse zijn gevonden. Een schrijver kan immers in veel gevallen kiezen tussen een tegenwoordige of een verleden tijdsvorm, en tussen aanwijzende woordjes als 'deze' of 'die'. Deze keuze heeft betekenis en verraadt directe betrokkenheid bij of juist een zekere mentale afstand tot de beschreven situatie. Het volgende voorbeeld illustreert de mate waarin een schrijver betrokken kan zijn bij een beschreven situatie.

`Ging ik net even lekker zwemmen in het hotelzwembad hier om de hoek, kom ik beneden, is mijn fiets weg. Ik had hem met een kettingslot vastgemaakt aan een paaltje bij een taxistandplaats, maar hij staat er niet meer.' (Garrie van Pinksteren in: NRC Handelsblad, 1 augustus 2005.)

Met 'ging' beschrijft de `ik'-persoon een voornemen dat niet meer van actueel belang voor haar is; want wat vooraf ging is 'ingehaald' door de actualiteit: 'kom ik beneden, is mijn fiets weg'.

In de volgende zin wordt eveneens een predikaat in de (voltooid)verledentijd gevolgd door een predikaat in de tegenwoordige tijd. Ook hier duidt de verledentijdsvorm op niet meer direct betrokken zijn, op niet van actueel belang zijn voor de `ik'-persoon op het moment waarop zij schrijft, terwijl 'is' in 'is mijn fiets weg' de directe betrokkenheid bij de beschreven situatie uitdrukt. De hele alinea is een beschrijving achteraf van iets wat de schrijfster in Peking meemaakte en had volledig in de verleden tijd kunnen staan. Wat zij beschrijft, staat echter afwisselend niet-centraal en centraal in haar aandacht. De actualiteit in de weergave maakt de beschrijving levendig en betrekt de lezer bij de voorstelling van zaken.

De onderdelen van de taalkundige tekstanalyse zijn georganiseerd volgens de bekende didactische stappen: voorbereiding, oriëntering, uitvoering en beoordeling, waaraan nadenken over toepassingsmogelijkheden is toegevoegd. In 'Taal in tekst' wordt bij het uitwerken van analyses het principe 'voordoen en nadoen' toegepast. Voorbeeldanalyses en opdrachten waarbij het voorbeeld moet worden nagevolgd, wisselen elkaar af.

108 I Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl

De taalkundige tekstanalyse traint studenten en leerlingen in een tekst de semantische en structurele samenhang te doorzien. Het doel is te bereiken dat zij hun analytische ervaring gebruiken om vast te stellen of en hoe de globale tekstordening en de lokale uitwerking van de inhoud zich tot elkaar verhouden.

3 Een voorbeelduitwerking

Hoe gaat een taalkundige tekstanalyse in zijn werk? Ik laat dat zien aan de hand van onderstaande tekst.

`Sorry scheids, 't zijn de emoties'

Elke keer weet de voetbalwereld weer te verrassen. En worden de normen en waarden een stukje verder aan de kant geschoven.

In het godvrezende Katwijk werd zaterdag een wedstrijd gestaakt nadat de lokale trots Quick Boys op achterstand was gekomen tegen Capelle. Spelen op zaterdag heeft als voordeel dat de deuren van de lokale groentespecialist zijn geopend.

Nadat de arbiter in de eerste helft een rode kaart aan een Katwijkse verdediger had uitgedeeld, werd door fans een paar trossen bananen ingeslagen die na de rust voor de voeten van de gekleurde scheidsrechter werden gegooid. De rode kaart was overigens terecht, maar dat doet natuurlijk helemaal niet ter zake.

De voorzitter van Quick Boys had er begrip voor dat de scheidsrechter de wedstrijd onderbrak, zo zei hij later, maar dat hij de strijd ook definitief staakte, begreep hij minder goed. De scheidsrechter was tot zijn verbazing naderhand helemaal niet meer aanspreekbaar. Acties van spelers en toeschouwers worden veelal verklaard door naar de óh zo begrijpelijke emoties te verwijzen. Voor emoties van een scheidsrechter lijkt minder begrip.

Ook pure emotie bij Newcastle United waar zaterdag de teamgenoten Bowyer en Dyer voor een primeur zorgden. Toen de strijd tegen Aston Villa niet vlotte, raakten ze met elkaar slaags en moesten zij door spelers van beide teams uit elkaar worden gehaald. Beiden kregen rood waarna Newcastle na een eerdere rode kaart nog maar acht man over had.

De twee spelers mochten hun daad als twee betrapte schooljongens, aan weerszijden van de trainer, tijdens de persconferentie uitleggen. En hun excuses aanbieden aan medespelers, coach, toeschouwers en wie al niet meer. Inmiddels heeft ook de politie aangekondigd een onderzoek in te stellen.

Als verklaring kwamen vanzelfsprekend de emoties weer om de hoek kijken: vooral Bowyer staat bekend om zijn intense sportbeleving. Die gevoelens zouden dan een vrijbrief zijn om op de vuist te gaan of om in de rust even naar de lokale bananenverkoper te stappen om de scheidsrechter aan te pakken. Ook op het oog keurige coaches in het betaalde voetbal wijzen er graag op nadat zij de scheidsrechter voor het oog van de camera hebben uitgescholden: voetbal is

Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl 1109

emotie.

Erik van der Walle, NRC Handelsblad 04/04/2005

De taalkundige tekstanalyse van 'Sorry scheids, 't zijn de emoties'

I De voorbereiding. De gebruikte taalkundige begrippen worden bekend verondersteld.

II Het tekstonderzoek

1 De oriëntering: tekstsoort en tekstbouw

De titel en de koptekst (de lead) vatten de tekst samen. De tekst, een column, is geschreven in een persoonlijke stijl. De auteur geeft commentaar op twee voetbalwedstrijden die hij heeft bezocht of die hij op de televisie zag. De tekst bestaat uit zes alinea's, verdeeld over twee functionele teksteenheden (alinea 1-3 en 4-6).

2 De uitvoering: de detailanalyse

Bij de thematische analyse beoordeelt de lezer het woordgebruik in de tekst (feitelijk, beeldsprakig, subjectief?) en het effect ervan op de interpretatie van de tekst. Beoordeling van het woordgebruik: de schrijver laat door zijn woordkeuze blijken voor voetballiefhebbers te schrijven. Hij heeft een erg persoonlijk en licht spottend woordgebruik, dat al meteen in de eerste alinea de toon voor het stukje zet. Hij gebruikt veel beeldspraak, bijvoorbeeld 'de lokale trots' (alinea 1), 'primeur' (alinea 4), `vrijbrief' (alinea 6).

Bij de structureel-relationele analyse beperk ik me in de voorbeelduitwerking tot twee enkelvoudige zinnen, zinnen die zijn gebaseerd op één situatieschema (het hoofdwerkwoord met de van het werkwoord afhankelijke zinsdelen). De structureel-relationele analyse verloopt in vier stappen:

1 Het situatieschema of werkwoordschema wordt vastgesteld.

2 Het vormschema, de op het situatieschema gebaseerde zinsvorm, wordt vastgesteld.

3 Daarna wordt de zin herleid tot het basispatroon: de zin in de ordening van het vormschema. De zin-in-de-tekst wordt nu vergeleken met het basispatroon.

4 De verschillen (de bijzonderheden) worden vastgesteld en geïnterpreteerd. Deze bijzonderheden zijn te verklaren als aanpassingen van de zin aan de situatie, de context of de interactie met de lezer. De uitkomst is te beschouwen als een uiting.

De analyse van twee zinnen:

'Spelen op zaterdag heeft als voordeel dat de deuren van de lokale groentespecialist zijn geopend' (alinea 1).

Het situatieschema is 'iets als voordeel hebben'.

Het vormschema is 'iets heeft iets als voordeel'.

Het basispatroon is 'spelen op zaterdag heeft dat de deuren van de lokale groentespecialist zijn geopend als voordeel'.

110 1 Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl

De bijzonderheden:

`heeft als voordeel' is op te vatten als een uitdrukking. Het subject is 'Spelen op zaterdag'. 'Dat ... geopend' heeft de functie van object bij 'heeft als voordeel'. De volgorde van de zin is vrijwel gelijk aan die van het basispatroon.

Mogelijke verklaring van de bijzonderheden: hoewel de tekst overwegend in de verleden tijd staat, heeft deze zin de tegenwoordige tijd, doordat de uitspraak in het algemeen geldt. Deze uiting (zin) sluit niet direct aan bij de vorige, maar geeft informatie die inhoudelijk van belang is voor de volgende alinea.

`Acties van spelers en toeschouwers worden veelal verklaard door naar de óh zo begrijpelijke emoties te verwijzen' (alinea 3).

Het situatieschema is 'iets verklaren'.

Het vormschema is 'iemand verklaart iets'.

Het basispatroon is 'iemand verklaart acties van spelers'.

De bijzonderheden en een mogelijke verklaring: de zin is passief geformuleerd en staat in de tegenwoordige tijd. Degene die 'verklaart' (de doorbepaling van de passief vormgegeven zin) ontbreekt, omdat de zin een algemene uitspraak inhoudt. Degene die verklaart is daarbij niet van belang. De bijwoordelijke bepaling 'veelal' relativeert de algemene uitspraak; 'door ... verwijzen' is een bijwoordelijke bepaling van oorzaak. Deze uiting (zin) is commentaar bij de vorige uiting (zin). De volgende zin is daarop een vervolg.

Beoordeling van de structureel-relationele vormgeving. De besproken uitingen (zinnen) sluiten goed aan bij de voorafgaande en soms ook bij de erop volgende zinnen. Een afwisselend gebruik van werkwoordstijden valt op. Lidwoorden en aanwijzende voornaamwoorden blijken bewust te zijn gekozen. De functie ervan is herkenbaar en benoembaar.

Bij de deiktische analyse worden de werkwoordsvormen en aanwijzende voornaamwoorden geïnterpreteerd als indicaties van de optiek van waaruit de schrijver zijn voorstelling van zaken presenteert. 'die' in de voorlaatste zin is te interpreteren als: de schrijver voelt een zekere afstand tot 'die gevoelens'. Hij had ook kunnen kiezen voor `de' of 'deze'. Met 'deze' zou hij een grotere mate van betrokkenheid getoond hebben.

De deiktische interpretatie van werkwoordsvormen:

De tekst staat in het algemeen in de verleden tijd. De schrijver geeft daarmee uitdrukking aan een zekere afstand tot het gebeuren dat hij beschrijft. Deze afstand blijkt ook uit het ironiserende woordgebruik en uit de soms wat geforceerde woordvolgordes in samengestelde zinnen, bijvoorbeeld in de bijzinnen die met 'nadat' beginnen (alinea 1, 2 en 6).

De tweede zin van de eerste alinea heeft de tegenwoordige tijd, de uitspraak is algemeen geldig en is mede daardoor voor de schrijver van actueel belang.

In alinea 5 (...) 'heeft de politie aangekondigd (...)' actualiseert de schrijver de stand van zaken en zet deze af tegen de in de vorige zin weergegeven stand van zaken. Beoordeling van de deiktische analyse: de schrijver toont afwisselend betrokkenheid

Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl 1111

en afstandelijkheid tegenover de gebeurtenissen die hij beschrijft en beoordeelt.

3 Beoordeling: interpretatie en oordeel

De schrijver maakt kenbaar hoe hij tegenover de beschreven gebeurtenissen staat. Het woordgebruik, de vormgeving van zinnen en de wijze waarop de schrijver zijn kijk op de gebeurtenissen presenteert, dragen daaraan bij.

III Toepassingsmogelijkheden in het eigen werk van studenten of leerlingen: het is aan te bevelen hen regelmatig concreet te laten benoemen wat zij van hun ervaring met de taalkundige tekstanalyses hebben geleerd voor hun schrijfwerk. Docenten kunnen de leerpunten gebruiken als toetscriteria. Toepassingsmogelijkheden voor het voortgezet onderwijs noem ik in de volgende paragraaf.

4 Enkele toepassingsmogelijkheden voor het voortgezet onderwijs

De vernieuwing van het grammaticaonderwijs die 'Taal in tekst' beoogt, houdt onder andere in dat de vormgeving van zinnen wordt behandeld vanuit het perspectief van de tekst als geheel. Deze benadering is in principe goed bruikbaar in het voortgezet onderwijs.

`Taal in tekst' is echter in de eerste plaats bestemd voor aanstaande docenten. Zij moeten immers vertrouwd raken met de gepresenteerde visie op grammatica en met de didactische mogelijkheden van de methode, voor zij de inzichten en de werkwijze kunnen aanpassen aan de eisen die hun onderwijspraktijk stelt.

Hoe kan een docent vanuit de taalgebruiksvisie op het grammaticaonderwijs de taalkundige tekstanalyse of onderdelen ervan in het voortgezet onderwijs gebruiken en met welk doel wil hij de taalkundige tekstanalyse gebruiken? Is het zijn bedoeling leerlingen vertrouwd te maken met het gebruik van het grammaticale begrippenapparaat of wil hij bijvoorbeeld de analytische methode gebruiken om fouten in zelfgeschreven teksten te analyseren, opdat leerlingen hun teksten beredeneerd leren herschrijven? Het leren omgaan met de taalgebruiksgrammatica vereist een weldoordachte systematische opbouw van de leergang. Een lastig punt daarbij is de tekstkeuze, zeker in de eerste fase van het voortgezet onderwijs. De tekst 'Sorry scheids, 't zijn de emoties' bijvoorbeeld lijkt simpel, maar blijkt bij een uitvoerige analyse toch allerlei problemen op te leveren en bevat ook formuleerfouten.

Een docent hoeft niet steeds een volledige uitwerking van een tekst te laten maken. In de beginfase van het werken met de methode is het zelfs wenselijk de toepassing stap voor stap op te bouwen. Enkele voorbeelden van een aanpak.

De docent kan de nadruk leggen op de woordkeuze om het effect van semantische kennis in teksten te laten herkennen en benoemen.

Hij kan zich beperken tot de analyse van enkelvoudige zinnen; het herkennen van het situatieschema, het vormschema en het basispatroon. Hij kan leerlingen trai-

112 I Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl

nen in het herkennen en verklaren van de bijzonderheden van de zin door de zin te vergelijken met het basispatroon. Deze vergelijking levert onder andere inzicht op in de functie van de persoonsvorm en in de functie van hulpwerkwoorden. Hij kan predikaten in enkelvoudige zinnen semantisch, grammaticaal en deiktisch laten verklaren.

Hij kan de thematische, grammaticale en deiktische functies van verwijzende woorden laten vergelijken en verklaren.

Hij kan laten vaststellen hoe zinnen en/of alinea's op elkaar aansluiten. Welke taal-gebruiksmiddelen zijn daarbij toegepast: welke rol speelt bijvoorbeeld de woordvolgorde of de passieve zinsvorm daarbij? Hoe wordt de eerste zinsplaats gebruikt? Welke relatiewoorden zijn gebruikt?

5 Besluit

In deze bijdrage introduceer ik een grammaticamethode die uitgaat van het taalgebruik en die verband aanbrengt tussen de verschillende kennisgebieden die betrokken zijn bij tekstvorming. Theoretische kennis en de toepassing van talige en niet-talige kennis bij tekstvorming interageren. De taalkundige tekstanalyse heeft tot doel lerenden te doen inzien hoe uitingen op een systematische manier in hun natuurlijke tekstomgeving kunnen worden geanalyseerd zodat hun functie in de situatie of de context kan worden vastgesteld en geïnterpreteerd.

`Taal in tekst' is primair bedoeld voor aanstaande docenten, maar kan, zij het met aanpassingen, gebruikt worden in het voortgezet onderwijs. Het is aan te bevelen dat docenten die met de gepresenteerde methode willen gaan werken, zelf eerst ervaring met de methode opdoen.

Literatuur

Tol-Verkuyl, E.M. (2001), Fundamenten voor taalbeschouwing. Een synthese van opvattingen over het gebruik van taalkundige kennis in het taalonderwijs. [Dissertatie KUN]. Bussum: Coutinho.

Tol-Verkuyl, E.M. (2002), "Youp van 't Hek taalkundig bekeken". Moer nr.2, p. 49-60.

Tol-Verkuyl, E.M. (2004), "Taalkundige vorming op de lerarenopleiding. Nieuwe invulling voor gemarginaliseerde vakinhouden?" Vak Taal jg. 2/3, p. 20-22.

Tol-Verkuyl, E.M. (2005), "Een tekstgerichte benadering van het grammaticaonderwijs". Levende Talen Tijdschrift jg. 6, nr. 3, p. 25-31.

Tol-Verkuyl, E.M. (2005), Taal in tekst. Hoe je taal gebruikt om tekst vorm te geven. Bussum: Coutinho.

Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl 1 113

Met dank aan Geurt van Hierden voor zijn opmerkingen bij een eerdere versie van het artikel.

114 I Tekst als taalkundig netwerk - Eva M. Tol-Verkuyl

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
schrijfonderwijs
taalbeschouwing/argumentatie
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten
onderwijsleermateriaal
papier

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

19de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2005