Samen professionaliseren voor het beroepsonderwijs. De ‘Brabantse’ academie voor mbo-taaldocenten

Anne Kerkhoff & Willemijn Stockmann  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 134 - 137

Download artikel

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

  •  leren via een bedrijfstraining:

  •  Een bedrijfstraining vormt een afgerond geheel tijdens een stepstone, is toepassingsgericht, maakt directe verbinding met de praktijk, maar hoeft niet 1-op-1 te passen.

  •  Studenten tekenen in op bedrijfstrainingen, waardoor er meerdere leerjaren bij elkaar kunnen zitten.

  •  leren tijdens geplande uren om ‘kilometers te maken’. Deelname aan deze uren is verplicht volgens rooster en wordt georganiseerd per leerjaargroep.

Ronde 7

Anne Kerkhoff (a) & Willemijn Stockmann (b)

  1. Fontys Lerarenopleiding Tilburg

  2. ROC, Tilburg

Contact: a.kerkhoff@fontys.nl

wstockmann@roctilburg.nl

Samen professionaliseren voor het beroepsonderwijs. De ‘Brabantse’ academie voor mbo-taaldocenten

  1. Inleiding

De Academie voor mbo-taaldocenten – hierna: ‘de Academie’ – is een initiatief van het Koning Willem I College, ROC Tilburg, ROC Ter AA en de vakgroep Nederlands en het lectoraat Taalbeleid en diversiteit van Fontys Lerarenopleiding Tilburg. De Academie heeft als doel om, door middel van opleiding en professionele ontwikkeling, bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs Nederlands in het mbo.

  1. Achtergronden

Een aantal omstandigheden en overwegingen heeft geleid tot de oprichting van de Academie:

  •  de groeiende behoefte in het mbo aan bekwame docenten Nederlands Het vak Nederlands is na een periode van afwezigheid weer helemaal terug op de

134

4. Mbo/secundair beroepsonderwijs

roosters van beroepsopleidingen. De landelijke invoering van aan het Referentiekader taal gerelateerde eisen en daaraan gekoppelde verplichte landelijke examens, hebben ertoe geleid dat ROC’s grote behoefte hebben aan bekwame docenten Nederlands. De behoefte aan professionalisering van zittende docenten is extra groot, doordat veel ROC’s er (mede in het kader van goed personeelsbeleid) voor hebben gekozen om docenten in te schakelen die op grond van hun opleiding weliswaar bevoegd zijn om onderwijs in het mbo te verzorgen, maar nog niet bekwaam zijn op (alle aspecten van) het onderwijs Nederlands.

  •  de afstudeerrichting ‘beroepsonderwijs’ voor tweedegraads leraren

De minister heeft besloten dat studenten aan de tweedegraads lerarenopleiding beter moeten worden toegerust om te werken in het vmbo en het mbo. Met ingang van het studiejaar 2013-2014 moeten nieuwe lichtingen studenten zich oriënteren op werken in het algemeen vormend onderwijs (avo) en in het beroepsonderwijs en moeten ze in het laatste jaar kiezen tussen de afstudeerrichtingen ‘algemeen vormend onderwijs’ en ‘beroepsonderwijs’. Voor de lerarenopleidingen betekent de invoering van deze afstudeerrichtingen ontwikkelwerk én de opdracht om de eigen expertise op het terrein van taalonderwijs in het vmbo en mbo uit te breiden.

  •  het lerarenregister

De regeringspartijen PvdA en VVD hebben in hun regeerakkoord afgesproken dat de eisen van bekwaamheid uit het Lerarenregister en de bijscholingsplicht voor docenten met ingang van 2017 wettelijk worden verankerd. In het lerarenregister kunnen docenten tot 2017 bijhouden welke scholings- en professionaliseringsactiviteiten ze ondernemen om hun vakbekwaamheid te onderhouden. Daarna wordt dat een verplichting. Het register is ontwikkeld en wordt beheerd door de Onderwijscoöperatie (OC). Om geregistreerd te blijven, moeten bevoegde docenten aantonen dat ze elke periode van vier jaar ten minste 160 uur hebben geïnvesteerd in professionele ontwikkeling, waarvan minstens 100 uur was gericht op het ontwikkelen van hun vakinhoudelijke en pedagogisch-didactische bekwaamheid.

3. Doelen en doelgroepen

De Academie richt zich op de volgende doelgroepen:

1. docenten die de Nederlandse taal onderwijzen

Binnen die doelgroep worden drie subgroepen onderscheiden:

a. docenten die bevoegd en bekwaam zijn om onderwijs Nederlands te verzorgen in het mbo, doordat ze een eerste- en/of tweedegraads onderwijsbevoegdheid Nederlands hebben en een behoefte hebben aan brede verdieping van het vak, dan wel verdieping op een specifiek gebied (tot deze doelgroep behoren ook de ervaren ‘senior docenten Nederlands’ die hun competenties om beginnende collega’s te ondersteunen, willen uitbreiden of versterken);

4

135

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

  1. docenten die bevoegd zijn om onderwijs Nederlands te verzorgen in het mbo, maar die daarvoor niet of niet volledig bekwaam zijn, omdat ze geen lerarenopleiding Nederlands hebben afgerond (zij kunnen uit het aanbod van de Academie een scholingstraject samenstellen dat voldoende is om hen te bekwamen voor de specifieke eisen die het onderwijs Nederlands aan hen stelt);

  2. docenten die taalonderwijs verzorgen in het mbo, maar die daartoe niet bevoegd zijn (zij kunnen deelnemen aan het aanbod van de Academie om zich te bekwamen op het terrein van het onderwijs in de Nederlandse taal, maar zullen hun bevoegdheid via een ander traject moeten verwerven).

  3. studenten Nederlands van FLOT (= Fontys Lerarenopleiding Tilburg) die zich willen oriënteren op het beroepsonderwijs en/of die hebben gekozen voor de afstudeerrichting ‘beroepsonderwijs’.

  4. lerarenopleiders van FLOT die zich verder willen verdiepen in het beroepsonderwijs en in de kenmerken van het vak Nederlands in deze onderwijssector.

4. Organisatie en financiering

De Academie voor mbo-taaldocenten is een gezamenlijk project van de betrokken ROC’s en FLOT en is verbonden aan het lectoraat Taalbeleid en diversiteit van FLOT. De coördinatie en penvoering liggen bij FLOT. De activiteiten van de Academie worden bekostigd uit:

  •  de reguliere scholingsbudgetten van de deelnemende ROC’s;

  •  het nascholingsbudget van FLOT;

  •  het budget van het lectoraat Taalbeleid en Diversiteit.

5. ‘Civiel effect’ en certificering

De Academie streeft ernaar om op termijn een programma aan te bieden waarmee docenten die bevoegd zijn om onderwijs te geven in het mbo, een aanvullende verklaring ‘bekwaam taaldocent in het mbo’ kunnen verwerven. Om tot zo’n programma te komen, ontwikkelen de vier in de Academie vertegenwoordigde instellingen een docentenprofiel. Het is de bedoeling om op basis van dat profiel ‘assessmenttaken’ te ontwikkelen, met behulp waarvan de betrokken docenten een portfolio kunnen samenstellen waarin ze aantonen over de vereiste bekwaamheid te beschikken. Dat portfolio zal worden beoordeeld door opleiders van FLOT, in samenwerking met vertegenwoordigers van de betrokken ROC’s.

136

4. Mbo/secundair beroepsonderwijs

  1. Het aanbod

De Academie streeft naar een gevarieerd pakket van professionaliserings- en opleidingsactiviteiten waarin alle genoemde doelgroepen op voor hen effectieve manieren aan hun trekken kunnen komen. Uitgangspunt is dat de activiteiten zo direct mogelijk aansluiten bij het primaire proces in de ROC’s en de behoeftes van docenten. Het aanbod wordt ontwikkeld en uitgevoerd door teams van opleiders van FLOT, in samenwerking met medewerkers van de betrokken ROC’s.

  1. Eerste ervaringen

Tijdens onze workshop bespreken we de totstandkoming en opzet van de Academie en onze eerste ervaringen. Waar zitten problemen en waar heeft de samenwerking nu al meerwaarde? We gaan nader in op het docentenprofiel dat een centrale rol moet gaan spelen in het kwaliteitsbeleid van de ROC’s en het professionaliseringsaanbod van de Academie en we bespreken ons aanbod. Verschillende vertegenwoordigers van de in de Academie samenwerkende organisaties zijn aanwezig om met de aanwezigen van gedachten te wisselen over hun ideeën en ervaringen.

Ronde 8

Eva Uan Herck & Jessica Leppens

Huis van het Nederlands, Antwerpen

Contact: Eva.vanherck@stad.antwerpen.be Jessica.leppens@stad.antwerpen.be

Taalprofielen opstellen in een vakopleiding 1. Inleiding

Laagtaalvaardige cursisten of leerlingen krijgen op stage of in de vakopleiding vaak te horen dat hun Nederlands nog onvoldoende is. Maar waar zit het probleem? Wat is er nog nodig? En hoe en waar gaan ze dat leren en oefenen? Als vak- of taaldocent weet je niet altijd precies waar het probleem zit en hoe je je cursisten daarin kunt ondersteunen.

Een taalprofiel helpt de opleiding om een duidelijk beeld te krijgen van de taal die cursisten nodig hebben op de werkvloer en in de opleiding. Een taalprofiel geeft een overzicht van de taalcompetenties (met voorbeelden) en het taalniveau waarop cursisten die competenties moeten beheersen.

4

137

Labels

land
Nederland
onderwijstype
volwassenenonderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013