Creativiteit is geen zwart gat: structuur in de chaos. www.ezels-oor.be

Geert De Meyer  ·  28ste Conferentie Onderwijs Nederlands  ·  2014  ·  pagina 149 - 153

Download artikel

6. Literatuuronderwijs

leerlingen moesten uit hun comfort zone treden en dat ging niet altijd zonder slag of stoot. Per saldo kunnen we na twee jaar wel zeggen dat alle docenten en de meeste leerlingen het onderwijs betekenisvoller zijn gaan vinden, dat er beduidend meer en fanatieker gelezen wordt en dat in ieder geval ook de examenresultaten uit het rood zijn. Genoeg redenen dus om verder te gaan op de ingeslagen weg.

Referenties

Commissie Meijerink (2008). Over de drempels van taal. Enschede: SLO.

Pronk-van Eunen, M. & K. Verheggen (2014). “Examentraining talen in eigen hand”. In: Levende Talen Magazine, jg. 101, nr. 1, p. 14-18.

Westhoff, G. (2012). “Mesten en meten in leesvaardigheidstraining. Leesvaardigheidsonderwijs en examentraining zijn twee verschillende dingen”. In: Levende Talen Magazine, jg. 99, nr. 4, p. 17-20.

Witte, T. (2008). Het oog van de meester. Delft: Eburon.

Ronde 2

Geert De Meyer

Arteveldehogeschool, Gent

Contact: geert.demeyer@arteveldehs.be

Creativiteit is geen zwart gat: structuur in de chaos. www.ezels-oor.be

1. Inleiding

Ezelsoor wil, door middel van verhalen, creativiteit en verbeelding stimuleren bij leerlingen in het (w)onderwijs. In deze sessie zal, aan de hand van voorbeelden, geprobeerd worden om aan te tonen hoe creativiteit en structuur elkaar ondersteunen en versterken.

“Kas woont samen met zijn moeder en vader in een grote Russische stad. Het lijkt wel of het er altijd winter is. Het hele jaar door ruimen bulldozers er sneeuw en schaatsen kinderen op de vijvers in de stadsparken. De papa van Kas is de baas van een grote machinefabriek. De mama van Kas is een dierendokter. Kas is dol op boeken lezen en weet alles over de ruimte. Hij weet bijvoorbeeld dat Pluto een dwergplaneet is en dat Saturnus meer dan

6

149

28ste HSN-CONFERENTIE

één maan heeft. Op school verveelt Kas zich soms en dan droomt hij over meteoren en sterren. Achteraan in de klas van Kas zit Ivan. Kas vindt hem geen leuk jongetje, eigenlijk vindt hij Ivan zelfs een verschrikkelijk jongetje. Ivan vertelt dat hij ook over meteoren en sterren droomt, en dat hij een echte raket heeft, maar daar gelooft Kas natuurlijk niks van. Anna Stasia is Kas’ beste vriendinnetje omdat ze niet zo flauw doet als de andere meisjes uit zijn klas. Als meneer Aleksei, de buurman van Kas, op reis gaat, vraagt hij Kas om op zijn huis en op vogel Toek te passen. Vogel Toek is de toekan van meneer Aleksei en een echte kwebbelkont. De volgende dag, wanneer Kas op zoek gaat naar zaadjes voor vogel Toek, ontdekt hij achterin het huis van meneer Aleksei een schuurtje en in dat schuurtje staat een spoetnik! Op school vertelt Kas Anna over het schuurtje en de spoetnik. Na school gaan ze samen op onderzoek”.

2. Wie (werkt er bij Ezelsoor)?

  • Geert De Meyer, docent lerarenopleiding Arteveldehogeschool;

  • Sebastiaan Leenaert, docent lerarenopleiding Arteveldehogeschool en jeugdauteur (www.sebastiaanleenaert.com);

  • Jorge De Wintere, meester in de grafische kunsten (www.studiogeorge.be);

  • Pascale Pettersson, illustratrice (www.pulpzusje.be).

150

6. Literatuuronderwijs

3. Wat?

Ezelsoor geeft workshops om leerlingen van allerlei pluimage (kleuteronderwijs, lager onderwijs, secundair onderwijs A-stroom, B-stroom, aso, bso, tso, buso, etc.) op een originele en aanschouwelijke manier mee te sleuren in het schrijven van een verhaal.

Verhalen (schrijven) zit duidelijk in de lift. Verhalen zorgen ervoor dat we onze creativiteit en fantasie de vrije loop laten. Ze dwingen ons om out of the box te denken. Ze werken pedagogisch en therapeutisch. Verhalen zijn een metafoor voor het leven. We proberen iets, gaan voor een uitdaging, het lukt misschien niet onmiddellijk, we krijgen hulp van een mentor, overwinnen hindernissen en slagen uiteindelijk al dan niet in ons doel. Heel vaak zijn verhalen gebaseerd op de blauwdruk van de heldencyclus (Campbell, The hero with a thousand faces; Propp, De narratologie van het volkssprookje) en een vereenvoudigde versie van deze structuur helpt leerlingen om hun verhaal vorm te geven.

6

4. Hoe?

In interactieve, inductieve workshops rond de figuur van Kosmonaut Kas leren de leerlingen de bouwstenen van een (kort) verhaal kennen en gebruiken. Er wordt gebruikgemaakt van videomateriaal en van aantrekkelijk didactisch materiaal, zoals een grondvlak van negen vierkante meter en uitgesneden personages. In de Ezelsoor-workshops worden, aan de hand van tastbare puzzels, verhaalelementen geïntroduceerd die leerlingen als kapstokken gebruiken om er hun fantasie aan op te hangen.

151

28ste HSN-CONFERENTIE

5. Waarom?

(Taalzwakkere) leerlingen bedenken/schrijven een verhaal en beleven een succeservaring. Die succeservaring is het allerbelangrijkste, maar daarnaast zijn er nog tal van andere doelen. Door het schrijven, praten en verzinnen wordt de taalvaardigheid van (taalzwakkere) leerlingen aangescherpt. De organisatie van die activiteiten zorgt ervoor dat de leerlingen in team werken en dus onbewust hun sociale vaardigheden oefenen.

Binnen een dergelijk verhaalproject zijn de kansen tot vakoverschrijdend werken evident. Inhouden, vaardigheden en attitudes worden binnen de context van het aangeboden verhaal eventueel verder uitgespit. Samenwerking met een schoolvak als ‘Plastische Opvoeding (PO)’ en ‘Technologische Opvoeding (TO)/Techniek’ is hierbinnen een meerwaarde.

Het lijkt misschien interessanter om de leerlingen volledig carte blanche te geven, om hen een verhaal te laten verzinnen ab ovo. De ervaring leert echter dat het voor zowel de leerlingen als voor de leerkracht interessant is om te vertrekken vanuit een aangeboden framework. De setting, gevisualiseerd door het tastbare materiaal geeft beiden houvast en inspireert. Ook voor leerlingen uit de OnthaalKlas Anderstalige Nieuwkomers (OKAN) en voor ‘taalbadders’ blijkt dit stimulerend.

152

6. Literatuuronderwijs

Illustraties: © Jorge De Wintere

Concept & tekst Ezelsoor: Sebastiaan Leenaert & Geert De Meyer

Ronde 3

Carl Boel

Technisch Instituut Sint-Carolus, Sint-Niklaas Contact: carl.boel@gmail.com

Literatuur en nieuwe media: motiverende webtools om literatuur te bespreken

Leerlingen aan het lezen krijgen, is een moeilijke opdracht. Hen daarbij leesplezier bezorgen, is nog moeilijker. De traditionele literatuuropdrachten zijn vaak de spelbreker. Deze tekst beschrijft welke literatuuropdrachten ik heb opgesteld om mijn leerlingen te motiveren het boek effectief te lezen én er dieper over na te denken.

De voorgestelde aanpak gebruik ik bij jongens en meisjes van 16 tot 18 jaar oud uit het technisch onderwijs. In één schooljaar lezen zij twee tot vier boeken, zowel adolescentenliteratuur als volwassenliteratuur. Per graad (= twee schooljaren) verzamelen ze hun literatuuropdrachten in een leesdossier of literatuurportfolio. Met behulp van allerlei webtools probeer ik de leerlingen te motiveren voor de verschillende opdrachten. Mijn aanpak stimuleert de creativiteit van de leerlingen, zet hen aan om samen te werken en biedt hen een mogelijkheid om de opdrachten op een alternatieve manier te presenteren.

6

153

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
schrijfonderwijs
taalcompetenties
land
Belgiƫ
onderwijstype
basisonderwijs
voortgezet/secundair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014