Waarom geïntegreerd taalvaardigheidsonderwijs?

André Hoekstra & Tom Oud  ·  10de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1996  ·  pagina 155 - 158

WAAROM GEÏNTEGREERD
TAALVAARDIGHEIDSONDERWIJS?

André Hoekstra & Tom Oud

Wie zijn wij? André Hoekstra en Tom Oud, twee docenten Nederlands havo/vwo uit Veendam met samen ruim 50 jaar praktijk voor de klas. Wij hebben met behulp van diverse schoolboeken en veel eigen materiaal enkele duizenden leerlingen door de school geholpen. Gewone leraren dus.

Meer dan 20 jaar geleden begonnen we samen te twijfelen aan de kwaliteit van ons werk en dat doen we nog steeds, hoewel ook het optimisme nog altijd aanwezig is. Wij raken langzamerhand steeds verder uitgekeken op de traditionele aanpak die in het algemeen te karakteriseren valt als docentgestuurd deelvaardigheidsonderwijs. Vele anderen zijn ons in het afwijzen hiervan voorgegaan. Onze denkbeelden zijn ook niet origineel. Wij vallen hoogstens op omdat we onze ideeën in de praktijk uitproberen en steeds aanpassen.

In vergelijking met andere scholen besteden wij veel tijd aan spreek- en luisteronderwijs. Dat is de reden dat wij ook hierover een bijdrage verzorgd hebben. Ook het schrijfonderwijs heeft al jaren onze aandacht binnen het kader van Gericht Schrijven. De laatste jaren proberen wij ook delen van het literatuuronderwijs in het taalvaardigheidsonderwijs te integreren waarbij we ook aandacht besteden aan belevingsaspecten.

Leerlingen zijn voor ons belangrijk. Vandaar dat wij streven naar een aanpak waarbinnen leerlingen actief betrokken worden, of het nu om het medebeoordelen van een discussie gaat of om een persoonlijk oordeel over een literaire tekst.

1 WAT IS GEÏNTEGREERD TAALVAARDIGHEIDSONDERWIJS?

Met geïntegreerd taalvaardigheidsonderwijs bedoelen wij onderwijs in de onderdelen van het schoolvak Nederlands waarbij leerlingactiviteiten tegelijkertijd bijdragen aan uitbreiding van kennis en aan training van de taalvaardigheden spreken en luisteren, schrijven en lezen. Leerlingen leren door middel van praktische vaardigheden over die vaardigheden zelf en over het onderwerp waarover ze spreken en luisteren, schrijven en lezen.

Dat onderwerp kan onderdeel zijn van het schoolvak Nederlands, maar dat is niet noodzakelijk. Omdat de vaardigheden georganiseerd zijn rond een

156   André Hoekstra & Tom Oud

bepaald onderwerp, kun je ook van thematisch werken spreken. Wij streven ernaar dat het thema meer is dan een min of meer toevallige aanleiding. Het is ook niet alleen een bindmiddel voor een aantal vaardigheidsoefeningen. Het thema is voor de leerlingen een onderzoeksobject dat gedurende de hele werktijd centraal staat. Een thematisch blok wordt afgerond met een eindproduct. Alle activiteiten binnen het blok dienen als voorbereiding daarvoor.

Wij gaan ervan uit dat leerlingen van ongeveer 16 jaar voldoende deelvaardigheidstraining op het gebied van moedertaal hebben gehad om min of meer zelfstandig een eigen onderzoeksproduct af te leveren. Daarnaast menen wij dat deze leeftijdscategorie actief en zelfstandig te werk moet kunnen gaan. De tweede fase van het voortgezet onderwijs in Nederland eist dat ook vanaf 1998. Naast taalvaardigheden zijn daarvoor ook studievaardigheden nodig. Binnen dit korte bestek kunnen we daar moeilijk uitgebreid op ingaan. Wij streven ernaar dat onze leerlingen in staat zijn zich te oriënteren op de taken die zij gaan uitvoeren, de taken voor te bereiden, uit te voeren, de kwaliteit van hun eindproduct te bepalen, en terug te kijken naar de werkwijze die ze gevolgd hebben (reflectie).

Omdat de mens een sociaal wezen heet te zijn, de maatschappij steeds meer vraagt om mensen die kunnen samenwerken en taalvaardigheden daarbij van het grootste belang zijn, kiezen wij voor werkvormen die zoveel mogelijk bij praktijksituaties aansluiten. Individuele (deel)taken staan in ons onderwijs bijna altijd in dienst van gemeenschappelijke doelen, dat wil zeggen wat de ene leerling zegt of schrijft, is voor andere leerlingen van belang.

2 WIJ KIEZEN VOOR GEÏNTEGREERD TAALVAARDIGHEIDSONDERWIJS...

... in het belang van de leerling

Het geleerde wordt in de praktijk gebracht, kennisonderdelen worden op een praktische wijze benaderd, transfer treedt op.

... vanuit gewenste onderwijskundige ontwikkelingen

Basisvorming en Tweede Fase vragen om vaardige leerlingen, die hun kennis in de praktijk kunnen toepassen, actief en zelfstandig kunnen werken.

... vanuit het eigen vak

Vakonderdelen kunnen als onderwerp van praktische taken zorgen voor een dubbel leereffect: door het werken met het taalkundige of letterkundige onderwerp komt er aandacht voor dit onderwerp in plaats van voor zeehonden of kernenergie. Daarnaast wordt de taalvaardigheid geoefend. Wij vinden het echter niet nodig dat alle onderwerpen aan het schoolvak Nederlands ontleend zijn.

WAAROM GEINTEGREERD TAALVAARDIGHEIDSONDERWIJS ?   157

... vanuit praktische overwegingen

Wil je aan alle onderdelen voldoende oefentijd besteden, dan kom je met de beschikbare lessen niet uit, zeker niet binnen de studielastbenadering. Integratie kan een aanzienlijke hoeveelheid tijdwinst opleveren.

3 NADELEN

  1. Er is weinig tijd voor deelvaardigheden. Sommige docenten stellen de stap naar praktijksituaties graag uit tot hun leerlingen door en door getraind zijn. Sommigen wachten bij voorkeur zelfs tot na de school. De stap naar de praktijk kan vooral voor zwakkere leerlingen op het eerste gezicht te groot zijn. Mogelijke oplossing: basisboek, met alle termen en strategieën en enig oefenmateriaal. Leerlingen die het nodig hebben, gaan een stap terug en sluiten na enige gerichte deelvaardigheidsoefeningen weer aan.

  2. Vakonderdelen (vooral literatuur) hebben voor sommige docenten een speciale waarde, waardoor ze minder geschikt geacht worden als materiaal voor taalvaardigheidstraining. Bepaalde affectieve doelen zouden minder goed uit de verf kunnen komen.

  3. Er is geen geschikt materiaal voorhanden. Inderdaad. Er zal zelf iets ontwikkeld moeten worden. In Nederland moet dit momenteel toch als voorbereiding voor de Tweede Fase omdat geen schoolboek dat nu te koop is (helemaal) aansluit bij de gevraagde zelfstandige benadering. Op veel scholen worden nu studiewijzers gemaakt, waarin delen van schoolboeken verwerkt zijn naast eigen materiaal.

4 WELKE MOGELIJKHEDEN ZIJN ER?

Spreken, luisteren, lezen en schrijven, alle taalvaardigheden zijn bruikbaar in het geïntegreerde moedertaalonderwijs dat wij voorstaan en (ten dele) in de praktijk brengen.

4.1 Voorbeeld van een thematisch blok: Beïnvloeding van jongeren

In dit blok komen alle taalvaardigheden aan de orde aan de hand van voornamelijk schriftelijke teksten. Uitbreiding met kijken en luisteren is gemakkelijk te realiseren. Soms is een stukje aanvullende instructie opgenomen.

158   André Hoekstra & Tom Oud

4.2 Voorbeeld van literatuur

Leerlingen lezen klassikaal een literair boek. Doelstellingen van het literatuuronderwijs liggen op diverse terreinen: beleving, analyse, situering in stromingen.

De leerlingen krijgen van de docent een stencil met opdrachten waarin aan verschillende doelen van literatuuronderwijs aandacht besteed is. Sommige van die opdrachten zijn voor iedere leerling bestemd, andere zijn keuzeopdrachten die in groepjes worden uitgevoerd. De leerlingen lezen het boek zelfstandig en bereiden in groepjes presentaties van de gekozen opdrachten voor. Deze presentaties worden voor de klas uitgevoerd, waarbij de rest van de klas luistert en aantekeningen maakt. Daarna volgt een ronde met vragen en commentaar, waarbij de docent de gelegenheid krijgt eventuele zwakke punten in de inhoud van de presentaties te verbeteren.

Via spreken en luisteren krijgen alle leerlingen zo veel informatie over het behandelde boek. Een deel van die informatie is verzameld uit secundaire literatuur, zodat ook het raadplegen van gegevensbestanden in de vaardigheden is verwerkt. Ten slotte volgt een schrijfopdracht met keuzemogelijkheden, waarbij het verzamelde materiaal verwerkt wordt.

De laatste jaren zijn wij steeds meer op deze wijze gaan werken. Onze leerlingen vanaf de vierde klas havo vinden het intussen heel gewoon dat ze zelf een stukje literatuurles geven. Andere leerlingen moeten zo snel schrijven dat daar aanknopingspunten liggen voor adviezen op het gebied van spreekvaardigheid (snelheid, opbouw, duidelijkheid) en gericht luisteren (moet je alles wel opschrijven? wat is een handige manier van aantekeningen maken?) Een docent die zelf mee zit te luisteren, ziet veel meer van zijn leerlingen en kan beter op hun problemen inspelen. Misschien kijken wij niet goed, wij zien eigenlijk alleen maar voordelen.

Bij dit type lessen becijferen we alleen het eindproduct. De deelvaardigheden worden als training beschouwd en kort van commentaar voorzien. Expliciete aandacht voor spreken en luisteren is er in het programma Presenteren, discussiëren, notuleren dat later in het schooljaar volgt (zie verder). Bij presentaties kunnen de leerlingen gebruik maken van door henzelf verzamelde documentatie in het kader van Gericht Schrijven.

Doen wij dan nooit iets aan deelvaardigheidstraining? De huidige examenpraktijk sluit niet precies aan op wat wij als (geïntegreerd) leesonderwijs beschouwen. Wij komen er niet onder uit ook aandacht te besteden aan gerichte examentraining, hoe weinig relevant die ook is voor de praktijk na de school. Wij hebben goede hoop dat in de nieuwe examens vanaf 2000 een meer strategische benadering van lezen is verwerkt. Dan is de overgang tussen onze aanpak en het examen veel kleiner.

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
evaluatie van onderwijsopbrengsten
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

10de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1996