Met taal aan de slag

Mies van Westen  ·  17de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2003  ·  pagina 17

Met taal aan de slag[1]
Mies van Westen
(coördinator Geïntegreerde Trajecten ROC Eindhoven)


Inleiding
In februari 2001 is ROC Eindhoven gestart met de ontwikkeling van de geïntegreerde trajecten Winkelassistent en Verkoopmedewerker. Aanleiding was de slechte doorstroom van Educatie naar het Beroepsonderwijs en de landelijke campagne Nieuwe kansen voor Anderstaligen en Beroepsopleidingen geïnitieerd door het Ministerie van OCW en uitgevoerd door het Instituut voor Taalontwikkeling en Taalonderzoek Anderstaligen, Universiteit Amsterdam (ITTA).

Een geïntegreerd traject is een beroepsopleiding waarbij de Educatie en de Beroepsopleiding samen het onderwijs verzorgen. De opleiding wordt afgesloten met een beroepskwalificatie. Niet langer wordt uitgegaan van trajecten die na elkaar plaats vinden, maar van trajecten waarin het leren van de taal en het leren voor een beroep in een zo vroeg mogelijk stadium geïntegreerd worden aangeboden. De deelnemers kunnen al met een NT2-niveau tussen 1 en 2 instromen en aan hun verdere taalverwerving werken terwijl ze daarbij een beroepskwalificatie kunnen halen. Op dit moment lopen de opleidingen Winkelassistent, Verkoopmedewerker, Zorghulp, Helpende Welzijn, Metaalbewerker, Assistent autobranche en Administratief medewerker. Met elektrotechniek en de kappersopleiding zijn we in gesprek.


Didactiek
Aan de didactiek liggen de volgende drie uitgangspunten ten grondslag:

  • We gaan uit van de handelingssituaties. Wat moet de deelnemer op de werkvloer kennen en kunnen?
  • De vaktheorie, de taalontwikkeling en de praktijk worden geïntegreerd aangeboden;
  • Praktijk is uitgangspunt voor theorie.

Wat betekent dit nu allemaal voor de uitvoering? Aan de beschreven handelingssituaties zijn zowel sleutelvaardigheden ( communicatieve, sociale en studievaardigheden) als taalvaardigheden (spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheden) gehangen. Dit betekent zoals hierboven staat, dat de praktijk uitgangspunt is voor de theorie. Alles wat er gebeurt, moet functioneel zijn. Dit brengt wel een ommekeer te weeg in het onderwijssysteem. Aangezien we wel werken met de bestaande deelkwalificaties betekent dit dat je sommige onderdelen kan schrappen en andere onderdelen moet verplaatsen. Solliciteren en het verwerken van werkoverleggen heeft pas zin aan het eind van de opleiding en niet in de eerste deelkwalificatie zoals dat nu bijvoorbeeld bij Verkoopmedewerker is.

De vakdocent en de taaldocent werken intensief samen. Ze ontwikkelen samen de leerlijn en geven een aantal uren per week ook samen les. De taaldocent ondersteunt de vakdocent tijdens het lesgeven, verduidelijkt begrippen, signaleert als er stof niet begrepen wordt, remt af als het te snel gaat en gebruikt de vaklessen en de praktijksituaties als NT2-taalleeromgeving. In de taallessen worden de algemene beroepstaalwoorden die niet aan de orde komen tijdens de vaktheorielessen, besproken. De deelnemers worden getraind in het lezen van opdrachten en ook wordt er veel aan spreek- en luistervaardigheid gewerkt. Elke deelnemer heeft bovendien nog een individueel taaltraject waarin aandacht is voor zijn[2] specifieke hiaten.

Er wordt gebruik gemaakt van verschillende werkvormen, met gebruik van:

  • geplastificeerde kaarten met begrippen. Per deelkwalificatie zijn de termen op deze kaarten gezet. Als ze besproken worden, worden ze aan de muur gehangen, later worden ze weer gebruikt bij de herhaling. De termen worden ook gehangen bij de foto's met materiaal.
  • video's (zowel om theorie uit te leggen als om de eigen presentaties te maken), foto's en posters (met hetzelfde doel).
  • praktijkgedeelte. In de klaslokalen die zowel praktijk- als theorielokaal zijn, kan in het praktijkgedeelte de theorie duidelijk gemaakt worden. Zo is bij de winkelassistenten- en de verkoopmedewerkers-opleiding een winkelinrichting in de klas.
  • projecten. Deze zijn met de stof van de deelkwalificaties verweven.


Begeleiding
De vak- en taaldocent doen samen de intake. Er wordt gekeken naar motivatie, doorzettingsvermogen en het taalniveau. Dit laatste geeft niet de doorslag. Als de eerste twee factoren voldoende zijn en de deelnemer de intaker begrijpt en andersom, wordt hij[3] aangenomen.

Er wordt zoveel mogelijk geprobeerd de begeleiding van de deelnemer in één hand te houden. De mentor begeleidt de deelnemer in zijn leerproces en bij zijn stage. Elke week is er een mentor-uur op school waarin hij met de deelnemers individueel gesprekken houdt en waarin de stage wordt teruggekoppeld. Alle resultaten worden vastgelegd in een logboek waar ook de taaldocent mee werkt. Ook de deelnemer heeft een logboek waarin zowel zijn resultaten staan, als de afspraken die gemaakt worden, maar ook zijn er bladzijden voor moeilijke woorden in opgenomen.

De mentor gaat minimaal één keer per maand naar de stageplaats en coacht ook de praktijkopleider. Immers deze stagiaires moeten anders begeleid worden in verband met hun taalniveau. Er kunnen communicatieproblemen ontstaan, omdat niet altijd alles begrepen wordt. Voor de stage plaatsvindt, krijgt de praktijkopleider informatie en tips. De deelnemer heeft een stagevoorbereiding van 6 weken op school waarin zowel de grondbeginselen van ergonomie, het begrijpen en toepassen van regels, als het omgaan met klanten, collega's en leidinggevenden wordt besproken.


Rendement
Na ruim twee jaar kunnen we al op de volgende positieve punten terugkijken:

  • De trajecten worden voor de helft verkort, omdat de deelnemers al in een vroeg taalstadium aan hun beroepsopleiding kunnen beginnen;
  • Het taalniveau wordt verhoogd en de resultaten liggen gelijk of zelfs hoger als in dezelfde tijd alleen NT2 gegeven wordt;
  • Gemiddeld 80% verlaat de opleiding met een beroepskwalificatie;
  • Er vindt doorstroming plaats naar een hoger niveau en naar andere opleidingen;
  • En ten slotte, maar zeker niet op de laatste plaats, er is sprake van zeer gemotiveerde deelnemers en een deskundig gemotiveerd team dat geschoold is door het ITTA .


Achtergrondinformatie
Heel recent is het boek Vaktaal, Taalontwikkeling in het beroepsonderwijs (S. Verhallen red. 2003, Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff) uitgekomen. In dit boek worden de onderdelen van de in dit artikel genoemde scholing uitgebreid besproken.



Noten:

[1] Bovenstaande titel is ontleend aan de videofilm van ROC Eindhoven die een impressie geeft van een vijftal geïntegreerde trajecten Educatie-Beroepsonderwijs.

[2] Waar zijn staat kan ook haar gelezen worden.

[3] Waar hij staat, kan ook zij gelezen worden.

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
NT2-leerlingen/cursisten
domein
taal bij andere vakken
land
Nederland
onderwijstype
volwassenenonderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

17de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2003