Wat iedereen zou moeten weten over taal en taalwetenschap: de taalcanon

Petra Poelmans & Astrid Wijnands  ·  24ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2010  ·  pagina 158 - 160

Download artikel

VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Ronde 4

Petra Poelmans & Astrid Wijnands

Anéla, Universiteit van Amsterdam / Anéla, Hogeschool Utrecht Contact: P.Poelmans@uva.n1

Astrid.Wijnands@hu.n1

Wat iedereen zou moeten weten over taal en taalwetenschap: de taalcanon

Hoe is taal ontstaan? Waarom verschillen talen? Waarom is er niet één gebarentaal? Hebben Chinezen dyslexie? Waarom klinken buitenlandse talen sneller? Bestaat er zoiets als een talenknobbel?

1. Waarom een taalcanon?

Taal is iets dat veel mensen aanspreekti en de taalkunde is na de sterrenkunde de meest succesvolle tak van de wetenschap in Nederland (Van Oostdorp 1998). Bij het grote publiek zijn de inzichten uit de taalkunde echter onbekend. Professor Bod (2008) formuleerde het als volgt: "Iedereen kent Newton en Darwin, niemand Bopp en Panini". Naast de onwetendheid bestaan er ook nogal wat misvattingen. Bijvoorbeeld: over het aantal talen in de wereld of over gebarentaal. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, bestaat er geen universele gebarentaal, maar verschilt gebarentaal van land tot land en soms zelfs van streek tot streek.

Naast de 'Geschiedeniscanon', de `Bètacanon' en de `Gammacanon' mag een Taalcanon' daarom niet ontbreken, vonden de Association néerlandais de Linguistique Appliquée (Anéla), de Algemene Vereniging voor Taalwetenschap (AVT) en de Landelijke Onderzoekschool Taalkunde (LOT). Zij zochten en vonden enkele enthousiaste taalkundigen die zich willen inzetten voor de totstandkoming van zo'n Taalcanon.

De Taalcanon dient een tweedelig doel. Het voornaamste doel is het populariseren van wat de taalwetenschap tot nu toe heeft opgeleverd. Het gaat om vragen als: 'Wat weten we over taal?', 'Hoe kijken taalwetenschappers naar taal?', 'Welke onderdelen vind je binnen de taalkunde?', 'En waar staan die onderdelen voor?' Daarnaast hopen we, via het gezamenlijk werken aan een canon door taalkundigen van diverse pluimage, met de Taalcanon ook bij te dragen aan de kruisbestuiving binnen de taalkundige gemeenschap.

158

6. Taal- en letterkunde

  1. Wat is de Taalcanon en hoe komt die tot stand?

Een breed publiek bereik je tegenwoordig makkelijk via het internet. In eerste instantie zal de Taalcanon dan ook bestaan als website: http://www.Taalcanon.nl. Op die website worden vragen beantwoord die inzicht geven in diverse taalkundige onderwerpen. Experts uit de taalwetenschap zijn benaderd om een zogenaamd `lemma te schrijven over hun (deelgebied van het) vak. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat Taalcanon.n1 uiteindelijk als een wiki gaat werken. Het wordt een interactief platform waar de geïnteresseerde kan reageren op de lemma's, aanvullingen kan doen, met anderen in discussie kan gaan over taalkundige thema's...

De lemmavragen' worden in een zekere gelaagdheid beantwoord. De schrijvers volgen het stramien: 'verwondering – beschrijving – discussie'. Het gedeelte `verwondering' richt zich op het opwekken van nieuwsgierigheid via een vraag, een stelling of een voorbeeld, zoals 'Hebben Chinezen ook dyslexie?' en `Kun je een taal maken?' Het tweede gedeelte `beschrijving' geeft een heldere uitleg van het gesignaleerde verschijnsel. Het derde gedeelte `discussie' biedt de mogelijkheid om de verschillende benaderingen van het verschijnsel uiteen te zetten. Dat gedeelte is bedoeld voor mensen die meer over het onderwerp willen weten. Via een bevraging van zowel taalwetenschappers als van groepen studenten is inmiddels een uitgebreide lijst samengesteld met taalthema's die aan bod zouden moeten komen.

Het tweede beoogde product is een publicatie in boekvorm: De taalcanon. Voor die publicatie zal uit alle lemma's op de website een selectie gemaakt worden van ongeveer vijftig lemma's die samen een goed beeld geven van de inzichten uit de taalkunde en die zouden moeten (gaan) behoren tot de algemene kennis van `de gemiddelde, geschoolde inwoner van Nederland'.

  1. Voor wie is de taalcanon?

Het mag duidelijk zijn dat de Taalcanon bedoeld is voor iedereen die geïnteresseerd is in taalkunde, in de discussies die op dat terrein gevoerd worden en in de inzichten die er verkregen zijn. De teksten worden zo geschreven dat scholieren uit de bovenbouw van het voortgezet onderwijs ermee aan de slag kunnen.

  1. De Taalcanon en het onderwijs?

Sinds 2007 kan in Nederland het vak `taalkunde' als keuzeonderdeel worden opgenomen in het schoolexamen Nederlands. Het positieve gevolg daarvan is dat taalkunde langzaamaan zijn intrede doet in het onderwijs. Er komen dan ook leermiddelen op

159

VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

de markt die elk op hun eigen manier aandacht besteden aan taalkunde en/of taalbeschouwing. Van der Aalsvoort (2010) geeft een mooi overzicht van wat er zoal aan lesmateriaal te verkrijgen is. De onderwerpen die in de verschillende methodes aan bod komen, lopen uiteen van taal en communicatie tot transformationeel-generatieve grammatica. De Taalcanon zal het onderwijsveld verder kunnen helpen bij het inrichten van het onderdeel taalkunde in de tweede fase. In eerste instantie zal de website als naslagwerk kunnen dienen; de publicatie in boekvorm zal wellicht een richtinggevend karakter kunnen hebben. De taalcanoncommissie heeft de ambitie om in de toekomst, in navolging van de Geschiedeniscanon, lesmateriaal te (laten) ontwikkelen bij de verschillende lemma's.

De taalcanoncommissie bestaat uit: dr. Marianne Boogaard (Universiteit van Amsterdam en Hogeschool INHolland), dr. Mathilde Jansen (Universiteit van Utrecht), dr. Petra Poelmans (Universiteit van Amsterdam en Fontys Hogeschool Tilburg), dr. Peter de Swart (Universiteit van Groningen) en drs. Astrid Wijnands (Hogeschool Utrecht).

Referenties

Bod, R (2008). "Iedereen kent Newton en Darwin, niemand Bopp en Panini". (http://www.nrc.nl/opinie/article2023097.ece/Iedereen kent Newton en Darwi n, niemand Bopp en Panini).

Van der Aalsvoort, M. (2010). "Taalkunde in het schoolvak Nederlands in de tweede fase". In: Levende Talen Magazine, jg. 97, special Taalkunde, p. 33-36.

Van Oostdorp, M. (1998). "De beste taalkundigen ter wereld". (http://www.vanoostendorp.nl/linguist/gala98.html).

Noten

1 Ter illustratie: van het boek Taal is echt mijn ding van Paulien Cornel sse werden in de eerste zes maanden 200.000 exemplaren verkocht.

2 Zie de website: http://www.entoen.nu.

160

Labels

domein
overige
land
Nederland

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

24ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2010