Leesboek of Facebook

Elise Kremer  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 184 - 187

Download artikel

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Ronde 1

Elise Kremer

Nehalennia Stedelijke Scholengemeenschap, Middelburg Contact: e.kremer@nehalennia.nl

Leesboek of Facebook

  1. Inleiding

Jongeren komen tijd tekort om al hun sociale contacten te onderhouden, te sporten, te shoppen, te gamen, huiswerk te maken en uit te gaan. Tijd voor een boek is er nauwelijks nog. Na nog een enkele titel in de brugklas, ligt het lezen vrijwel stil tot in de bovenbouw. Juist dan moet het: lezen voor je lijst. Het eventuele restje plezier vervliegt door de verplichting en het educatieve doel. Hoe krijg je je leerlingen dan toch aan het lezen? Met kennis van leesniveaus, adolescentenromans, lezen in de les en weblogs van de leerlingen kun je een eind komen.

  1. Lees je omhoog

Nog voordat het werkelijke lezen begint, zou de leerling zich een realistisch beeld moeten vormen van zijn eigen leesniveau. Dat kan aan de hand van profielen die door Theo Witte (2008) zijn opgesteld en die op zijn website www.lezenvoordelijst.nl staan. Door deze site in de klas te bekijken, erover te praten en ermee te werken, kunnen leerlingen hun startniveau inschatten en weten ze wat een hoger niveau inhoudt. Witte heeft een bruikbare lijst van titels samengesteld, waaruit de leerling een boek kan kiezen dat bij hem past. Onlangs is de site een heel stuk uitgebreid: ook de niveaus van leerlingen in de onderbouw zijn opgenomen. Een boek kiezen dat appelleert aan je eigen niveau geeft je het gevoel dat je je eigen leesproces in de hand hebt, wat een stimulans is voor de leesmotivatie. Verder staat het lezen in niveaus in het teken van literaire ontwikkeling: je start op een bepaald niveau en al lezend groei je naar een hoger niveau.

3. Adolescentenliteratuur

Voor de meeste jongeren is de overgang van jeugd- naar volwassenenliteratuur een abrupte overgang, die vaak gepaard gaat met het verlies van het leesplezier en met een afnemende leesmotivatie in de loop van de middelbare school (Laarakker 2002). Een positief effect op de leesmotivatie van jongeren valt te verwachten van een speciaal op

184

6. Literatuur

hen gericht literair genre: de adolescentenroman. De personages en de thematiek van adolescentenromans en de innerlijke groei naar volwassenheid zou de groep van twaalf- tot vierentwintigjarigen aanspreken en een mogelijkheid bieden tot identificatie (De With 2005). Het verhaal moet echt en herkenbaar zijn, zodat erover gereflecteerd kan worden. De levensfase tussen jeugd en volwassenheid staat in deze romans centraal. Juist daardoor kan de literaire adolescentenroman voor een vloeiende overgang zorgen van jeugdliteratuur naar volwassenenliteratuur.

Docenten Nederlands kennen nog veel scepsis bij adolescentenliteratuur. Ten eerste zien ze het als hun culturele plicht om de leerling bekend te maken met echte literaire kwaliteit. Ten tweede is veel jongerenliteratuur vertaald werk en dat ligt bij veel neerlandici gevoelig. De derde verklaring voor de terughoudendheid is dat docenten nog niet echt bekend zijn met het genre, aangezien ze zelf nog maar weinig titels gelezen hebben (Meintema 2011).

Jongeren kiezen vaak en graag de boeken die ze gewend zijn om te lezen. Het is de taak van de docent om de leerlingen verder te laten kijken dan hun vertrouwde horizon (van Lierop-de Brauwer 2007). Dat vereist van de docent kennis van jongerenliteratuur: zowel van boeken die de leerlingen al kennen als van boeken die hen verder helpen in hun literaire ontwikkeling. Dan wordt het mogelijk om, vertrekkend vanuit de leesvoorkeur van leerlingen, titels aan te bieden die aansluiten bij de belevingswereld van jongeren, maar die in literair opzicht meer te bieden hebben. Aan een gevarieerd aanbod om dat te realiseren ontbreekt het al lang niet meer. Adolescentenromans, young adult fiction of crossovers worden omarmd door uitgeverijen, bibliotheken en boekwinkels. Voor hen betekent het genre beslist een commerciële impuls.

4. Lezen in de les

Met een boek naar eigen keuze is het nu lezen geblazen en dat kan goed tijdens de les. Immers, met meer leeskilometers zal de leesvaardigheid toenemen. Uit literatuur blijkt dat het vergroten van leesvaardigheid van leerlingen samengaat met een toename van de leesmotivatie (Fiori e.a. 2010). Een half uur vrij lezen tijdens de les blijkt in de praktijk lang genoeg. De overige lestijd biedt de mogelijkheid om te praten over het verhaal, de hoofdpersoon, de spanning, de flashbacks of wat dan ook. Dat kan in groepjes, maar ook klassikaal. Jongens en meisjes durven dan hun ideeën over het boek te delen met elkaar. Praten en denken over fictie leveren een relevante leersituatie op (De Wit 2006). Door met elkaar te praten over je leeservaring komen ook andere vaardigheden aan bod, zoals goed luisteren naar elkaar en zorgvuldig formuleren. De leerling moet zijn mening immers goed onder woorden kunnen brengen, onderbouwen en verdedigen. Ook geeft De Wit aan dat het de werksfeer in de klas bevordert, omdat een goed gesprek over je leerervaring de leerlingen dichter bij elkaar brengt. Al met al leidt lezen in de les tot een positieve leeservaring en levert het een bijdrage aan de leesmotivatie.

6

185

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

5. Een literaire blog van de klas

Leerlingen spreken elkaar na schooltijd via Facebook, ze delen nieuws via Twitter en ze maken razendsnel huiswerk, zodat er nog tijd over is om te gamen. Literatuur past niet in de snelle digitale wereld van de puber. Maar literatuur gaat ook digitaal. Naast de websites www. literatuurgeschiedenis.nl, www.literatuur.nu en www.lezenvoordelijst.nl zijn er de literaire blogs. Op een blog kan je naar hartenlust meedelen wat jij vindt van een boek. Blogs met literair nieuws en recensies bestaan al. Veel aardiger wordt het als de klas zelf een blog gaat maken.

Het opzetten van een blog is eenvoudig met bijvoorbeeld www.wordpress.com of met www.blogger.com. Een blog van de klas is in te richten naar eigen smaak, waarbij foto’s van de klas voor een persoonlijke noot kunnen zorgen.

Een blog is een medium waarop regelmatig opdrachten kunnen worden gezet. Die opdrachten bepaalt de docent zelf. Voorbeelden van opdrachten zijn:

  •  Wat dacht je van je boek toen je het voor de eerste keer zag?

  •  Wat vind je van het karakter van de hoofdpersoon?

Leerlingen ervaren dergelijke opdrachten vreemd genoeg niet direct als huiswerk, gezien het feit dat zij hun blogpost kunnen maken met hun mobiele telefoon of tablet op een moment dat het hen schikt (Kremer 2011). Leerlingen vinden het prettig dat hun bijdrage heel kort moet blijven: een blogpost van 100 woorden is snel gemaakt en – niet onbelangrijk – 100 woorden zijn snel nagekeken en beoordeeld. Op die manier is een blog een digitale variant van het klassieke leesdossier.

De blogauteurs schrijven persoonlijke berichtjes die door de hele klas gelezen kunnen worden. Tijdens de les kan de docent de blog met de klas bekijken via de beamer of het digiboard. De klas creëert zo zijn eigen virtuele leesclub, waaraan niet meedoen geen optie is. Bloggen zet niet alleen aan tot lezen, het is ongemerkt ook een schrijfstage. Bloggen verlangt dat je kort en relevant schrijft wat je wilt delen, gericht op je medebloggers. Dat is dan ook gelijk de kracht van een blog: je bereikt je hele klas. En aangezien het een snel en digitaal medium is, sluit het bovendien aan bij jongeren.

Referenties

Fiori, L., J. Richters, J. van Hardeveld, J. Oosterman & C. Ballering (2010). Vrij lezen. De aanpak in woord. Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en advies.

Kremer, E. (2011). “Leesboek of Facebook”. In: Levende Talen Magazine, jg. 98, nr. 4, p. 4-7.

186

6. Literatuur

Lierop-de Brauwer, H. van (2007). “Een weloverwogen keuze voor adolescentenliteratuur. Over de doorgaande leeslijn, doelstellingen in het literatuuronderwijs en de adolescentenroman daarin”. In: H. Goosen (red.). Forum of arena: opvattingen over literatuuronderwijs. Een stand van zaken in 2007. Von-cahier. Online raadpleegbaar op http://taalunieversum.org/inhoud/von-cahier-1/een-weloverwogen-keuze-vooradolescentenliteratuur.

Meintema, R. (2011). Kennismaking met jongerenliteratuur. Rotterdam: Passionate Bulkboek.

Wit, M. de (2006). “De kracht van de leeskring”. In: Levende Talen Magazine, jg. 93, nr. 4, p. 5-7.

With, J. de. (2005). Overgangsliteratuur voor bovenbouwers? Een onderzoek naar het functioneren van de literaire adolescentenroman. Amsterdam: Stichting Lezen.

Witte, T. (2008). Het oog van de meester: De literaire ontwikkeling van havo- en vwo- leerlingen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Delft: Eburon.

Ronde 1

 

Frederik De Ridder

College Paters Jozefieten, Melle

Contact: deridderfrederik@hotmail.com

Waarom zou (je) Beatrijs nog lezen?

 

6

Beatrijs is een van de klassieke Middelnederlandse werken en maakte jaren deel uit van het literatuurprogramma in vele secundaire scholen. Maar geen enkel leerplan verplicht het bestuderen van dit stuk en dus laat men het steeds vaker links liggen. De vrome kosteres heeft het dan ook moeilijk om op te boksen tegen haar meer heldhaftige (Karel ende Elegast) en sluwe (Reinaert de Vos) tijdgenoten.

En toch zou het jammer zijn om Beatrijs niet meer te lezen. Aan de hand van vier fragmenten uit het middeleeuwse origineel, proberen we de waarde van dit werk aan te tonen. Hierbij leggen we de link met de hedendaagse beeldcultuur en vergelijken we de lotgevallen van de kloosterzuster met enkele hedendaagse vergelijkbare verhalen en gebeurtenissen.

Eerst plaatsen we het Middelnederlandse werk in zijn tijd. We situeren het werk binnen de feodale theocentrische middeleeuwse maatschappij en vragen ons af wie het doelpubliek was van het gedicht. Ook de dichter en de taal krijgen in deze fase meer aandacht.

 

187

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
leesonderwijs
leesbevordering
literatuuronderwijs
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
papier

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013