Opbrengstbewust aan de slag met de referentieniveaus op Amsterdamse scholen

Els Loman  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 21 - 23

Download artikel

1. Basisonderwijs

1

G. Tot slot

Binnen de Vlaamse katholieke begeleidingsdienst vormen de 2KP’ers een kleine groep van enthousiaste taalexperten. De Vlaamse kleuterscholen zien hen graag komen.

7. Meer informatie?

  •  Op de website van het departement onderwijs vind je meer informatie over LOP’s: www.ond.vlaanderen.be > Onderwijs en Vorming > Leerplicht > Actoren > LOP.

  •  In de omzendbrief BaO/2007/04 lees je de maatregelen ter stimulering van de participatie van kleuters aan het onderwijs.

  •  Op de website van het Centrum voor Taal en Onderwijs vind je een aanbod van materialen, vormingen en publicaties rond taalvaardigheidsonderwijs: www.cteno.be > kleuter en www.taalbeleid.org > voorschools en kleuter.

  •  Op de website www.lop.be vind je informatie over de werking van de LOP’s in Vlaanderen.

Noot

1 Schoolopbouwwerk (SOW) heeft als opdracht om sociaal achtergesteld gezinnen te laten participeren aan het onderwijs.

Ronde 5

Els Loman

CPS

Contact: e.loman@cps.nl

Opbrengstbewust aan de slag met de referentieniveaus op Amsterdamse scholen

Verbeteren van de kwaliteit van het taalonderwijs is de achterliggende gedachte van de wet Referentieniveaus Nederlandse Taal en Rekenen. Deze regelgeving heeft sinds augustus 2010 behoorlijk wat stof doen opwaaien, aangezien scholen in Nederland nu verplicht zijn de referentieniveaus als uitgangspunt te nemen voor het beleid, het lesaanbod en de toetsing van taal en rekenen. In de wet is vastgelegd wat kinderen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan minimaal moeten kennen of kunnen binnen de verschillende domeinen van taal en rekenen. Taal bestaat uit het domein

21

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

‘leesvaardigheid’, ‘schrijfvaardigheid’, ‘mondelinge taalvaardigheid’ en ‘begrippenlijst en taalverzorging’. Rekenen bestaat uit de domeinen ‘getallen’, ‘meten en meetkunde’, ‘verbanden’ en ‘verhoudingen’. Omdat de niveaus zijn vastgelegd voor basis- en voortgezet onderwijs en voor het middelbaar en hoger beroepsonderwijs wordt een doorlopende leerlijn bevorderd. De focus ligt zowel op taal- en rekenontwikkeling van kinderen als op het verantwoorden van opbrengsten. Dat vraagt een opbrengstbewuste, onderzoeksmatige en tegelijkertijd effectieve manier van werken binnen het taal- en rekenonderwijs van de school.

Sinds vier jaar wordt in Amsterdam het programma ‘Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam’ (KBA) uitgevoerd. Samen met de schoolbesturen investeert de gemeente Amsterdam met het programma in de kwaliteit van het Amsterdamse onderwijs. Tussen maart 2011 en oktober 2012 werd de pilot ‘Referentieniveaus’ uitgevoerd. Twaalf scholen kregen begeleiding om op teamniveau en op een opbrengstbewuste manier met de Referentieniveaus Taal of Rekenen te gaan werken. In dat kader deden ze ervaring op met drie speciaal ontwikkelde instrumenten:

  1. een format ‘Tussendoelen Taal en Rekenen’;

  2. de beroepstandaarden voor de leerkrachten, intern begeleiders en directeuren; 3. een kijkwijzer voor het handelen van de leerkracht in de klas.

De scholen focusten zich tijdens de pilot op één van de domeinen van taal of rekenen. Op basis van een nulmeting werd een ontwikkelplan opgesteld. Gedurende de pilot werden de scholen zowel op inhoud als op proces ondersteund door een externe expert. Die externe expert ondersteunde het kernteam dat verantwoordelijk was voor de aansturing, de voortgang en de borging van de pilot. De pilot is voor deelnemende scholen een waardevolle stap geweest in hun schoolontwikkeling.

Tijdens mijn presentatie zal ik voor de Belgische deelnemers kort ingaan op de wet Referentieniveaus Nederlandse Taal en Rekenen. Vervolgens ga ik in op de aanleiding, opzet en uitvoering van de pilot en op het onafhankelijk onderzoek dat aan deze pilot was gekoppeld. We gaan uitgebreid in op de verschillende leerlijnen van de domeinen. We stellen ons daarbij de volgende vragen:

  •  Wat doen de kinderen nu en wat wordt verwacht dat de kinderen minimaal kunnen?

  •  Wordt daarbij aandacht besteed aan een evenwichtige verdeling voor alle vier de domeinen van taalvaardigheid?

  •  Hoe dragen de verschillende taaldomeinen en instrumenten bij aan het versterken van de leerkrachtvaardigheden?

22

1. Basisonderwijs

1

De referentieniveaus worden uitvoerig besproken, zowel op het niveau van de school als op het niveau van het team en de leerkracht, zodat een cyclische beweging in de schoolontwikkeling kan ontstaan.

Ronde 6

Mariëtte Hoogeveen

SLO, Enschede

Contact: m.hoogeveen@slo.nl

Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis

  1. Problemen in de praktijk

De schrijfvaardigheid van leerlingen in het basisonderwijs is al lange tijd een punt van zorg (Bonset & Hoogeveen 2007; Inspectie van het onderwijs 1999; 2010). Al vanaf de jaren 1970 wordt gepleit voor vernieuwing en verbetering van schrijfinstructie in de basisschool. Veel studies in binnen- en buitenland tonen aan dat de ontwikkeling van schrijfvaardigheid meer ondersteuning vraagt dan doorgaans in het taalonderwijs geboden wordt (Aarnoutse e.a. 1995; Bullock 1975; Cutler & Graham 2008). Onderzoek naar de praktijk van het schrijfonderwijs laat ook zien dat er relatief weinig tijd aan het schrijven van teksten besteed wordt, dat er nog steeds een zwaar accent ligt op het trainen van deelvaardigheden, dat de leerkracht nog te vaak de enige lezer van de teksten is en dat er te weinig aandacht is voor de functies van teksten in communicatieve situaties (Van Gelderen & Blok 1991; Franssen & Aarnoutse 2003). Een ander probleem is dat schrijfopdrachten vaak erg open en vaag zijn (‘Schrijf een verhaal over...’). Ze bevatten geen specifieke criteria waar de teksten van leerlingen aan moeten voldoen en het is voor leerlingen meestal onduidelijk waar hun teksten op beoordeeld worden. Gegeven de nadruk die er in de praktijk van het taal- en schrijfonderwijs ligt op het schrijfproduct en op formele aspecten van taalgebruik (spelling, grammatica, interpunctie) is het niet zo verwonderlijk dat teksten meestal alleen op die aspecten beoordeeld worden.

  1. Peer response: een vorm van procesgericht schrijfonderwijs

In procesgericht schrijfonderwijs is er aandacht voor hoe leerlingen teksten schrijven (het gebruik van schrijfstrategieën), voor kenmerken van de situatie waarin leerlingen schrijven (hoe motiveren we leerlingen op school?) en voor de manier waarop zij de

23

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
land
Nederland
onderwijstype
basisonderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten
doelstellingen
referentiekaders

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013