Tien manieren om de cycloop het oog uit te steken. De Odyssee in de les Nederlands

Cor Geljon  ·  8ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1994  ·  pagina 221 - 225

Recognized HTML document

Tien manieren om de cycloop

het oog uit te steken

De Odyssee in de les Nederlands

Cor Geljon

Inleiding

Enkele jaren geleden startten in Zeeland en het gebied tussen Nijmegen en Arnhem twee grote door WVC gesubsidieerde leesbevorderingsprojecten voor havo-en vwo-scholieren onder de naam 'Sirene'. Binnen dit project vinden veel uiteenlopende activiteiten plaats, zoals literaire cafés, lesprojecten over 'boek en film', 'theater voor de lijst' en diverse nascholingscursussen voor docenten. Een klassieke tekst vormt de basis van één van de meest opmerkelijke activiteiten in de provincie Zeeland : het Odyssee-project. Dat bestaat uit een vakoverstijgend lespakket voor leerlingen van 12-18 jaar. Centraal in dit project staat de bewerking die Imme Dros eerder als feuilleton schreef voor het jongerenblad Primeur, een vereenvoudigde versie van de boeken 1 t.e.m. 9 van haar eerder verschenen Odysseevertaling.

Behalve het verhaal zelf vinden de leerlingen in het lespakket veel informatie over de helden en goden uit het verhaal, over denken en leven in Odysseus' tijd en de visies op het verhaal door de eeuwen heen. Talrijke illustraties visualiseren de context. De bedoeling is dat de docenten Nederlands, moderne vreemde talen en klassieke talen, het liefst in een gezamenlijke aanpak, gedurende enkele weken de Odyssee centraal stellen in hun lessen. Voor de niet-klassieke talen betekent dit onder meer dat ze de thema's uit het verhaal doortrekken naar de hedendaagse literatuur opdat de leerlingen oog krijgen voor intertekstualiteit en verbanden ontdekken tussen literatuur en cultuur van heden en verleden. Daarnaast geldt voor alle vakken dat ze een bijzonder accent leggen op de persoonlijke relatie van de lezer tot de tekst : wat heeft de tekst mij nu nog te zeggen ?

De held verzint een list

Het pakket is te uitgebreid om hier te behandelen. Om toch een indruk te geven van de manier waarop een klassiek verhaal in de literatuurles kan functioneren, zonder dat de leerlingen de indruk hebben een verdwaalde vreemdeling te ontmoeten, volgt hier een lesopzet bij het verhaal van de Cycloop.

De lessenserie De held verzint een list heeft als doel de leerlingen een persoonlijk standpunt te laten bepalen ten opzichte van de held van het verhaal, Odysseus.

Recognized HTML document

222   Cor Geljon

In toenemende mate wordt in het literatuuronderwijs het belang ingezien van een sterker accent op de persoonlijke verhouding van de leerling met de literatuur en de wereld daarachter. In het leven van middelbare scholieren spelen helden vaak een grote rol. Ze spiegelen zich aan sporthelden, popidolen, of onverschrokken rambo's en als ze lezen of TV kijken, zien ze graag een held in de hoofdrol. Een lezer is meestal snel geneigd blindelings met de hoofdfiguur van het verhaal mee te gaan; daarom is het goed om leerlingen te laten nadenken over het soort heldendom dat in teksten aan de orde komt.

De lesopzet valt uiteen in drie delen. In het eerste deel gaat het om het beeld van de held in het algemeen : wanneer noem je iemand een held en hoe ziet de heldenfiguur in fictie eruit ? Vervolgens wordt de aandacht op de held Odysseus gericht en tenslotte lezen de leerlingen moderne heldenverhalen.

De lessenserie kan zowel in boven- als onderbouw uitgevoerd worden.

Het verhaal is bekend. Odysseus komt op zijn zwerftocht met zijn mannen op het eiland der Cyclopen. Nieuwsgierig dringen ze een grot binnen en eten van het voedsel. Als de eenogige Cycloop Polyphemus thuiskomt weigert hij ze een vrije aftocht, maar Odysseus verzint een list. Hij voert de Cycloop dronken en steekt hem het oog uit. Als de reus de volgende morgen zijn schapen uit de grot laat, hebben de mannen zich onder aan de beesten gebonden en weten op die manier te ontsnappen.

Lesopzet

1   Wat is een held ?

1.1 De leerlingen geven ieder voor zich antwoord op de vraag : wanneer is iemand volgens jou een held ? Ze noteren alle eigenschappen van een held en bedenken twee situaties waarin duidelijk sprake is van een heldendaad.

1.2 Vervolgens stellen ze in kleine groepen een lijst op van de genoemde heldendaden. Iedere heldendaad wordt besproken en beoordeeld. Daarna probeert de groep te komen tot een top-drie en een voor ieder acceptabele definitie van een held.

1.3 De resultaten worden op het bord geïnventariseerd. De klas beoordeelt de heldendaden op hun merites en stelt een lijst op van soorten helden : sterke, slimme, onbaatzuchtige, sport-, film- en oorlogshelden etc. Ten slotte probeert de docent met de klas een voorlopige definitie te formuleren van een echte held. Vervolgens wordt stilgestaan bij het verschil tussen helden uit het dagelijkse leven en de verhaalhelden die ze kennen uit jeugdliteratuur, strips, avonturenromans, TV-produkties en films : waarom lezen of bekijken mensen graag verhalen over helden ? De leerlingen proberen te komen tot een beschrijving van 'de held in fictie', een figuur die vaak het onmogelijke presteert. Conclusie : een sluitende definitie is moeilijk te vinden. Er zijn helden die uitsluitend worden bewonderd

Recognized HTML document

Tien manieren om de cycloop het oog uit te steken   223

om hun uitzonderlijke kwaliteiten : lichaamskracht, intelligentie, artistieke vermogens of sportieve prestaties. In andere gevallen gaat het juist om wat de held voor anderen doet, de mate waarin hij zich opoffert of wegcijfert. We leggen bij de beoordeling van de held dus steeds verschillende maatstaven aan; soms moet hij moreel hoogstaand zijn, maar een andere keer vinden we dat het doel belangrijker is dan de middelen. Heldendom is bovendien vergankelijk; het lijkt erop dat papieren helden nog het langste leven beschoren is.

2   De held in de Odyssee

2.1 In het verhaal van de Cyclopen is Polyphemus de boze vijand, die als weinig hoogstaand wordt afgeschilderd, maar hoe staat het met zijn opponent ? Herkent de lezer van deze tijd in Odysseus nog steeds de grote held ? Met behulp van een semantische schaal geven de leerlingen aan in hoeverre de volgende eigenschappen volgens hen van toepassing zijn op Odysseus : aardig, betrouwbaar, intelligent, zelfvertrouwen, gevoelig, sympathiek, brutaal, gewelddadig, leugenachtig, eerlijk, optimistisch, onbeschoft, origineel, egoïstisch, kinderachtig, onzeker, heldhaftig, edel, onbaatzuchtig, creatief, superieur, meedogenloos, wreed. (N.B. Zet de woorden onder elkaar en laat de leerlingen met een cijfer hun indruk aangeven: 1 = totaal niet, 2 = in zeer geringe mate van toepassing, 3 = ik weet het niet, 4 = van toepassing, 5 = in hoge mate van toepassing.)

2.2 De, leerlingen vergelijken en verantwoorden hun scores in een groepsgesprek. Ze proberen in de discussie tot overeenstemming te komen. Deze werkvorm is uitstekend geschikt om de discussie op gang te brengen en te houden.

2.3 Daarna bekijken ze nogmaals enkele aspecten van het gedrag van de held en geven hun oordeel over zijn handelen. Odysseus is slim, want hij bedenkt een list. Hij is onbaatzuchtig, want hij redt zijn makkers en hij is moedig. Maar er zijn ook andere kanten :

  • hij brengt het leven van zijn makkers in gevaar, omdat hij nieuwsgierig is;

  • hij gaat onuitgenodigd de grot van Polyphemus binnen en eet van zijn kazen;

  • hij liegt en geeft een andere naam op;

  • hij steekt de Cycloop in zijn slaap zijn ene oog uit;

  • hij neemt de rammen van de Cycloop mee op zijn schip;

  • als hij van de Cyclopen wegzeilt, hoont hij zijn vijand en brengt daardoor het leven van zijn makkers in gevaar.

2.4 De rapporteurs van de groepen brengen verslag uit. Daarna volgt een klassegesprek over de vraag of men Odysseus nu nog een held zou noemen. In welke opzichten voldoet hij wel of niet aan de eerder gevonden omschrijving ? Valt hij onder te brengen in een of meer van de categorieën, die op het bord gemaakt zijn ? Iedere tijd en plaats kent zijn eigen heldentype.

2.5 De les wordt afgesloten met een gesprek over de homerische held. Bij Homerus behoren de helden allemaal tot de 'upper-class', ze zijn vrij en aan elkaar gelijk. Ze zijn uit op 'eer' (timè). Dat begrip houdt in het hebben van bezit en sociaal prestige, dat ze bereiken door te leven volgens hun erecode. Gezichts-

Recognized HTML document

224   Cor Geljon

verlies moet tot elke prijs vermeden worden. Daarom bijv. hoont Odysseus de Cycloop als hij weggaat, ondanks dat hij daardoor het leven van hemzelf en van zijn makkers in gevaar brengt, iets wat in onze cultuur afkeurenswaardig zou zijn.

3   De listige held in verleden en heden

Ontsnappingsverhalen blijven de lezers fascineren. Wie een link wil leggen van oude naar moderne verhalen kan de volgende procedure volgen.

De klas wordt verdeeld in groepen. Iedere groep leest een romanfragment of verhaal waarin een ontsnapping beschreven wordt en gaat na hoe het thema hier verwerkt is. De leerlingen bekijken eventueel ook een James Bond-achtige videofilm en zoeken naar overeenkomsten en verschillen met het Cyclopenverhaal. Ze vragen zich in de groepen af welke extra's (elektronica, wapens etc.) voor het succes zorgen, of die de list knapper maken of dat het juist goedkope oplossingen zijn. Iedere groep brengt verslag uit over de korte inhoud van het verhaal, een karakteristiek van het centrale conflict, de hoofdpersonen en hun onderlinge verhouding, de verwerking van het thema, het (groeps)oordeel over het verhaal en de behandeling van het thema. In een klassegesprek gaan de leerlingen na welke van de helden nu het slimst is en wie het predikaat held met ere mag dragen. Tenslotte volgt de vergelijking met de held Odysseus : past hij in deze rij en waarom ? Enkele voorbeelden : De graaf van Monte Christo van Alexandre Dumas, Papillon van Henri Charrière, Colditz, 1940-1945, van P.R. Reid, of Vlucht naar de vrijheid van W.H. Birnie, veertig verhalen over ontsnappingen in en na de Tweede Wereldoorlog. De moderne literatuur kent voornamelijk antihelden. Laat leerlingen een aantal van deze verhalen en romans lezen; ze schrijven daarna een beschouwing over het soort heldendom dat in het verhaal beschreven wordt.

4 Enkele suggesties voor andere werkvormen

Een ander perspectief — In navolging van Tournier, die Robinson Crusoë herschreef vanuit het perspectief van Vrijdag, kunnen de leerlingen dit verhaal herschrijven vanuit het perspectief van Polyphemus of van een van de eilandbewoners.

Tribunaal. — Twee groepen bereiden zich voor op een tribunaal over het gedrag van Odysseus bij de Cyclopen : is Odysseus de eretitel 'held' thans nog wel waardig ? Een groep bereidt de aanklacht voor, de andere de verdediging. Een of meer vertegenwoordigers van elke groep nemen zitting in het tribunaal.

Interview. Een van de leerlingen identificeert zich met Odysseus. De anderen stellen (harde) vragen op en interviewen de held.

Een ander slot. — Voor een aantal leerlingen zal een held die bij het wegzeilen zijn verslagen vijand hoont, aan waardigheid ingeboet hebben. De leerlingen voorzien het verhaal van een ander slot, maar ze moeten zich wel aan dezelfde stijl houden.

Recognized HTML document

Tien manieren om de cycloop het oog uit te steken   225

Homerus en Hartman. — Leerlingen vergelijken de verschillen in literair niveau tussen verschillende versies van hetzelfde verhaal, nl. de vrij letterlijke vertaling van Imme Dros, Homerus Odysseia en de bewerking voor jeugdige lezers door Evert Hartman, De vloek van Polyfemos. Opvallend bij Hartman is het verschil in vertelperspectief, het gebruik van de directe rede en de toevoegingen. Het meest opmerkelijke verschil is echter dat Hartman veel vaker de uitingen van emoties bij zijn personages beschrijft en hun ook vaker emoties toekent. Een voorbeeld (Dros, blz. 157):

"Wat een welkom kregen we van de mannen, wij die maar net aan de dood ontkomen waren. Over de doden wilden ze meteen al klagen,

maar ik stopte die tranenvloed door mijn voorhoofd te fronsen

en gaf bevel de dieren met hun mooie vachten als de bliksem in te laden en zee te kiezen.

Zij kwamen snel aan boord, ze zochten hun plaatsen bij de dollen."

En bij Hartman (blz. 44) :

"Odysseus' schip lag nog op dezelfde plaats en toen zijn mannen hen met de kudde zagen aankomen schreeuwden ze opgetogen.

'Bij Zeus, waar bleven jullie? Wij hebben de Kyklopen gezien, eenogige monsters! En toen...' ze stopten abrupt en vroegen verbaasd: 'Zijn jullie maar met z'n zevenen ? Waar zijn de anderen?'

'Opgegeten door een Kykloop', antwoordde Odysseus kort.

'Opgegeten...! ?' Hun monden vielen open van verbijstering. Toen staken ze hun handen omhoog en barstten uit in gejammer.

'Koppen dicht!' snauwde Odysseus hen toe. Wil je dat dat monster ons hoort en vertrapt? Breng die schapen aan boord vlug!'

Ze gehoorzaamden, angstig en nerveus."

Zie voor een uitgebreide behandeling : Carolijn Visser en Cor Geljon, De Cycloop in de klas, werken met vertalingen, in : Lampas, tijdschrift voor Nederlandse classici, dec. 1994.

Literatuur

Evert Hartman, De vloek van Polyfemos, de avonturen van Odysseus, Rotterdam 1994. Homerus Odysseia. De reizen van Odysseus, vertaald door Imme Dros, Amsterdam 1991. Imme Dros, Odysseus – Een man van verhalen, Amsterdam 1994.

Op reis met Odysseus, de tekst van de Odyssee boek een tot en met negen, bewerkt door Imme Dros, uitgegeven' door leesbevorderingsproject Sirene, Middelburg 1994. Eerder verschenen als feuilleton in Primeur, weekblad voor jongeren (1992).

Inlichtingen Odysseusproject: Zeeuwse Bibliotheek Middelburg, mevr. H. Bruynooge (coördinator Sireneproject). tel. 01180-30317.

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
leesonderwijs
leesbevordering
literatuuronderwijs
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

8ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1994