Vakkenintegratie: een project ‘Bedrijfsethiek’

Ben Vaske  ·  7de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1993  ·  pagina 219 - 226

Vakkenintegratie: een project 'Bedrijfsethiek'

Ben Vaske

Wie mijn cv aan het eind van deze tekst bekijkt, ziet dat mijn opleiding niet bepaald geëigend is om les te geven in het middelbaar beroepsonderwijs: De didactiekopleiding oude stijl liet veel te wensen over waar het ging om de voorbereiding op het beroepsonderwijs. Lesgeven in het beroepsonderwijs is wel een bewuste keuze geweest. In het onderstaande schets ik een integratieproject van de vakken Nederlands, maatschappelijke oriëntatie (hierna: mo) en Engels. Achtereenvolgens geef ik de situatie voor het vak Nederlands op mijn afdeling, de motivering voor de keuze voor vakkenintegratie, laat ik zien dat het raamleerplan geen aanknopingspunten biedt voor vakkenintegratie en geef ik kort het project Bedrijfsethiek weer.(1)

1 Situatie op de afdeling MLO

Het middelbaar laboratoriumonderwijs (MLO) op het Reynevelt College kent -naast een tussenopleiding- drie vierjarige opleidingen: chemisch, biologisch en medisch: Vanaf het derde leerjaar zijn er verschillende afstudeervarianten: Leerlingen van het eerste en tweede leerjaar krijgen twee uur Nederlands per week, gericht op het certificaat 'Beroepsondersteunende vakken' (in de toekomst deel van het certificaat 'Basiskennis en basisvaardigheden'). In het derde en vierde leerjaar krijgen leerlingen één uur Nederlands per week. Voor het derde leerjaar betekent dit specifiek aandacht voor communicatieve vaardigheden. Met mijn collega MO heb ik de taak te kijken of vakkenintegratie van vooral de vakken Nederlands, MO en Engels voor het derde leerjaar mogelijk is. In een volgend stadium kunnen de beroepsgerichte vakken erbij worden betrokken. Mo is een nieuw vak: sinds het schooljaar 1992-1993. Leerlingen van het MLO krijgen alleen in het derde leerjaar één uur MO per week.

2 Motivering vakkenintegratie

De keuze voor vakkenintegratie is ten eerste ingegeven door de (afdelings)directie. In de voorstellen voor de opleidings- en certificatenstructuur Laboratoriumonderwijs wordt gesproken over een urenverdeling voor een 'Studium Generale' in het derde leerjaar. De school heeft er nu al voor gekozen dat het vak MO dit mede invult. Momenteel zijn de drie vakken onderdeel van het vierde certificaat 'Beroepsvormen-de vakken' in het derde leerjaar. Ten tweede is vakkenintegratie de eigen keuze van de betrokken docenten:

-Nederlands, MO en Engels beschikken elk over maar één lesuur per week. Gezamenlijke activiteiten maken hun positie sterker en ze kunnen zich zo beter profileren. -Alle drie de vakken lenen zich voor training in communicatieve vaardigheden. -Vakkenintegratie strookt met hun visie op beroepsonderwijs: leerlingen tijdens de opleiding beroepsgericht voorbereiden. Persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing maken daar ook deel van uit; het bedrijfsleven heeft er baat bij.

219

3 Raamleerplan

Het raamleerplan voor de lange opleidingen laboratoriumtechniek laat voor het vak Nederlands geen communicatieve en beroepsgerichte benadering zien. Dit in tegenstelling tot het raamleerplan voor de lange opleidingen van de sector techniek. De certificaateenheid 'Algemeen Vormende en Exacte vakken' geeft voor het vak Nederlands een duidelijke verschuiving richting communicatieve vaardigheden. Zo hebben grammatica en spelling de plaats gekregen die ze volgens mij toekomen omdat ze slechts daar aan de orde komen waar ze als ondersteuning nodig zijn. Deel 1 van de nieuwe serie raamleerplannen voor het laboratoriumonderwijs betreft het leerplanonderdeel voor de certificaateenheid 'Basiskennis en basisvaardigheden'. Het is een voor alle laboratoriumopleidingen gemeenschappelijke certificaateenheid voor de eerste twee leerjaren. Het onderdeel Nederlands wordt na het tweede leerjaar afgesloten. Met de eindtermen Nederlands hierin is het treurig gesteld. Ze zijn nauwelijks ingevuld en er zijn volgens mij verkeerde keuzes gemaakt: De MBO-Commissie Laboratoriumtechniek zegt het volgende:

De MBO-Commissie levert slechts een beknopte versie aan; scholen kunnen de moduulbeschrijvingen op basis van eigen inzichten nader specificeren. In een aantal gevallen kan het voorkomen dat een onderdeel niet of nauwelijks is ingevuld omdat de commissie het aan de scholen overlaat daaraan invulling te geven:

Dat de scholen zelf invulling kunnen of moeten geven aan onderdelen blijkt bijvoorbeeld uit de volgende twee voorbeelden van einddoelen met hun moduulbeschrijvingen uit het raamleerplan. Twee voorbeelden van einddoelen met hun moduulbeschrijvingen uit het raamleerplan:

De leerling kan:

zinnen beoordelen op grammaticaliteit en indien nodig verbeteren:

 

Aantal lestijden

HOOFDGEBIED

ONDERDELEN

16

1: grammatica

 

4

toetsing en afsluiting

 

20

 

 

De leerling kan:

langere teksten kritisch lezen:

 

Aantal lestijden

HOOFDGEBIED

ONDERDELEN

16

1. oriënterend lezen

1.1 tekst doornemen

 

 

1:2 vragen over de tekst beantwoorden

4

toetsing en afsluiting

 

20

 

 

De einddoelen of gewenste leerresultaten corresponderen nauwelijks met de moduul-beschrijvingen. Er zijn vier beheersingsniveaus voor de onderwerpen: 1 = weten, 2 = inzien, 3 = toepassen, 4 = integreren. Voor vrijwel alle onderwerpen wordt niveau 3

220

gevraagd. Alleen voor het onderdeel 'gebruik woorden in context' van het hoofdgebied 'uitbreiding woordenschat' wordt niveau 4 gevraagd. Van de beschikbare 160 uur voor Nederlands is de helft (!) voor grammatica, spelling en stijl bestemd; deze onderdelen zijn daarmee doel op zich en hebben geen ondersteunende functie: Van het onderdeel 'leesvaardigheid' moeten leerlingen blijkbaar alleen het onderdeel orienterend lezen beheersen (20 uur), terwijl ze wel teksten moeten kunnen verklaren (20 uur) en samenvatten (10 uur). De logica van eerst samenvatten (tweede semester), dan oriënterend lezen (derde semester) en vervolgens weer samenvatten (derde semester) ontgaat mij hoe dan ook. Aan verslaggeving hoeft nauwelijks aandacht besteed te worden ('scriptie': 10 uur). Mondelinge taalvaardigheid is nog maar een marginaal onderdeel; 12 uur voor mondeling samenvatten. In het raamleerplan is niets te vinden over de verwerking van vakliteratuur, nauwelijks iets over het schrijven van meetrapporten en practicumverslagen (wel een einddoel 'een idee, waarneming, proef etc. uitwerken tot een goed opgebouwde tekst van enkele pagina's'), niets over werkoverleg en vergadertechnieken, niets over bedrijfscorrespondentie, niets over spreek- en luisterstrategieën en nauwelijks iets over argumenteren (wel einddoelen als 'standpunten en argumenten herkennen en omschrijven' en 'een standpunt omschrijven en verdedigen met relevante en correcte argumenten'). De samenstellers laten vooralsnog zien onvoldoende kennis te hebben van geschikte leermiddelen voor dit onderwijs. In de aanbevolen literatuur volstaan ze met een op het laboratoriumonderwijs gerichte methode -die volgens mij veel te theoretisch is en te weinig oefenmateriaal bevat- en aparte boekjes over spelling, effectief studeren en teksten voor middengroepen en bovenbouw havo/vwo(!). Een treurige opsomming, juist nu de laatste jaren ook voor het MTO bruikbare lesmethoden op de markt komen.

Een groot aantal MBO'ers komt in middenkaderfuncties terecht. Het is vreemd te constateren dat voor dergelijke functies noodzakelijke sociaal-communicatieve vaardigheden in de eindtermen ontbreken, terwijl recent onderzoek uitwijst dat het middenkader de grootste behoefte heeft aan communicatietrainingen. Een onderzoek naar de gekochte opleidingen in 1991 onder 806 organisaties laat zien dat het middenkader grote behoefte heeft aan communicatietrainingen (81,3%), sociale vaardigheden (78,2%), conflicthantering (76%) en presentatietechnieken (72,9%).2 De eindtermen voor Nederlands vind ik derhalve ver beneden de maat (was er wel een neerlandicus met visie op het vak en kennis van het laboratoriumonderwijs bij de totstandkoming betrokken?) en ik zal me er dan ook niet veel van aantrekken.

Het raamleerplan rept niet over persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing, terwijl uit de discussie rondom de nieuwe eindtermen voor het MBO naar voren kwam dat er een brede wens bestaat binnen het MBO aandacht te besteden aan eindtermen met een algemeen vormend karakter.3 Onlangs kwam een onderzoek van de. HBO-Raad in het nieuws om vier examenprofielen voor de havo samen te stellen. Een krantekop luidde: 'HBO'er ontbeert kennis over maatschappij' (de Volkskrant). Dat leidde tot een ingezonden brief van een docent MO op een MBO met daarin:

Het is tekenend dat men zich druk maakt over de ontbrekende kennis van leerlingen aan het HBO terwijl die kennis ook ontbreekt bij leerlingen van het MBO, en niet te vergeten het LBO. [:::] Het is verontrustend hoe weinig jong volwassenen vertrouwd zijn met de vaderlandse politiek, het nieuws in het algemeen en zaken in de sfeer van arbeid. [:.:] Onze leerlingen wordt niet geleerd te argumenteren, zelfstandig na te denken, alles wordt voorgekauwd:

221

In de officiële documenten voor het laboratoriumonderwijs staan, zoals ik het ervaar, slecht geformuleerde eindtermen Nederlands en er is geen aandacht voor persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing van leerlingen. Er is op geen enkele manier rekening gehouden met geluiden uit de samenleving. Aanknopingspunten voor vakkenintegratie zijn er niet. Ik denk dat we daar op het Reynevelt College terecht voor gekozen hebben. Dit mede met de blik op een 'Studium Generale' voor het derde leerjaar waarover in de voorstellen voor modulering wordt gesproken.(4)

4 Project Bedrijfsethiek

Het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs hebben, zoals hieronder blijkt, een groeiende belangstelling voor het onderwerp bedrijfsethiek.

Bedrijfsleven:

-Toenemend aantal bedrijfscodes (zie Kaptein 1991).

-Netwerk Bedrijfsethiek Nederland waarin mensen uit het bedrijfsleven, de wetenschap en het beroepsonderwijs zijn georganiseerd.

-Ondernemingsraden krijgen steeds vaker ethische vraagstukken voorgelegd: veiligheid en gezondheid van werknemers, milieu-eisen, allochtonenbeleid.

-Recent discussiestuk van het Nederlands Christelijk Werknemersverbond: Markt en moraal, voorwaarden voor vooruitgang (zie Klamer 1993).

Beroepsonderwijs:

-Vanuit het MBO is belangstelling voor ethische vorming, getuige de lesmethoden voor levensbeschouwelijke vorming en bedrijfsethiek voor de sectoren economie, gezondheidszorg, techniek en agrarische sector (uitgeverij Damon).(5)

-De grote belangstelling voor de studieconferentie 'Geef bedrijfsethiek een plaats' op 26 en 27 november 1992 die georganiseerd was door het Centrum voor Levensbeschouwing & Ethiek in Tilburg (Geurts & De Leeuw 1993).

Het laboratoriumonderwijs leent zich goed om vanuit de invalshoek van (bedrijfs)ethiek een aantal aspecten rondom het toekomstige beroep van de leerlingen te illustreren. Te denken valt aan onderwerpen als genetische manipulatie, biotechnologie en milieu. De volgende krantekoppen laten zien hoe concreet en aantrekkelijk dit onderwerp is om het vormingsaspect in het MBO te vullen. Ze lenen zich bij uitstek voor discussie en argumentatie en sluiten aan bij de maatschappelijke actualiteit.

ER IS IETS MIS MET DE BALLEN VAN HERMAN

RECHTER STAAT GENETISCH EXPERIMENT TOE, BIOBEDRIJF MAG DOORGAAN MET PROEFSTIER HERMAN

OVERDRACHT MENSELIJK GEN IN KALFJE NOG ONZEKER, STIER HERMAN VOOR HET EERST VADER

Deze drie koppen gaan over de discussie die de laatste anderhalf jaar gevoerd wordt over het biotechnologiebedrijf Gene Pharming en de stier Herman. Gaat het nu om humane doeleinden (medicijnen) of pure winst?

GROEIEND EMBRYO VERDIENT GELEIDELIJK MEER BESCHERMING

 

222

Het kabinet wil experimenten met zeer jonge embryo's verbieden. Kan er bij deze embryo's al gesproken worden van een uniek individu met een eigen identiteit?

CRIMINEEL GELD VIA BEURS WITGEWASSEN

Over het effectenkantoor Nusse Brink dat sinds 1989 via de Amsterdamse effectenbeurs geld heeft 'witgewassen' van een cliënt die volgens het controlebureau een 'criminele achtergrond' had.

ONDERZOEK JUSTITIE IN VOORKENNISZAAK HCS VERTRAAGD

Over het (mogelijke) misbruik van voorkennis met aandelen -beursfraude- door onder andere de topman van Begemann, J.van den Nieuwenhuyzen.

BEDRIJVEN KRIJGEN HET GROEN VOOR OGEN

Over diverse maatregelen om bedrijven tot meer milieubewust handelen te bewegen met een milieujaarverslag, ISO-normen en een milieulogo.

IN DE SLAG OM KENNIS KOMT DE ETHIEK IN HET GEDRANG

General Motors beticht Volkswagen van grootschalige diefstal van bedrijfsgeheimen: DR. HALL ZAL GEEN GEKLOONDE BABY'S PRODUCEREN

De reacties hierop waren 'absoluut onethisch', 'hellend vlak', 'balanceren op de rand', 'interessant' en 'verbijsterend'.

Het onderwerp bedrijfsethiek komt aan de 'eis' van de school tegemoet dat MO een levensbeschouwelijke component moet bevatten.6 Centraal staat in het project dat leerlingen een bedrijfsethische kwestie benaderen vanuit verschillende invalshoeken (economisch, juridisch, ethisch), die kwestie bespreken, beargumenteren, het probleem helder maken en zelf oplossingen aanreiken. We kunnen in zo'n zeven weken, inclusief toetsing, het onderwerp niet uitputtend behandelen. Om met alle derdejaars-groepen toch hetzelfde te doen, staat het onderwerp 'Bedrijf en milieu' centraal. Uitgangspunt is een casus over een gefingeerd praktijkgeval van een bedrijf dat bestrijdingsmiddelen vervaardigt en in problemen komt vanwege de afvallozing.(7) Wij hebben voor de leerlingen een reader samengesteld met basiskennis en de uitgeschreven casus met opdrachten. Een aantal praktijkdocenten heeft voor deze reader het technische, meer vakinhoudelijke materiaal aangedragen. Mo behandelt de theorie, bij Nederlands werken leerlingen in groepen aan opdrachten waarin ze die theorie verwerken. Iedere keer maakt een groep een opdracht waarvan het resultaat dient voor een volgende opdracht. De casus wordt zo iedere week verder uitgebouwd. Leerlingen kunnen in deze periode met meer technische vragen terecht bij praktijkdocenten en de technisch onderhouds-assistenten. De leerlingen zijn niet gewend om samen aan een dergelijk project te werken. Eén van de hoofddoelen is dan ook (leren) samen te werken.

Mo bespreekt en behandelt -kort weergegeven- de ethische grenzen van ons hande-

223

len, de opbouw van een goed image van een bedrijf door consequent juiste ethische keuzes te maken, het onderscheid tussen beroeps- en bedrijfsethiek, de benadering van het thema 'Bedrijf en milieu' vanuit economische, juridische en ethische invalshoeken en een viertal visies over natuur en milieu. Deze visies zijn de nuttigheidsvisie (doen wat het meeste nut en welzijn oplevert), de christelijke visie (het begrip 'rentmeesterschap'), de groene visie (streven naar natuurlijk evenwicht) en de sciëntistische visie (geloof in een grenzeloos vermogen van wetenschap en techniek).

De opdrachten voor Nederlands zijn, schematisch weergegeven, als volgt:

Opdracht 1: schrijven van een voorlichtingstekst

probleemindeling kiezen

publiek: MAVO 4-leerlingen

minimaal twee getypte A4-kantjes

Achtergrond: de leerlingen werken een deel van hun tijd op de voorlichtingsafdeling van het bedrijf en moeten jaarlijks MAVO-4 leerlingen rondleiden: Ze weten dat het bedrijf strafbaar handelt, maar moeten het bedrijfsbelang vooropstellen:

Opdracht 2: schrijven van een discussievoorstel

verwerking van de economische en/of juridische optiek

verwerking van de ethische optiek (één of meer visies over natuur en milieu) heldere formulering ethisch probleem

oplossingen voor het probleem

circa twee getypte A4-kantjes

Achtergrond: een aantal werknemers wil nu iets doen aan de gang van zaken rondom de afvalproblematiek: Een werkgroep moet een voorstel schrijven voor een plenaire vergadering met directie, ondernemingsraad, afdelingschefs en andere belangstellende werknemers:

Opdracht 3: agenda opstellen

per groep een agenda opstellen voorzien van vergaderdoelen en een tijdsplanning (voor ongeveer 40 minuten)

klassikaal één agenda opstellen

rolverdeling voor de vergadering

Opdracht 4: plenaire vergadering

vergadering van ongeveer 40 minuten doel: formuleren van oplossingen

De 'geïntegreerde vaardigheden/werkvormen' die bij MO en Nederlands aan bod komen zijn de volgende.

 

MO:

lezen

luisteren

commentaar geven argumenteren

vragen beantwoorden (mondeling en schriftelijk) opdrachten maken discussiëren

Nederlands:

samenwerken

doel- en publiekgericht schrijven verwerken van (vak)literatuur argumenteren (mondeling en schriftelijk)

 

vergadertechnieken

Het schoolsysteem vraagt om cijfers. Er moet dus per vak getoetst worden. Mo geeft een theorietoets van één uur. Nederlands geeft een verwerkingstoets van twee uur. Deze toets is gebaseerd op de casus en leerlingen mogen daarbij de reader en de gemaakte opdrachten gebruiken. De opdrachten die leerlingen tussendoor vervaardi-

224

gen krijgen geen cijfer maar worden wel besproken. Als de leerlingen de toets Nederlands serieus gemaakt hebben krijgen ze tenminste een zes: Deze manier van beoordelen is een bewuste keuze. Leerlingen worden zo op een volwassen manier benaderd en tevens is het een beroepsvoorbereiding want in de praktijk krijgt men ook niet voor al het verrichte werk een cijfer. Bovendien is het een bescherming van de docent Nederlands tegen de hoeveelheid nakijkwerk. In dit schooljaar (1993-1994) participeert het vak Engels ook in het project. Dat moet nog verder uitgewerkt.

Vakkenintegratie lijkt een prima middel om de vakken Nederlands, MO en Engels te koppelen aan de school- en beroepspraktijk van de leerlingen. In het middelbaar technisch onderwijs blijkt dit mogelijk te zijn en volgens mij biedt het reguliere programma van de eerste twee leerjaren ook voldoende mogelijkheden.

Noten

1 Een uitgebreide inhoudelijke beschrijving van dit project staat in Moer (1993), nr: 5/6 (Themanummer: Nederlands in het MBO):

2 Zie Van der Wal 1992: Een kanttekening moet hierbij wel geplaatst worden: Het middenkader wordt in de literatuur heel ruim omschreven: Vaak wordt uitgegaan van een werk- en denkniveau van minimaal HBO (Korte 1993): Ik ben van mening dat ook MBO'ers - dus ook leerlingen in de opleidingen laboratoriumtechniek - dergelijke vaardigheden in hun opleiding aangereikt moeten krijgen:

3 De Afdeling secundair onderwijs van de Onderwijsraad zegt over de MBO-eindtermdocumenten: 'Wat de persoonlijke en culturele kortom de algemene vorming van de leerling in het m:b:o. betreft maakt de Afdeling zich enige zorgen:' De Afdeling voorziet dat MBO-scholen niet toekomen aan de algemene vorming van leerlingen: Daarbij denkt ze aan 'aandacht voor interculturele, levensbeschouwelijke, emancipatorische en internationale aspecten': De Afdeling besluit met de opmerking dat zij het gewenst acht dat bij de evaluatie en bijstelling van de eindtermen hieraan afzonderlijk aandacht wordt geschonken: (Uitleg nr: 5, 1992):

4 Wanneer het Wetsvoorstel Educatie en Beroepsonderwijs (WEB '96) en per 1 januari 1996 van kracht moet worden - dat in april 1994 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden - er doorkomt dan kunnen de eindtermen wéér veranderen: Voor alle vormen van opleidingen zullen de nieuwe landelijke organen van het beroepsonderwijs de eindtermen opstellen: Deze komen dan in de plaats van de eindtermen die door de BOOB's (Bedrijfstakgewijs Overleg Onderwijs Bedrijfsleven) voor het volle-tijd MBO en door de landelijke organen voor het leerlingen zijn opgesteld: Het onderscheid tussen MBO en leerlingwezen komt dan te vervallen: Welke gevolgen het recent verschenen rapport Beroepsvonning langs vele wegen van de adviescommissie Van Veen voor het beroepsonderwijs zal hebben, is nog niet duidelijk:

Met de invulling van de huidige eindtermen voor Nederlands zijn docenten Nederlands in het MBO er volgens mij dan ook nog niet: Dat er nu onderzoek plaatsvindt naar de vormgeving en kwaliteit van onderwijs Nederlands en het vreemde talenonderwijs in het vernieuwde volle-tijd MBO is een goede zaak (Van Gelderen & Oostdam 1993), maar mogelijk is het tijdstip daarvoor toch wat te vroeg?

5 Waarom in deze methode voor een inconsequente moderne spelling is gekozen is voor mij een raadsel: Verzorgd taalgebruik wordt juist weer belangrijk en veel bedrijven klagen over het taalgebruik van hun werknemers: Bedrijven en werknemers maken veelvuldig gebruik van taaladviesbureaus: Een onderdeel van een 'corporate image' is de huisstijl waarbij talige aspecten natuurlijk van groot belang zijn (vergelijk bijvoorbeeld Kateman 1992):

6 De Landelijke Overleg-Groep Maatschappelijke en Bulturele Kwalificatie (LOG-MBK) ontwikkelt een 'Basiscertificaat Maatschappelijke en Bulturele Kwalificatie in. het BVE'. Dit certificaat zal moeten gelden voor het hele beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie: In de voorstellen voor MO is een keuzemodule opgenomen met de titel 'Levensbeschouwing'. De LOG meent dat ethische en levensbeschouwelijke kwesties rondom het toekomstige beroep op zo'n manier aan de orde moeten komen dat de leerlingen er toe komen zelf hun eigen positie in die dilemma's te bepalen, in communicatie en met respect voor andere levensbeschouwingen en religies: (Zie Lüken 1993)

7 Deze casus is als vergadercasus opgenomen in Taaltechniek, p: 423-424: Zie ook Vaske & Richter 1993:

225

Literatuur

Delies, I., I. de Vreeze, B. Vaske, K. Edens, Taaltechniek Modulaire methode Nederlands voor het mto, 2e geheel herziene druk, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1993.

Gelderen, A. van & R. Oostdam, 'Onderzoek naar het talenonderwijs in het verniewde MBO', in: Moer (1993) nr: 5/6 (Themanummer: Nederlands in het MBO):

Gemoduleerd raamleerplan, Onderdelen van de certificaateenheid Algemeen Vormende en Exacte Vakken: Sector techniek, lange opleiding Nederlands, Engels en Duits, De Bilt, VBVE, 1992:

Geurts, T. & J. de Leeuw (red.), Geef bedrijfsethiek een plaats: Best, Damon, 1993:

Kaptein, S.P., Ethische bedrijfscodes in Nederlandse bedrijven. Den Haag, NBW, 1991:

Kateman, H., 'Huisstijl en tekstverwerking, Ondersteunen in plaats van voorschrijven', in: Communicatief 5 (1992) nr: 8, p. 2-8.

Klamer, H.K., 'Moraal in zaken', in: De Volkskrant, 11 december 1993, p: 17:

Korte, B.J.M., Opleidingen voor het middle-management, Een onderzoek naar inhoud en vormgeving: In opdracht van de Stichting Onderwijs Bedrijfsleven: Rotterdam, 1993 (Erasmus Universiteit Rotterdam, Faculteit Bedrijfskunde):

Lken, H., 'Nederlands en de Maatschappelijke Bulturele Kwalificatie in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie', in: Moer (1993) nr: 5/6 (Themanummer: Nederlands in het MBO): Uitleg nr: 5, 12 februari 1992, OR 91000367/2B S:

Vaske, B. & R. Richter, 'Nederlands en maatschappelijke oriëntatie, een integratieproject 'Bedrijfsethiek', in: Moer (1993) nr: 5/6 (Themanummer: Nederlands in het MBO):

Wal, P. van der, 'Opleidingsbehoefte van achthonderd bedrijven onderzocht', in: Gids voor Personeelsmanagement (1992) nr: 10, p: 41-44:

CV'tj e

Naam   Ben Vaske

Geboortedatum   5 juni 1959

Woonplaats   Rijswijk

1981-1987   Nederlandse taal- en letterkunde (oude stijl), Rijksuniversiteit Leiden 1986: eerstegraads bevoegdheid Bijvak: Westerse Paleografie & Handschriftenkunde

Scriptie: De boekencultuur van de Haarlemse begijnen

1985-1986   onderwijsstage aan de Hogere Technische School, studierichting Hogere Informatica, Den Haag

1987-1992   docent Nederlands & communicatietechnieken, Streekschool Den Haag

Vanaf 1992   docent Nederlands, Reynevelt College, Delft, Afdeling Proces- en laboratoriumtechniek, decaan

Publikaties   -over begijnenliteratuur in Ons Geestelijk Erf en De Boekenwereld -bijdragen in Moer

-mede-auteur Weerwerk 1 & 2. Methode voor maatschappelijke begeleiding en Nederlands voor b:b:o: Groningen: Wolters-Noordhoff, 1992 en 1993

-mede-auteur van de herziene versie van Taaltechniek: Modulaire -methode Nederlands voor het mto: Groningen: Wolters-Noordhoff, 1993

226

Labels

domein
taal bij andere vakken
land
Nederland
onderwijstype
volwassenenonderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

7de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1993