’t Is goe, juf, die spreekt mijn taal! Praktijkgericht onderzoek naar talensensibilisering

Carolien Frijns  ·  26ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2012  ·  pagina 247 - 250

Download artikel

9. Taalbeleid hoger onderwijs

Ronde 2

Carolien Frijns

Centrum voor Taal en Onderwijs, KU Leuven

in samenwerking met Mieke Devlieger & Koen Van Gorp (Centrum voor Taal en Onderwijs, KU Leuven), Lies Sercu (Specifieke Lerarenopleiding Talen, KU Leuven), Sven Sierens & Piet Van Avermaet (Steunpunt Diversiteit & Leren, UGent)

Contact: carolien.frijns@arts.kuleuven.be

't Is goe, juf, die spreekt mijn taal! Praktijkgericht onderzoek naar talensensibilisering

1. Inleiding

Elke dag horen, lezen en spreken we verschillende talen en taalvariëteiten. Die taaldi- verse realiteit weerspiegelt zich in onze scholen. Hoe kunnen we de leerlingen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs op die talige diversiteit voorbereiden? En wat moet je daarvoor als leerkracht weten, kunnen en zijn?

In opdracht van de Vlaamse OnderwijsRaad (VLOR) gingen onderzoekers van het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO, KU Leuven) en het Steunpunt Diversiteit & Leren (SDL, UGent) op zoek naar antwoorden op de bovenstaande vragen. Zij voerden een praktijkgerichte literatuurstudie naar `talensensibilisering' uit. Daarnaast schakelden ze internationale experts en een focus- en resonansgroep bestaande uit Nederlandse en Vlaamse deskundigen in. Op basis van de studie en de bijeenkomsten met deskundigen kwamen de onderzoekers tot drie luiken:

  1. een conceptverheldering van talensensibilisering;

  2. een effectenverheldering van talensensibilisering op leerling-, leerkracht- en ouderniveau;

3. een kader voor een betekenisvolle inpassing van talensensibilisering op schoolniveau.

De onderzoeksresultaten werden verwerkt tot twee naslagwerken. Het eerste naslagwerk bestaat uit een wetenschappelijk rapport (Frijns et al. 2011) voor de academische wereld en degenen die meer theoretische achtergrond wensen. Het tweede naslagwerk is een wegwijzer (Devlieger, Frijns, Sierens & Van Gorp 2012), bestaande uit concrete praktijkvoorbeelden en handzame tips voor schoolteams en begeleiders die met talensensibilisering aan de slag willen gaan.

247

ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

2. Talensensibilisering, wat is het (niet)?

In de internationale onderzoekswereld zijn er verschillende termen voor talensensibilisering in omloop, waarvan (critical) language awareness de bekendste lijkt te zijn. Op dit moment kent de term `talensensibilisering' voornamelijk opgang in de Vlaamse onderwijspraktijk. In de Nederlandse onderwijspraktijk is de term vooralsnog niet gesignaleerd. Maar wat is dat dan precies, (critical) language awareness of talensensibilisering? Is dat hetzelfde als `vreemdetaalinitiatie', 'vroeg vreemdetalenonderwijs' (vvto) of Content and Language Integrated Learning (CLIL)? En kan talensensibilisering alleen voor kleuters of ook voor oudere leerlingen? In onderstaande tabel staan enkele klassituaties beschreven. Probeer vanuit uw eigen ervaring met en kennis over onderwijs na te gaan in welke gevallen het om een voorbeeld van talensensibilisering gaat, in welke situaties er potentieel aanwezig is om talensensibiliserend bezig te zijn en in welke klassituaties dat niet het geval is. Wellicht was u onlangs in uw klaspraktijk zelf (on)bewust talensensibiliserend bezig en ontbreekt die situatie in het rijtje? Daarvoor is er plaats in de laatste rij van de tabel.

 

Is dit een voorbeeld van talensensibilisering?

Ja

Nee

Mogelijk

  1. Thibault zit in het zesde leerjaar in een lagere school in Wallonië. Sinds twee jaar krijgt hij de ene helft van de week les in het Nederlands en de andere helft in het Frans.

 

 

 

  1. Tijdens een les taalbeschouwing over het bezittelijk naamwoord gaat de vakleerkracht Nederlands in op de opmerking van Bilal, die zegt dat in het Turks de bezitter vooraan in de woordgroep staat en een speciale uitgang heeft. De leerkracht vraagt aan de anderstalige leerlingen of er soortgelijke fenomenen zijn in hun thuistaal (o.a. Pools, Frans, Italiaans). Hij betrekt ook de leerlingen die Latijn volgen bij het gesprek over genitiefvormen.

 

 

 

  1. De kleuters van meester Bart kiezen hun lievelingswoord in hun moedertaal (dialect of vreemde taal). Ze mogen elkaar niet verklappen wat het woord betekent. Elke kleuter zegt zijn favoriete woord hardop. De andere kleuters zeggen het woord na. Daarna volgt de verkiezing van het mooiste woord en raden ze de betekenis van de woorden. 'Waarom denken ze dat dit woord die betekenis heeft? Lijkt het misschien op een woord in een taal die ze wel kennen?' Tot slot maken de kleuters de betekenis van hun favoriete woord duidelijk met een tekening. Meester Bart noteert het woord op de tekening.

 

 

 

  1. De kleuters van juf Marie leren op een speelse manier kennismaken met het Frans. Zo zingen ze tijdens het ochtendritueel een liedje over de dagen van de week, gebruiken ze aftelrijmpjes voor het indelen van groepjes, doen ze hinkelspelletjes waarbij ze tot tien tellen... Allemaal in het Frans.

 

 

 

248

9. Taalbeleid hoger onderwijs

5. Mijn persoonlijke ervaring met talensensibilisering:

(Naar: Devlieger, Frijns, Sierens & Van Gorp 2012)

Onderstaande definitie van talensensibilisering kan u voor het invullen van bovenstaande tabel op weg helpen:

"Talensensibilisering staat voor het gevoelig maken voor en bewust maken van het bestaan van een veelheid aan talen, en daarmee culturen, in onze wereld en, dichterbij, in de eigen schoolomgeving. Door leerlingen op een zelfontdekkende manier met taaldiversiteit in contact te brengen, ontwikkelen zij een referentiekader waarin een positieve omgang met die diversiteit een centrale plaats krijgt. Door talensensibilisering ontwikkelen leerlingen een attitude van openheid en gevoeligheid voor talige diversiteit. Daarnaast doen ze kennis en inzichten op over taal en talen en ontwikkelen ze langzaamaan metalinguïstische vaardigheden die hen kunnen helpen om vreemde talen te leren en de eigen moedertaal (het Nederlands, een dialect, een streektaal of een vreemde taal) verder te ontwikkelen" (Frijns et al. 2011: 101).

Bent u benieuwd naar de antwoorden en redeneringen bij de tabel? We bespreken bovenstaande en andere klassituaties tijdens de workshop.

3. Talensensibilisering, wat levert het (niet) op?

Het unieke aan talensensibilisering is dat het een positief effect heeft op de kennis van leerlingen over taal, talen en taalvariëteiten. Talensensibilisering werkt ook aan meer openheid ten opzichte van de talige diversiteit in onze geglobaliseerde wereld. Zowel Nederlandstalige als anderstalige leerlingen worden gevoeliger voor de veelheid aan talen om hen heen. De leerkrachten (h)erkennen, op hun beurt, de talige identiteit van hun leerlingen en krijgen de kans om die identiteit een positieve plaats in het dagelijkse schoolleven te geven. Dat is verrijkend, zeker voor leerlingen met een andere thuistaal dan de taal die op school gesproken wordt. Een leerkracht die deelnam aan een buitenlands project over talensensibilisering verwoordde dat treffend:

"Ze begonnen in de klas te bestaan, voordien bestonden ze niet echt" (Hélot 2008: 376, vertaald uit het Engels).

249

ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Tijdens de workshop gaan we na welke effecten van talensensibilisering op leerling-, leerkracht- en ouderniveau empirisch gestaafd kunnen worden en waarom dat zo is.

4. Talensensibilisering in een talenbeleid, zoiets als cacao?

Of je als leerkracht een talenspecialist moet zijn om talensensibiliserend les te geven, is een vraag die veel docenten zich stellen als ze met talensensibilisering aan de slag willen gaan. De volgende vraag is doorgaans of er lesmateriaal bestaat en, zo ja, waar dat te vinden is. Tijdens de workshop zoeken we samen naar rijke inspiratiebronnen om met talensensibilisering aan de slag te gaan. We gaan ook na hoe een schoolteam dit initiatief kan inpassen in een talenbeleid en welke ideologische vragen dat kan oproepen. Tot slot bekijken we wat talensensibilisering, ingebed in een talenbeleid op school, en cacao met elkaar gemeen hebben...

Referenties

Devlieger, M., C. Frijns, S. Sierens & K. Van Gorp (2012). Is die taal van ver of van
hier? Wegwijs in talensensibilisering, van kleuters tot adolescenten. Leuven: Acco.

Frijns, C., S. Sierens, M. Devlieger, K. Van Gorp, L. Sercu & P. Van Avermaet (2011).

`t Is goe, juf die spreekt mijn taal! Literatuurstudie praktijkgericht onderwijsonderzoek

in opdracht van de Vlaamse OnderwijsRaad (Vlor). Brussel: VLOR, Vlaamse

Onderwijsraad.

Hélot, C. (2008). Awareness raising and multilingualism in primary education'. In: J. Cenoz & H. Hornberger (2008). Encyclopedia of Language and Education, 2nd Edition, Volume 6: Knowledge about Langauge. Berlin: Springer, p. 371-384.

Ronde 3

José van der Hoeven (a), Amos van Gelderen (b) & Kris Verbeeck (a)

  1. KPC Groep

  2. Kohnstamm Instituut; Hogeschool Rotterdam

Contact: j.vdhoeven@kpcgroep.n1

Genres als uitgangspunt voor lezen en schrijven in de onderbouw

250

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
taalbeleid
taalbeschouwing/argumentatie
land
Belgiƫ
onderwijstype
basisonderwijs
hoger/universitair onderwijs
voortgezet/secundair onderwijs
thema
evaluatie van onderwijsopbrengsten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

26ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2012