Mediawijsheid: vaardigheden voor de 21ste eeuw en het vak Nederlands

Frans Schouwenburg  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 254 - 257

Download artikel

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Ronde 1

Frans Schouwenburg

Kennisnet

Contact: f.schouwenburg@kennisnet.nl

Mediawijsheid: vaardigheden voor de 21ste eeuw en het vak Nederlands

  1. Inleiding

De aandacht voor nieuwe vormen van communicatie en nieuwe media blijft onveranderd groot. Zo ook het ongemak van de leraar Nederlands met deze materie. In mijn presentatie adresseer ik deze problematiek en leg ik de relatie tussen het vak Nederlands, mediawijsheid en mediawijsheid in relatie tot vaardigheden voor de 21ste eeuw.

Mijn pleidooi is al jaren dat juist ons mooie vak het baken in de school moet zijn op het gebied van nieuwe media. Een vak, dat midden in de wereld staat en in staat is om onze moderne wereld te duiden. Een vak, dat leerlingen de juiste instrumenten geeft om zich in deze wereld te kunnen ontplooien tot kritische en vaardige studenten, werkenden, consumenten en burgers.

Tijdens mijn presentatie ga ik met u dieper in op wat we weten uit onderzoek over welke mediarijke activiteiten een positieve impact kunnen hebben op het leren. Ik bespreek vooral de praktische kant: welke stappen kunt u zetten om ermee aan de slag te gaan in uw les? Als achtergrond belicht ik in deze tekst de vraag van veel docenten: kunnen leerlingen het wel aan om met zoveel media geconfronteerd te worden? Gebruiken ze die media niet alleen om inhoudsloze en onzalige berichten aan elkaar door te geven, of – erger – elkaar te pesten en te bedreigen?

  1. Wat zeggen leerlingen er zelf over?

In de zomer van 2013 verscheen het onderzoek ‘Samen leren – Tieners en sociale media’ van stichting Mijn Kind Online en stichting Kennisnet. Ruim 1500 scholieren tussen 10 en 18 jaar in het primair en voortgezet onderwijs werden bevraagd. Wat blijkt, is dat leerlingen sociale media op grote schaal gebruiken om te leren voor school en voor hun hobby’s. Ze geven elkaar tips over YouTube-filmpjes van docenten die beter kunnen uitleggen dan hun eigen leraar of ze geven elkaar advies. Ook ondersteu-

2 54

8. Nieuwe media

nen ze elkaar actief bij het maken van huiswerk door het gebruik van bijvoorbeeld Whatsapp.

Uitwisselen van kennis deden leerlingen voor de komst van sociale media ook al, maar met het gebruik van sociale media zoals Twitter, Whatsapp en Facebook is de informatie-uitwisseling een stuk gemakkelijker en ‘rijker’ geworden.

Het onderzoek concentreert zich ook op leren met sociale media en onderscheidt daarbij drie toepassingen:

  1. leren over je hobby;

  2. oriëntatie op je toekomst; 3. leren op school.

Vooral het laatste onderwerp is in relatie tot de conferentie relevant.

Over leren in de hobbysfeer worden leuke voorbeelden aangehaald van jongeren die voor werkelijk alles wat je kunt verzinnen instructiefilmpjes op You Tube vinden. Bram (17 jaar): “Ik kijk op YouTube filmpjes van Victor Wood. Dat is een bassist en die zet dan ritmegevoel oefeningetjes online. Hij heeft wel sessies van 2 uur lang gehad. Stukjes daarvan kun je kijken en proberen of je het mee kunt spelen”.

 

3. Leren voor school

Het volgende deel van het onderzoek gaat over sociale media en het leren voor school. Nog steeds zijn veel leraren verbaasd als ze horen dat bijna al hun leerlingen een account hebben op Wrts, een simpel overhoorprogramma, waarmee leerlingen de woordjes uit hun schoolboeken kunnen stampen. De onbekendheid van leraren met het programma is tekenend voor de stille vanzelfsprekendheid waarmee apps en toepassingen hun weg vinden onder leerlingen en een enorme spreiding bereiken. Even woordjes leren in de bus naar school, met een app waarmee je je eigen score kunt verbeteren. Zo gaat het met de meeste sociale media. Leerlingen blijken elkaar ook actief te ondersteunen bij het maken van huiswerk. Dat deden ze voorheen natuurlijk ook al, maar het is wel een stuk gemakkelijker en ‘rijker’ geworden door het gebruik van sociale media. Ze kunnen nu bijvoorbeeld – vanuit huis – samenwerken aan werkstukken en gefotografeerde aantekeningen rondsturen met WhatsApp. Het onderzoek laat overigens zien dat dat intensiever gebeurt naarmate het onderwijsniveau hoger is.

Wat vooral opvalt in het onderzoek, is dat leerlingen heel goed in de gaten hebben welke beperkingen en mogelijkheden de verschillende sociale media met zich meebrengen.

Jongeren zijn heus niet alleen maar positief over de inzet van sociale media in de klas.

 

8

 

255

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Ze kijken er kritisch naar. Het zijn vooral de afwisseling en het gemak die sociale media kunnen bieden, die gewaardeerd worden. Uit het onderzoek komt geen echte tegenstelling tussen de negatieve en positieve kanten van sociale media naar voren. Het gaat meer om dimensies:

  •  sociale media vergemakkelijken het kletsen met je vrienden, maar dat leidt soms ook af;

  •  sociale media kunnen de les leuker maken, maar de leraar moet nog wel blijven uitleggen;

  •  jongeren prefereren nog steeds face-to-face-contact, maar soms helpen sociale media als je verlegen bent.

Leerlingen hebben er begrip voor dat telefoontjes uit de les geweerd worden. Sociale media zijn geen absolute voorwaarde voor geslaagde kennisoverdracht, zo blijkt uit het onderzoek. Of een docent sociale media gebruikt, vinden leerlingen helemaal niet zo belangrijk: slechts 13% vindt dat belangrijk. Veel belangrijker vinden ze dat een leraar goed kan uitleggen (84%). En is dat niet het geval, dan is het toch logisch dat je de makkelijke uitleg van een andere leraar op You Tube gebruikt?

4. Traditioneel

Het is grappig om te zien dat leerlingen volstrekt traditioneel zijn in hun verwachtingen van de leraar. Goed kunnen uitleggen en orde kunnen houden, daar gaat het om. Dat is logisch, want leerlingen kennen alleen maar het onderwijs zoals ze dat altijd hebben gekregen. Er wordt gesproken van een voorkeur voor boeken en papier, maar hoe vaak zijn ze in aanraking gekomen met goed uitgevoerde andere onderwijsvormen? Net zo gemakkelijk ontdekken leerlingen echter de gemakken van nieuwe communicatiemiddelen waarbij ze, als water dat naar de zee stroomt, hun eigen onderwijstoepassingen ontdekken.

Hiermee sluit het onderzoek mooi aan bij een van de conclusies uit de door Kennisnet recent gepubliceerde Vier in Balansmonitor 2013. Bij elke onderwijsvorm kan ict ondersteuning bieden, maar niet elke ict-toepassing is voor iedere onderwijsvorm geschikt. Waarom zou je leerlingen intensief met sociale media laten werken als je onderwijs gericht is op kennisoverdracht en je toetsing gebaseerd is op reproductie van wat geleerd wordt? Veel sociale media komen goed van pas in onderwijssituaties waarbij leerlingen moeten onderzoeken, communiceren en produceren. Leraren die hier veel waarde aan hechten, kunnen hun hart ophalen bij de vele beschikbare sociale media. Er is zeker nog veel te winnen voor leraren die hun leerlingen meer willen activeren. Het onderwijs kan er baat bij hebben.

256

8. Nieuwe media

5. Mediawijs

Leerlingen hebben haarscherp door of het gebruik van een telefoon en of het toepassen van Twitter of Facebook voor onderwijsdoeleinden nuttig is. In de interviews tonen de leerlingen zich realistisch. Het feit dat leerlingen de waarde van sociale media kunnen ‘wegen’, betekent dat ze mediawijzer zijn dan menigeen voor mogelijk had gehouden.

De belangrijkste resultaten op een rij:

  •  85% van de ondervraagde 10 t/m 17-jarigen zoekt extra informatie over de leerstof op Google.

  •  61 % van de jongeren zoekt extra informatie over de leerstof op You Tube.

  •  Bijna driekwart (73%) van de jongeren gebruikt het internet om oefentoetsen te
    doen en ruim tweederde (68%) gebruikt het internet om zichzelf te overhoren.

  •  60% van de ondervraagde tieners gebruikt sociale media om elkaar vragen te stellen over huiswerk of leerstof en 48% maakt en stuurt foto’s van aantekeningen of samenvattingen naar elkaar.

  •  11 % heeft zelf wel eens een video gemaakt waarin hij of zij iets laat zien of uitlegt zodat iemand anders daarvan kan leren. Bijna driekwart van die groep heeft deze video ook online gedeeld.

  •  Van de ondervraagde 10 t/m 17-jarigen zegt 20% zijn mobiele telefoon wel eens in de les te mogen gebruiken om bijvoorbeeld iets op te zoeken (de agenda gebruiken telt hier niet mee).

  •  Driekwart van de tieners zou meer gebruik van sociale media in de les leuk vinden en een kwart wil dat liever niet.

  •  Een derde van de ondervraagde 10 t/m 17-jarigen is het eens met de stelling ‘Soms zet ik mijn telefoon uit, omdat ik rust wil of omdat ik mijn huiswerk moet maken’.

  •  Bijna een kwart is het eens met de stelling ‘Soms kan ik lastig slapen omdat er steeds nieuwe berichtjes binnenkomen die ik dan wil lezen’.

  •  Dat een leraar sociale media gebruikt, vindt maar 13% van de jongeren belangrijk. Het belangrijkst is dat een leraar goed kan uitleggen (84%).

  •  Voor het merendeel (driekwart) van de respondenten is face-to-face-contact nog steeds de favoriete manier om te communiceren.

Graag wil ik met u manieren bespreken om uw rol als communicatiespecialist voor jongeren vorm te geven. Ik hoop u te treffen bij mijn presentatie!

Het onderzoek is te downloaden op http://www.kennisnet.nl/themas/mediawijsheid/ onderzoek-samen-leren-tieners-en-sociale-media/.

8

257

Labels

land
Nederland
onderwijstype
basisonderwijs
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
ICT
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013