Bijbel en klassieke oudheid in de moderne literatuur

Henk de Lange  ·  8ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1994  ·  pagina 245 - 251

Recognized HTML document

Bijbel en klassieke oudheid

in de moderne literatuur

Henk de Lange

De reizen van de slimme man van Imme Dros gaat over een jongen die verslingerd is aan de Odyssee van Homerus. Sinds een vriend van zijn ouders hem hieruit voorgelezen heeft, ziet hij alles door de bril van Homerus. De aantrekkelijke buurvrouw is zijn Helena, voor wie hij op de surfplank een show weggeeft met bijna dodelijke afloop. Een verhaal over een fan van Homerus, dat ook nog een zilveren griffel (1989) wint. De grote verhalen zijn kennelijk weer in. Het mag ook weer ! De Griekse mythen en ook de bijbelverhalen lijken terug van weggeweest.

Nu hebben die oude verhalen inderdaad een hoop te bieden. Zo bevat de Odyssee de ingrediënten voor een everseller. De vrijage van Odysseus met de godin Kalypso, een soort femme fatale, de reis door de onderwereld, de tocht langs de sirenen, enz. — ze staan garant voor romantiek, magie, spanning en exotisme. En wie raakt niet gefascineerd door het verhaal van Icarus, die de waarschuwing van zijn vader Dedalus ten spijt te hoog vliegt en daardoor jammerlijk neerstort in de Icarische Golf ?

Behalve dat deze verhalen een portie spanning en sensatie bieden, zeggen ze ook iets over de mens. Odysseus staat in zijn volharding en inventiviteit voor de moderne mens. Hij is het type van de survivor, niet klein te krijgen, welke rampen hem ook bedreigen. Dedalus was niet alleen de bouwer van het eerste vliegtuig maar ook de architect van het demonische labyrint van koning Minos. In die rol lijkt hij de wetenschapper die zijn talent in dienst stelt van dictators. Op dezelfde manier kunnen bijbelverhalen heel modern zijn. De figuur Saul uit de beide boeken van Samuel zou niet misstaan als hoofdfiguur in een moderne tragedie : de falende mens, die na aanvankelijk succes door een kleine fout uit het spoor raakt, vastloopt en zelfmoord pleegt. Al deze verhalen bieden een rijkdom aan thema's en motieven. Dat blijkt ook uit het grote aantal bewerkingen. Wie de naslagwerken Van Achilles tot Zeus, Van Adam tot Zacharias en Van Andreas tot Zacheus doorbladert, merkt hoezeer al die verhalen in onze cultuur hebben doorgewerkt.

Waar ik nu een pleidooi voor wil voeren, is de behandeling van literaire werken die gemodelleerd zijn op klassieke of bijbelse verhalen. Leerlingen maken op deze manier kennis met belangrijke bronnen van onze cultuur en krijgen bovendien een nieuwe kijk op de eigentijdse literatuur. Wat ik voorsta is een aanpak waarbij zowel het basisverhaal als de bewerking — ook wel genoemd prototekst en metatekst — afzonderlijk geanalyseerd en vervolgens met elkaar vergeleken worden. Door zo'n intertekstuele analyse wordt op beide werken een verhelde-

Recognized HTML document

246   Henk de Lange

rend licht geworpen. Bovendien kan hiermee iets zichtbaar worden van wat wel genoemd is het weefsel van de cultuur. In de wereldliteratuur wemelt het van de boeken die allusies bevatten op of bewerkingen zijn van eerdere teksten die zelf weer naar andere teksten verwijzen. Hetzelfde geldt voor muziek, film enz. Ik zal nu vier kort uitgewerkte voorbeelden geven van tekstbewerkingen.

1 De belofte aan Rachel (H. Lampo)

De roman De belofte aan Rachel van Hubert Lampo gaat qua plot terug op de geschiedenis van Jozef, beschreven in Genesis 37 t.e.m. 50. De parallellen tussen prototekst en metatekst zijn evident. Intussen zijn er ook verschillen. Bij Lampo ontwikkelt Jozef zich tot een man die over lijken gaat, hij is bezeten van macht. Heel anders dus dan de bijbelse Jozef, die de redder is van zijn volk. Verteltechnisch valt op dat in Genesis een kroniekschrijver aan het woord is, terwijl bij Lampo het perspectief ligt bij Benjamin, die de verwording van zijn broer Jozef met groeiende wanhoop volgt. Bij nadere beschouwing lijkt het erop dat Lampo het bijbelverhaal gebruikt om een beeld te geven van het opkomend fascisme in de periode tussen beide wereldoorlogen. De prototekst wordt niet bekritiseerd, maar fungeert als instrument.

2 Het dwaallicht (W. Elsschot)

Anders is het bij Elsschot. In het bekende Dwaallicht roepen drie Afghaanse zeelieden de hulp in van Frans Laarmans in hun zoektocht naar een zekere Maria van Dam, die voor hen de belichaming is van een ideaal. Laarmans echter ziet in haar alleen een hoertje. Een misverstand, dat een religieuze dimensie krijgt doordat het verhaal vol bijbelse toespelingen zit. De drie Afghanen worden vergeleken met de Wijzen uit het Oosten, Maria met de Moeder van Jezus, enz. Daarbij zou Laarmans de ster moeten zijn die de zeelieden naar het doel leidt. Dat dit niet gebeurt, heeft alles te maken met de minder zuivere bedoelingen van deze vertegenwoordiger van het (christelijke) avondland. Laarmans is niet de aangewezen persoon om gids te zijn; hij is een dwaallicht. Ook in een ander opzicht wordt Laarmans ontmaskerd. In het interreligieuze – en eigenlijk ook interculturele – gesprek dat zij met elkaar voeren, wordt Laarmans' eigen religieuze twijfel pijnlijk zichtbaar. Concluderend : mede door het onderliggende verhaal van de Wijzen uit het Oosten krijgt Het Dwaallicht het karakter van een cultuurkritiek. Kritiek op de christelijke, Europese cultuur – of wat daarvan nog over is.

Recognized HTML document

Bijbel en klassieke oudheid in de moderne literatuur   247

3 Izebel van Tyrus (G. Kuijer)

Kritisch ten opzichte van het onderliggende bijbelverhaal is Izebel van Tyrus van Guus Kuijer. Deze roman lijkt bijna een polemiek met de bijbelschrijver, die Izebel beschuldigt van hoererij, moord en toverkunst. Kuijer op zijn beurt tekent haar als een hartstochtelijke vrouw, die alles doet om te voorkomen dat Israël door het religieuze fundamentalisme geïsoleerd wordt. Bij Kuijer is Izebel vooral tragisch. Zij legt het af tegen de fanatieke profeten, met als gevolg dat Israël door het Assyrische wereldrijk ingelijfd wordt. Kuijer volgt het bijbelverhaal op de voet, maar door het verhaal door Izebel te laten vertellen geeft hij ons een alternatieve lezing. De andere kant, die van de 'heidenen', komt in het licht.

4 Kassandra (C. Wolf)

Een moderne adaptatie van een oud verhaal zien we in de roman Kassandra van de Duitse schrijfster Christa Wolf. De hoofdfiguur, een Trojaanse prinses, kijkt terug op de periode die voorafging aan de verwoesting van Troje door de Grieken en de daarop volgende deportatie. Bij de strijd om Troje, zoals Wolf die vertelt, is niet Helena de inzet, maar handhaving van het militair-industrieel complex. Als namelijk blijkt dat Helena niet in Troje maar in Egypte is, gaat de strijd gewoon door. Soms is het niet opportuun een oorlog te beëindigen hoewel de aanleiding weggevallen is. Aardig is ook de vertaling die Wolf geeft van Kassandra's lot dat haar voorspellingen — ze is priesteres — nooit geloofd worden. Ook de 'moderne' Kassandra doet voorspellingen maar omdat die op gevoel en intuïtie gebaseerd zijn, vinden ze in de rationele mannenmaatschappij geen gehoor.

5 Leereffect en aanpak

Deze vier voorbeelden laten zien hoe verschillend tekstbewerkingen kunnen uitpakken. En dat is nu waar het bij intertekstuele analyse om draait : erachter komen wat de aard is van de bewerking. Wat is er met het gegeven gedaan, welke interpretatieve verschuiving heeft er plaats gevonden ? Is het ene werk een (kritische) reactie op het andere, is er sprake van een eigentijdse vertaling, of vindt er een omkering plaats en wordt de bad guy uit het oude verhaal de good guy in de nieuwe versie ? Of wordt de prototekst alleen als script gebruikt, als een goeie plot waar een geheel ander verhaal omheen gebouwd wordt ? Zo'n speurtocht naar het hoe en waarom van een transformatie kan een bijdrage zijn tot de literaire competentie van de leerling. Vergelijkende analyse stimuleert ook de verbeelding. Vooral bij bewerkingen van bekende bijbelverhalen kan een vervreemding, de-automatisering, optreden waardoor onvermoede aspecten oplichten. Bij

Recognized HTML document

248   Henk de Lange

deze aanpak wordt ook het belang van verteltechniek duidelijk. Waar in de bijbelverhalen meestal een alwetende kroniekschrijver aan het woord is, wordt in de roman meestal één van de personages — niet zelden een randfiguur, aan het woord gelaten, met wie de lezer zich kan identificeren.

Wat de behandeling in de klas betreft wil ik een paar opstappen geven. Voor een intertekstuele analyse is het van belang dat prototekst en metatekst elk bestudeerd worden op plot, verteltechniek, karaktertekening en visie. Eén groepje leerlingen doet de prototekst en een ander groepje de metatekst, waarna de resultaten naast elkaar gelegd worden en de aard van de bewerking klassikaal besproken wordt. Het groepje dat de prototekst onder handen neemt, moet ook studie maken van wat er over het betreffende verhaal te vinden is in één van bovengenoemde A t/m Z boeken. In deze naslagwerken staat het `nachleben' —de doorwerking in de cultuurgeschiedenis — van vele antieke en bijbelse helden beschreven. Wie bijvoorbeeld Orpheus opzoekt, krijgt te weten in welke romans, muziekstukken, films enz. het Orpheusmotief te vinden is. In dit verband zijn er ook andere nuttige naslagwerken. Ik noem Van Adam tot de Zevende Hemel van Ella van 't Hof, waarin de belangrijkste bijbelverhalen zijn samengevat. Uiteraard is de bijbel ook nooit weg. Voor de Griekse mythologie kan men terecht bij Griekse mythen en sagen van Gustav Schwab en het Mythologisch Woordenboek van P.J. Reimer.

Een tweede mogelijkheid is dat gezamenlijk de prototekst bestudeerd wordt, waarna de leerlingen gevraagd wordt hoe zij zelf zich een bewerking zouden voorstellen. Er kunnen dan vragen aan de orde komen als : welk perspectief kies je, welke persoon neem je als identificatiepunt, wat laat je weg, wat voeg je toe, wat adapteer je ? enz. Na deze tussenfase kan dan de metatekst besproken worden.

Een derde mogelijkheid is de analyse te beperken tot de prototekst en met leerlingen te zoeken naar eigentijdse pendanten. Zo waren zowel Heracles als Sim-son populaire volkshelden, bewonderd om hun kracht. In de moderne mythologie lijken Superman en Batman hun rol overgenomen te hebben.

In feite is de beste introductie tot het klassieke en bijbelse erfgoed het samen lezen, of nog beter het zelf navertellen van de 'grote verhalen'. Dat kan op elk niveau. Van de bijbelverhalen zijn geschikt het boek Job, de beide boeken van Samuel, waarin de lotgevallen van Saul, David en Salomo verteld worden; verder de boeken Prediker, Daniël, Esther en één van de evangeliën. Voor de Griekse mythologie zou ik kiezen voor Ilias en Odyssee en de mythen van Oedipus, Orpheus, Theseus, Heracles en Prometheus.

Tot slot wil ik wat suggesties doen voor boeken die zich lenen voor intertekstuele analyse.

1   Klassieke Oudheid

Odysseus (vertalingen : Imme Dros, Homeros, Odysseia. De reizen van Odysseus; Evert Hartman, De vloek van Polyfemos):

Recognized HTML document

Bijbel en klassieke oudheid in de moderne literatuur   249

  • Marnix Gijsen, Helena op Ithaca

  • F.C. Terborch, Odysseus' laatste tocht

  • Gabriel Garcia Marquez, Verhaal van een schipbreukeling

  • Imme Dros, De reizen van de slimme man

Drie vrouwengestalten: Antigone, Kassandra en Ariadne :

  • Jean Anouilh, Antigone (Sophocles' Antigone)

  • Christa Wolf, Kassandra

  • Hella Haasse, Een draad in het donker (Ariadne, Theseus en Dionysos)

Oedipus :

  • Hugo Claus, Oedipous (Sophocles' Koning Oedipus)

Orpheus :

  • Hugo Claus, De hondsdagen (Orpheusmythe)

  • Jacob Presser, Orpheus en Ahasverus

Phaëton :

  • Cees Nooteboom, Het volgende verhaal (de mythe van Phaëton, Ovidius' Metamorphosen)

Heracles :

  • Louis Couperus, Heracles (de Heraclesmythe)

Dionysos :

  • Louis Couperus, Dionysos (de god Dionysos)

Protesilaos :

  • Martinus Nijhoff, Een idylle (het verhaal van Protesilaos en Laodamia)

Aeneas :

  • W.F. Hermans, Nooit meer slapen (Ilias, Vergilius, Aeneis)

2   De bijbel (vertaling: Katholieke Bijbelstichting, KBS of Willebrordvertaling)

Noach :

  • Julian Barnes, Een geschiedenis van de wereld in 101/2 hoofdstuk (het zond-vloedverhaal, Genesis 6 t.e.m. 9)

Jozef :

  • Hubert Lampo, De belofte aan Rachel (de geschiedenis van Jozef, Genesis 37 t.e.m. 50)

David :

  • Joseph Heller, God weet het (de beide boeken Samuel: Saul, David en Salomo)

Job:

  • Abel Herzberg, Drie rode rozen (het bijbelboek Job)

Daniël :

  • Marnix Gijsen, Het boek van Joachim van Babylon (het bijbelboek Daniël)

Recognized HTML document

250   Henk de Lange

Achab en Izebel:

  • Guus Kuijer, Izebel van Tyrus (het eerste boek Koningen, hfdst. 16 en het tweede boek Koningen, hfdst. 9)

Het Hooglied:

  • Judith Herzberg, 27 liefdesliedjes

Jezus

  • Arthur van Schendel, De mens van Nazareth (de evangeliën, geldt ook voor de volgende titels)

  • Pk Lagerkwist, Barabbas (Jezus en Barabbas)

  • Simon Vestdijk, De nadagen van Pilatus (Jezus, Maria Magdalena en Pilatus)

  • Simon Vestdijk, De kellner en de levenden (behalve Jezus ook Job)

  • Fjedor Dostojewsky, het verhaal van de Groot-Inquisiteur uit De gebroeders Karamasov (Jezus in de woestijn, Lucas 4)

  • Hubert Lampo, De komst van Joachim Stiller

  • Martinus Nijhoff, Het uur U

  • Edward Albee, Het verhaal van de dierentuin (Jezus en Petrus)

  • Maarten Biesheuvel, 'Brommer op zee' uit In de bovenkooi (Mattheüs 14 :2233)

Salome:

  • Oscar Wilde, Salome (Mattheüs 14 : 1-12)

De wijzen uit het oosten:

  • Willem Elsschot, Het dwaallicht (Mattheüs 2)

Verwijzingen naar de hele bijbel zien we in:

  • Franco Ferrucci, De schepping. Autobiografie van God.

Naslagwerken

Klassieke Oudheid

Eric M. Moorman en Wilfried Uitterhoeve, Van Achilleus tot Zeus. Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater, SUN, Nijmegen.

G. Schwab, Griekse mythen en sagen, Het Spectrum, Utrecht.

P.J. Reimer, Mythologisch woordenboek, Het Spectrum, Utrecht.

Joachim Latacz, Homeros. De eerste dichter van het Avondland, SUN, Nijmegen.

Charles Hupperts en Wim van Lakwijk, Het masker van Dionysos, BulkBoek, Amsterdam.

Bijbel

Louis Goosen, Van Abraham tot Zacharia. Thema's uit het Oude Testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater, SUN, Nijmegen.

Recognized HTML document

Bijbel en klassieke oudheid in de moderne literatuur   251

Louis Goosen, Van Andreas tot Zacheüs. Thema's uit het Nieuwe Testament en de apocriefe literatuur in religie en kunsten, SUN, Nijmegen.

Ella van 't Hof, Van Adam tot Zevende hemel. Bijbelwijzer, Wolters-Noordhoff, Groningen. Northrop Frye, De grote code. De bijbel en de literatuur, Sun, Nijmegen.

Jaap Goedegebuure, De Schrift herschreven. De bijbel in de moderne literatuur, Amsterdam University Press, Amsterdam.

Het boek der boeken. De bijbel in de Nederlandse literatuur, Themanummer BulkBoek, Amsterdam.

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
literatuuronderwijs
land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

8ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1994