Het schoolvak Nederlands in het ibo

Kees Voogel  ·  5de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1991  ·  pagina 260 - 262

Kees Voog el

HET SCHOOLVAK NEDERLANDS IN HET IBO

Na de publicatie van de kerndoelen ontstond er in ibo-land een grote onrust. Waren deze kerndoelen ook bedoeld voor onze ibo-leerlingen? Docenten schudden bedenkelijk het hoofd. Ze zagen zichzelf al staan voor een klas ibo-leerlingen die    , vult u zelf maar in.

Toch moet ik zeggen, dat ik blij ben met de kerndoelen. In een viertal punten zal ik mijn positieve beoordeling van de kerndoelen nader toelichten.

  1.    De tot nu toe gehanteerde leerdoelen binnen het ibo/Ibo vertonen in steeds mindere mate een samenhang. Dit is begrijpelijk, omdat elke 'docent in het ibo op eigen wijze het onderwijs voor zijn/haar moeilijke leerlingen aanvaardbaar probeert te maken. Dit gebeurt meestal zonder interscholair overleg. Zeker A- en B-programma's zijn hierdoor vervaagd. In mindere mate geldt dit ook voor de C- en D-opmaak.

  2.    De leerlingpopulatie op de scholen is de laatste jaren aan verandering onderhevig. Er is een toenemend aantal leerlingen dat met achterstanden het vo binnenkomt. Een adequate aanpak van dit probleem is noodzakelijk. De kerndoelen geven een kader waarbinnen de herbezinning moet plaatsvinden.

  3.    Maatschappelijke veranderingen hebben de scholen in problemen gebracht. In toenemende mate worden stemmen gehoord die zeggen: wat ze tegenwoordig op school leren, ik weet het niet, maar bruikbaar is het niet.

  4.    Lange tijd was er politieke onduidelijkheid over de structuur en de inhoud van het nieuwe onderwijs. In de nieuwe kerndoelen is nu eindelijk, vanuit een visie, een kader aangegeven waarin het onderwijs zich moet ontwikkelen.

De kerndoelen zijn, dit kan m.i. niemand ontkennen, van het hoogste belang voor elk mens, dus ook voor elke leerling, ook voor elke ibo-leerling. Het is voor mij dan ook onaanvaardbaar, wanneer er mensen zeggen dat de kerndoelen niet van toepassing zouden zijn op de zwakke leerling.

Maar over wat voor een leerling hebben we het eigenlijk? Wat is een ibo-leerling? Een ibo-leerling is een leerling die meer zorg behoeft dat in het reguliere vo mogelijk is. Elke andere omschrijving is m.i. ongewenst en gevaarlijk. Ik begrijp de zorg van ouders heel goed, wanneer ze te horen krijgen dat hun kind in het ibo geplaatst moet worden. Ze menen dat hun kind verder kansloos is in het vo en op de arbeidsmarkt. Helaas wordt deze angst soms bevestigd door het onderwijsveld zelf, sla de krant er maar op na.

260

In het algemeen noem ik ibo-leerlingen dus leerlingen die meer zorg behoeven dat in het vo mogelijk is. Maar waaruit bestaat de achterstand dan waardoor deze leerlingen bij het schoolvak Nederlands meer zorg behoeven?

  1.    Deze leerlingen vertonen vaak een achterstand in de 'kern' van hun taalgebruik. Vooral de leerlingen die in een bedreigde omgeving zijn opgegroeid.

  2.    Ten gevolge daarvan vertonen zij soms ook een achterstand in het perifere taalgebruik.

  3.    Ze hebben soms sociaal-emotionele achterstanden, waardoor ze vooralsnog geremd zijn in hun groei naar competentie als taalgebruiker.

  4.    Ze vertonen soms storingen in hun waarnemingen.

  5.    Een vijfde factor is de schoolverwaarlozing.

  6.    Faalangst: een aantal van hen heeft geleerd, dat het schoolvak Nederlands voor hen nooit succesvol kan zijn. Deze kinderen vertonen een geringe 'leerbaarheid'.

  7.    Dan zijn er nog de verwende kinderen. Ouders die gemerkt hebben dat hun kind achterblijft, zijn geneigd hun kinderen veel te helpen. Deze kinderen zijn niet geneigd zonder hulp leerdrempels te nemen.

Wanneer we dan ook, het voorafgaande overziende, bedenken dat een leerling opgeleid moet worden binnen de kaders van de kerndoelen, dan zal de school een aantal keuzes moeten maken. Een school moet hiertoe:

  1.    Beschikken over diagnostisch materiaal om voor de leerling een individueel behandelingsplan op te stellen.

  2.    Beschikken over andere methoden en werkwijzes die aansluiten bij de leerling en die binnen de kaders van de kerndoelen liggen.

  3.    Een visie hebben over de samenhang binnen de kerndoelen.

  4.    Tijd beschikbaar stellen t.b.v. de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind.

  5.    Beschikken over een organisatorisch model waarin horizontale en verticale doorstroming gegarandeerd is.

  6.    Met het onderwijs de achterstanden willen verkleinen, dus zullen ook vormen van remediale hulp aangeboden moeten worden:

  • sociaal-emotioneel,

  • lezen (technisch en begrijpend),

  • spelling,

  • lichamelijke oefening.

  1.    Een registratie-systeem ontwikkelen waarin de vorderingen van elke leerling worden bijgehouden.

  2.    Beschikken over een visie op de betrokkenheid van de ouders, want zonder de inzet van ouders is onderwijs minder succesvol.

Bedenkt u zich eens     'Het deelnemen aaan een dialoog met het oog op het geven of verkrijgen van informatie', zeggen de kerndoelen. U kent de kinderen ongetwijfeld. de kinderen die van huis uit het gesprek niet kennen, sociaal-emotioneel verwaarloosd zijn en hierdoor grote problemen hebben met spreken, luisteren en kijken. De kinderen die zich onveilig voelen en zich daardoor in een afwijzende

261

luisterhouding terugtrekken tijdens de gesprekken in de klas. Zij voelen veelal elke instructie als een persoonlijke aanval. Hun hele lijf zegt: 'ik kan het toch niet'.

Nu wil ik u een aantal sheets tonen waarop u kunt zien op welke wijze de Scholengemeenschap Cor Kakes haar keuzes heeft verwerkt.

  1.    Verzamelstaat van de instroomtoetsen.

  2.    Substitutie van vakken.

  3.    Individuele leerwegen.

Ten slotte wil ik benadrukken, dat de kerndoelen niet meer willen zijn dan een kader waarbinnen de school haar eigen keuzes moet maken. Ik ben ervan overtuigd, dat de basisvorming kwaliteitsverhogend werkt, mits de school er goed mee omgaat.

262

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
onderwijsbeleid
land
Nederland
onderwijstype
volwassenenonderwijs
thema
evaluatie van onderwijsopbrengsten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

5de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1991