Taalbeschouwing en het gebruik van de computer

Willy Weijdema  ·  1ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1986  ·  pagina 261 - 266

 

27

september

o 8 6

een

CONFERENTIE. verslag

–van

Het Schoolvak

NEDERLANDS

261

TAALBESCHOUWING

en het gebruik van de computer

Inleiding

Deze lezing gaat over formele taalbeschouwing en het gebruik van de computer daarbij; het gaat niet over computerondersteunend onderwijs.en ook niet over de computer als tekstverwerker of als informatieverschaffer. Aan de hand van een voorbeeld zal ik demonstreren wat ik onder formele taalbeschouwing versta.

Het programma STOREYBOARD (1) is een programma, dat op het scherm een tekst laat zien, die alleen uit puntjes bestaat. Wel is te zien hoe lang de woorden zijn en zijn interpunctie en de titel aangegeven. De leerling kan nu door raden proberen de woorden van de tekst weer in te vullen. Hij kan zo maar gaan raden, maar hij zal algauw merken, dat het volgen van een raadstrategie meer oplevert: welke woorden hebben slechts twee letters, wat voorr woordsoort komt er altijd na een lidwoord, wat is de plaats van het werkwoord in de zin, welke woorden bevatten de meeste inhoudelijke informatie? Zo'n raadspelletje blijkt alle aanleiding te geven tot reflecteren op taal: het hanteren van woordsoorten, van lexicale en grammaticale informatie, het zien van samenhang in een tekst, het analyseren van teksten, het ontdekken van zoekprocedures. Ik perk taalbeschouwing hier in tot formele taalbeschouwing; ik heb het niet over functionele taalbeschouwing, waarbij de taalbeschouwer zich bijvoorbeeld

Het Schoolvak

NEDERLANDS

262

afvraagt waarom en in welke context iemand 'motten' zegt in plaats van 'moeten'. Ik wil in deze lezing betogen dat formele taalbeschouwing een belangrijke activiteit is en een plaats moet hebben in het moedertaalonderwijs.

Formele taalbeschouwing en de geautomatiseerde Samenleving

Er zijn al veel pleidooien gevoerd voor formele taalbeschouwing. Meestal probeerde men in zulke pleidooien het grammatica-onderwijs te verdedigen en een van de argumenten daarbij was: grammatica is een hulpmiddel om 'te leren denken'. Die pleidooien hebben nooit zoveel effect gehad, al bleven er altijd mensen die taalbeschouwen gewoon leuk vonden. Ik wil een ander pleidooi houden voor formele taalbeschouwing. Het argument taalbeschouwen om 'te leren denken' komt daar in een andere vorm weer in terug.

Het is een open deur om te zeggen dat we momenteel enorme technologische ontwikkelingen meemaken. We hebben echter nu te maken met een technologische ontwikkeling die zich met taal bezighoudt. Een computer heet dan wel een rekenapparaat, hij verwerkt ook inderdaad numerieke gegevens, maar hij verwerkt ook talige, non-numerieke gegevens: tekstverwerking, data, en hij wordt toegesproken in taal: een formele taal = een programmeertaal.

Deze technologische ontwikkeling is voor mij aanleiding om opnieuw te pleiten voor formele taalbeschouwing in het moedertaalonderwijs. Kunnen analyseren, met formele procedures om kunnen gaan, heb, je nodig om deze geautomatiseerde samenleving enigszins te kunnen begrijpen. Onze leerlingen .groeien op in een 'beeldmaatschappij', maar het beeld is consumptief. Wie de .processen in deze. samenleving wil beheersen, moet taal beheersen..

Ik pleit hier niet voor het leren programmeren. Daar zijn deskundigen voor en daar zijn ook machines voor. Waarom moet je dan toch inzicht hebben in wat een computer doet? Alleen dan kun je hem goed gebruiken, kun je je afvragen waarvoor je hem wel maar nóg meer waarvoor je hem niet wilt gebruiken. De natuurkundeleraar legt ook de basisprincipes van electriciteit uit, terwijl de leerlingen allang het lichtknopje kunnen bedienen.

Kunnen analyseren, formaliseren, moet je volgens mij leren op basis van je moedertaal. Op je eigen taal kunnen reflecteren is een belangrijke stap in de richting van analyse en formalisering.

Dit wil ik illustreren met een voorbeeld. In een tekstverwerkingsprogramma heeft men de beschikking over een vervangingscommando: het 'replace-commando'.

WilLy Weijdema
263

Hiermee kan men de computer een letter, letters, woorden of woordgroepen in een tekst laten zoeken en laten vervangen door iets anders. Zo kun je bijvoorbeeld de leerlingen de opdracht geven om een tekst in de c-spelling

om te zetten in de k-spelling: vervang c door k. Als ze dat in een keer doen, zien ze , dat er heel wat c's ten onrechte in k's veranderd zijn. De opdracht luidt dan: bedenk een nieuwe vervangingsopdracht, die de meeste fouten weer corrigeert. Door reflectie vinden ze dan, dat de opdracht 'vervang kh door ch' veel corrigeert. Maar wat gebeurt er met woorden als 'pakhuis'? 'Pachuis! Dit is aanleiding tot verdere beschouwing, over morfemen.

Formele taalbeschouwing en creativiteit

Ik heb het argument besproken dat je moet kunnen analyseren en formaliseren om de geautomatiseerde, eigenlijk geïnformatiseerde samenleving te kunnen begrijpen. Ik heb nog een ander argument om formele taalbeschouwing te bedrijven: ik denk dat formele taalbeschouwing ook een manier is om creatief te zijn.

Creatief taalonderwijs was een kreet in de zestiger, zeventiger jaren: je moest toen veel toneel spelen en met viltstiften op grote vellen papier schrijven. Formele taalbeschouwing met behulp van de computer is een vorm yan gedisciplineerd creatief zijn, waarmee ik niet wil suggereren dat het creatief taalonderwijs van de jaren zeventig per definitie ongedisciplineerd was! (2) Gedisciplineerde creatiyiteit wil ik demonstreren aan de hand van het programma LOGO, een programmeertaal die vrij makkelijk te leren is. LOGO is gebruiksvriendelijk en je kunt in LOGO beginnen met tekenfaciliteiten, de zogenaamde grafische methode. Dat heeft het grote voordeel, dat heel abstracte begrippen heel concreet gemaakt kunnen worden.

Met LOGO leer je zelf iets aan de computer. Je leert de computer procedures, bijvoorbeeld VIERKANT (3). Als je dan VIERKANT (a) intikt, tekent de computer op het scherm een vierkant. Je leert werken met het begrip variabele, zodat de computer vierkanten van verschillend formaat kan tekenen(b). Je leert procedures in procedures op te nemen, zodat de computer een huis kan tekenen. (c).

(b)

Cc)

--> TO HUIS

TO VIERKANT :ZIJDE   procedure in procedure

2 60

VIERKANT 60 <-

REPEAT 4 [FD :ZIJDE RT 90]

END   FD 60

RT 120

END

(a)

procedure

TO VIERKANT

REPEAT 4 [FD 60 RT 90] END

variabele

Het Schoolvak NEDERLANDS

264

(d)

kIJK, MIJNHEER BAAIJENS, HET WAS NIET MAKKELIJK ... MAAR WIJ VAN PHILIPS STAAN VOOR NIKS ...

Als je dan hetzelfde gevoel krijgt als mijnheer Baaijens in cartoon (d), moet

om de denkactiviteit. modulaire aanpak: (e). Als een principe geen eind

je bedenken dat het nu niet om het eindproduct gaat, maar Procedures in procedures opnemen is een voorbeeld van een complexe gehelen in eenvoudige deeltjes kunnen analyseren procedure zichzelf aanroept, is hij recursief: er komt in aanr (f).

Modulaire aanpak   (e)

TO BLOEM

REPEAT 8 (BLAD 10 RT 45]

END

TO BLAD :SIZE

BOOGJE :SIZE ?0 RT 90 BOOGJE :SIZE 90 RT 90 END

TO BOOGJE :STEP :DEGREES

REPEAT :DEGREES '10 [FD :STEP PT 19: END

procedure   in procedure

( 9)

 

TO GEGEVENS

PR [VAN WIE WIL JE GEGEVENS?] MAKE 'ANTWOORD RC

1F :ANTWOORD = 'P [PETRA] <-- IF :ANTWOORD = "J [JAN] GEGEVENS

END

TO GEHEIMSCHRIFT :WOORD

IF EMPTYP :WOORD [OUTPUT "]

OUTPUT WORD GEHEIMSCHRIFTLET FIRST :WOORD GEHEIMSCHRIFT OF :WOW, END

TO GEHEIMSCHRIFTLET :LET

MAKE 'LETNUM < ASCII :LET ) + 3

IF :LETNUM ASCII "Z [MAKE 'LETNUM :LETNUM -26] OUTPUT CHAR :LETNUM

END

Met voorbeeld (f) zitten we in de 'woordenwereld' van LOGO. Je kunt de computer leren het adres van iemand op het scherm te laten verschijnen als je een naam intypt. Zo kun je de leerlingen zelf een database laten ontwerpen. Je kunt de computer ook in geheimschrift woorden laten afdrukken (g) of zinnen laten

(f)

Willy Weijdema
265

maken (h). De leerlingen kunnen zelf een spellingprogrammaatje ontwerpen (i)

of de computer de vergrotende trap van bijvoeglijke naamwoorden laten afdrukken (j). In dat laatste geval ontdekken ze al gauw dat er uitzonderingen zijn: 'raar' wordt niet 'raarder'; en dat er spellingproblemen zijn: 'knap' wordt niet. 'knaper'.

Ik heb in deze lezing voorbeelden gedemonstreerd van formele taalbeschouwing. Ik heb willen betogen, dat we aandacht moeten besteden aan formele taalbeschouwing vanwege de technologische ontwikkelingen, maar ook omdat formele taalbeschouwing op de computer een boeiende combinatie is van een disciplinaire en niet-disciplinaire aanpak, een gedisciplineerd creatieve bezigheid. Computers zijn er de oorzaak van, dat we aandacht moeten besteden aan formele taalbeschouwing, maar zijn teyens ook hulpmiddel daarbij.

Leren analyseren en formaliseren was altijd het terrein van het vak wiskunde. Dat is volgens mij een misvatting: je leert analyseren en formaliseren op basis van natuurlijke taal, en bij voorkeur op basis van je moedertaal. Wiskundigen houden zich al veel meer bezig met natuurlijke taal; kijkt u maar eens in een moderne wiskundemethode. Neerlandici zullen zich binnen het schoolvak moedertaalonderwijs met analyseren en formaliseren bezig moeten houden en wie weet ontmoeten de beide disciplines elkaar straks binnen een nieuw vak: informatiekunde.

 

Noten

1 STOREYBOARD is een programma van Christopher Jones, WIDA-software, draait op BBC en APPLE en is in Nederland te verkrijgen bij de firma Intertaal, Van Baerlestraat 76, Amsterdam.

 

Het Schoolvak
NEDERLANDS

266

2 Voor het gebruik van de termen gedisciplineerd versus niet-gedisciplineerd, zie Hulshof (1984 : 160).

3 Voor de uitgewerkte procedures verwijs ik naar de bijlage. De letters tussen haakjes hebben steeds betrekking op uitgewerkte procedures op deze bijlage.

Willy Weijdema

Gebruikte literatuur

Hulshof, Hans. 1984. Taalwetenschap en het vak Nederlands. In: DCN-cahier 15: Taalbeschouwing voor gevorderden. Malmberg, Den Bosch, p. 154-176.

Lepeltak, Jan. 1984. Taalbeschouwing en informatica in het voortgezet onderwijs. In: Levende Talen 393, p.376-380.

Valcke, Martin. 1986. Logo en taalonderwijs. In: Moer 1986 : 3, p. 12-19

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
taalbeschouwing/argumentatie
land
Nederland
thema
onderwijsleermateriaal
ICT

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

1ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1986