Digitaal lesgeven en leren in het vak Nederlands

Martine van Hoeve & Koen Strous  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 263 - 271

Download artikel

8. Nieuwe media

Ronde 4

Martine van Hoeve (a) & Koen Strous (b)

  1. Berlage Lyceum, Amsterdam

  2. Dedact, Amsterdam

Contact: koen@dedact.nl

Digitaal lesgeven en leren in het vak Nederlands 1. Introductie

Onze samenleving digitaliseert. Smartphones, tablets en laptops zijn cruciale levensbehoeften geworden voor een online generatie die nooit langer dan luttele uren verstoken kan zijn van virtuele interactie. Ook in het onderwijs wordt steeds meer gebruikgemaakt van digitale leermiddelen: leerlingen zijn toegerust met iPads en smartphones, lokalen zijn voorzien van beamers of smartboards en schriften en pennen zijn vervangen door touchscreens. Daarnaast hebben fenomenen als ‘gepersonaliseerd leren’ en ‘leerlingvolgsysteem’ hun intrede gedaan in het digitale onderwijs.

Voor de meeste scholen is de overgang naar digitaal lesgeven en leren een ware beproeving. Dat is met name te wijten aan het feit dat het digitale onderwijs een gevoelige keten vormt, waarin de zwakste schakel de hele keten tot stilstand kan brengen. Een overgang naar digitaal leren is alleen succesvol als in de school aan alle kernvoorwaarden is voldaan: tablets voor leerlingen en docenten, wifi-toegang vanuit elk lokaal, digitale lesmaterialen, inlogcodes en ingewerkte docenten. Bij afwezigheid van één van die aspecten functioneert de ‘keten van het digitale leren’ niet en de docent zal de eerste zijn die hier de gevolgen van zal ondervinden.

 

Maar gelukkig leveren steeds meer scholen het bewijs dat het wel degelijk kan: lesgeven in het schoolvak Nederlands met een smartboard en leren met een tablet, mét behoud van de al bestaande werkvormen en didactiek die de docent als een comfortabele jas passen. Neem bijvoorbeeld de docenten Nederlands van het Berlage Lyceum in Amsterdam, die in 2012 – als eerste school in Nederland – het vak Nederlands volledig digitaal hebben aangeboden voor klas 1 en 2 havo en vwo. Docenten en leerlingen gebruikten geen boeken, schriften en pennen meer, maar iPads en een smartboard. Ze maakten daarbij gebruik van de methode Leswijs, een succesvolle digitale methode die inmiddels op tientallen scholen is ingevoerd, zowel op vmbo- als op havo- en vwo- niveau.

In deze tekst bespreken we de veranderingen die digitaal lesgeven met zich meebrengt voor een docent Nederlands. Daarnaast bespreken we de voordelen en kansen van

 

8

 

263

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

digitaal lesgeven voor de docent. Tot slot geven we enkele tips en adviezen aan de docent Nederlands die de sprong naar digitaal lesgeven wil maken.

2. Wat verandert er als je leerlingen een tablet hebben?

Natuurlijk verandert er veel als je leerlingen een lichtgevend apparaat op hun schoolbank leggen, maar veel blijft ook hetzelfde. Digitaal leren is namelijk geen doel op zich, maar vormt slechts een uitbreiding van de bestaande leermiddelen en lesvormen. De docent zal die uitbreiding – vroeger of later – dan ook ervaren als een vorm van meer vrijheid. De mogelijkheid tot digitale interactie met elke individuele leerling of met de hele klas, altijd en overal, vergroot het pallet aan lesmiddelen en -vormen. En de docent zal ontdekken dat het een prettige plek in de les kan krijgen: bij uitleg, verwerking, toepassing en toetsing.

De leerling blijft lezen. En schrijven. De leerlingen blijven ook ontleden en spellen. Maar nu ook in andere werkvormen. Iedere docent Nederlands heeft een eigen didactische aanpak en lesinvulling bij thema’s als ‘pseudoniem’, ‘voegwoord’, ‘perspectief’ en ‘briefconventies’. Door inzet van de tablet heeft de docent een groter arsenaal aan teaching tools om uit te putten. De docent kan alle digitale mogelijkheden naar eigen believen inzetten in de klas om zijn leerlingen op een effectieve en inspirerende manier naar de leerdoelen te leiden.

Belangrijk is de vrijheid van de docent om zelf te bepalen hoeveel er verandert in de dagelijkse lespraktijk. Zijn keuzemogelijkheden variëren van het gebruik van een traditioneel werkboek online, waarbij leerlingen dezelfde opdrachten maken, tot gepersonaliseerde werkroutes per leerling, gaming in de klas en een projectmatige aanpak met presentaties, filmpjes en digitale werkstukken.

De meeste scholen die digitaal lesgeven, hebben het papier weliswaar vervangen door ‘glas’, maar hebben de didactiek en het lesopzet niet wezenlijk gewijzigd. Een les heeft dezelfde opbouw, met uitleg, nabespreking, zelfstandig werken en groepswerk (zie tabel 1).

264

8. Nieuwe media

 

Weekplan

Traditioneel met whiteboard, boeken en schriften

De leerling gebruikt een tablet

Les 1 in de klas

de docent geeft uitleg en maakt daarbij aantekeningen op het bord; er is interactie met de klas

de docent geeft uitleg en maakt gebruik van PowerPoints en filmpjes op het smart- board; leerlingen presenteren hun mindmaps.

de leerlingen maken opdrachten in een werkboek tijdens de les

de leerlingen maken opdrachten op een tablet of laptop

de docent loopt door de klas om de schriften te bekijken of controleert het huiswerk

de docent ziet de antwoorden en scores op zijn computer en spreekt leerlingen hierop aan

de docent deelt de antwoordenboeken uit

de docent maakt modelantwoorden beschikbaar

Thuis

de leerlingen maken thuis opdrachten in het werkboek

de leerlingen maken thuis opdrachten op een tablet of computer

de docent print een toets van zijn/haar harde schijf en kopieert die

de docent maakt een digitale selectie van methodetoetsen en eigen vragen

Les 2 in de klas

de leerlingen maken de toets op proef- werkpapier

de leerlingen gaan aan de slag in groeps- opdrachten op papier

de leerlingen maken de toets digitaal

de leerlingen gaan aan de slag in groepsopdrachten op het web; ze maken filmpjes, blogs of digikranten

Thuis

de docent kijkt de toetsen handmatig na en berekent het aantal behaalde punten. De docent berekent via Excel de norm en de cijfers en voert deze dan in bij Magister of SOM.

gesloten vragen worden automatisch nagekeken, open vragen worden horizon- taal door de docent gescoord; de docent bepaalt de norm en krijgt automatisch scores en rapportages per leerling.

Tabel 1: Vergelijking van een traditionele lesweek met een digitale lesweek, waarbij de leerlingen tablets of laptops gebruiken.

Als het gaat om de les in het klaslokaal zal de docent met name verandering ervaren op de momenten dat de leerlingen individueel aan de slag gaan. De introductie van tablets in het klaslokaal brengt onder andere de volgende veranderingen met zich mee:

  •  Als docent ben je opeens het aanspreekpunt als het gaat om randvoorwaarden van het leren, zoals wifi-toegang, wachtwoorden, huiswerk dat gewist is en tablets die niet opgeladen zijn.

  •  De leerling heeft via het internet opeens toegang tot de buitenwereld en digitaal contact met klasgenoten. Als docent kan je niet altijd controleren of een leerling uitwaaiert naar allerhande internetpagina’s, gaat chatten of een spelletje heeft aanstaan. Maar je kunt wel zien welke opdrachten de leerling op dat moment maakt en welke antwoorden hij geeft. De leerling kan dus meer op inzet en resultaten worden aangesproken.

  •  De docent kan individuele antwoorden, de voortgang en werkstukken van leerlin-

8

265

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

gen centraal behandelen, met behulp van een beamer of smartboard. Iedereen kan daarbij elkaars werk of scores zien. De docent moet voor elke groep leerlingen een afweging maken wat centraal in de klas wordt gedeeld.

  • De aanschaf van een tablet schept bij de leerlingen verwachtingen over het gebruik van apps, de inzet van gaming en het gebruik van het internet in de les. Aan de docent de uitdaging om die verwachtingen bij te stellen aan de hand van zijn eigen didactiek en opzet van de les.

  • De leerling schrijft minder. Het risico hierbij is dat dat een leerling zijn handschrift en toetsvaardigheid op papier verwaarloost. Regelmatig toch een schrift en pen inzetten kan daarbij helpen.

3. Voordelen en kansen van digitaal lesgeven voor docent en leerling

Ook wanneer de docent Nederlands zijn of haar vertrouwde lesopzet grotendeels behoudt, kan de inzet van tablets een wezenlijke meerwaarde bieden. We geven hier vier voorbeelden van.

3.1 De docent heeft beter inzicht in de voortgang per leerling

Als leerlingen digitaal opdrachten en vragen maken, kan de docent op elk moment ‘door de schriften van de leerlingen bladeren’. Op zondagavond ziet de docent wie zijn huiswerk heeft gemaakt, wanneer welke leerlingen aan het werk zijn geweest en hoelang ze hebben gewerkt. Die informatie kan de docent op hoofdlijnen bekijken per klas, maar ook in detail, bijvoorbeeld per opdracht of per leerling. De docent ziet welke opgaven minder goed werden gemaakt en welke onderwerpen nog niet goed worden beheerst en misschien meer uitleg en of oefening vragen. In afbeelding 1 een voorbeeld van een real time te volgen overzicht met opdrachten in de paragraaf ‘Grammatica’ voor leerjaar 1 van het vmbo-kgt. Per leerling is de score en de voortgang inzichtelijk gemaakt.

266

8. Nieuwe media

Figuur 1: Het dashboard per paragraaf geeft de docent inzicht in de voortgang en scores per leerling.

 

3.2 De docent kan de leerlijn Nederlands zelf samenstellen

Omdat het vak Nederlands zoveel verschillende domeinen en zulke grote niveauverschillen heeft, bepaalt de docent zelf de te volgen leerroute en het niveau voor elke klas. De standaardmethode is het uitgangspunt en aan de hand van het jaarplan bepaalt de docent de volgorde en het niveau van onderwerpen. Hierdoor kan hij/zij een betere aansluiting bieden op de leerdoelen en op de planning van andere vakken, bijvoorbeeld klassieke en moderne vreemde talen. Daarnaast heeft de docent de mogelijkheid om eigen opdrachten, theorie en toetsen toe te voegen als een integraal onderdeel van het aanbod voor de leerling. Gesloten opdrachten (ontleden, spelling, woordenschat) worden automatisch nagekeken en scores direct berekend.

 

8

267

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Figuur 2: Een opgave uit de paragraaf ‘ontleden’. De docent kan de volgorde van paragrafen zelf samenstellen uit de methode en ook eigen opdrachten en toetsvragen toevoegen.

3.3 De docent en de leerling krijgen terugkoppeling op sterktes en zwaktes

De docent kan elke leerling op de voet volgen. Hij ziet bijvoorbeeld direct in welke mate een leerling de leerdoelen van een paragraaf beheerst (zie afbeelding 3) en welke referentieniveaus de leerling bereikt bij onderwerpen als ‘tekstbegrip’ of ‘taalverzorging’. In een lesweek kan een leerling bijvoorbeeld de opdrachten over zinsdelen foutloos maken, terwijl hij de persoonsvorm nog niet onder de knie heeft. Door de directe monitoring daarvan, kan de leerling zelf (of daartoe aangespoord door de docent) specifieke aandacht geven aan de onderwerpen die hij het minst beheerst of uitgedaagd worden tot het maken van extra (moeilijkere) oefeningen bij onderwerpen die hij al in de vingers heeft.

268

8. Nieuwe media

Figuur 3: Overzicht van de mate van beheersing van de leerdoelen in een hoofdstuk (een leerling vergeleken met het gemiddelde van de klas).

3.4 De leerling kan adaptief oefenen op zijn eigen niveau

Digitaal werken verschaft direct inzicht in de mate van beheersing van elk leerdoel. Hierdoor kan aan iedere leerling een gepersonaliseerde oefenmodule worden aangeboden. In de digitale leeromgeving wordt extra uitleg en oefening gegeven in de onderwerpen die de leerling nog niet goed beheerst. De docent kan zien wat de inzet en de scores zijn bij de oefening en ziet de resultaten terug in de prestaties tijdens de toets.

8

269

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Figuur 4: Dashboard voor een leerling waarin de mate van beheersing van de leerdoelen wordt getoond. De leerling kan een gepersonaliseerde adaptieve oefening starten.

4. Tips voor de docent Nederlands die les gaat geven aan leerlingen met tablets

Tijdens de HSN-conferentie zal Martine van Hoeve, die sinds 2012 bij het Berlage Lyceum met tablets werkt in het vak Nederlands, in deze workshop haar ervaringen bespreken en tips geven. Hier volgen er alvast enkele.

  • Neem bij de introductie de tijd om rustig te wennen aan de nieuwe situatie. Volg in de eerste maanden zoveel mogelijk je vertrouwde, klassieke lesopzet. Daarna kan je in kleine stapjes nieuwe werkvormen introduceren (mindmaps maken, gaming, filmpjes maken, adaptief oefenen).

  • Houd controle en overzicht: zoals een boek soms open en dicht is, moet een tablet ook vaak genoeg in de tas blijven. Je kunt je leerlingen individueel toegang geven tot opdrachten en modelantwoorden. Geef af en toe feedback op een gemaakte opdracht, zodat de leerling weet dat jij alles kunt volgen. Meestal biedt dat de leerling tevens voldoende aansporing om nauwkeuriger te werken en meer te doen.

  • Soms is het beter om de controle los te laten. Het is ondoenlijk om constant te controleren naar welke schermen de leerling kijkt. Neem het voor lief dat een leerling soms afdwaalt. Wel is het veel gemakkelijker om de leerprestaties van iedere leerling op de voet te volgen; gebruik dit en spreek de leerling aan op zijn inzet en resultaten.

270

8. Nieuwe media

  • Leerlingen moeten ook blijven oefenen in het manueel schrijven. Geef schrijfop-
    drachten op papier en neem een toets zo nu en dan ook op proefwerkpapier af.

  • Je hoeft niet alle werkopdrachten na te kijken en er scores aan te geven, alleen omdat het kan. Dat deed je ook niet in de schriften, dus waarom nu wel? Het is een onderdeel van de didactiek om de leerling zelf zijn antwoorden te laten nakijken. Bovendien draagt dit bij aan het leerproces van de leerling.

  • Probeer niet om alle informatie waarover je beschikt, te gebruiken. De leerling moet ook zijn eigen vrijheid en privacy ervaren. Als docent weet je bijvoorbeeld dat een leerling ’s ochtends heel vroeg zijn huiswerk maakt of een hele zondag een spel heeft zitten spelen. Zet deze informatie niet in.

  • Daag leerlingen uit, zodat ze de meerwaarde van digitaal leren ook in werkvormen ervaren. Juist een tablet geeft ruimte om leerlingen op verschillende intelligentieniveaus te prikkelen. Laat ze een schrijfopdracht doen, een mindmap of blog maken, een Twitter-correspondentie houden, een onderzoek op het internet doen. En bij een goede inzet en navenante resultaten volgt een uitdagende beloning.

5. Tot slot

De tablet zal in de klas een grote meerwaarde vormen in het leerproces, mits er een soepel en evenwichtig samenspel ontstaat tussen het arrangeren van de leerdoelen, de inzichten in prestaties van leerlingen bij het maken van werkopdrachten en het gepersonaliseerd oefenen. Digitaal leren is nooit een doel op zich, maar vormt een uitbreiding van het palet aan leermiddelen, zowel voor docenten als voor leerlingen. Gebruik van de tablet kan zowel het doceren als het leren in het schoolvak Nederlands aantrekkelijker en efficiënter maken voor de docent en de leerling.

De uitdaging is aan de docent Nederlands om de regie in eigen hand te nemen en de vruchten te plukken van de inzet van digitale lesmiddelen.

8

271

Labels

land
Nederland
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
ICT
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013