De nieuwe taalcultuur

Joop van der Horst  ·  22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2008  ·  pagina 264 - 265

Download artikel

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Van der Biest, M. & J. Uyttendaele. (2006). Spellingtrainer. Mechelen: Wolters Plantyn.

Van Peer, W. & J. Tielemans (1984). Instrumentaal. Fundamenten en modellen voor moedertaalonderwijs. Deel 1. Fundamenten. Leuven/Amersfoort: Acco.

Van Peer, W. (1987). “Vrijheid en verantwoordelijkheid in de praktijk van het spellingonderwijs”. In: Levende Talen 418, p. 118-122.

Van Peer, W. (1987). “Spelling in stelling. Een didactische visie”. In: Levende Talen 417, p. 23-28.

Venstermans, T. & F. Daems (2004). ‘Spellingonderwijs: spellen om te schrijven en gelezen te worden’. In: F. Daems e.a. (red.). Taal verwerven op school. Leuven/Voorburg: Acco, p. 155-188.

Ronde 2

Joop van der Horst

KULeuven

Contact: joop.vanderhorst@arts.kuleuven.be

De standaardtaal staat onder druk, en dat is geen nieuws. En hetzelfde zien we overal in Europa. Wel nieuw is het inzicht dat dit geen tijdelijke inzinking is, maar een structureel afscheid van de standaardtalen. Ze zijn het product geweest van een taalcultuur die in de Renaissance begon, en einde 20ste eeuw afloopt. Aspecten van die taalcultuur zijn, behalve de Europese staandaardtalen, ook onze spelling, onze taaldidactiek, een manier van lezen en schrijven, het boek als exclusieve drager van informatie, het weren van afkortingen, de positie van het Latijn als belangrijk schoolvak, de alfabetische ordening, en zeer algemeen het primaat van geschreven taal, en ten slotte: een verkavelende visie op taal (als bestaande uit talen). De Renaissance plaatste hekken rondom haar (geschreven) (standaard)talen. Het begin van het einde van deze taalcultuur laat zich aanwijzen in de periode 1860-1900; maar de massale doorbraak vindt plaats vanaf 1970. Het wegvallen van de hekken rondom de standaardtalen, tegen het einde van de 20ste eeuw, creëert een compleet nieuwe situatie. Hiermee is niet gezegd dat het een slechte ontwikkeling is; maar ingrijpend zijn de veranderingen zeker. Maar hoe men er ook over moge denken, het is van belang dat we ons bezinnen op een leven zonder standaardtaal. Varianten staan voortaan op gelijke voet naast elkaar, zonder een algemeen aanvaarde norm als ijkpunt zoals dat in het verleden in het onderwijs heeft gegolden. Dit betreft niet enkel de varianten binnen de taal, maar ook andere “talen”. “Meertaligheid”, en het “dooreenlopen” van talen is niet langer de uitzondering maar bezig de normale situatie te worden. Het taalonderwijs zal zich, in deze nieuwe situa-

264

Recognized HTML document

8. Taalbeschouwing

tie, grondig moeten heroriënteren. Deels gebeurt dat ook al wel. Maar vooralsnog vaak als crisisbeheer, remediëring, enz., kortom: in een poging om de situatie terug te draaien, in plaats van die te accepteren en er nieuwe didactieken voor te ontwikkelen.

Ronde 3

Hans Bennis

Meertensinstituut Amsterdam

Contact: hans.bennis@meertens.knaw.nl

Vanwege de ontwikkeling van nieuwe media, waaronder msn en sms, hebben schrijven en lezen zich het laatste decennium een nieuwe plek verworven in de communicatie tussen jongeren. Een interessante ontwikkeling daarbij is dat er volop gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden die de nieuwe media bieden ten aanzien van de vorm van het geschreven woord. De standaardtaal en de spelling zijn hierbij het uitgangspunt voor creatieve avonturen met eigen varianten van de spelling waarbij letters, cijfers en symbolen op creatieve wijze worden ingezet en waarbij er op een oorspronkelijke manier wordt omgegaan met de meertaligheid van onze samenleving. Er ontstaan op deze manier niet-genormeerde, anarchistische schrijftaalvarieteiten die gericht zijn op het vorm geven van een eigen identiteit bij groepen jongeren.

 

In deze lezing zal ik een aantal van deze nieuwe schrijftalen bespreken en de daarbij onbewust gehanteerde taalprincipes aan de orde stellen. Een interessante vraag is nu hoe het vak Nederlands moet omgaan met een ontwikkeling waarin schrijftaal niet langer wordt beschouwd als een met vastgelegde spellingsregels gevormde manier van formele communicatie. Er ontstaat een nieuwe vorm van communicatie die zich tussen spreektaal en schrijftaal in bevindt. Hierbij eigenen leerlingen zich een ruime vrijheid toe om bestaande regels naar hun inzicht toe te passen, aan te passen of aan hun laars te lappen.

8

265

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
NT2-leerlingen/cursisten
domein
taalbeschouwing/argumentatie
land
Nederland
onderwijstype
basisonderwijs
volwassenenonderwijs
voortgezet/secundair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008