Werken aan presentatietechieken van leerlingen via nieuwe media

Bart Devos & Jordi Casteleyn  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 275 - 279

Download artikel

8. Nieuwe media

Veel van de jonge gebruikers maken trouwens gebruik van een nickname (= een zelfbedachte naam, waardoor de privacy nog meer is gewaarborgd). Voorbeelden van namen die voorkomen op WikiKids zijn: Sebastiaan1234 (voornaam met willekeurige cijfers), Southparkfan (vernoeming naar televisieserie), Apoo, Beem of Cookie (eigen gekozen bijnamen). Op WikiKids benadrukken we ook dat er zo weinig mogelijk privégegevens op de gebruikerspagina’s moeten komen te staan. Alleen een voornaam en geen adresgegevens. Te persoonlijke informatie wordt verwijderd.

Referenties

Bronkhorst, J., L. Verhoeven & H. Biemond (2009). Werken aan taal met gebruik van tussendoelen en ict. Taalonderwijs krijgt nieuwe mogelijkheden en kansen. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.

Mediawijzer.net (2013). Competentiemodel. Online raadpleegbaar op www.mediawijzer.net/competentiemodel.

Ronde 6

 

Bart Devos (a) & Jordi Casteleyn (b)

  1. IVV Sint-Vincentius, Gent

  2. Universiteit Gent / Arteveldehogeschool, Gent Contact: bartldevos@yahoo.co.uk

jordi.casteleyn@ugent.be

Werken aan presentatietechieken van leerlingen via nieuwe media

 

1. Inleiding

In de lessen Nederlands nemen vaardigheden een belangrijke plaats in, maar ze leggen een grote druk op de beschikbare tijd. Terwijl alle leerlingen tegelijkertijd hun schriftelijke vaardigheden kunnen inoefenen, is dat voor spreekvaardigheden veel minder het geval. Het is voor de leerkracht Nederlands dan ook een grote uitdaging om ervoor te zorgen dat elke leerling meermaals kan oefenen, gerichte feedback krijgt en ook voor spreken kan groeien.

Het Web 2.0 kan een oplossing bieden. Aan de hand van slidecasts (online presentaties met gesynchroniseerde Powerpoint-dia’s) leren de leerlingen hun presentaties beter voor

8

 

275

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

te bereiden en worden ze verplicht om te reflecteren op hun eigen werk en dat van hun medeleerlingen. Op die manier worden extra leermomenten gecreëerd, zonder dat er lestijd verloren gaat. In deze tekst geven we enkele voorbeelden van slidecasting in de lessen Nederlands.

  1. Beginsituatie

De lessen die deze tekst bespreekt, werden gegeven aan leerlingen van de derde graad Jeugd- en Gehandicaptenzorg (JGZ) en Sociaal-Technische Wetenschappen (STW) en aan de Se-n-se-opleiding Leefgroepenwerking (LGW) in IVV Sint-Vincentius in Gent. Het gaat dus om leerlingen in een niet-taalgerichte technische opleiding. Hoewel niet van invloed op de besproken methodieken, is het toch interessant te vermelden dat de meerderheid van de leerlingen meisjes zijn. Zo’n 10% van de leerlingen is van allochtone origine.

Tijdens hun opleiding krijgen de leerlingen verschillende spreek- en presentatieopdrachten, waarbij telkens op een aspect van ‘goed presenteren’ wordt gefocust (bijvoorbeeld, lichaamstaal en structuur). Bij elke oefening is het de bedoeling dat de leerling gerichte feedback krijgt. Die feedback komt niet alleen van de leerkracht. Ook de leerlingen leren om elkaars presentaties te beoordelen en om praktische tips te geven.

Toch zagen we een aantal problemen steeds terugkomen. Sommige leerlingen schatten de duur van hun presentatie verkeerd in. Soms spreken ze veel langer dan nodig, maar vaker weten ze slechts een fractie van de verwachte ‘spreektijd’ te vullen, omdat ze onvoldoende voorbereid zijn. Anderen hebben het moeilijk om hun presentatie duidelijk te structureren of slagen er niet in een goede inleiding uit te werken. De leerlingen krijgen hierover wel feedback na hun presentatie voor de klas, maar een herkansing waarbij ze rekening kunnen houden met deze tips is meestal niet mogelijk. Net die problemen kunnen worden opgelost door gebruik te maken van een slidecast.

  1. De lespraktijk

De verschillende klassen kregen een opdracht waarbij ze een slidecast moesten maken. De leerlingen van het vijfde jaar kregen de opdracht om een presentatie te maken over een film die ze hadden gezien en om vooral te letten op de structuur van hun presentatie. In het zesde jaar moesten de leerlingen een modern kunstenaar voorstellen en in hun Powerpoint zo visueel mogelijk werken. De presentatie in het zevende jaar LGW stond in het teken van de eindwerkverdediging die een tweetal weken later was gepland. De leerlingen moesten de eerste vijf minuten van hun verdediging presenteren, waarbij de klemtoon op de inleiding lag.

276

8. Nieuwe media

De opdracht werd telkens verdeeld in drie fases. In de eerste fase moesten de leerlingen thuis een slidecast maken. De uitleg daarrond was beperkt: de leerlingen hadden wel les gekregen over de regels van een goede Powerpoint-presentatie, maar voor de technische aspecten van Powerpoint en slidecasting kregen ze enkel een eenvoudige handleiding mee naar huis. De leerlingen kregen een week de tijd om informatie te verzamelen en de slidecast te maken en online te zetten op de voorziene pagina op Authorstream.com.

In een tweede fase moest elke leerling minstens drie presentaties van klasgenoten online bekijken en beoordelen. Daarbij werd benadrukt dat hun commentaar positief en/of opbouwend moest zijn. Als ze iets niet goed vonden, mochten ze dat uiteraard zeggen, maar dan moesten ze ook bruikbare tips geven. Als leerkracht Nederlands bekeek ik thuis alle presentaties en gaf ik ook feedback. Ook voor deze fase werd een week tijd uitgetrokken.

In de laatste fase moesten de leerlingen hun presentatie ‘live’ voor de klas brengen, aan de hand van hun Powerpoint. Ze moesten uiteraard rekening houden met de feedback uit fase twee en konden hun presentatie dus nog aanpassen. Het was voor de leerlingen ook duidelijk dat ze enkel tijdens deze laatste fase zouden worden beoordeeld.

Na de presentaties in de klas kreeg elke leerling nog een vragenlijst om na te gaan wat ze van deze aanpak vonden en hoe hun ervaring met slidecastingwas geweest.

4. Resultaten van de lespraktijk

Bij de uiteindelijke presentaties viel duidelijk op dat een aantal van de gebruikelijke knelpunten minder vaak voorkwamen. De gevraagde duur van de presentatie werd door de meerderheid van de leerlingen gerespecteerd. Het was ook duidelijk dat leerlingen meer tijd hadden besteed aan de voorbereiding, wat de kwaliteit van de presentaties ten goede kwam.

 

De leerlingen namen de opdracht om elkaar feedback te geven ook ernstig. Aangezien bepaalde aspecten van succesvol presenteren (zoals lichaamstaal) wegvallen bij slidecasts, is het logisch dat de meeste leerlingen de nadruk legden op andere aspecten, zoals het ontwerp van de dia’s en de intonatie. Bijvoorbeeld: “Zeer goed, de korte inhoud is zeer duidelijk. Veel afbeeldingen gebruikt. De Powerpoint is goed gemaakt en je spreekt zeer vlot en AN.”

Als we de commentaren van de leerlingen meer in detail bekijken, vallen een aantal zaken op. Ten eerste zien we dat de teneur positief is: leerlingen benoemen vooral de sterke kanten van elkaars prestaties. Bij elementen die ze minder geslaagd vinden,

8

 

277

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

geven ze aan hoe het beter kan: “Je hebt geen besluit, een besluit zou je Powerpoint nog meer vervolledigen en dan kan je het belangrijkste nogmaals herhalen”. Geen enkele leerling gaf eenzijdig negatieve commentaar.

Een tweede opvallend gegeven is dat de leerlingen ook elkaars commentaar bekijken: “Net zoals Karima zegt goed opgebouwd en goed verteld maar ik vind dat jouw dia’s nog een beetje leeg zijn qua uitzicht”.

Ten derde valt op dat leerlingen deze fase van de opdracht als een oefenmoment zien, in het kader van de definitieve presentatie in de klas. “Probeer inderdaad in een doorlopende tekst te praten. Mooie lay-out. Probeer maandag intonatie te hebben”. Op die manier werd dus een extra leermoment gecreëerd: leerlingen hebben nagedacht over de presentatie van een klasgenoot, over de reacties van hun klasgenoten daarop, en proberen zelf ook bijkomende tips te geven.

  1. De mening van de leerlingen

De leerlingen staan vrij positief tegenover deze technologie en geven aan dat ze over voldoende kennis en middelen beschikten om deze opdracht uit te voeren. Dat betekent dus dat een beknopte handleiding om een online presentatie te maken ook voor leerlingen uit het technisch secundair onderwijs meer dan voldoende is. Bovendien hebben ze geen angst om deze technologie te gebruiken. Toch zijn ze er nog niet volledig van overtuigd dat slidecasting hun studieresultaten zal verbeteren.

Gelijkaardige opdrachten werden twee jaar geleden gegeven aan studenten uit het hoger onderwijs en dezelfde resultaten werden toen bereikt De studenten vonden de technologie wel gemakkelijker om te gebruiken dan de leerlingen uit het technisch onderwijs, maar daarbij moet worden opgemerkt dat de studenten uit een informaticaopleiding kwamen.

  1. Besluit

Uit dit voorbeeld kunnen we een aantal voordelen van slidecasten afleiden. Doordat de leerlingen hun presentatie vooraf online moeten plaatsen, worden ze meer verplicht om voor te bereiden. Bovendien krijgen ze al feedback die ze kunnen gebruiken om hun uiteindelijke presentatie beter te maken. Die feedback komt niet alleen van de leerkracht, maar vooral van hun klasgenoten, die op die manier ook extra moeten reflecteren over de kwaliteiten van een goede presentatie.

Uiteraard kan een slidecast een echte presentatie niet vervangen, maar het is wel duidelijk dat het een uitstekend hulpmiddel is om leerlingen te begeleiden en dat het extra leermomenten creëert.

278

8. Nieuwe media

Referenties

Casteleyn, J. (20 10). “Slidecast Yourself: studenten geven presentaties op het internet”. In: S. Vanhooren & A. Mottart. Vierentwintigste conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 133-139.

Ronde 7

Arnoud Kuijpers & Rutger Cornelissen Candea College Duiven

Contact: a.kuijpers@candea.nl

r.cornelissen@candea.nl

Flip je les Nederlands!

We leven in de 21ste eeuw, een tijd waarin sociaal-maatschappelijke structuren grondig veranderen. De sociale ruimte is niet meer beperkt tot ons gezin, onze school, ons dorp. Digitaal staan we voortdurend in contact met de hele wereld. Media als Twitter, Facebook, Whatsapp en Youtube vormen een niet weg te denken dimensie in het hedendaagse leven, zowel voor docenten als voor leerlingen. In die dimensie staan we met elkaar in contact, wisselen we dingen uit, communiceren we, leren en creëren we.

De wereld verandert, maar het onderwijs verandert maar langzaam mee. Lang was het zelfs een beetje wantrouwig ten opzichte van digitale ontwikkelingen, waar het in eerste instantie geen raad mee wist. Toch sijpelen juist langs de genoemde media meer en meer voorbeelden binnen van docenten die meegaan met de veranderende tijd en hun leerlingen weten te raken met behulp van digitale media en er zo in slagen om hun lessen leuker en uitdagender te maken.

 

Een veelgehoorde term in dat verband is flipping the classroom, waarbij je al snel denkt aan de duizenden uitlegvideo’s die circuleren op Youtube. De beweging is ontstaan ‘van onderaf’, dus bedacht en uitgewerkt door docenten in het veld. Om precies te zijn, gaat het om de Amerikaanse docenten Sams en Bergman. Inmiddels hebben zij velen geïnspireerd en is hun didactische benadering – via ‘stemmen’ zoals die van Jelmer Evers – ook overgewaaid naar Nederland.

Maar wat is nu eigenlijk flipping the classroom? Kort gezegd komt het hierop neer. Gaf de docent vroeger in grote stukken van zijn les frontaal uitleg, waarna leerlingen thuis huiswerk maakten, wordt nu de bekende situatie omgedraaid: uitleg krijgen leerlingen thuis met instructievideo’s, huiswerk doen ze in de les. Dit is wat er met ‘flippen’ wordt bedoeld. Maar het is nog zoveel meer...

8

 

279

Labels

domein
mondelinge taalvaardigheid
land
Belgiƫ
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleermateriaal
ICT

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013