Tekstvaardig, een voorbeeld van onderwijsvernieuwing in de praktijk

Marie-Anne Baert & Arnout De Witte  ·  17de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2003  ·  pagina 2

Tekstvaardig, een voorbeeld van onderwijsvernieuwing in de praktijk
Marie-Anne Baert, Arnout De Witte
(lectors Communicatieve Vaardigheden aan het departement Bedrijfsbeheer van de Hogeschool Gent)

Wat is Tekstvaardig?
Tekstvaardig is de werktitel voor een vorm van competentiegericht projectonderwijs dat zich richt tot tweede- of derdejaarsstudenten uit het hoger onderwijs van één cyclus. Van die studenten wordt, met andere woorden, verwacht dat ze de basiskennis en -vaardigheden van effectief en efficiënt communiceren (in een vorig studiejaar) al verworven hebben. De methode komt erop neer dat de studenten in teamverband gedurende een volledig academisch jaar een project uitwerken. Hoewel de methode uiteraard moeiteloos in een 'open' leeromgeving inzetbaar is, laat ze zich in een traditionele, 'gesloten' leeromgeving (klasgroepen, klaslokalen, lesroosters enz.) al even gemakkelijk integreren. De methode is immers in zo'n omgeving geconcipieerd en uitgetest.

Wat zijn de basisprincipes van de methode?
De methode berust op de basisprincipes die zowat in alle vakliteratuur over onderwijsvernieuwing terugkeren.

  1. Ten eerste is Tekstvaardig een competentiegerichte methode. De studenten krijgen ruimschoots de kans allerlei competenties in te oefenen: ze leren zichzelf toegang te verschaffen tot kennis en ze leren die kennis te interpreteren en toe te passen (leren als vaardigheid), ze leren afspraken te maken en te respecteren, zich in te leven in situaties, werkzaamheden te plannen en te organiseren enz. (algemeen-professionele vaardigheden), ze leren telefoneren, vergaderen, notuleren, mondeling presenteren, schriftelijk rapporteren, corresponderen enz. (vakgebonden vaardigheden). Op die manier realiseert Tekst-vaardig dus ook de belangrijkste eisen uit de opleidings- en beroepsprofielen.

  2. Ten tweede is Tekstvaardig eerder een student- i.p.v. een docentgestuurde methode. Eigenlijk huldigt Tekstvaardig het principe van een onderwijsstijl met gedeelde sturing. Er is dus nog heel wat externe sturing ingebouwd. De uit te voeren taken zijn bijvoorbeeld grotendeels voorgeschreven, de timing van de taken is in grote lijnen uitgetekend, de belangrijkste leermiddelen worden aangereikt. Maar aan de andere kant bieden de opdrachten de studenten heel wat ruimte om zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te ervaren en zijn de projecten zo geconcipieerd dat de eigen verantwoordelijkheid van de studenten toeneemt, naarmate het project vordert. Ook worden de klassieke contacturen vervangen door 'consultatie-uren', waar de lector optreedt als begeleider en niet als lesgever.

  3. Ten derde beantwoordt Tekstvaardig aan het belangrijke principe van activerend leren. De projecten zetten de studenten er namelijk toe aan actief met de leerstof iets te doen en van die leerstof een gespreks-onderwerp te maken.

  4. Ten vierde huldigt Tekstvaardig het principe van coöperatief leren. Inherent aan de methode is dat de studenten in teamverband werken. Maar er is meer. De methode wil zinvol teamwerk mogelijk maken, waarbij elk lid een functionele inbreng heeft en eigen verantwoordelijkheid draagt. Daartoe zit in de meeste opdrachten een bron-/taak- en/of rolafhankelijkheid van de teamleden vervat, wat bevorderlijk is voor hun positieve wederzijdse afhankelijkheid. Daartoe zijn tijdens de consultatiemomenten de studenten zowel op de eigen bijdrage als op het resultaat van de groep aanspreekbaar.

  5. Ten vijfde is Tekstvaardig een resultaatgerichte methode. Een project leidt altijd tot de creatie van diverse communicatieproducten (brief, verslag, rapport, telefoongesprek, presentatie enz.).

  6. Ten slotte staat Tekstvaardig borg voor diverse leeractiviteiten. 'Experimenteren' en 'ervaren' zijn twee leeractiviteiten die in projectwerking eigenlijk sowieso aan bod komen. De studenten moeten zich voortduren oriënteren (in de opdracht zelf, in bepaalde leerstofonderdelen), werkzaamheden plannen, procedures en werkwijzen uittesten, taken uitvoeren enz. Binnen elk project van Tekstvaardig zijn echter ook heel wat 'reflectiemomenten' ingebouwd en krijgen de studenten ruimschoots de mogelijkheid om de conceptualiserende leeractiviteit in te oefenen. Heel wat opdrachten zetten de studenten er bijvoorbeeld toe aan zich een bepaald begrippenapparaat eigen te maken (begripsvorming), conclusies te formuleren (generaliseren) enz.

Wat is de essentie van de methode?
Tekstvaardig biedt negen gelijkwaardige projecten aan. Elke project is op dezelfde manier opgevat. Zo bestaat elk project uit vier modules en elke module bestaat uit één of meer procedures. Een procedure is een samenhangende reeks (deel)opdrachten. Uiteindelijk betekent de uitwerking van een project dat er tien procedures doorlopen moeten worden. Voor een goed resultaat zijn de studenten er grotendeels toe verplicht de procedures simultaan i.p.v. chronologisch af te werken.

De eerste module (start) bestaat uit één procedure (procedure 1 = het project opstarten). De taken binnen deze procedure komen eigenlijk neer op een oriënterings- en planningsfase.

De tweede module (onderzoeksopdracht) confronteert de studenten met een onderzoeksopdracht. Er is keuze tussen negen onderzoeksopdrachten over een communicatief item. Eén van de centrale vragen luidt bijvoorbeeld “Welke strategie en media worden in de praktijk gebruikt om te communiceren met binnenlandse wanbetalers?”. Het onderzoekstype varieert: beschrijvend, evaluerend enz. Ook bij de onderzoeksmethode is variatie ingebouwd: er zijn drie telefonische enquêtes, drie schriftelijke enquêtes en drie bronnenstudies.

De tweede module bestaat uit vijf procedures (procedure 2 t.e.m. 6). In de eerste procedure (procedure 2 =het onderzoek voorbereiden) wordt het team al onmiddellijk geconfronteerd met uiteenlopende communicatietaken: het organiseren en notuleren van een overlegronde, het leggen van contacten met de buitenwereld enz. De tweede procedure (procedure 3 = het onderzoek uitvoeren) bestaat hoofdzakelijk in het inwinnen, analyseren en verwerken van de onderzoeksgegevens. De derde procedure (procedure 4 = een mondelinge presentatie houden) resulteert in een mondelinge presentatie over de onderzoeksresultaten. De studenten houden die presentatie voor de medestudenten op het einde van het academisch jaar. De vierde procedure (procedure 5 = schriftelijk rapporteren) nodigt de studenten ertoe uit om de onderzoeksresultaten in een duidelijk en vlot leesbaar rapport neer te schrijven. In de de laatste procedure (procedure 6 = het onderzoek afronden) sluiten de studenten de onderzoeksopdracht af. Een van de opdrachten kan er bijvoorbeeld in bestaan naar de medewerkende bedrijven of organisaties een bedankingsbrief te versturen.

De derde module (extra opdracht) bestaat uit twee procedures. In de eerste procedure (procedure 7 = een overlegronde organiseren) beleggen de studenten in het bijzijn van de lector een werkoverleg en werken ze de notulen van die overlegronde uit. Tijdens dat overleg moeten ze een verantwoorde keuze maken voor één van de tien oefeningenpakketten die in Tekstvaardig opgenomen zijn. In elk pakket staat in principe één tekstsoort centraal (b.v. brief, informatief verslag, telefoongesprek, folder, persbericht enz.) en zijn er analytische en productieve oefeningen opgenomen. De studenten krijgen m.a.w. de gelegenheid om zelf te bepalen in welk deel van de leerstof ze zich wensen te verdiepen. Hier doet de methode dus het sterkst een beroep op de zelfverantwoordelijkheid van de studenten. De tweede procedure (procedure 8 = extra opdracht uitvoeren) start met het organiseren en notuleren van een overlegronde. Welk extra oefeningenpakket in procedure 7 immers ook gekozen is, er moeten binnen de gekozen optie nog enkele knopen worden doorgehakt. Daarna zullen de studenten in teamverband de oefeningen van het gekozen pakket uitwerken.

De vierde module (afronding) bestaat uit twee procedures. In de eerste procedure (procedure 9 = een interne evaluatieronde afwerken) moeten de studenten zowel zichzelf als de andere teamleden beoordelen. Het resultaat van deze oefeningen wordt in de eindevaluatie mee verrekend. De laatste procedure (procedure 10 = documenten indienen) nodigt de studenten uit om een aantal eindproducten (b.v. het onderszoeksrapport) in te dienen.

Welke leermiddelen reikt de methode aan?
De projectwerking Tekstvaardig nodigt de studenten er voortdurend toe uit om informatie op te zoeken, te interpreteren en te verwerken. Daartoe reikt de methode hen diverse leermiddelen aan: Projectgids, Werkinstructies en Tekstgids.

Projectgids bevat een duidelijke beschrijving van de negen projecten. De studenten vinden er de procedures in terug die ze moeten doorlopen, en het nodige onderzoeksmateriaal (formulieren e.d.m.). Ook de tien oefeningenpakketten waaruit een keuze gemaakt moet worden in de derde module van het project, zijn in Projectgids opgenomen.

Werkinstructies verstrekt stapsgewijze richtlijnen voor de voorbereiding, uitvoering en afwerking van de diverse communicatietaken die in elk project terugkeren. Op die manier vervult Werkinstructies voor elke student de rol van persoonlijke lector. In dit deel gaat trouwens ook heel wat aandacht naar instructies voor teamwerk.

Tekstgids, ten slotte, is het theorieboek van de methode met noodzakelijke achtergrondinformatie over diverse mondelinge en schriftelijk vaardigheden en media. Inhoudelijke, structurele en opmaakkenmerken passeren de revue.

Welke rol speelt de lector in deze methode?
Projectonderwijs impliceert dat de lector afstapt van de klassieke rol van lesgever. De lector wordt een coach, een begeleider. Hoe maakt de lector die rol van begeleider waar binnen de methode Tekstvaardig?

Natuurlijk beschikken de studenten met Werkinstructies over een individuele begeleider die hen coacht bij de uitvoering van de diverse communicatietaken. Maar de begeleiding blijft hier uiteraard niet toe beperkt. Bij het begin van het academisch jaar ontvangen de studenten een jaarkalender. Daarin merken zij dat elk team op een aantal vooraf vastgestelde tijdstippen bij de lector verwacht wordt. Dit zijn 'geprogrammeerde consultaties': de lector doet aan voortgangscontrole, bespreekt werkstukken, besteedt aandacht aan het leer- en groepsproces, zet aan tot zelfreflectie enz. Geprogrammeerde consultaties verlopen als sterk interactieve onderwijsleergesprekken.

Op de jaarkalender zijn ook een behoorlijk aantal uren ingeroosterd als 'vrije consultaties': elk team kan op vrijwillige basis de lector raadplegen. Het belangrijkste verschil met een geprogrammeerde consultatie bestaat erin dat het team nu het gespreksonderwerp bepaalt.

Een belangrijk aspect van de begeleiding bestaat uiteraard in de voortgangscontrole. Daarom moeten de teams via elektronische weg de lector geregeld op de hoogte brengen van de vorderingen van de werkzaamheden, van genomen beslissingen enz. Ten slotte dient elk team conceptversies van bepaalde werkstukken bij de lector in. De lector voorziet die documenten van schriftelijk commentaar dat er vooral op gericht is de zelfreflectie binnen het team te stimuleren.

Welk evaluatiemodel voorziet de methode?
Is de begeleiding van projectwerk voor (een team van) lectoren geen sinecure, dan is dat nog minder het geval voor de evaluatie. Het evaluatiedossier in de handleiding bij Tekstvaardig is een doordachte poging om het hoofd te bieden aan deze uitdaging. Een handzaam dossier reikt de lector een flexibel model aan voor een genuanceerde en consistente beoordeling. Het dossier is geen keurslijf: het kan een houvast zijn, het kan ook niet meer dan een inspirerende leidraad.

Het eerste luik van het model heeft betrekking op 'permanente evaluatie'. Vertonen het leer- en het groepsproces in de loop van het academisch jaar voldoende kwaliteit? Geven de studenten tijdens het jaar blijk van de nodige aandacht voor basisattitudes? Dankzij de criteria in het dossier kunnen lectoren uiteindelijk het antwoord op deze vragen in een cijfer vertalen. Werkstukken worden beschouwd als een schakel in het leerproces. De kwaliteit ervan wordt in dit luik dus niet verrekend.

Het tweede luik van het model bestaat in een 'groepsevaluatie' (procedure 9). In procedure negen van elk project beoordeelt elke student zowel zichzelf als elk teamlid op het vlak van samenwerkingskwaliteiten en attitudes. Met de instructies in het evaluatiedossier kunnen de lectoren dan de verzamelde bevindingen per team in een cijfer omzetten.

Het derde luik van het model betreft de 'mondelinge presentatie' (procedure 4) . Het dossier bevat zowel criteria voor de inhoud en de structuur van de presentatie als voor het individuele (verbale en non-verbale) gedrag van elk teamlid. De criteria zijn uiteraard gelinkt aan de informatie uit Tekstgids. De beoordeling resulteert in twee cijfers: een groepscijfer voor inhoud en structuur, een individueel cijfer voor het gedrag van elke spreker.

Het vijfde ('schriftelijk rapport') en het zesde luik ('extra opdracht) van het model reiken criteria aan voor de beoordeling van de kwaliteit van twee belangrijke eindproducten: het onderzoeksrapport uit procedure 5 en de extra opdracht uit procedure 8. Vanzelfsprekend sporen ook hier de criteria met de theorie uit Tekstgids.

Welke mogelijkheden biedt de methode voor een vakoverschrijdende aanpak?
Tekstvaardig is een 'open' methode: ze opent de deuren voor vakoverschrijdende projectwerking. Het uitgewerkte stramien waarborgt bovendien dat de eigenheid van het vakgebied gevrijwaard blijft.

Een paar voorbeelden van het 'opendeur-gehalte' van Tekstvaardig. In de tweede module van elk project is het best mogelijk de onderzoeksopdracht in te vullen vanuit een ander vakgebied (b.v. Marktonderzoek, Transportgeografie enz.). Dat doet nauwelijks afbreuk aan de doelstellingen van het eigen vakgebied.
Als de vervangende onderzoeksopdrachten op dezelfde manier en binnen gelijkwaardige randvoorwaarden opgevat worden als die die nu uitgeschreven zijn, dan resulteren ze in meetbare gegevens. En wie kan zich dan niet voorstellen dat bij de verwerking en -analyse van die gegevens deskundige vakcollega's (b.v. Statistiek) ingeschakeld worden?

In de derde module van elk project staan de studenten nu voor één keuze: ze kiezen één pakket oefeningen uit de tien aangeboden pakketten. Die keuze is natuurlijk ook uitbreidbaar met één of meer oefeningenpakketten uit andere vakgebieden.

Waar is bijkomende informatie over de methode verkrijgbaar?
Vragen, op- en aanmerkingen zijn altijd welkom op de volgende e-mailadressen:

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
land
België
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

17de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2003