Natuurlijk Schrijven. Onverschillige leerlingen worden bevlogen schrijvers

Marleen Claessens  ·  22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2008  ·  pagina 324 - 328

Download artikel

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Referenties

Raad van de Europese Unie (2004). Onderwijs en opleiding 2010. Het welslagen van de strategie van Lissabon staat of valt met dringende hervormingen. (http://ec.europa.eu/education/policies/2010/doc/jir_council_nl.pdf) .

Van Damme, D. (1997). Hoe geletterd/gecijferd is Vlaanderen? Functionele taal- en
rekenvaardigheden van Vlamingen in internationaal perspectief. Leuven: Garant.

Ronde 5

Marleen Claessens

Hogeschool Inholland/School for Communication, Media & Music, Diemen Contact: marleen.claessens@inholland.nl

Natuurlijk Schrijven. Onverschillige leerlingen worden bevlogen schrijvers

1. Inleiding

Dezelfde studenten die hun schrijfopdrachten zonder betrokkenheid maken, praten in de pauzes geanimeerd over hun kleren, de politiek, hun zorgen en ambities. Omdat ze daarover met zoveel verve vertellen, zijn deze ervaringen het uitgangspunt van ‘Natuurlijk Schrijven’.

Hoe activeer je schrijfzucht bij je studenten? Hoe zet je vervolgens de dynamiek die dat oplevert om tot momenten van beschouwing en verbetering van de geschreven teksten? En hoe zorg je ervoor dat zulke momenten geen toevallig ‘succesjes’ zijn, maar dat je die animo per definitie bij je studenten weet te prikkelen?

Het is een bekende maar ongewenste situatie in het schrijfonderwijs: studenten maken ongeïnteresseerd hun quasirealistische schrijfopdrachten, waarna jij als docent deze flodderige, ongerichte teksten consciëntieus nakijkt en voorziet van aanwijzingen waarvan je slechts kunt hopen dat die leiden tot betere teksten. “Richt je meer op je lezer”, schrijf je nog blijmoedig in de kantlijn van de eerste alinea, en “Begin met de aanleiding en het doel”. “Overnieuw!!”, schrijf je grimmig onderaan het broddelwerk. Grimmig... en vertwijfeld. Want waarom zou de schrijver het een volgende keer beter doen? Aan de kwaliteit van jouw gratuite aanwijzingen zal het niet liggen.

324

Recognized HTML document

10. Taalvaardigheid

Omdat schoolmethodes mij geen zinvolle oefenstof boden voor bovengenoemde scenario’s, heb ik in de loop der jaren zelf oefeningen ontwikkeld voor lessen rond zakelijk schrijven. Samen vormen ze een schrijfbenadering: Natuurlijk Schrijven.

2. Zakelijk Schrijven vanuit eigen ervaringen

Het uitgangspunt van Natuurlijk Schrijven is eenvoudig: mensen schrijven omdat ze iets willen zeggen. Dus leren de studenten schrijven zoals ze als kinderen leerden lopen en praten: omdat er voor hen een aanleiding in het dagelijkse leven is. Geïnspireerd door de Natuurlijke Methode van Célestin Freinet en door Taalvorming (zie: www.taalvorming.nl) haak ik in op de expressieve en communicatieve behoefte van studenten en laat ik hen onder woorden brengen wat ze voelen, denken en waarnemen en aan anderen willen vertellen. Eerst wordt frank en vrij geschreven; pas daarna worden klasgenoten als lezers ingeschakeld en wordt de theorie geraadpleegd. (Zie voor reacties en teksten van studenten: Claessens 2008.)

In de oefeningen leren studenten zichzelf tijdens het schrijven twee vragen te stellen:

  1. Staat er precies wat ik bedoel?

Hiervoor duiken ze in hun ervaringen (“Proef! Ruik! Voel!”) en beschrijven ze die zo precies mogelijk.

  1. Wat zal de lezer ervan vinden?

Om de lezer te leren kennen, worden ze de lezer, als in een rollenspel: “kruip in de huid van je lezer”; “Schrijf in ik-perspectief: wat denk ik? Wat voel ik? Heb ik het druk? Jeukt mijn neus?” Tekstconventies en contextanalyses komen aan bod, soms als nabespreking, soms in de vorm van herschrijfoefeningen (bv. “Je bent lezer van je eigen verzoekbrief: bedenk vijf smoezen om er niet op in te gaan”).

  1. Een oefening maken

  2.  

    Om tot zo’n schrijfoefening te komen, stel ik mezelf altijd drie vragen:

     

    1. Wat is nou eigenlijk precies de functie van de te leren tekstsoort; m.a.w. wat is de intentie achter de schrijfhandeling?

    Ik verleg de focus daarmee van de tekst – die versteende communicatieve handeling – naar de schrijfhandeling zelf.

    Voorbeeld: waarom moeten studenten een rapport kunnen schrijven? Omdat ze verantwoording moeten afleggen.

    10

    325

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

  1. Waarom zou iemand zo’n tekst willen schrijven?

Om die behoefte goed te voelen, duik ik in mijn eigen ervaringen en ga op zoek naar concrete schrijfmomenten.

Voorbeeld: ik schreef onlangs een wervende mail voor mijn schrijftrainingen.

Als ik zelf de functie van zo’n tekst goed gevoeld heb, stel ik de derde vraag, gericht aan de studenten.

  1. Welke ervaringen hebben jullie bij deze schrijfhandeling?

Ik vraag hen naar concrete communicatieve momenten waarop ze overtuigden, informeerden, instrueerden etc.

Voorbeeld: “Zoek eens naar momenten waarin je iemand iets hebt uitgelegd?” Studenten hoeven overigens niet per se al schrijfmomenten te hebben; het kunnen ook mondelinge momenten zijn. Dan vraag ik: “Stel dat je dit via een geschreven tekst zou zeggen, hoe ziet die tekst er dan uit?”

Als deze vragen zijn beantwoord, bepaal ik aanleiding en doel. Ik leg het hieronder uit met een concrete oefening.

Opmerking 1:

Ik doe alleen een bepaalde oefening als er een herkenbaar schrijfprobleem is. Voorbeeld: ondanks het mantra “Richt je op de lezer” lukt het studenten vaak niet om strategisch te denken. Ze gooien of hun eigen ruiten in (te weinig diplomatiek) of zijn zó beleefd dat ze hun eigen belangen niet weten veilig te stellen (ze geven geen grenzen en voorwaarden aan).

Opmerking 2:

Voor het precieze doel leef ik me in het probleem van de studenten in. Van daaruit focus ik op de te bereiken situatie.

Voorbeeld: ik wil dat studenten de juiste balans kunnen vinden tussen het eigen belang en dat van de lezer; inhoud, toon, opbouw zijn op hem afgestemd.

  1. De opbouw van een oefening

De oefeningen bestaan uit vaste onderdelen. Ze geven mijzelf steun en ze zorgen dat alle studenten meedoen. O ja: we zitten per definitie in een carré!

1. Introductie van het onderwerp: ik vertel een eigen ervaring. Voorbeeld: ik beschrijf een ergernis over iemand uit mijn eigen leven.

326

Recognized HTML document

10. Taalvaardigheid

  1. Lijstje: studenten krijgen tijd om wat ervaringen te bedenken; ze schrijven ze in steekwoorden onder elkaar.

Voorbeeld: “Lakse studiegenoot”/ “late levering bestelling”.

  1. Schrijfronde: studenten kiezen één ervaring uit het lijstje en beschrijven die volgens de opdracht van de docent.

Voorbeeld: ze schrijven een mail aan de persoon aan wie ze zich ergeren, in drie varianten:

  • heel brutaal (“Hé, lamzak!”)

  • overdreven beleefd (“Zeer geachte heer Kordaan”)

  • precies goed (“Dag Hans”)

  1. Voorleesronde: we lezen de verhalen voor, waarbij ik zorg dat niet alleen de brutale studenten aan bod komen. Nu krijgen de teksten pas echt een communicatieve functie. Studenten horen hoe hun teksten overkomen en wat en hoe anderen geschreven hebben. Ze ontwikkelen dus zowel een schrijvers- als een lezers‘oor’.

  2. Nabespreking: tijd om het ‘schrijfbewustzijn’ te activeren. Ik geef het goede voorbeeld door vragen te stellen en heel precies te expliciteren wat ik zelf dacht bij het horen van de teksten. Ik geef onbevangen commentaar als gewone lezer maar formuleer eveneens mijn reactie als docent, die bepaald wordt door mijn kennis van teksten. Voorbeeld van lezerscommentaar: Toen je voorlas, dacht ik: “Ja, dáág! Je levert flut-werk. Van die toon zou ik als lezer gaan steigeren”.

Voorbeeld van docentencommentaar: “Welke regel wordt hier geschonden?” Studenten vinden dit in eerste instantie een moeilijke ronde, omdat ze niet gewend zijn om te expliciteren wat ze van teksten vinden. Maar ze ontdekken dat schrijven niet zozeer moeilijk is, als wel gebonden aan conventies. Dat geeft hen minder ontzag voor taal en meer moed om te experimenteren.

5. De winst

  1. Omdat eigen ervaringen de aanleiding zijn om zakelijke teksten te oefenen, ontdekken de studenten dat schrijven niet alleen nuttig is voor later maar ook in het nu. Ze voelen zich verantwoordelijk voor hun teksten en willen weten hoe fouten en onregelmatigheden overkomen en verbeterd kunnen worden. “Kunnen we mijn sollicitatiebrief eens samen doornemen?”

  2.  
  3. Studenten leren niet om teksten volgens voorschrift te schrijven, maar ontwikkelen een strategisch, communicatief vermogen: “Wat kan ik in deze situatie het beste doen?”

  4. 10

    327

Recognized HTML document

TWEEËNTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

  1. Schrijven versterkt het zelfbeeld van studenten. Schrijven over eigen ervaringen is zowel beleven als afstand nemen. Het helpt om dingen te ordenen, te voelen en te duiden. Tijdens het schrijven van ‘de slechtste verzoekmail ooit’, lardeert een jongen zijn tekst met Sranang en straattaal. Hilariteit alom. “Ik kan u meer laten horen, juf. Zeker wel!”

  2. Door de eigen ervaring en de nadruk op het schrijfproces, word je als docent een gesprekspartner in plaats van een controleur.

Bij Natuurlijk Schrijven wordt Zakelijk Schrijven Noodzakelijk Schrijven.

Referenties

Claessens, M. (2008). De springprocessie; levendige lessen in zakelijk schrijven. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Natuurlijk schrijven. Lesideeën voor docenten communicatie (www.natuurlijkschrijven.nl).

Stichting Taalvorming (www.taalvorming.nl)

Ronde 6

Charlotte Hardeman

Sint-Andreasinstituut, Oostende

Contact: charlotte.hardeman@telenet.be

Het interviewverslag

Nerveus en alert in de vooravond, licht en schalks in de late avond, ook wel eens diepzinnig gravend in een inspirerend decor: het interview is op tv alomtegenwoordig. Ook in de geschreven pers is het interview hét medium om aan de tand te voelen, de vinger op de wonde te leggen, eelt van de ziel te schrapen en nog veel meer. Omdat ook leerlingen veelvuldig met dit genre in contact komen, is hun interesse ervoor meestal al gerijpt. De lessen Nederlands zijn de uitgelezen plaats om die spontane interesse verder uit te diepen. Een gedroomde kans ook voor geïntegreerde vaardigheden: informatie opzoeken, interviewvragen bestuderen en formuleren, luister- en spreektechnieken ontwikkelen, annoteren en schrijven. Het oefenen van al deze vaardigheden staat garant voor boeiende lessen met een flinke participatie van de leerlingen. De volgende lessenreeks is bedoeld om het elan van de rit niet te laten verbleken in de laat-

328

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
schrijfonderwijs
land
Nederland
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

22ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2008