Zonder taal geen verhaal…of hoe taalbeschouwend ons leesonderwijs eigenlijk is

Sofie De Jonckheere  ·  16de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2002  ·  pagina 327 - 332

ZONDER TAAL GEEN VERHAAL...OF HOE TAALBESCHOUWEND ONS LEESONDERWIJS EIGENLIJK WEL IS

Sofie De Jonckheere

1   Inleiding

Anno 2002-2003 bestuderen we taal in zoverre die studie bijdraagt tot een beter inzicht in wat taal is en van daaruit tot een beter gebruik ervan. Volgens het leerplan lezen gaat zo'n praktisch, functioneel of 'back-to-basics' taalonderwijs op de basisschool samen met het lezen van en het kijken naar boeken (deelleerplan lezen, pag.7). Boeken voor kinderen zijn immers niet alleen een verzameling van betekenissen, maar ook een verzameling van letters, woorden en zinnen.

Boeken zijn schatten. Ze zetten dingen in beweging. Ze maken het onzichtbare zichtbaar en het onkenbare kenbaar. Boeken voor kinderen zijn boeken die aansluiten bij de belevingswereld van die kinderen. Taalbeschouwend kijken naar deze boeken betekent dan ook op een normaal-functionele manier met taal bezig zijn. Het betekent ook werken aan geïntegreerd taalonderwijs. Door taalbeschouwend met boeken om te gaan leren de leerlingen van de basisschool immers niet alleen beter lezen, maar ook beter schrijven, beter spreken en beter luisteren. Bovendien zitten in boeken voor kinderen vaakheel wat expressiekansen. Taalbeschouwend kijken naar boeken betekent dus ook kansen ontplooien tot muzische vorming.

2 Wat is het uitgangspunt en waarop moeten we letten?

Elke reflectie start vanuit de verwondering. Taalbeschouwelijk reflecteren over boeken voor kinderen veronderstelt dus dat de leerlingen zichvoelen aangesproken door de aangeboden tekst. Het veronderstelt ook dat ze bereid zijn om over die tekst en over dat boek, over taal dus, verder na te denken. Om van hieruit tot een beter inzicht te komen in wat taal nu eigenlijk is zodat ze, gewapend met dat inzicht, uiteindelijk het eigen taalgebruik kunnen optimaliseren.

Zonder taal geen verhaal_ 1 327

Toch heiligt het doel niet altijd de middelen. Boeken voor kinderen kost wat kost gebruiken in functie van een les spelling bijvoorbeeld of in het kader van een les woordenschat is hoedanook uitgesloten.

3 Wat verstaan we nu eigenlijk onder 'taalbeschouwing' en onder 'taalbeschouwend lezen'?

Taalbeschouwing integreren in leesonderwijs betekent datwevoor dat leesonderwijs structureel aandacht hebben.

Daarbij verstaan we onder 'taalbeschouwing' niet alleen nadenken over hoe woorden, zinnen en teksten zijn opgebouwd (taalstructuur), maar ook nadenken over wat woorden, zinnen en teksten betekenen (taalsemantiek) en nadenken over hoe woorden, zinnen en teksten in een bepaalde context functioneren (taalpragmatiek).

Taalbeschouwend lezen betekent dat je de leerlingen leert kijken naar boeken zoals naar dewerkelijkheid. Zijn boeken daar immers geen stukj e van ? Taalbeschouwend lezen betekent ook dat je de leerlingen kansen geeft om die kijk- en leeservaring onder woorden te brengen. In de leeskring bijvoorbeeld en liefst m.b.v. enkele ervaringswoorden zoals 'saai, gevoelloos en lelijk'... versus 'boeiend, ontroerend en mooi...'

4 Waar kunnen we de leerlingen leren naar kijken en waarover kunnen we hen leren nadenken?

Taalbeschouwend kijken naar boeken wil zeggen dat de leerlingen zich afvragen wie het boek geschreven heeft en wie het illustreerde. Daarnaast vragen ze zich af af wat het boek hen eigenlijk vertelt, vanuit de titel bijvoorbeeld of vanuit de flaptekst. Van hieruit denken ze na over devraagwaaroverde auteur het nu eigenlijk wil hebben. Ze zoeken m.a.w. naar thema's en motieven die in het verhaal verweven zitten en naar de geloofwaardigheid ervan. Daarmee samenhangend dringt zich de vraag op met welke bedoelingen in welke omstandigheden de schrijver zijn verhaal heeft verteld. Wilde hij iets meedelen of wilde hij louter ontspannen? Wil hij dat de lezer blijft stilstaan bij bepaalde aspecten van het boek of wil hij dat niet? Ook de vraag voor wie het boek geschreven is kunnen de leerlingen oplossen. Hoe gaan ze in dit geval om met boeken zonder leeftijdsaanduiding op de kaft? De hoe-vraag laat hen o.a. nadenken over de vertelstijl, de spanning, de humor en de taal van het verhaal. De vraag langs welke weg levert hen een inzicht op in verschillende

328 1 Zonder taal geen verhaal...

genres en in de kenmerken ervan. Tenslotte stelt de vraag wat is de reactie of het effect dat het boek bij mij als lezer teweeg brengt? de leerlingen in staat om hun leesstrategieën te ontdekken.

5 Enkele praktijkvoorbeelden voor hoeken- of contractwerk

l e graad

Vos en Haas (Sylvia Vanden Heede)

  • Laat de lln het eerste hoofdstuk lezen waarin blijkt dat Vos een grote eter is. Laat de lln noteren wat zij zoal eten op een dag. Laat hen vervolgens foto's of prenten zoeken met gezond en ongezond voedsel. Waar horen de dingen die ze zelf eten thuis?

Laat de lln vervolgens het tweede hoofdstuk lezen waarin Vos niet weet hoe hij soep moet maken en daarom een kookboek pakt. Geef de leerlingen 'Het ko(e)kboek van Vos en Haas' en laat hen zoeken naar hun lievelingsrecept. Welke gerechten kennen ze? Welke niet? Begrijpen ze waarvoor 'el' (eetlepel) en `tl' (theelepel) staan? Hoeveel ingrediënten hebben ze nodig om hun eigen lievelingsrecept klaar te maken voor het dubbel aantal mensen?

Hoe benoemen de lln iets wat ze niet lekker vinden? Gebruiken ze dezelfde woorden of zijn er verschillen?

Sprookjestijd (Rotraut Susanne Berner)

  • Leg in de leeshoek een vertelzak met sprookjesspullen. Een rood mutsje, een bal en een plastic kikker, een appel en een paar vlokjeswatten. Laat de lln een voorwerp uit de zak halen en laat hen bladeren in het boek, op zoek naar het sprookje dat past bij hun voorwerp. Laat hen dat sprookje lezen. Laat de lln een tekening maken die aansluit bij het sprookje dat ze gekozen hebben en laat hen hun leeservaring noteren m.b.v. enkele ervaringswoorden (wow! Fantastisch! Super! of: tja tja, zo zo, pff...)

  • Kopieer een van de sprookjes en maak de tekstballonnetjes leeg. Laat de kinderen zelfeen nieuwe tekst verzinnen. Vraag dat ze voor een spetterend einde zorgen.

Zonder taal geen verhaal... 1 329

2e graad

Reuze (Gregie de Maeyer)

Uit een zak met 'reuzenvoorwerpen' halen de lln één voorwerp. Aan dat voorwerp koppelen ze zoveel mogelijk reuzenwoorden (reuzenpotlood, reuzenschoen, reuzenrugzak, reuzenbloem, reuzenlepel enz.) Van hieruit bedenken ze zelf nieuwe reuzenwoorden en –samenstellingen. Ze maken een zo lang mogelijke slang en zorgen ervoor dat elk nieuw woord begint met het tweede deel van het vorige.

  • Op blz. 13 probeert ouwe Reus een toverspreuk uit. Welke toverspreuk is dat?
    Laat de lln nu zelf een nieuwe toverspreuk verzinnen, eventueel op rijm.

  • Vervang eens alle reuzenwoorden door 'kabouterwoorden'. Wat is het resultaat?

Het neusje van Paulien (Peter Slabbynck)

Laat de lln vanuit de titel achterhalen waarover dit boek zou kunnen gaan. Discussieer erover in de groep.

Laat hen vervolgens alle suggesties vergelijken met de gegevens in de flaptekst. Zijn er gelijkenissen? Zijn er verschillen?

  • Geef de lln enkele voorbeelden van grafisch-creatief schrijvenen zet hen daarna zelf aan het werk. Kunnen ze de winkelnaam van slager `De Vleesschouwer' grafisch-creatief voorstellen? En kunnen ze dat ook met de woorden 'poes', `neus' en 'worst'?

3e graad

Kukel (Joke van Leeuwen)

  • In het verhaal over Kukel is 'feesten' een belangrijk thema. Laat de lln een affiche ontwerpen voor Koninginnedag of laat hen creatief schrijven over 'prins voor een dag' of ladag' of 'Koninginnedag in het land van Kukel'.

In dit verhaal heeft de koningin een spraakgebrek. Ze zegt 's' en 'zr' in plaats van `sch' (hfdst. 28). Geef de lln enkele kromzinnen en vraag hen om die te corrigeren. Of geef hen enkele struikelzinnen zoals 'Vleermuis Flip vliegt en fladdert vliegensvlug zonder vleugels' en `De paarden en poezen plakken en poetsen de plakplaatjes'.

330 1 Zonder taal geen verhaal...

Harry Potter en de Steen der Wijzen O.K. Rowling)

  • Laat de lln die het verhaal al gelezen hebben een leuke slogan bedenken waarmee ze de anderen warm kunnen maken voor dit boek.

  • In dit verhaal krijgt Harry samen met zijn beste vrienden Ron Wemel en Hermelien Griffel toverdrankles van professor Sneep. Die leert hen wat de schoonheid is van een zacht pruttelende ketel en welke delicate kracht de vloeistoffen hebben die door de menselijke aderen kruipen, de geest bedwelmen en betoveren. Vandaag heeft professor Sneep ook een opdracht voor de lln. Die opdracht bestaat erin om zelf een toverdrankje samen te stellen. Daarbij gaan de lln als volgt te werk: Eerst sommen ze de ingrediënten op, vervolgens leggen ze de werkwijze uit en tenslotte beschrijven ze kort wat er gebeurt als iemand deze toverdrank inneemt. De leukste toverdrank wordt beloond met een HP-toversnoepje!

  • Geef de lln de kans om nog meer met taal te toveren door hen een 'vloekverwijderaar' of een `spreukenzwabberaar' te laten ontwerpen.

  • Laat de lln een uitnodiging schrijven voor een Harry Potter-feest of laat hen een nieuwsbericht brengen over de gebeurtenissen in Zweinstein. Mogelijke items zijn: 'een nieuwschoolj aar op Zweinstein', `HarryPotter leert allernieuwste toverkunst' en `Griffoendors schakelen Zwadderichs uit in spannendewedstrij d zwerkbal'.

Zonder taal geen verhaal... 1 331

Bibliografie

Primaire literatuur

Rotraut Susanne Berner: Sprookjestijd (Querido, 1998)

Gregie de Maeyer: Reuze (Altiora, 1999)

J.K. Rowling: Harry Potter en de Steen der Wijzen (Standaard, 1998) Peter Slabbynck: Het neusje van Paulien (DF/Infodok, 1998) Sylvia Vanden Heede: Vos en Haas (Lannoo, 1998)

dez.: Het koo(e)kboek van Vos en Haas (Lannoo, 2001)

dez.: Aa bee see van Vos en Haas (Lannoo, 2002)

dez.: Het Woordenboek van Vos en Haas (Lannoo, 2002)

Joke van Leeuwen: Kukel (Querido, 1998)

Secundaire literatuur

Ides Callebaut, Marc Stevens en Sofie De Jonckheere: Taalbeschouwing op de basisschool. Basisboek, Garant, Leuven, 1999.

Aidan Chambers: De leesomgeving, Biblion, Den Haag, 2002. dez.: Vertel eens, Biblion, Den Haag, 2002.

Vlaams Verbond van het katholiek Basisonderwijs: Lezen. Deelleerplan, Brussel, CRKLKO, 2000.

Vlaams Verbond van het katholiek Basisonderwij s: Taalbeschouwing. Deelleerplan, Brussel, CRKLKO, 2000.

Vlaams Verbond van het katholiek Basisonderwijs: Muzische opvoeding. Muzisch taalgebruik. Deelleerplan, Brussel, CRKLKO, 1999.

332 1 Zonder taal geen verhaal...

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
leesonderwijs
taalbeschouwing/argumentatie
land
België
onderwijstype
basisonderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

16de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2002