Taalontwikkeling bij anderstaligen in de praktijk

Stefanie Lannoo  ·  26ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2012  ·  pagina 336 - 338

Download artikel

ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Ronde 2

Stefanie Lannoo

Vrije Lagere School Westdiep, Oostende Contact: info@westdiep.be

Taalontwikkeling bij anderstaligen in de praktijk

  1. Inleiding

Al meer dan tien jaar vinden allochtone lagereschoolkinderen de weg naar onze school `Westdiep' in hartje Oostende. Allochtone en autochtone kinderen van alle bevolkingsklassen spelen samen op de speelplaats van onze multiculturele school. Sommigen spreken altijd Nederlands, anderen doen dat enkel op school en nog anderen zijn net in België aangekomen en moeten de taal nog leren. De nood aan een duidelijke visie Nederlands op onze school was groot. Dat evolueerde door de jaren heen tot een sterk uitgewerkt taalbeleid.

  1. Onze visie• taal is alles, alles is taal'

We zetten sterk in op Nederlands. De aandacht voor taal is overal en altijd aanwezig. Op onze school wordt positief omgegaan met anderstaligheid. Alle kinderen zijn — rekening houdend met de draagkracht — welkom op onze school. We willen dat de kinderen zich thuis en veilig voelen. We creëren een warme en liefdevolle omgeving, waar kinderen zich aanvaard en gerespecteerd voelen, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dat is de basisvoorwaarde om tot leren en tot communiceren te komen. Hoe beter je met elkaar leert communiceren, hoe beter je elkaar begrijpt en hoe minder vooroordelen en misverstanden er zijn. Duidelijkheid, structuur en houvast in tijd en ruimte vormen de kapstok van onze werking. Dat brengt geborgenheid en rust, waardoor leerlingen zich veilig voelen om (een nieuwe taal) te leren.

Onze uitgebreide zorgwerking is uniek. Door een structuur van overleg tussen zorgcoiirdinator en zorgleerkrachten wordt op school- en klasniveau gewerkt. Projecten worden gezamenlijk uitgewerkt met de nadruk op taal, veel taal. Het zorgteam ondersteunt de klasleerkrachten met heel wat verschillende initiatieven, waarbij taal en lezen centraal staan.

Anderstalige leerlingen starten hun traject in de onthaalklas. De werking gebeurt op drie niveaus: 'de starters', let onthaaljaar' en let vervolgjaar'. De starters komen voor het eerst in contact met het Nederlands in een taalbadklas. Die kinderen hebben een

336

12. Zorgleedingen

vaste juf en een vast lokaal, waar kinderen kennismaken met het Nederlands en waar ze zich veilig en geborgen kunnen voelen. Wanneer we de kinderen beter leren kennen en ze zich kunnen behelpen in het Nederlands, kan de beginsituatie goed in kaart worden gebracht. Zo kunnen we hen, volgens hun niveau, laten aansluiten in de reguliere klas. Daarna worden de leerlingen in hun onthaaljaar verder begeleid door de leerkracht 'anderstalige nieuwkomers'. Ze krijgen ondersteuning van de zorgleerkracht en integreren in hun klas. In een vervolgjaar wordt de kennis van het Nederlands verder verfijnd.

In de onthaalklas wordt ingezet op snelle integratie. Doorheen het jaar werken we rond verschillende thema's die speciaal worden uitgekozen om de integratie zo snel mogelijk te laten verlopen. Alle thema's bieden zowel basis- als uitbreidingswoordenschat, zodat op verschillende niveaus aan taalverwerving wordt gewerkt. Kinderen leren woorden door te luisteren, door woorden en zinnen te herhalen maar vooral door te handelen en te ondervinden. We creëren veel spreekkansen, zodat ze het Nederlands eerst op spreekniveau kunnen verwerven. Schrijven komt pas op de tweede plaats.

Door het ontbreken van geschikt materiaal om de begrippen aan te brengen en in te oefenen, is eigen materiaal ontwikkeld. Dat materiaal wordt nu gebundeld en uitgebracht in een nieuwe handleiding voor anderstalige nieuwkomers. Gebaseerd op twee kinderen, Matti en Mona, worden alle thema's uitgewerkt op twee niveaus: het basis- en het uitbreidingsniveau. Beide personages brengen de woorden in korte verhalen aan. Verhalenplaten ondersteunen de verhalen in de klaspraktijk. Begrippenkaarten bij alle nieuwe woorden vormen een duidelijke visuele ondersteuning bij het aanbrengen of verder inoefenen van de woordenschat. Een cd-rom biedt de oplossing voor scholen die geen onthaalklas hebben of minder ondersteuning kunnen aanbieden. Kinderen kunnen hiermee zelfstandig het leertraject opnieuw op de beide niveaus doorlopen. De materialen steken in twee koffers: een eerste koffer voorziet in een startpakket om kinderen de noodzakelijke begrippen aan te leren en een tweede koffer voorziet de leerkracht van materialen voor het hele schooljaar.

Ook de fijne motoriek vraagt om extra aandacht. We bieden voorbereidende schrijfoefeningen aan of oefenen op het motorisch correct vormen van letters en letterverbindingen. Kinderen leren verschillende soorten lettertypes onderscheiden en herkennen. Ook het leren lezen is een belangrijk onderdeel van ons takenpakket. Kinderen leren de letters lezen en correct verklanken. Elk kind werkt op zijn niveau, aangepast aan het tempo dat het aangeeft. Na het aanvankelijk lezen, blijven we veel aandacht geven aan het technisch lezen. Kinderen oefenen — op regelmatige tijdstippen — woorden, zinnen en korte teksten, klassikaal of individueel. Eenmaal het kind het technisch lezen onder de knie heeft, stappen we over naar het begrijpend lezen. Dat is moeilijk voor anderstalige kinderen.

We merken op dat alle kinderen nood hebben aan extra leesondersteuning. Het zorg- team werkt een brede waaier aan initiatieven uit die zowel leesbevordering als leesple-

12

337

ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

zier beogen. Een leesweek en gedichtendag behoren tot de jaarlijkse initiatieven, evenals voorleesmomenten en bibliotheekbezoek. Wekelijks `niveaulezen', `tutorlezed, loorlezen' en `RALFI-lezen' (RALFI = Repeated, Assisted, Level, Feedback, Interactie) zijn langdurige projecten die over verschillende weken of zelfs het hele schooljaar lopen om kinderen vlotter en beter te laten lezen. Er wordt ook aan pre-teaching gedaan voor taalzwakke of anderstalige leerlingen, zodat ze de lessen in de reguliere klas goed kunnen volgen. Ouders worden betrokken door een ouderboekje, waarin beschreven staat hoe je samen met je kind thuis kunt lezen en hoe je kinderen kunt motiveren om meer te lezen.

De resultaten van onze outputgegevens en een recente doorlichting bevestigen dat ons taalbeleid goed uitgewerkt is.

Taalonderwijs neemt op onze school een belangrijke plaats in. Taal is de basis van alles en heeft een ondersteunende functie in alle leergebieden. Voldoende taalvaardigheid is daarom nodig om ook in vakken zoals 'wereldoriëntatie', 'wiskunde', 'muziek'... de gegeven informatie te kunnen begrijpen en verwerken. Alle (anderstalige) kinderen profiteren maximaal van onze (taal)initiatieven.

Ronde 3

Anneke Smits

Windesheim 0.50

Contact: aeh.smits@windesheim.nl

Leesproblemen overwinnen in het voortgezet technisch lezen

Ergens in Nederland, in een groep 4, gaat het niet zo goed met lezen. Een aantal kinderen is met een voldoende leesniveau uit groep 3 gekomen. In groep 4 blijkt dat hun leesniveau niet doorgroeitl. Op zich is dat geen ongebruikelijk probleem. Groepen 4 in Nederland verschillen onderling heel sterk voor wat betreft de leesresultaten. Dat lijkt in sterke mate afhankelijk van de concrete hoeveelheid tekst die leerlingen in de betreffende klassen lezen. De moderne methodes voor voortgezet technisch lezen beperken echter helaas juist de hoeveelheid tekst die zwakke lezers lezen.

Hoe kunnen we de leerlingen in deze groep 4 helpen? Hoe kunnen we hun leesproblemen in de klas behandelen? De volgende basisprincipes zijn hierbij van belang:

338

Labels

doelgroep
NT2-leerlingen/cursisten
domein
taalverwerving
land
Belgiƫ
thema
evaluatie van onderwijsopbrengsten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

26ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2012