Van woordweb naar vakconcept. Studenten ontwerpen een taalgerichte lessenserie

Joke Morshuis & David Stalpers (m.m.v. Rick de Graaff)  ·  28ste Conferentie Onderwijs Nederlands  ·  2014  ·  pagina 336 - 339

Download artikel

28ste HSN-CONFERENTIE

Ronde 2

Joke Morshuis (a) & David Stalpers (a), m.m.v. Rick de Graaff (b)

  1. Hogeschool van Amsterdam

  2. Hogeschool Inholland Contact: j.morshuis@hva.nl d.stalpers@inholland.nl

Van woordweb naar vakconcept. Studenten ontwerpen een taalgerichte lessenserie

1. Inleiding

De lerarenopleidingen van Inholland en de Hogeschool van Amsterdam laten hun studenten werken met de pijlers van Taalgericht Vakonderwijs: ‘context bieden’, ‘taalsteun aanbrengen’ en ‘interactie bevorderen’ bij de vaklessen. De generieke kennisbasis voor de lerarenopleiding stuurt daarbij ook op de begrippen ‘Dagelijkse Algemene Taalvaardigheid’ (DAT) en ‘Cognitief Academisch Taalgebruik’ (CAT). Lerarenopleiders Joke Morshuis en David Stalpers bestudeerden, in het kader van hun onderzoek voor de Kenniskring Taaldidactiek, 20 taalgerichte lessenseries: 10 die door onder andere studenten wiskunde en biologie zijn ontworpen en 10 vakoverstijgende lessenseries van studenten Nederlands. Uit de analyses blijkt dat het studenten goed lukt om een variëteit aan woordwebben, schrijfkaders en interactievormen in te zetten, maar dat het koppelen aan vakinhoud vaak achterwege blijft. Ook valt op dat studenten Nederlands een taaltaak goed en zorgvuldig kunnen opbouwen, maar moeite hebben met het uitwerken van een vakconcept. Bij studenten wiskunde of biologie is dat omgekeerd: de vakconcepten leggen ze goed uit (‘hoekensom’, ‘zintuigen’), terwijl het opbouwen van taaltaken (schrijven en spreken over de stof) onuitgewerkt blijft. Deze conclusie leidt tot de aanbeveling om bij het ontwerpen van geïntegreerde lessen en projecten samenwerking te zoeken tussen (zaak)vakdocenten en docenten Nederlands, met het oog op kwaliteitsverhoging, zowel op de lerarenopleiding als op de (vo)school. In de workshop zien we een voorbeeld van een lesproject Economie en Nederlands voor 3-vmbo.

In de lessenserie Economie en Nederlands voor vmbo-3 tl, brengen de studenten nadrukkelijk interactie in. Het rondlopen en zoeken of de omschrijving op een kaartje met ‘hoort bij BV / Eenmanszaak / VoF’, lokt natuurlijke interactie over de lesstof uit. Sommige kaartjes matchen zowel bij een BV als bij een VoF, dus inhoudelijk over-leg is nodig. Als de groepjes gevormd zijn, maken de leerlingen samen een tekstje met behulp van een schrijfkader. Eerder in de lessenserie is de voorkennis geactiveerd en de

336

12. En verder nog...

alledaagse kennis over bijbaantjes gekoppeld aan ondernemingsvormen. Alle drie de pijlers van taalgericht vakonderwijs hebben zo een plek gekregen op een voor ons, onderzoekende lerarenopleiders, kwalitatief voldoende wijze.

Soms slaat de balans tussen taalopdracht en vakinhoud door naar de taaltaak en de opbouw en beoordeling ervan. Geïntegreerd onderwijs is echter meer dan een taalvaardigheidsles waar een vakbegrip bij wordt gehaald. Vakstudenten stellen juist graag een vakconcept centraal, en letten in hun ontwerp minder op de opbouw van de taaltaak en de feedback op taaldoelen.

2. Analyses van de taalontwikkelende lessenseries

De analyses van 20 lessenseries laten zien dat studenten veel vormen van context, taalsteun en interactie toepassen in hun ontwerpen. In het didactisch repertoire van de gemiddelde student van de lerarenopleiding Nederlands (HvA) en zaakvakken (Inholland) treffen we veelvuldig ‘woordwebben’, ‘mindmaps’, ‘werken in duo’s’, ‘schrijfkaders’, ‘schema’s,’ ‘memoryspellen’ en ‘matchingsopdrachten met kaartjes’. Studenten ontlenen de werkvormen aan de theorie van Taalgericht Vakonderwijs , het congruent opleiden of modelling tijdens colleges. De prototypen ‘taalgerichte lesbrieven’ (SLO 2009) worden graag geraadpleegd om inspiratie uit op te doen en verschillende werkvormen worden uitgeprobeerd en op hun effect nabesproken.

We kunnen na analyse en beschrijving van de onderwijseenheden over taalgericht werken constateren dat we een uitgevoerd curriculum (Van den Akker 2003) zien dat is voorzien van gerichte opdrachten voor studenten om lessen te ontwerpen waarin vakconcepten centraal staan en de leerlingen hulp krijgen bij het ontwikkelen van CAT. Hebben wij, lerarenopleiders, de doelen uit de Kennisbasis bereikt en kan iedere startbekwame docent taalgericht ontwerpen en lesgeven? Nog niet. Over de daadwerkelijke uitvoering van de ontworpen lessen en over de kwaliteit van die uitvoering kunnen we weinig zeggen. Over de ontwerpen meer. De analyses van de lessenseries geven inzicht in de kwaliteit van de interventies die studenten voorstellen. We vinden het van belang om bij die analyses niet alleen te letten op kwantiteit (zitten er wel voldoende vormen van interactie in deze serie?), maar om er ook de kwaliteit van de interventie bij te betrekken. Die kwaliteit is ook een aspect bij de feedback en beoordeling van de lessenseries. Zo is het aanleggen van een woordenlijst na een (vak)leestekst een goede eerste stap. Maar als het de bedoeling is dat de leerlingen die woorden straks kennen en kunnen gebruiken, of dat ze de tekst beter begrijpen nadat ze de betekenis van de woorden hebben opgezocht, is het nodig om met die woorden aan de slag te gaan, of ten minste de tekst te herlezen. Vakstudenten moeten leren dat het maken van een woordenlijst niet veel meer oplevert dan... een lijst met woorden.

337

12

28ste HSN-CONFERENTIE

Er is dus ook aandacht nodig voor de kwaliteit van de interventie. Om die kwaliteitsslag te realiseren, zijn er criteria toegevoegd aan het beoordelingsmodel (Stalpers 2013). Deze omschrijving van kwalitatief goede interventies geeft studenten en docenten die lessen ontwikkelen houvast. Een voorbeeld uit de beoordelingsrubric:

Taalsteun in het leerlingmateriaal

Taalsteun

leidt daadwerkelijk tot

draagt in enige mate

draagt niet of

De geboden taalsteun is effectief

een beter begrip en/of

productie van vaktaal / algemene schooltaal

bij aan begrip en / of productie

nauwelijks bij aan begrip en / of productie

bv. een verwerkings-

bv. een woordweb bij

bv. uitsluitend

opdracht bij de

opgezochte betekenissen waarin aandacht is voor de gebruikte vaktaal / algemene schooltaal

de start van de les,

zonder verdere verwijzing

vakvragen bij de tekst

3. Conclusies en aanbevelingen

Studenten Nederlands en vakstudenten hebben elk hun eigen focus en blinde vlek als zij een geïntegreerde lessenserie ontwerpen. Waar vakstudenten als vanzelf de vakconcepten centraal zetten in hun educatieve ontwerp, maken studenten Nederlands van elke vakoverstijgende lessenserie het liefst een uitgebreid project Nederlands met – vooruit – een paar vaktermen erin. De inmiddels verschenen brochures ‘Werken aan vaktaal’ van SLO (2013) laten zien hoe studenten en zittende docenten samen kunnen werken en het ontwerpproces het best kunnen beginnen bij de selectie van vakconcepten.

Wij sluiten ons daar bij aan. Het vakconcept ’hoekensom’ centraal zetten en verbinden met alledaagse kennis gaat een student wiskunde beter af dan zijn collega Nederlands. Een taaltaak opbouwen en van feedback voorzien is de specialiteit van de taaldocent. Samenwerking tussen taal- en vakstudenten in de lerarenopleiding leidt tot producten waarin leerlingen de vakconcepten helder en correct kunnen verwoorden in gesproken en geschreven taal. Een rubric met geëxpliciteerde criteria voor goede vormen van context of taalsteun, ten behoeve van een beter begrip en gebruik van vaktaal en -kennis, kan richting geven aan het ontwerpen van taalgerichte lessen.

338

12. En verder nog...

Referenties

Hajer, M. & T. Meestringa (2009). Handboek Taalgericht Vakonderwijs. Bussum: Coutinho.

HBO-raad (2011). ‘Generieke Kennisbasis Tweedegraads lerarenopleidingen’.

Platform Taalgericht Vakonderwijs (2009). Dertien prototypen van taalgerichte lessenseries voor het voortgezet onderwijs. Enschede: SLO. Online raadpleegbaar op: www.taalgerichtvakonderwijs.nl/publicaties.

Stalpers, D. (2013). Rubric voor vakovestijgende lessen en projecten. Hogeschool van Amsterdam: interne publicatie.

Thijs, A. & J. van den Akker (red.) (2009). Leerplan in ontwikkeling. Enschede: SLO.

Van den Akker, J. (2003). ‘Curriculum perspectives. An introduction’. In: J. van den Akker, W. Kuiper & U. Hameyer (eds.). Curriculum landscapes and trends. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers, p. 1-10.

Van Dijk, G., M. Hajer, R. Scharten & B. de Vos (2013). Werken aan vaktaal bij de exacte vakken. Enschede: SLO.

339

12

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
taal bij andere vakken
taalcompetenties
land
Nederland
onderwijstype
lerarenopleiding
thema
onderwijsleermateriaal

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014