Modulaire leerlijn Nederlands

Ella Bohnenn & Paul Steehouder  ·  11de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1997  ·  pagina 35 - 38

Modulaire leerlijn Nederlands

ELLA BOHNENN EN PAUL STEEHOUDER

CINOP

1. Wat is de Modulaire leerlijn Nederlands?

De modulaire leerlijn Nederlands is een beheersingslijn Nederlands van het alfabetiseringsniveau tot aan het taalvaardigheidsniveau waarmee iemand in het wetenschappelijk onderwijs kan functioneren. In deze leerlijn worden zes niveaus onderscheiden. Ieder niveau is verder onderverdeeld in kleine eenheden: de modulen. Modulen in de modulaire leerlijn zijn beschreven in moduulspecificaties. Een moduulspecificatie, bestaande uit begin- en eindtermen, inhouden, suggesties voor uitwerking, leermiddelen en toetsing, is een trajectonafhankelijk document. Dat betekent dat een moduulspecificatie in meerdere trajecten (of opleidingen) kan worden opgenomen. Moduulspecificaties doen geen uitspraken over de wijze waarop leerprocessen worden vormgegeven en hoe deelnemers de eindtermen bereiken. Dat wordt uitgewerkt in trajectafhankelijke moduulprogramma's, die door de scholen zelf worden gemaakt in de vorm van docentenhandleidingen en/of studiewijzers voor cursisten. Deze programma's kunnen er verschillend uitzien afhankelijk van het traject of de opleiding waarin de moduul is opgenomen en de specifieke kenmeken van de onderwijsorganisatie. Een moduulprogramma dat onderdeel is van een opleiding waarin veel gebruik gemaakt wordt van een studiehuis of openleercentrum stelt andere eisen aan de uitwerking en vormgeving dan een programma dat opgenomen is in een opleiding dat voornamelijk klassikaal of groepsgewijs wordt aangeboden.

In de modulaire leerlijn zijn de eindtermen educatie voor breed maatschappelijk functioneren (doorstroming naar beroepsopleidingen) en sociale redzaamheid zoals vastgesteld door de minister van OCenW in januari 1997 en de eindtermen van de eindexamenprogramma's mavo, havo, vwo opgenomen. Ook is gekeken naar de eisen voor taalvaardigheid die gesteld worden in het beroepsonderwijs.

Bij de ontwikkeling en totstandkoming van deze leerlijn is voortgebouwd op al bestaande landelijke ontwikkelingen en documenten zoals de doelen Nederlands, zoals die voor de basiseducatie zijn ontwikkeld, de cursusplannen Nederlands als moedertaal, de projecten flexibilisering basiseducatie en vavo, projecten integratie basiseducatie-vavo, aansluiting educatie beroepsonderwijs, modulering vavo , de eindtermen Nederlands van de KSE, eindtermen van de huidige examens mavo, havo en vwo en de eindtermen van Nederlands in de vernieuwde tweede fase voortgezet onderwijs. De formulering van de eindtermen verschillen nogal in de verschillende documenten.

Om de aansluiting tussen de basiseducatie-eindtermen en de eindtermen voor mavo, havo en vwo zo goed mogelijk te maken, zijn ook voor niveau 4,5 en 6 (nieuwe) functionele eindtermen geformuleerd. De eindtermen voor de examenprogramma's mavo, havo en vwo, zijn ondergebracht in verschillende modulen van de leerlijn op niveau 4, 5 en 6.

Maar niet alle eindtermen op de niveaus 4,5 en 6 in deze modulenlijn zijn ook direct te herleiden op exameneisen voor mavo, in havo en vwo. De Wet Educatie en Beroepsonderwijs maakt het

35

ROC's immers mogelijk om ook op deze niveaus naast de opleidingen mavo, havo en vwo andere opleidingen of trajecten aan te bieden. Er zijn dus ook modulen ontwikkeld die niet per se toeleiden naar een examen, maar die zeer zinvol kunnen zijn in bijvoorbeeld trajecten die toeleiden naar vervolgopleidingen in het beroepsonderwijs of trajecten die leiden tot beter functioneren op de werkplek, of trajecten die volwassenen in staat stellen om beter te functioneren in het dagelijks leven.

2. Hoe is de modulaire leerlijn opgebouwd?

De modulaire leerlijn onderscheidt zes beheersingsniveaus en bestaat uit (deel)leerlijnen voor: lezen, schrijven, spreken en luisteren, overige functionele vaardigheden, ondersteunende vaardigheden. Iedere moduul is als volgt uitgewerkt:

  1.   Naam van de moduul

  2.   Plaats in de KSE: hierbij wordt het niveau aangegeven in relatie tot de Kwalificatiestructuur Educatie (KSE). Grofweg kan gesteld worden dat niveau 2 aansluiting geeft bij het assistentenniveau van de kwalificatiestructuur van de beroepsopleidingen, niveau 3 bij het niveau basisberoepsbeoefenaar , niveau 4 bij start I en niveau 5 bij start II

  3.   Begintermen: hierbij wordt aangegeven welke modulen vooraf gaan aan de moduul.

  4.   Eindterm: de eindterm is geformeerd in termen van functionele taalvaardigheid.

  5.   Inhouden: de inhouden worden omschreven met behulp van tekstsoorten, tekstkenmerken en inzichten en vaardigheden. Bij inzichten en vaardigheden zijn ondermeer de eindtermen ondergebracht zoals geformuleerd voor de educatie-opleidingen en de exameneisen mavo, havo, vwo.

  6.   De samenhang binnen het vak: dit laat zien welke modulen voorwaardelijk zijn voor andere en welke modulen in combinatie (of geïntegreerd) met andere modulen kunnen worden aangeboden. Ook wordt hierbij aangegeven of de moduul eindtermen van mavo, havo of vwo bevat en dus in een mavo-, havo- of vwo-traject opgenomen moet worden.

  7.   Suggesties voor de uitwerking: het gaat hierbij om de uitwerking in moduulprogramma's. Er worden aandachtspunten gegeven die verschillend van karakter zijn. Soms gaat het om aandachtspunten die te maken hebben met de specifieke kenmerken van volwassen leerders; soms worden bepaalde rijtjes gegeven die in de sfeer kunnen liggen van vragenlijsten voor cursisten, structureringsvragen, stappenplannen, en leerstappen. Ook kunnen de aandachtspunten te maken hebben verschillende trajecten, zoals bijvoorbeeld een traject dat toe leidt naar havo en een dat toe leidt naar vwo examen.

  8.   Suggesties voor achtergrondliteratuur en leermiddelen: deze paragraaf geeft verwijzingen naar achtergrondliteratuur en bestaande leergangen die inpasbaar zijn in moduulprogramma's op basis van deze moduulspecificaties. Er wordt slechts een beperkte selectie gegeven van bruikbare bronnen en leermiddelen. Op termijn zal gewerkt worden aan een geautomatiseerde leermiddelen informatie.

  9.   Toetsing en afsluiting: hier wordt aangegeven hoe een moduul kan worden afgesloten. Soms wordt er verwezen naar een bestaande toets, soms naar de examenvorm en soms wordt er een toetsmatrijs gegeven op basis waarvan beoordeling plaats kan vinden.

3. Wat kunnen ROC's met deze modulaire leerlijn?

1.   Met deze modulaire leerlijn wordt een bijdrage geleverd aan de toegenomen behoefte aan

36

flexibilisering van het onderwijs. ROC's staan immers voor de uitdaging het onderwijs verder te flexibiliseren. 'Onderwijs op maat', 'korte en toegesneden leertrajecten' zijn de eisen waar de educatie en beroepsonderwijs aan moet voldoen. De ene cursist is de andere niet en dit gegeven wordt gehonoreerd door steeds meer te differentiëren in leertrajecten. In het leertraject worden die inhouden aangeboden die nodig zijn: wat bekend is hoeft niet nog eens dunnetjes overgedaan te worden, wat niet nodig is wordt niet meer in het traject opgenomen, er wordt extra aandacht besteed aan dat waar meer aandacht voor moet zijn.

  1.   Het vormt een overzichtelijk geheel van wat een ROC aan Nederlands te bieden heeft. Een modulaire leerlijn biedt structuur in het aanbod Nederlands. Met behulp van de modulaire leerlijn kunnen standaardtrajecten en opleidingen worden ontwikkeld. Een standaardtraject wordt gemaakt voor een bepaalde groep deelnemers die ongeveer hetzelfde beginniveau heeft en hetzelfde eindniveau wil bereiken. Een standaardtraject of opleiding kan worden gezien als een hulpmiddel bij het vaststellen van een individueel traject.

  2.   De modulaire leerlijn maakt aansluiting tussen educatie en beroepsonderwijs makkelijk. De modulen kunnen op eindtermen van de deelkwalificaties van de beroepsopleidingen gelegd worden. Hierdoor kan aangegeven worden welke modulen (eindtermen, inhouden) nodig zijn voor een specifieke beroepskwalificatie en dus in een beroepsopleiding opgenomen moeten worden. Daarmee kan ook duidelijk worden aangegeven wat deelnemers op het gebied van Nederlands in huis moeten hebben voordat zij met goed gevolg een beroepsopleiding kunnen volgen. Ook kan de overlap tussen verschillende opleidingen/trajecten worden achterhaald.

  3.   De modulaire leerlijn maakt het mogelijk de nieuwe assistentenopleidingen te ontwikkelen. Op het assistentenniveau moeten cursisten immers vaak ook nog basisvaardigheden leren.

  4.   De modulaire leerlijn vormt een kader voor taalonderwijs op maat. De moduulplannen bevatten de begin- en eindterm en de inhoud van de moduul. Docenten kunnen afhankelijk van de opleiding waarin zij werken en de deelnemers die de opleiding volgen de modulen concreet uitwerken in moduulprogramma's. Deze kunnen ook door andere docenten gebruikt, maar ze kunnen ook worden aangepast en ingevuld met ander lesmaterialen die door docenten zelf ontwikkeld en beproefd zijn.

  5.   Gebruik van de modulaire leerlijn maakt uitwisseling tussen docenten van verschillende afdelingen en van verschillende ROC's gemakkelijk. Omdat vanuit een inhoudelijke structuur gewerkt wordt kan veel meer dan tot nu toe gebruik gemaakt worden van opgebouwde deskundigheid in de scholen.

4. Projecten

Er lopen al een aantal projecten waarbij de modulaire leerlijn gebruikt wordt.

1. Het samenwerkingsverband Nederlands is een samenwerkingsverband van docenten Nederlands. Op dit moment zijn zo'n 25 ROC's hierbij aangesloten. Doel van het samenwerkingsverband is uitwisseling van ervaringen en producten met betrekking tot de flexibilisering van het vak Nederlands. Er worden handleidingen, studiewijzers en ervaringen in het gebruik uitgewisseld. Op deze wijze wordt optimaal gebruik gemaakt van elkaars deskundigheid. De modulaire leerlijn biedt de inhoudelijke structuur voor de uitwisseling. Tot nu toe bestaat het samenwerkingsverband uit docenten afkomstig uit de educatie. Deelname door docenten uit het beroepsonderwijs wordt echter niet uitgesloten. Er ligt inmiddels een initiatief om ook zo'n samenwerkingsverband voor docenten Nederlands in het beroepsonderwijs te starten.

37

  1.   SPRINT, een modulaire leergang voor lezen en schrijven op niveau 1 en 2 sluit aan op de modulaire leerlijn Nederlands. SPRINT wordt uitgegeven door uitgeverij Malmberg.

  2.   FlexNed is een nieuwe multimediale methode Nederlands, die gebaseerd is op de modulaire leerlijn Nederlands. Het betreft hier de modulen voor lezen en schrijven op niveau 3 van de leerlijn. FlexNed is inzetbaar in bestaande trajecten en opleidingen maar ook als bijspijkerpakket voor cursisten met taalproblemen. Het biedt daardoor de mogelijkheid om de uitval van leerlingen in beroepsopleidingen (niveau 3 en 4) te reduceren. Verder biedt FlexNed mogelijkheid tot differentiatie in niveau, tempo en leerstijl. De methode is opgebouwd uit 10 modules op 10 cd-roms. Daarnaast bevat iedere module nog een cursistenboekje met studiewijzers en een docentenhandleiding (nadere informatie: Malmberg, afdeling verkoop/voorlichting: tel: 073-628877).

  3.   In een samenwerkingsproject werken CINOP en CITO aan de ontwikkeling van toetsen bij de modulen op niveau 3 van de modulaire leerlijn.

In de loop van 1998 zullen door CINOP in samenwerking met ROC's nieuwe projecten gestart worden op de volgende thema's:

  1.  Aansluiting van vbo/mavo en mbo: voor het vbo/mavo zijn nieuwe eindtermen in de maak, gekoppeld aan het leerwegenstelsel. In het verlengde daarvan zal CINOP een project starten gericht op de aansluiting vbo/mavo en beroepsonderwijs. Met name op het terrein van funderende vaardigheden, waaronder Nederlands, blijken leerlingen het vaak niet te redden bij de overstap van vbo/mavo naar het beroepsonderwijs. De nieuwe eindtermen vbo/mavo zullen ingepast worden in de modulaire leerlijn Nederlands. Daarmee biedt de modulaire leerlijn een kader voor de aansluitende leerwegen naar het beroepsonderwijs.

  2.  CINOP is in samenwerking met een aantal ROC's gestart met de voorbereiding van de ontwikkeling van een Virtueel Talencentrum: een netwerkvoorziening waar docenten en cursisten leer- en studiemateriaal kunnen uitwisselen en simulatie-omgevingen aantreffen om hun taalvaardigheid aan te scherpen. De modulaire leerlijn zal de onderliggende inhoudelijke structuur voor dit virtuele talencentrum bieden.

Wijzelf werken als onderwijskundig adviseur bij de afdeling ROC van CINOP met speciaal aandachtsgebied het vak Nederlands in het BVE-veld (ROC's en bedrijfsopleidingen). CINOP (Centrum voor innovatie van opleidingen) is ontstaan uit een fusie van SVE, een instelling die zich vooral richtte op leerplanontwikkeling ten behoeve van de educatie en CIBB, dat zich vooral richtte op het beroepsonderwijs. CINOP werkt in opdracht van OCenW en BVE-raad aan landelijke innovatieprojecten en in opdracht van afzonderlijke ROC's aan langere en kortere projecten.

Nadere informate over de modulaire leerlijn:

Ella Bohnenn: tel: 073-6800897, e-mail: ebohnenn@cinop.nl Paul Steehouder: tel: 073-6800782, e-mail: psteehouder@cinop.nl

CINOP, Afdeling Verkoop

Postbus 1585, 5200 BP 's-Hertogenbosch tel 073-6800768, e-mail: sput@cinop.nl

38

Labels

land
Nederland
onderwijstype
volwassenenonderwijs
thema
doelstellingen
leerlijn

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

11de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1997