Taalbeleid in ontwikkeling

Roger Van den Borre  ·  16de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2002  ·  pagina 451 - 457

TAALBELEID IN ONTWIKKELING Roger Van den Borre

1   Inleiding: omschrijvingen van het begrip

Voor de omschrijving van het begrip 'taalbeleid' wordt uitgegaan van de kernachtige definitie van Teunissen, die haar deugdelijkheid al vaker bewezen heeft: Taalbeleid is een structurele en systematische wijze van reageren op de taalsituatie in de eigen school.' (Werken aan taalbeleid, 1992) Als een school een gedegen taalbeleid wil voeren, volstaat het inderdaad niet om hier en daar, zoals het uitkomt, een brandje te blussen: systematisch en gecoördineerd ingrijpen is dan de boodschap.

De inspectie wil oog hebben voor het procesmatige karakter van innovaties, veeleer dan dat ze een oordeel wenst te vellen over de stand van zaken in een bepaalde school. Daarom dringt zich hier een uitvoeriger omschrijving op, die niet alleen focust op het engagement van zoveel mogelijk schoolparticipanten, waardoor strategisch en gestructureerd handelen pas mogelijk wordt, maar ook op het procesmatige van een taalbeleid: 'Het opzetten van een schooltaalbeleid doelt op hetontwikkelingsprocesbinnen een school waarbij op een doelbewuste en strategische manier wordt nagedacht over de wijze waarop de school omgaat met taal en taaldiversiteit. Dat mondt uit in een product, namelijk een taalbeleidsplan dat een geheel van afspraken inhoudt tussen de schoolbetrokken actoren. Dat zijn niet enkel de leraren in samenspraak met de directie en ... de leerlingen, maar ook andere betrokkenen zoals ouders, begeleidingsdiensten, externe projectmedewerkers, nascholers enz.' (Ponjaert-Kristoffersen, van Braak & Lambrecht: Naar de ontwikkeling van een lokaal schooltaalbeleid in het Brussels Basisonderwijs, 1998) Aangezien een taalbeleid voortdurend in ontwikkeling is, veronderstelt het ook de permanente aandacht en de permanente zorg van allen die direct of indirect instaan voor en bijdragen tot onderwijskwaliteit.

Taalbeleid in ontwikkeling 1 451

2 Motivaties om een taalbeleid te voeren

Door een taalbeleid te voeren, wil een school in de eerste plaats al haar leerlingen ertoe in staat stellen de doelstellingen van het schoolcurriculum te halen. Daarin zijn vanzelfsprekend de leerplandoelstellingen opgenomen. Taalzwakke en anderstalige leerlingen met een gebrekkige kennis van het Nederlands moeten in staat gesteld worden de schooltaal voldoende te leren beheersen. Dat laatste betekent onder meer dat die leerlingen de nodige woordenschat en schoolse taalvaardigheid moeten kunnen verwerven. Indien de middelen die een school daarvoor inzet en de ondersteuning die ze daartoe krijgt aangeboden, worden gecoördineerd in het teken van een taalbeleid, kunnen ze een groter rendement opleveren. Taalbeleid speelt dus een rol, als het erom gaat leerlingen gelijke onderwijskansen te bieden. Het werkt emancipatorisch, doordat het initiële maatschappelijke ongelijkheden neutraliseert of tenminste daartegen ingaat.

Met een taalbeleid worden bovendien de resultaten van alle leerlingen voor het schoolvak Nederlands en voor moderne vreemde talen geoptimaliseerd. De resultaten betreffen zowel kennis van de taal als vaardigheid in het hanteren ervan. Het schoolbeleid en de schoolorganisatie kunnen dat proces in hoge mate beïnvloeden. Denken we maar aan het belang van doordachte en verantwoorde samenzettingen, deliberatiecriteria, attributies, opties op het vlak van logistiek beleid, enz. Een taalbeleid berust onder meer op dergelijke maatregelen en opties die met het oog op degelijk talenonderwijs door het schoolbestuur worden genomen. Het garandeert ongetwijfeld betere leerresultaten, die meer overeenstemmen met wat leerlingen in hun leerproces en wat leraren in het onderwijsproces hebben geïnvesteerd.

Een goed taalbeleid beoogt echter niet alleen de bevordering van taalkennis en schoolse taalvaardigheden, maar wil ook bijdragen tot de algemene, meer in het bijzonder de culturele en vakoverschrijdende vorming van alle leerlingen. De school zorgt daaromvoor een leerkrachtige omgevingwaarin leerlingen gestimuleerd worden tot vlot gebruikvan de standaardtaal, onder meer in het teken van culturele activiteiten.

452 1 Taalbeleid in ontwikkeling

3 Motivatie voor de inspectie

Taal kan worden aangezien als een substraat, als een draagvlak dat ten grondslag ligt aan alles wat zich op schoolniveau en binnen de vakken voltrekt. De voorgeschreven kennis en vaardigheden worden bijgebracht via taal. Voor alle leerlingen is taal een onmisbaar instrument dat toegang biedt tot de leerstof, dat ook inzicht in en reflectie over die leerstof mogelijk maakt. Bovendien helpt het de leerlingen creatief om te gaan met wat ze geleerd of verworven hebben. Een voldoende taalvaardigheid is voor alle leerlingen dan ook een voorwaarde om voor alle vakken de vakgebonden eindtermen te bereiken of de vakgebonden ontwikkelingsdoelen na te streven.

Taalvaardigheid verwerven is een noodzaak voor alle leerlingen. Hun vaardigheid met en in taal bepaalt immers mede het leren beheersen van vakoverschrijdende eindtermen of ontwikkelingsdoelen binnen thema's als leren leren, burgerzin en sociale vaardigheden. Taalvaardigheid bijbrengen en versterken is daarom een opdracht en verantwoordelijkheid van alle leraren.

De kernopdracht van de inspectie bestaat erin te controleren of leerlingen de vakgebonden en vakoverschrijdende leerplandoelstellingen, eindtermen en ontwikkelingsdoelen bereiken of nastreven. Op grond van die opdracht ligt het voor de hand dat de inspectie aandacht heeftvoor de matewaarin een schooltaalbeleid wordt gerealiseerd. Conform de tweede omschrijving van het begrip impliceert taalbeleid een doordachte en strategische omgang niet alleen met taal, maar ook met taaldiversiteit. Daarom wordt ervan uitgegaan dat de invulling van de leerdoelen op school afhankelijk is van en bepaald wordt door de beginsituatie van de leerlingen.

4 Doelstellingen van de inspectie met de observatie van taalbeleid

Het behoort tot de opdracht van de inspectie initiatieven voor te stellen die de kwaliteit van het onderwijs kunnen bevorderen. Daarom wil ze scholen voor een taalbeleid sensibiliseren. De inspectie heeft de bedoeling met de school een relatie van kritische partner op te bouwen. Ze wil dan ook de scholen goed informeren over de inhoud, het doel en de verwachtingen van de observatie van taalbeleid op school. De school dient van de inspectie bovendien de nodige feedback in verband met de eigen taalsituatie te krijgen.

Taalbeleid in ontwikkeling 1 453

Het belang dat wordt gehecht aan een taalbeleid en aan de implicaties ervan is afhankelijk van het type school waarover het gaat, van haar lerend vermogen, van haar bereidheid tot veranderen en - niet het minst - van haar vermogen tot zelfevaluatie. Ook op deze laatste aspecten probeert de inspectie overigens zicht te krijgen tijdens de schooldoorlichting. Het gaat daarbij om processen die geleidelijk en langzaam verlopen. Hetzelfde geldt voor de processen die aan de gang worden gebracht, zodra een school beslist werk te maken van een taalbeleid.

Zowel de taalwetgevingals de leerplannen Nederlands stellenweliswaar afdwingbare eisen met betrekking tot taalverwerving en taalvaardigheid, maar de realisatie van een taalbeleid behoort uiteindelijk tot de autonomie van de school. Daarom wil de inspectie op dat terrein wel sensibiliseren, stimuleren en informeren, maar niet sanctioneren. Ook het servicedocument dat met het oog op de observatie van taalbeleid werd ontwikkeld, werd in die zin opgevat: het is suggestief, veeleer dan imperatief. De observatielijst, die als bijlage wordt toegevoegd en die het werk van de betrokken taakgroep binnen de inspectie is, bestaat uit drie grote geledingen die volgens het concept van het schooldoorlichtingsverslag werden geordend:

  1. Er is aandacht voor het beleid van de school met betrekking tot taal (`Hoe is het taalbeleid van de school?').

  2. Er wordt nagegaan wat van dat beleid in de klaspraktijk terechtkomt (`Hoe wordt het taalbeleid geconcretiseerd in de klas?').

  3. De resultaten van het taalbeleid worden onderzocht (`Hoe is het taalgebruik van de leerlingen?').

Het is de bedoeling dat de observatielijst gedurende het schooljaar 2002-2003 bij elke schooldoorlichting wordt gehanteerd en nadien wordt bijgestuurd.

5 Procedure

voor de doorlichting

Naar aanleidingvan het eerste schoolbezoekverduidelij kt de inspecteur-verslaggever de doelstellingen van de observatie van het taalbeleid van de school, namelijk informeren, sensibiliseren en stimuleren, niet sanctioneren. Voorts licht hij de werkwijze toe. Het is belangrijk dat de school kan inzien dat de observatie geen bijkomende werklast meebrengt voor de leraren en de school. Zo is het niet de bedoeling dat alle leraren de lijst invullen. Wel kan ze ter sprake komen op de vergaderingen met de vakgroepen.

454 1 Taalbeleid in ontwikkeling

na de doorlichting

In elk doorlichtingsverslag komt een verslag over het taalbeleid op schoolniveau en op klasniveau. Die verslagen worden verwerkt tot een synthese, die opgenomen wordt in het jaarverslag van de inspectie.

6 Bevindingen

Op het ogenblik dat deze tekst tot stand kwam, was de observatielijst pas enkele maanden in gebruik. De bevindingen op grond van het gebruik van de lijst zijn dus gerelateerd aan een beperkt aantal scholen en kunnen zeker niet worden geëxtrapoleerd naar het brede onderwijsveld. In wat volgt, zetten we dan ook een aantal uitspraken op een rij die in termen van voorbeelden van goede praktijk of in termen van werkpunten terug te vinden zijn in de verslagen met betrekking tot taalbeleid op schoolniveau.

Hoe beperkt die inspectiebevindingen vooralsnog ook mogen zijn, en hoezeer ze in een aantal gevallen ook afhankelijk zijn van en verbonden zijn met het eigen profiel, de specifieke bevolking en het specifieke studieaanbod van een bepaalde school, toch geven ze een idee van wat met betrekking tot taalbeleid in een onderwijsinstelling kan worden gerealiseerd of van wat er op dat vlak verder kan worden ondernomen. Een inspirerende greep dus uit een aantal voorbeelden van goede praktijk en uit een aantal werkpunten met betrekking tot diverse aspecten van taalbeleid.

7 Voorbeelden van goede praktijk

  • De school heeft een coherente visie op taalbeleid ontwikkeld die geconcretiseerd wordt in een duidelijk actieplan.

  • De school heeft in het teken van het GOK-beleid gegevens over de taal- en de sociale situatie van de leerlingen verzameld en die als uitgangspunt voor een gestructureerde en gecoördineerde aanpak genomen. (GOK = gelijke onderwijskansen)

Het schoolbestuur organiseert met GOK-uren onder meer inhaallessen Nederlands voor de remediëring van taalzwakke leerlingen of voor leerlingen met taalachterstand.

Taalbeleid in ontwikkeling 1 455

  • De school zet instrumenten in voor de analyse van de beginsituatie met betrekking tot de taalvaardigheid van haar leerlingen.

  • De school verwacht dat de personeelsleden in hun gesproken en geschreven taalgebruik een voorbeeldfunctie vervullen.

  • Het schoolreglement verplicht de leerlingen uitdrukkelijk zowel hun gesproken als hun geschreven taal te verzorgen.

  • De school heeft een werkgroep NIT (Nederlands instructietaal) opgericht, om de kloof tussen thuis- en schooltaal te verkleinen.

- Het taalbeleid maakt deel uit van de leerlingenbegeleiding, wat aantoont dat de school meer nastreeft dan het hanteren van de taal om de taal.

  • Specifieke groepen, zoals anderstaligen of dyslectici, kunnen rekenen op een geïndividualiseerde begeleiding in de mate van de beschikbaarheid van voldoende begeleiders.

  • Bij taalleerstoornissen worden bindende afspraken gemaakt tussen leerlingen, ouders en leraren omtrent vervangende activiteiten; compenserende en dispenserende maatregelen worden genomen.

8 Werkpunten

  •  Zorgen voor een goede doorstroming en coördinatie van de initiatieven genomen door de werkgroep taalbeleid.

  •  Ervoor zorgen dat álle leraren een correcte taal gebruiken en toezien op het correcte mondelinge en schriftelijke taalgebruik van hun leerlingen.

  •  De leerlingen in alle vakken stimuleren om voldoende spreekdurf aan de dag te leggen en om hun vragen en antwoorden in een duidelijke en correcte taal te formuleren.

Alle uren gegenereerd door de anderstalige nieuwkomers gebruiken voor de betrokken leerlingengroep.

Een systematische en schoolbrede werking rondom anderstaligheid opzetten.

456 1 Taalbeleid in ontwikkeling

  •  Officiële schooldocumenten voor interne en externe communicatie op taalcorrectheid screenen.

  •  In alle vakgroepen nagaan ofproefwerkvragen voldoende duidelijk, nauwkeurig en transparant zijn geformuleerd.

  •  Bij het opstellen van taken en toetsen rekening houden met het taalvaardigheidsniveau van de leerlingen.

  •  Werk maken van verantwoorde samenzettingen voor de taalvakken.

  •  Het taalonderwijs voldoende logistiek ondersteunen, onder meer met passende accommodatie en ICT-voorzieningen.

  •  Betrokken personeelsleden stimuleren om nascholing te volgen die voldoende aansluit bij de reële noden van de school op het vlak van taalonderwijs en ervoor zorgen dat de gevolgde nascholing een voldoende multiplicatoreffect sorteert.

De inspectiebevindingen wijzen erop dat het taalbeleid in volle ontwikkeling is. Het bewustwordingsproces is volop aan de gang. Steeds meer scholen zien immers in dat ze er in het teken van kwaliteitszorg en kwaliteitsverhoging alle belang bij hebben middelen in te zetten en personeel te stimuleren voor taalbeleid. Impulsen en stimulansen komen overigens van verscheidene kanten: studiedagen en nascholingen worden aan taalbeleid gewijd, het is een geconsolideerd thema in de onderwijskundige literatuur geworden, het is een aandachtspunt van begeleidingsdiensten en uiteraard blijft de inspectie haar sensibiliseringsinspanningen voortzetten.

Een cruciale vaststelling is wellicht dat vele scholen waardevolle inspanningen leveren, maar dat die inspanningen vaak nog te versnipperd zijn. Ongetwijfeld zou een systematische bundeling van krachten en middelen in heel wat scholen meer effect sorteren. Organisatie en coördinatie zijn dan ook sleutelwoorden, als het een school erom gaat een volwaardig taalbeleid op het getouw te zetten en te realiseren.

Taalbeleid in ontwikkeling 1 457

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
taalbeleid
land
België

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

16de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2002