Writing to Learn als krachtige leeromgeving voor de verwerving van kernbegrippen uit de lerarenopleiding en het beroepsleven

Cathérine Van Eyen & Lieve Verheyden  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 50 - 56

Download artikel

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

moet laten zien om het 1F-niveau te behalen. Met behulp van het instrumentarium kunnen de leerkrachten van de deelnemende scholen en andere leerkrachten ook na dit project de schrijf- en spreekontwikkeling blijven volgen.

Referenties

Collins, A. & D. Joseph (2004). “Design Research: Theoretical and Methodological Issues”. In: Journal of the Learning Sciences, jg. 13, nr. 1, p. 15-42.

Swain, S.S., R.L. Graves & D.T. Morse (2010). “Prominent Feature analysis: What it means for the classroom”. In: English Journal, jg. 99, nr. 4, p. 84-89.

Noten

1 In het Referentiekader Taal staat voor de verschillende drempelmomenten in de schoolcarrière van leerlingen beschreven wat ze moeten kennen en kunnen op de verschillende domeinen van het taalonderwijs. Het 1F-niveau is het minimale niveau dat kinderen aan het eind van de basisschool (lagere school) zouden moeten behalen.

2 In de workshop zal het instrumentarium worden gepresenteerd.

Ronde 4

Cathérine Van Eyen (a) & Lieve Verheyden (b)

  1. DLO, KHLeuven

  2. CTO, KU Leuven

Contact: Catherine.van.eyen@khleuven.be Lieve.verheyden@khleuven.be

Writing to Learn als krachtige leeromgeving voor de verwerving van kernbegrippen uit de lerarenopleiding en het beroepsleven

0. Vooraf

Het fundamenteel verwerven van de kennisvereisten van opleiding en beroep is een uitdaging voor elke professionele bacheloropleiding. Om als professional te kunnen

50

2. Lerarenopleiding Basisonderwijs

2

functioneren in wisselende en snel evoluerende contexten, moet men namelijk soepel kunnen terugvallen op basiskaders en bijhorende kernbegrippen (professioneel jargon) om bijvoorbeeld te communiceren met directe collega’s en professionals uit verwante sectoren. Het huidige onderwijs, ook in bacheloropleidingen, lijdt al te vaak aan shallow learning: lang niet alle studenten blijken in staat om het geleerde op te roepen in andere contexten, bijvoorbeeld bij reflecties op stage-ervaringen, in presentaties of in toepassingsopdrachten op examens (Vandebosch 2010; Van Eyen & Kerkhofs 2010; Taalbeleidsplan Associatie KU Leuven – enquête jan. 2010). Hoewel de verleiding groot is om dit euvel toe te schrijven aan het oppervlakkig studeren van ‘de studenten’, mag de verantwoordelijkheid van de opleider(s) in deze toch niet onderschat worden.

Het OOF-project1 “Pen en papier. Writing to Learn als krachtige leeromgeving voor kennisconstructie” (2011-2013, Associatie KU Leuven) stelde zich als doel startbekwamere professionals voor het werkveld te vormen door studenten meer kansen te bieden tot deep level learning van hun professionele jargon. Binnen het OOF-project werd deze innovatie onder andere verwezenlijkt via een intensief teambreed implementatietraject in vier opleidingen Bachelor Kleuteronderwijs van de Associatie KU Leuven en via een kort professionaliseringstraject Taalgericht Vakonderwijs in twee opleidingen bachelor Lager Onderwijs. In deze bijdrage gaan we in op de implementatie van Writing to Learn-interventies rond kernbegrippen van opleiding en beroep als interessante vorm van taalontwikkelend vakonderwijs voor docenten binnen de lerarenopleiding. Voor de opzet en effecten van het project in andere opleidingen hoger onderwijs (i.c. bacheloropleidingen Voedings- en dieetkunde, Ergotherapie en Verpleegkunde) verwijzen we naar de bijdrage van Verheyden & Van Eyen binnen de stroom ‘hoger onderwijs’.

1. Inleiding

Het professioneel jargon, dat door heel wat docenten binnen de lerarenopleiding gebruikt wordt (in verschillende vakken en opleidingsjaren), blijkt, ondanks een frequent aanbod, slechts moeizaam verworven te worden (Verheyden & Van Eyen 2012). Een beter begrip en gebruik van dit jargon door studenten is niet enkel een verzuchting van de lerarenopleiding, maar eveneens van het werkveld. Deze begrippen vormen namelijk vaak de hoeksteen van basiskaders, theorieën en redeneringen en behoren dus tot de kern van de opleiding.

Toch roept het gebruik van dit professionele jargon door docenten ook vragen op bij de studenten zelf. Zo maken zij melding van allerlei ambiguïteiten op dat vlak binnen hun eigen curriculum: docenten gebruiken niet altijd exact dezelfde begrippen om over bepaalde inhouden te praten, of – omgekeerd – bepaalde begrippen worden over de vakdomeinen heen soms (lichtjes) anders ingevuld (Van Eyen & Kerkhofs 2010).

51

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Dergelijke tegenstrijdigheden binnen het begrippenapparaat, samen met het feit dat docenten weinig expliciet aandacht besteden aan het verwervingsproces van het professionele jargon (Prenger 2005), werpen vanzelfsprekend een drempel op voor het fundamenteel leren van studenten.

Om tegemoet te komen aan deze nood kiezen we voor een teambrede innovatie, met name de implementatie van taalgericht vakonderwijs in alle vakken en opleidingsjaren via het krachtige Writing to Learn (WTL), gericht op de fundamentelere verwerving van kernbegrippen voor opleiding en beroep (professioneel jargon). Door studenten vaker en gevarieerder uit te nodigen om onbeoordeeld schriftelijk te communiceren over/rond hun professionele jargon, bieden we hen de kans om zich bewuster te worden van de eigen inzichtelijke bouwstenen, maar ook van de hiaten in hun kennisconstructie (Marzano e.a. 2008; Snow 2009).

2. Kernbegrippen voor opleiding en beroep

Met kernbegrippen voor opleiding en beroep bedoelen we woorden of woordcombinaties die (volgens de opleiders) frequent gebruikt worden door de professional en dus expliciet aandacht moeten krijgen in de opleiding van bachelors in de lerarenopleiding. Het zijn begrippen die een (kleuter)onderwijzer gebruikt wanneer hij/zij met directe collegás of met andere professionals uit het werkveld communiceert (bijvoorbeeld zorgleerkrachten, logopedisten, GON-begeleiders ... ). Om teambreed te kunnen werken, kiezen we uitdrukkelijk voor het vakoverschrijdende professionele jargon, met name kernbegrippen die door de opleiding heen aan bod komen en dus niet uitsluitend bij één domein of vak horen. Het gaat om begrippen die rechtstreeks aansluiten bij de essentiële startcompetenties van leerkrachten en waarvan we weten dat de inhoud complex is (gezien de abstractiegraad ervan).

Voor de bacheloropleiding Kleuteronderwijs bakenden we dit kernbegrippenapparaat af via een uitgebreide Delphi-methode, in nauwe samenwerking met vier docententeams Bachelor Kleuteronderwijs. Zo kwamen we voor dit opleidingstype tot een verantwoorde selectie van 100 kernbegrippen, een exemplarische lijst, weliswaar, waarbinnen clusters en verbanden tussen de begrippen geëxpliciteerd zijn. De lijst van 100 kernbegrippen voor de Bacheloropleiding Kleuteronderwijs vertoont een relatief goede overeenkomst met wat het werkveld kleuteronderwijs als haar kernbegrippenapparaat naar voren schuift. Bovendien vinden zeker ook bachelors Lager Onderwijs hun gading in deze selectie.

52

2. Lerarenopleiding Basisonderwijs

 
 

2

 

Figuur 1: Woordwolk van kernbegrippen voor de Bachelor Kleuteronderwijs.

Om docenten uit de betrokken lerarenopleidingen te ondersteunen bij het implementatieproces van WTL rond kernbegrippen, werd gekozen voor een wiki als drager van dit kernbegrippenapparaat. Voor elk van de 100 kernbegrippen is een aparte pagina aangemaakt, waarop minimaal een definitie en illustratiemateriaal uit studiemateriaal voor studenten te vinden is. De docent-gebruiker vindt er verder ook links naar verwante begrippen en vindt er af en toe een extra afbeelding of verduidelijkende figuur. Om ervoor te zorgen dat de opgenomen definities voor kernbegrippen gedragen zijn, werd elke pagina aangemaakt door een bepaalde Bacheloropleiding Kleuteronderwijs en gefeedbackt door een andere. De ambiguïteit en het gebrek aan (eenduidige) definities waarover studenten rapporteerden (zie ook hoger), bleek echter ook merkbaar in het voorhanden zijnde materiaal uit de verschillende docententeams. De wiki draagt dan ook bij aan een uniformer kernbegrippenapparaat binnen een docententeam, maar ook over teams heen.

Figuur 2: liki ten behoeve van de implementatie van WTL.

53

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

3. Writing to Learn als interessante vorm van taalontwikkelend vakonderwijs voor docenten lerarenopleiding

Om deep level learningvan kernbegrippen voor opleiding en beroep teambreed te realiseren, kiezen we voor de focus ‘Writing to Learn’ als vorm van taalgericht vakonderwijs. Het centrale doel van taalgericht vakonderwijs is de toename van vakkennis en/of -vaardigheden door aandacht voor taal als drempel, maar ook als hefboom bij het construeren van kennis. De taalgerichte docent is er zich met andere woorden van bewust dat (taal)gerichtere ondersteuning een belangrijk hulpmiddel is bij de kennisverwerving van zijn/haar leerinhouden, terwijl het uitblijven ervan onnodige drempels veroorzaakt, vooral voor de zwakke leerders. In een taalgerichte aanpak staan onder andere veelvuldige kansen tot interactie centraal, met name in mondelinge of schriftelijke taalproductie. Hier is uitdrukkelijk geopteerd voor ‘schrijven-om-te-leren’, omdat schrijven, meer dan mondelinge interactie, het voordeel biedt van een schriftelijke neerslag waarnaar de student kan teruggrijpen en die hij kan bijstellen, waardoor hij zich bewust wordt van mogelijke hiaten in zijn kennisconstructie.

Met ‘Writing to Learn’-interventies bedoelen we dan ook gevarieerde, korte en onbeoordeelde schrijfopdrachtjes die studenten uitdagen om door te denken over de leerstof, i.c. kernbegrippen van opleiding en beroep. Het gaat dus om een beperkte ingreep in het didactisch proces van docenten. Het doel van de interventies is dan ook niet de schrijfvaardigheid van studenten te vergroten, maar wel fundamentelere kennisconstructie te bewerkstelligen. Een WTL-interventie rond kernbegrippen beoogt de student te laten stilstaan bij zijn/haar (actuele/voorlopige) kennis met betrekking tot een bepaald kernbegrip en hem/haar te stimuleren tot en te ondersteunen bij het construeren van meer kennis rond dat begrip.

Elke WTL-interventie bestaat dan ook uit twee delen: een S-deel en een D-deel. In het S-deel staat ‘schrijven’ centraal: de student verwoordt een schriftelijk (op papier of digitaal) antwoord (woorden, zinnen, een alinea...) op de vraag van een docent. In het D-deel (‘denken’) reflecteert de student aan de hand van zijn/haar schrijfproduct over de eigen kennis(constructie). Op die manier krijgt hij/zij zicht op de eigen sterktes en lacunes in de eigen kennis van een (kern)begrip en zet hij/zij constructieve stappen in zijn/haar conceptvorming.

Om docenten te ondersteunen bij hun WTL-interventies rond kernbegrippen van opleiding en beroep werd een uitgebreide handleiding ontwikkeld. Gebruikers vinden er, naast achtergronden rond begripsverwerving, taalgericht vakonderwijs en de visie op WTL-interventies door de opleiding heen, ook concrete suggesties voor de aanpak van het S- en D-deel, tips bij de begeleiding van een interventie, aan de praktijk getoetste voorbeelden van WTL-interventies rond bepaalde kernbegrippen en ten slotte een bronnenlijst en bijlagen met inspirerend tekstmateriaal.

54

2. Lerarenopleiding Basisonderwijs

Tijdens onze presentatie stellen we de handleiding ‘Writing to Learn’, evenals de wiki met kernbegrippen voor de opleiding Bachelor Kleuteronderwijs graag aan u voor.

4. Besluit

Voor de opzet en resultaten van (kwantitatieve) effectmeting van Writing to Learn rond kernbegrippen verwijzen we opnieuw naar de bijdrage van Verheyden & Van Eyen binnen de stroom ‘hoger onderwijs’ in deze conferentiebundel. We schetsen hieronder enkel de belangrijkste bevindingen op docent-, student- en teamniveau:

  •  toegang tot het kennisverwervingsproces van studenten en het creëren van een grotere betrokkenheid met meer intake, zijn de twee hoogst scorende argumenten van docenten als zij de meerwaarde van hun uitgevoerde WTL-interventies in kaart brengen;

  •  studenten erkennen duidelijk de meerwaarde van een WTL-interventie voor het beter verwerven van vakinhouden;

  •  op teamniveau worden de haalbaarheid van de interventies voor alle docenten, de interactie door overleg tussen docenten en de dynamiek in het onderwijsaanbod als de meest positieve elementen van de implementatie aangehaald.

Referenties

Hajer, M. & T. Meestringa (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs. Bussum: Coutinho.

Marzano, R.J., D. Pickering & J. Pollock (2008). Wat werkt in de klas. Research in actie. Didactische strategieën die aantoonbaar effect hebben op leerprestaties. Vlissingen: Bazalt.

Prenger, J. (2005). Taal telt. Een onderzoek naar de rol van taalvaardigheid en tekstbegrip in het realistisch wiskundeonderwijs. Ongepubliceerd proefschrift. Rijksuniversiteit Groningen.

Snow, C., F. Lawrence & C. White (2009). “Generating Knowledge of Academic Language Among Urban Middle School Students”. In: Journal of Research on Educational Effectiveness, vol. 2, nr. 4, p. 325-344.

Vandebosch, N. (2010). ‘De voortgangstoets: van concept tot implementatie’. Lezing op het Onderwijscongres “Samen Sterk in Toetsen ”, KHLim, 01.12.2010.

Van Eyen, C. & G. Kerkhofs (2010). ‘Diversiteitsproject TALTO. Talig toetsen: hindernis of springplank? Ontwikkeling van ondersteuningsinstrumenten taal voor lectoren en studenten bij schriftelijke evaluatiesituaties’. Ongepubliceerd rapport.

2

55

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

KHLeuven, Departement Lerarenopleiding, bachelor Kleuteronderwijs.

Verheyden, L. & C. Van Eyen (2012). ‘OOF-project Pen en Papier (2011-2013). Tussentijds rapport “Toetsing”, nr.1: Eerste resultaten toetsafname A (dec. 2011) in BAKO en VD’. (Intern document). Associatie KU Leuven.

Noot

1 OOF staat voor Onderwijsontwikkelingsfonds, in dit geval van de Associatie KU Leuven.

Ronde 5

Irma Smegen

Bureau Meesterschap, Assen / Stenden Hogeschool, Meppel Contact: i.smegen@bureaumeesterschap.nl

Speel je Wijs: taalontwikkeling met spel en drama 1. Inleiding

“Logic will get you Erom A to B. Imagination will take you everywhere” (Albert Einstein).

Drama is bij uitstek geschikt om te werken aan de mondelinge taalvaardigheid van kinderen met verschillende achtergronden en taalniveaus. Speel je Wijs biedt zowel inspiratie voor een taalspelletje tussendoor als voor complete dramalessen die specifiek gericht zijn op taalontwikkeling en op het trainen van sociale vaardigheden.

Het woord ‘drama’ komt van oorsprong uit het Grieks en betekent ‘handeling’, ‘verrichting’ en ‘bewuste daad’. Speel je Wijs is het bewust inzetten van actieve werkvormen om kinderen te ondersteunen in hun ontwikkeling. De mondelinge taalvaardigheid van klassen die met Speel je Wijs werken steeg zichtbaar en kinderen volgen de lessen met veel plezier. Drama verblijdt ook (pabo-)studenten. Ze ervaren de handvatten die ze met Speel je Wijs aangereikt krijgen als zinvol en vinden het eenvoudig toe te passen in de onderwijspraktijk.

56

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
schrijfonderwijs
land
België
onderwijstype
basisonderwijs
lerarenopleiding

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013