Het Raamwerk Nederlands: een instrument om het taalniveau van lesmateriaal en leerling te bepalen

Riet Thijssen  ·  21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2007  ·  pagina 53 - 56

Download artikel

3. Beroepsgericht secundair onderwijs

Taalportfolio Nederlands

Van een proeve van bekwaamheid moet wel geëxpliciteerd worden welke taalvaardigheid erin gevraagd wordt en aan welk niveau van het ERK dat taalgedrag gekoppeld kan worden, maar dit zegt weinig over de beheersing van het niveau door de deelnemer. Daarom is het raadzaam dat deelnemers een taalportfolio Nederlands aanleggen. In dit taalportfolio worden taaltaken en beoordelingen opgenomen die gedurende de opleiding verzameld worden. Het NT2 stalenboek Assessment geeft goede aanwijzingen hoe dergelijke taaltaken vorm te geven. De taaltaken zijn altijd gerelateerd aan de niveaus van het ERK en ze kunnen in het beroep voorkomen, maar ook burgerschap als context hebben. Aan het eind van de opleiding gaat dit portfolio als een examenportfolio werken: uit een selectie van de bewijzen in het taalportfolio wordt een examendossier samengesteld waarbij in de beoordelingsprocedure rekening gehouden is met de standaarden rond validiteit en betrouwbaarheid van het KCE.

Als de eindbeoordeling op deze manier wordt vormgegeven dan zal dat een positief effect hebben op de ontwikkeling van de taalvaardigheid van de deelnemers en op de competenties van docenten. De taalvaardigheids-programma's zullen meer resultaat laten zien door het werken aan een taalportfolio Nederlands.

Ronde 4

Het Raamwerk Nederlands

Riet Thijssen en Christel Kuijpers

CINOP, Den Bosch RThijssen@cinop.nl Ckuijpers@cinop.nl

Nederlands staat weer volop in de aandacht in het vmbo en mbo. Recent onderzoek wees uit dat een derde deel van de leerlingen in het mbo de eindstreep niet haalt door onvoldoende beheersing van het Nederlands (CINOP 2004). Dat alarmeerde de scholen, maar ook anderen. Het Ministerie van OCW heeft in 2006 de preventie van laaggeletterdheid op de kaart gezet in het Aanvalsplan Laaggeletterdheid, van A tot Z betrokken. Een van de projecten die tussen 2006 en 2010 worden uitgevoerd, betreft de ontwikkeling van een Raamwerk Nederlands, op basis waarvan een portfolio Nederlands voor vmbo en mbo zal worden ontwikkeld. Zo hebben beide schooltypen een instrument ter beschikking bij het stimuleren van de Nederlandse taalontwikkeling van taalzwakke jongeren. En dat is hard nodig, nu de examinering van minimale eindniveaus Nederlands in de mbo-opleidingen een feit is.

53

TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Een beschrijvingsstandaard Nederlands voor vmbo en mbo

De meeste taaldocenten kennen wel het Raamwerk Nederlands als tweede taal (Raamwerk NT2), en wellicht ook het Raamwerk voor moderne vreemde talen (Raamwerk MVT). Beide zijn gerelateerd aan het Europese Raamwerk voor moderne vreemde talen (CEF of ERK). In educatie zijn het Raamwerk NT2 en de daarbij ontwikkelde taalportfolio's niet meer weg te denken. Enthousiaste taaldocenten hebben dit raamwerk en/of het Portfolio NT2 wel geprobeerd toe te passen in het mbo, soms ook in het vmbo, maar dat was niet helemaal succesvol. En dat is niet verwonderlijk, want in het beroepsonderwijs zijn taalzwakke leerlingen soms allochtonen met een andere moedertaal dan het Nederlands, maar niet altijd. Het kan ook gaan om ASA's, tweede generatie allochtonen, autochtone leerlingen die thuis een dialect spreken, taal-zwakke leerlingen die in hun gezin geen leescultuur' hebben, leerlingen met algemene leerproblemen, of specifieke problemen zoals dyslexie. Nederlands is voor hen de moedertaal.

Of het nu een eerste of tweede taal is, het Nederlands in vmbo en mbo is de voertaal of instructietaal in het onderwijs, het is een `vak' waarin leerlingen een bepaald niveau moeten halen willen zij goed in hun toekomstige beroep kunnen functioneren en het is de taal waarmee zij als burger uit de voeten moeten kunnen. Dat vraagt om een specifiek Raamwerk Nederlands voor het vmbo en mbo.

Uitgangspunten

Voor het ontwikkelen van het raamwerk zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:

  •  Het Raamwerk Nederlands voor vmbo en mbo moet uiteraard bruikbaar zijn voor het vmbo en mbo en moet daarom ook aansluiten bij de ontwikkelingen naar competentiegericht onderwijs.

  •  Het moet inzichtelijk zijn voor de werkers in het vmbo- en mbo-veld: voor docenten op de scholen; ontwikkelaars van toetsen, leermateriaal, portfolio's; opleiders en nascholingsinstituten.

  •  Het raamwerk moet een structuur bieden voor de ordening van programma's, cursussen, leermaterialen, trainingen, toetsen, portfolio.

  •  Van groot belang is dat het Raamwerk Nederlands aansluit bij het CEF en bijdraagt aan internationale ontwikkelingen met betrekking tot aanscherpingen van de bestaande niveaubeschrijvingen in het CEF.

54

3. Beroepsgericht secundair onderwijs

Functies van het Raamwerk Nederlands

Je kunt het raamwerk voor verschillende doeleinden gebruiken. We zetten ze kort op een rij:

Diagnostiek: Met behulp van dit raamwerk kunnen lacunes in en problemen met de taalvaardigheden van leerlingen worden opgespoord. De verschillende aspecten van de onderscheiden vaardigheden worden in dit raamwerk daarom vrij uitgebreid beschreven. Ook het taalniveau van lesmateriaal kan met behulp van dit raamwerk worden geanalyseerd.

Beoordeling: Het raamwerk kan hulpmiddel zijn bij het inschatten van het niveau van een leerling op een van de (of alle) taalvaardigheden.

Toetsontwikkeling: Bij competentiegericht opleiden, past competentiegericht beoordelen. Bij het maken van competentiegerichte opdrachten kan het raamwerk worden gebruikt om de talige aspecten van de competentie helder te beschrijven, zodat duidelijk is – voor leerlingen en beoordelaars – wat er van de leerlingen wordt verwacht. Het raamwerk voorziet niet in een 'weging' van de verschillende aspecten van de beoordeling.

Materiaalontwikkeling: Het raamwerk vormt een basis voor materiaalontwikkeling, door docenten en uitgevers.

Doorlopende leerlijnen: Het raamwerk vormt een hulpmiddel bij het uitzetten van doorlopende leerlij nen.

Basis voor portfolio-ontwikkeling. Leerlingen kunnen 'bewijzen van bekwaamheid' verzamelen in een nog te ontwikkelen persoonlijk (digitaal) portfolio Nederlands in het vmbo en mbo.

Ontwikkeling van taalcompetentieprofielen: Op basis van het raamwerk kunnen taal-competentieprofielen worden ontwikkeld en/of bijgesteld.

Specifiek voor het Raamwerk Nederlands in vmbo en mbo: 1

. onderscheid in tekst en taalgebruiker bij de receptieve vaardigheden

Voor de receptieve vaardigheden een onderscheid gemaakt in de beschrijving van kenmerken van de tekst en van de uitvoering van de lees- of luistertaak door de leerling. Immers, de te lezen of beluisteren tekst is niet zijn eigen tekst, maar die van een ander.

55

TWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

2. niveaus

Daarnaast zijn in het Raamwerk Nederlands omschrijvingen van de niveaus A2 tot en met Cl uitgewerkt.. Al is niet uitgewerkt omdat Nederlands in de reguliere beroepsopleidingen niet wordt aangeboden als 'nieuwe' taal en de opleidingen zijn er niet op ingericht om het Nederlands vanaf het allereerste begin aan te leren Naar analogie van het Raamwerk MVT en het Raamwerk NT2, is ook in het Raamwerk Nederlands voor vmbo en mbo het niveau C2 niet opgenomen. De reden is dezelfde als bij de ontwikkeling van die raamwerken: binnen het vmbo en het mbo wordt dit niveau niet nagestreefd.

In de workshop maak je kennis met het beschrijvingskader en ga je concreet aan de slag met materiaal uit het (v)mbo.

56

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
NT2-leerlingen/cursisten
land
Nederland
thema
beoordelingsinstrumenten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

21ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2007