Speel je Wijs: taalontwikkeling met spel en drama

Irma Smegen  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 56 - 60

Download artikel

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

KHLeuven, Departement Lerarenopleiding, bachelor Kleuteronderwijs.

Verheyden, L. & C. Van Eyen (2012). ‘OOF-project Pen en Papier (2011-2013). Tussentijds rapport “Toetsing”, nr.1: Eerste resultaten toetsafname A (dec. 2011) in BAKO en VD’. (Intern document). Associatie KU Leuven.

Noot

1 OOF staat voor Onderwijsontwikkelingsfonds, in dit geval van de Associatie KU Leuven.

Ronde 5

Irma Smegen

Bureau Meesterschap, Assen / Stenden Hogeschool, Meppel Contact: i.smegen@bureaumeesterschap.nl

Speel je Wijs: taalontwikkeling met spel en drama 1. Inleiding

“Logic will get you Erom A to B. Imagination will take you everywhere” (Albert Einstein).

Drama is bij uitstek geschikt om te werken aan de mondelinge taalvaardigheid van kinderen met verschillende achtergronden en taalniveaus. Speel je Wijs biedt zowel inspiratie voor een taalspelletje tussendoor als voor complete dramalessen die specifiek gericht zijn op taalontwikkeling en op het trainen van sociale vaardigheden.

Het woord ‘drama’ komt van oorsprong uit het Grieks en betekent ‘handeling’, ‘verrichting’ en ‘bewuste daad’. Speel je Wijs is het bewust inzetten van actieve werkvormen om kinderen te ondersteunen in hun ontwikkeling. De mondelinge taalvaardigheid van klassen die met Speel je Wijs werken steeg zichtbaar en kinderen volgen de lessen met veel plezier. Drama verblijdt ook (pabo-)studenten. Ze ervaren de handvatten die ze met Speel je Wijs aangereikt krijgen als zinvol en vinden het eenvoudig toe te passen in de onderwijspraktijk.

56

2. Lerarenopleiding Basisonderwijs

2

2. Spelend woorden leren en taal beleven

“Dramalessen zijn anders dan andere lessen. Je leert heel veel taal” (Annieta, groep 5)

Alle spelvormen in Speel je Wijs zijn in te zetten voor woordenschatontwikkeling en geschikt om te consolideren. Woorden komen in uitdagende en gevarieerde werkvormen aan bod. Ze beklijven beter, omdat kinderen er letterlijk mee spelen en de taal aan den lijve ondervinden.

De combinatie drama en taal werkt, omdat je doet ‘alsof’ en acteert. Daarbij maak je gebruik van gesproken taal, gebaren en mimiek. Het hele lichaam is in actie, waardoor meerdere onderdelen van het brein worden geactiveerd. Als het niet goed lukt om iets onder woorden te brengen, geeft drama de mogelijkheid om te blijven communiceren. Werken met non-verbale aspecten geeft kinderen met een kleinere woordenschat de mogelijkheid om gelijkwaardig mee te doen. Tijdens het spel horen ze de gesproken taal van andere kinderen of de leerkracht, waardoor de woordenschat uitbreidt en tegelijkertijd wordt toegepast. Taalvaardige kinderen vinden uitdaging in nieuwe werkvormen en zijn blij met de ruimte die er is voor eigen inbreng. Allemaal zijn ze op hun eigen niveau hun taalvaardigheid en creativiteit aan het ontwikkelen.

Er komt heel wat kijken bij nieuwe woorden leren. Taal relateer je aan je eigen referentiekader.

Een casus

In een bovenbouwgroep komt het woord ‘boulevard’ aan bod. Een aantal kinderen denkt het woord te kennen. “Iets met boten”. Inderdaad, dat zou kunnen. Het is een plek en soms kun je daar ook wel boten zien. De andere bovenbouwers knikken. Dat klinkt logisch. Dan vult een jongen aan: “Het moeten dan wel véél boten zijn, want anders zeg je niet BOELevaar”. Het kwartje valt bij me: niemand in deze klas in een dorpje in Oost-Nederland heeft ooit van het woord ‘boulevard’ gehoord. Ze associëren slechts op de klank. Een enkeling is wel eens aan zee geweest, maar het grootste deel niet.

Ik schrijf het woord op om te laten zien hoe je het spelt. De term ‘leenwoord’ kennen ze. Ik laat een afbeelding zien van een boulevard en vertel wat het is. Nu blijkt één leerling toch wel eens op een boulevard te zijn geweest, op vakantie

57

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

in Frankrijk. We bespreken wat mensen op een boulevard zoal doen en gaan ermee spelen. Elk kind krijgt een opdracht. De een moet een krant kopen, de ander skeelers huren, een drietal zit op een terras van de zee te genieten. Een ander groepje maakt geluiden die je zoal op een boulevard hoort. Dat is aanvankelijk niet eenvoudig, maar na overleg weten ze toch geluiden te verzinnen: de zee, een meeuw, pratende mensen, terrasgeluiden...

Na schooltijd vang ik op dat een moeder aan haar zoon vraagt: “En, heb je nog wat bijzonders gedaan vandaag?” Waarop haar zoon antwoordt: “Jaaahh, we zijn nog op even op een boulevard geweest”.

Het is verhelderend als kinderen letterlijk met taal mogen spelen en de nieuwe woorden daadwerkelijk beleven. Drama is taalbeleving.

Taalontwikkeling door middel van drama gaat verder dan alleen woordenschatverwerving. Als je een tekst bedenkt, dan schrijf je taal op. Als je een scène bedenkt, dan speel je met taal. Je fantaseert en overlegt, bedenkt wat je nodig hebt om iets duidelijk te maken, maakt keuzes, denkt na over de opbouw van een scène en kiest een volgorde, bepaalt welke personages er in voorkomen, maakt monologen of dialogen... Dat alles resulteert in een plan. Regelmatig maken kinderen vanzelf aantekeningen of schrijven ze teksten op: beginnende en gevorderde geletterdheid. Als het plan is bedacht, repeteer je en samen zoek je naar verbeteringen. Er volgt opnieuw een overlegmoment waarin kinderen zichzelf en elkaar feedback geven. Complimenten worden genoteerd. Taal is drama, drama is taal, onlosmakelijk met elkaar verbonden.

3. Workshop Speel je Wijs

“De workshop was inspirerend, leuk en ontspannend. We hebben veel gelachen tijdens de uitvoering van de opdrachten. Ik heb geleerd hoe je op speelse en doordachte wijze effectief aan mondelinge taalontwikkeling en sociale vaardigheden kunt werken” (Willy de Klijn, toetsdeskundige Cito).

In dit boek kan je lezen wat je in de workshop zult ervaren. Een betere manier dan ervaring opdoen, is er voor drama en spel niet. De workshop is actief. Telkens wordt de koppeling gemaakt tussen theorie en praktijk.

58

2. Lerarenopleiding Basisonderwijs

2

4. Vooruitblik

Vanaf 2014 is de doorgaande leerlijn voor de hele basisschool compleet. In het voorjaar verschijnt Speel je Wijs woordenschat voor groep 1 tot en met 4. In deze versie voor jonge kinderen zijn honderd consoliderende werkvormen te vinden om hun woordenschat op een hoger peil te brengen. Daarnaast vind je in Speel je Wijs woordenschat tweehonderd spelvormen rond specifieke woordclusters. Bij elk van die clusters is een praatplaat beschikbaar gemaakt. Hierdoor krijgen de kinderen de woorden gevisualiseerd en kunnen ze erover praten om vervolgens taal te beleven in de spelvorm.

Daarnaast gaat komend schooljaar Speel je Wijs – de theatervoorstelling in productie. Een voorstelling over de voordelen van diversiteit tussen kinderen, het belang van creativiteit en hoe variërende werkvormen kunnen leiden tot een hoger taalniveau:

“School is saai. Er gebeurt nooit wat. Alle dagen lijken op elkaar. Tot er een wel heel merkwaardige leerkracht verschijnt en alles anders wordt. De klas verandert in een fantasiewereld waarin alles kan, zolang je er zelf maar in gelooft”.

Website: www.speeljewijs.vangorcum.nl. Referenties

Cooper, C. (red.) (2010). Making a World of Difference. A DICE resource for practioners on educational theatre and drama. Belgrado, Bergen, Birmingham, Brussel, Boekarest, Budapest, Gaza, Lissabon, Ljubbljana, Praag, Umea, Wageningen: DICE Consortium.

Fleming, K. & P. Baldwin (2002). Teaching Literacy Through Drama. London: Taylor & Francis Ltd.

Neelands, J. (2000). Live language. Drama Projects for Literacy Learning. Abbington: Hodder & Stoughton.

Nulft, D. van den & M. Verhallen (2002). Met woorden in de weer. Praktijkboek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho.

59

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Smegen, I. (2012). Speel je Wijs. Theater, drama en spel voor taalontwikkeling op de basisschool. Assen: Van Gorcum.

Smegen, I. (2013). “Gelukkig, dramales!”. In: Kinderwijz Magazine, jg. 2, nr. 3, p. 32- 34.

Ronde 6

Katrien Daerden & Karen Reekmans Hogeschool PXL, Hasselt

Contact: Katrien.daerden@xios.be Karen.Reekmans@xios.be

Van taal naar talenbeleid – ‘Oude sporen en nieuwe wegen’

  1. Inleiding

Wat betekent MEER ..., belicht vanuit een talige (onderwijs)context? Op welke manier vindt dit concept ingang in een talenbeleid? Vanuit de verwondering als vertrekpunt biedt deze workshop de deelnemers de mogelijkheid om hands on de evolutie door te maken van taal naar talenbeleid in RUIME zin.

  1. MEER ... --3> Talenbeleid/lerarenopleiding XIOS Hogeschool Limburg

Welke plaats krijgt MEER ... in een talenbeleid? Oude sporen leiden naar nieuwe wegen. Een beknopte schets van de evolutie in de lerarenopleiding van de XIOS Hogeschool Limburg te Hasselt (vanaf 1/10/2013 Hogeschool PXL Education) vormt een eerste spoor. Jeurissen & Quanten (2010) boden een inzicht in het taalbeleidsverhaal via het artikel “Mol, uil of libel... drie stadia in een taalbeleidsproces”. Sinds deze bijdrage evolueerde het taalbeleid van de opleiding. Onder invloed van zowel interne als externe prikkels ontstonden nieuwe wegen met taalbeschouwing als centraal punt.

3. MEER ... --> Voelen, vatten, verwerken

Taalbeschouwing als vertrekpunt laat toe om vanuit de basis (het Nederlands) stil te staan bij en een link te leggen naar de vreemde talen. Op welke manier wordt spelen met taal en de taalniveaus mogelijk? Welke strategieën hanteert de taalgebruiker?

60

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
mondelinge taalvaardigheid
land
Nederland
onderwijstype
basisonderwijs
lerarenopleiding
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013