Het gebruik van het Open Leer Centrum op de Taalschool van het Baronie College in Breda. Workshop

Marja Fick  ·  13de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1999  ·  pagina 68 - 72

Het gebruik van het Open Leercentrum op de Taalschool van het Baronie College in Breda

Workshop

Marja Fick

1. Waarom een Open Leercentrum?

Het onderwijs neemt de deelnemer als uitgangspunt! Aan de hand van een aantal stellingen uit het Volkskrant-debat, najaar 1998 - 'Heimwee naar de HBS' - werd eerst gekeken hoe de deelnemers aan de workshop hierover dachten. Een voorbeeld van zo'n stelling: 'Ouderwetse leraren boeken betere resultaten'.

Een korte typering van de Taalschool. De Taalschool in Breda is onderdeel van het Baronie College, een Regionaal Opleidingen Centrum in Breda. Alle allochtonen vanaf 17,5 jaar uit Breda en omliggende gemeenten kunnen er cursussen volgen. De Taalschool maakt deel uit van de Unit Educatie. Jaarlijks volgen ongeveer duizend cursisten trajecten die leiden naar maatschappelijke, educatieve en professionele redzaamheid. Er werken ongeveer 80 medewerkers. Er zijn twee open leercentra: een groot en een kleiner, maar beide ruimten zijn van dezelfde faciliteiten voorzien.

Het professionele NT2-onderwijs stamt pas uit de jaren 80. Door die late start heeft men gebruik kunnen maken van de ervaringen tot nu toe en ziet men dat het NT2-onderwijs een tamelijk vernieuwende aanpak heeft. Lang voordat men in het reguliere onderwijs over het studiehuis sprak, had men in het NT2-onderwijs ontdekt, dat het beter zou zijn als cursisten zelf actiever aan de slag zouden gaan en als de rol van de docent zou veranderen van doceerder naar begeleider. De Taalschool is landelijk gezien op allerlei onderdelen een voorloper. Al in 1992 gaf de directie in haar beleidsplan aan, dat Open Leren als vast concept toegepast moest gaan worden.

Het Open Leercentrum (OLC) is slechts een onderdeel van het Open Leren als concept. Buitenschools leren. taalervaringsplaatsen, taalstages, effectief, samenwerkend leren, maar ook een goed systeem van intake en begeleiding, portfoliomethodiek, maken deel uit van het Open Leren.

2. Wat doen we in het Open Leercentrum?

  1. Inoefenen, verwerken, inslijpen van leerstof die klassikaal is aangeboden, zoals grammatica, spelling, woordenschat, schrijven, lezen

  2. Voor de leergang NT2, o.a. Nieuwe Buren. Op de computer ligt de nadruk op linguïstische en strategische vaardigheden en in de klas op communicatieve vaardigheden.

  3. Differentiëren, remediëren (ook voor instromers en cursisten met problemen)

  4. Rekenen

3. Hoe doen we dat?

Alle cursisten gaan een of twee keer per week naar het OLC. Midden en hoog opgeleide cursisten krijgen 21 uur per week les, waarvan twee keer per week = 6 uur in het OLC. (Bij de cursussen alfabetisering ligt de verhouding anders.) Van die zes uur, werken cursisten drie uur zelfstandig aan taken die door de docent zijn opgegeven en 3 uur aan de computer.

68

Belangrijk is het om aan te geven, dat te allen tijde de groepsdocent verantwoordelijk is voor wat zijn cursisten in het OLC doen. De groepsdocent maakt wekelijkse planningen. Daarop staat de totale leerstof voor die week en de verdeling klassikaal en OLC. De cursist weet zelf heel goed wat hij in het OLC moet gaan doen en hij weet ook wat hij mist als hij niet op school is. De docent past time-management toe om de leerstof te verdelen over de groepslessen en het OLC. De trajecten op de Taalschool zijn transparant. Er zijn uitgebreide trajectbeschrijvingen gemaakt, waarin per niveau en per onderdeel is aangegeven welke leerstof op welke manier wordt behandeld.

In het grote OLC staan zo'n 90 computers en er werken wel vijf groepen tegelijk onder begeleiding van een docent en een onderwijsassistent. Aan een kant bezuinigen we op dat moment docenturen, aan de andere kant biedt de eerlijkheid te vermelden dat PC programma's, licenties, systeembeheer etc. heel veel en steeds meer geld kosten. Cursisten kunnen niet van de ene dag op de ander dag zelfstandig werken. Ze worden al in de klassikale lessen op het open leren voorbereid. De cursus samenwerkend leren van het APS heeft ons als docententeam daar heel goed bij geholpen.

In de hand-out die de deelnemers aan de workshop kregen zat een lijst met programma's die wij gebruiken, een format voor een planformulier, terugrapportageformulier, scoreformulieren en voorbeelden van evaluaties. Wij houden elk jaar uitgebreide evaluaties onder docenten en cursisten. Zo weten we hoe tevreden of ontevreden deelnemers zijn en eventueel voeren we verbeteracties uit.

4. Tot slot

In haar rapport 'Te doen of niet te doen' geeft de commissie Wijnen, onder aanvoering van professor Wijnand Wijnen, 83 aanbevelingen waarin onder meer zelfstandig leren sterk wordt aanbevolen. De medische faculteit van Maastricht beoefent het leren leren-procédé via probleemgestuurd onderwijs al 25 jaar en met succes, want de Maastrichtse artsen doen niet onder voor artsen die elders afstuderen. Het hoger onderwijs is formeel vrij in zijn keuze om met Wijnens ideeën in zee te gaan. Maar dat is een lastige keuze, omdat de overheid een half miljard gulden uitdeelt aan universiteiten en hoge scholen die onderwijsvernieuwingen hoog in het vaandel voeren.

In tegenstelling tot het hoger onderwijs heeft het voortgezet onderwijs geen keuzevrijheid. Hier wordt vanaf september 1998 het voor havo en vwo wettelijk verplichte studiehuis ingevoerd. Hierin is het aantal lesuren zo sterk afgenomen dat geen enkele school nog aan het Ieren-leren-principe kan ontkomen. En op de Taalschool is: leren leren, vermindering van het aantal klassikale lessen, verandering van de rol van de docent, stimulering eigen verantwoordelijkheid van de cursist, zoveel mogelijk relatie leggen tussen leren op school en de praktijk al sinds 1993 een feit. Er is gefaseerd ingevoerd: eerst de hogere niveaugroepen, daarna alle dag- en avondgroepen van de stroom hoog, toen alle groepen (ook laag en midden) onder begeleiding van de eigen docent en vanaf 1995 alle groepen onder begeleiding van de OLC-begeleider.

Het lesgeven zoals wij dat doen, staat voortdurend bloot aan verandering. Elk jaar kunnen we onze cursisten weer beter op maat bedienen. Bent u na het lezen van dit stuk geïnteresseerd, of heeft u nog vragen, bel gerust: Marja Fick of Saskia Lockefeer, Het Baronie College, tel: 076- 5711331 of taalschool@rocbreda.nl

69

Bijlagen.

Ad Sheet 5: definitie Open Leren: cursisten krijgen klassikaal les van een docent en worden aangestuurd om een gedeelte van de leerstof docentonafhankelijk uit te voeren. Dit doen ze via buitenschools leren, taalstages en taalervaringsplaatsen. In het Open Leercentrum doen ze dit door zelfstandig COO-, lees-, schrijf-, luister- en rekenopdrachten uit te werken.

5. Het weekprogramma van de cursist.

Het Open Leercentrum is een ruimte waarin een groot aantal computers staat opgesteld, maar waar je ook meerdere hoeken met studietafels aantreft. Cursisten komen naar het OLC voor:

  •  Inoefenen en verwerken van het geleerde in de klas op de computer

  •  Inoefenen en verwerken van de leerstof behorend bij de vaardigheden schrijven, lezen en luisteren

  •  Taalleren m.b.v. educatieve software

  •  Differentiëren en remediëren

  •  Rekenen, circuitmodel

Het inoefenen en verwerken is met nadruk zo gesteld, omdat er altijd een verband is. Globaal gezegd is voor elke groep op de Taalschool de verdeling klassikaal/OLC: 6 uur OLC, 15 uur klassikaal. Voor de cursisten die met Nieuwe Buren werken (een complete multimediale methode NT 2) is de verdeling anders. Ook de avondgroepen hebben uiteraard een andere verdeling.

6. Format planformulier: leerstof in het OLC wordt gepland door de groepsdocent(en) en houdt dus altijd verband met de groepslessen.

Cursisten kunnen niet vanaf het begin zelfstandig aan de computer werken. Zij worden daarop voorbereid. Bij elke start van een nieuwe periode (drie keer per jaar) zijn er introductielessen. Daarna gaat bij de beginnersgroepen van de afdelingen laag en midden een extra docent mee om de OLC-begeleider te assisteren. Na deze periode is gebleken dat alle cursisten van laag tot hoog in staat zijn om zelfstandig met de computer te werken.

De groepsdocent levert zijn planning uiterlijk drie dagen voor de OLC bijeenkomst in bij de onderwijsassistent. Die voert alle planningen op de computer in. Momenteel proberen we hierbij nog effectiever te werken. Docenten die Word beheersen, hebben van de onderwijsassistent een format van de planning gekregen en voeren zelf de planning in. Cursisten horen ook aan het begin van de nieuwe lesweek wat het totale programmam voor die week is en weten dan ook wat zij in het OLC moeten doen. De cursist zoekt vervolgens een plaats en gaat aan de slag. Hij haalt indien nodig een cd-rom aan de balie en een bijbehorende scorelijst. De cursist vult zelf de score in. Meestal houdt de computer ook de score bij, maar onze ervaring is dat daar nog wel eens wat mis bij gaat (ijsbreker docentbeheer). Bovendien is het voor de groepsdocent snel in te zien. Aan het eind van de OLC bijeenkomst vult de begeleider een terugrapportageformulier in, waarin hij iets zegt over de

  •  hoeveelheid geplande leerstof

  •  moeilijkheidsgraad

  •  houding van de cursist

  •  problemen of knelpunten

en eventueel een tip geeft voor volgende planning.

Goed contact tussen de OLC-begeleider en de groepsdocent is belangrijk. De begeleider stimuleert de cursisten zoveel mogelijk gebruik te maken van hun zelfstandig leervermogen en spoort hen aan om een actieve leerder te worden.

Eerder heb ik al iets gezegd over opvattingen over zelfstandig leren. Voor allochtonen is deze problematiek nog extra speciaal. In andere culturen is men namelijk al helemaal niet gewend aan deze manier van leren. De docent is daar een autoriteit, van wie je opdrachten krijgt, maar die in veel culturen ook onmiddellijk een antwoord geeft op je vraag. (klassikaal, frontaal: beelden van scholen in China; Somalië, kastensystemen: mindere prestaties mogen vaak helemaal niet aan het daglicht komen). Het is dan ook heel vreemd als je aan je begeleider vraagt: 'Wat moet ik doen?' en je krijgt als antwoord: ik weet het ook niet'.)

De manier van begeleiden vraagt om structurering. We zien hier momenteel nogal eens verschillen. Natuurlijk mag je persoonlijke accenten ook best gebruiken, maar over het algemeen is er natuurlijk over die begeleiding wel wat te zeggen. Wanneer grijp je in? Wanneer roep je een aantal cursisten bij elkaar om een probleem uit te leggen? Hoever laat je cursisten gaan in de samenwerking? Hoe verschillend begeleid je bij laag, midden of hoog? Hoe goed ben je op de hoogte van de inhoud van alle

70

trajecten en vooral over de aanpak?

Wij zoeken hiervoor ondersteuning van buitenaf en we doen dit met onze collega's van de afdeling Nederlandstaligen die juist een Open Leercentrum aan het inrichten zijn en straks waarschijnlijk tegen dezelfde knelpunten aan gaan lopen.

De groepsdocent evalueert de geoefende leerstof in de groepsles na het OLC. Ook hiervoor kan heel goed gebruik worden gemaakt van het effectief leren. Het is namelijk niet de bedoeling dat alle in het OLC gemaakte lessen in de groepsles nog een keer helemaal punt voor punt worden behandeld en besproken, Evaluatie kan ook goed door in de groepsles een taak te geven (in groepjes) waarin verschillende ingeoefende onderdelen moeten worden toegepast.

Ad Sheet 7: Resultaten en bevindingen onderzoek uitgevoerd door het KPC:

  • Cursisten vinden het prettig om in het OLC in eigen tempo te werken en niet te hoeven wachten op medecursisten

  • Docenten vinden de rol als begeleider prettig

Resultaten enquête schooljaar 1997:

  • Cursisten: cursisten vinden het zinvol om taal te leren met behulp van de computer. Zij werken graag aan de computer en vinden dat zij goede ondersteuning krijgen van de begeleider.

  • Docenten: docenten vinden hun rol als begeleider of planner in het algemeen interessant, vinden voldoende geschikte oefeningen om te plannen, zijn over het algemeen tevreden over de begeleiding die zij krijgen, maar hebben soms moeite met het bewaken van de samenhang van het totale programma. Ook zou er betere afstemming over de begeleiding moeten komen.

Tot slot, laatste sheet:

Ik besef heel goed dat genoemde resultaten niet wetenschappelijk zijn. Er is ook in den lande nog vrij weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan. De Taalschool heeft meegewerkt aan een onderzoek gehouden door Jan Neuvel (CINOP), waarin werd onderzocht in hoeverre vernieuwingen leiden tot kwaliteitsverbetering. Exacte getallen zijn nog niet bekend. Wel is algemeen bekend dat cursisten nog veel te lang doen over het behalen van niveau 2 en al helemaal niveau 3.

Multimediale ontwikkelingen maken het mogelijk om tegemoet te komen aan individuele behoeften. Nieuwe software als Muiswerk en Nieuwe Buren bieden ook echte vernieuwingen. Met Nieuwe Buren kan de cursist tot op zekere hoogte in eigen tempo door de leerstof. Muiswerk is remediaal. Dat wil zeggen: nieuwe opdrachten worden geselecteerd aan de hand van je persoonlijke resultaten.

Aan dit alles hangt een geweldige prijskaart. Het beheer van het OLC, aanschaf van software, dure licenties, personeel. Tegenstanders van Leren leren voeren vaak als argument op dat het wel een bezuinigingsmaatregel zal zijn. Niet dus!

Ik hoop toch dat er in mijn verhaal iets is doorgeschemerd van het enthousiasme waarmee wij op de Taalschool met het onderwijs bezig zijn. De inzet van ons OLC, de trots van de Taalschool, het ogenschijnlijke gemak van de organisatie, de tevredenheid van de meeste cursisten, de samenwerking zowel van cursisten als van docenten, het harde werken, de belangstelling uit binnen- en buitenland, de professionaliteit. Dit alles leidt hopelijk tot kwaliteitsverbetering, onderwijs op maat, efficiënter onderwijs en terugdringen van uitval. Wij zijn zo beter toegerust om nog meer in te springen op vragen en behoeften.

De klant staat centraal!

71

 

Stellingen:

ja

Nee

Onder het mom van zelfstandig leren wordt de deelnemer aan zijn

lot overgelaten!

 

 

Ouderwetse leraren boeken betere resultaten!

 

 

Klassikaal onderwijs is demotiverend!

 

 

Je mag nu opeens niets meer verraden. Ze moeten opeens alles

zelf doen!

 

 

Mijn deelnemers vinden het in het OLC leuk om te Ieren!

 

 

Het Open Leercentrum is gewoon een bezuinigingsmaatregel!

 

 

Dat kunnen de deelnemers toch ook gewoon thuis!

 

 

De cursist eigen verantwoordelijkheid? lk als docent weet toch ze-

ker beter wat goed is voor mijn deelnemer!

 

 

72

Labels

doelgroep
NT2-leerlingen/cursisten
domein
overige
land
Nederland
onderwijstype
volwassenenonderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

13de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1999