Meervoudige geletterdheid. Nieuwe wijn in oude didactische zakken?

Hilde Van den Bossche  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 69 - 74

Download artikel

2. Lerarenopleiding Basisonderwijs

2

het Lectoraat Taalgebruik & Leren van de NHL Hogeschool in Leeuwarden naar peer interactie, kennisconstructie en taalvaardigheidsontwikkeling, in de context van onderzoekend leren. Voor meer informatie, zie: www.nhl.nl/taalgebruikenleren.

Ronde 8

Hilde Van den Bossche

KAHO Sint-Lieven, Sint-Niklaas

Contact: Hilde.VandenBossche@kahosl.be

Meervoudige geletterdheid.

Nieuwe wijn in oude didactische zakken? 1. Inleiding

In allerlei documenten en studies staat te lezen dat het niet goed gesteld is met de (meervoudige) geletterdheid van jongeren en volwassenen. Ondanks alle berichten over de teloorgang van ‘gewone’ geschreven teksten, lezen we echter meer dan ooit tevoren: sms-berichten, informatie op het internet, filmpjes op YouTube, taalmopjes op Facebook... We zoeken elkaar op op Facebook en vertellen daar ‘ons leven’ met beelden... De beeldcultuur leeft: onder volwassenen en jongeren. We zijn met verschillende media zo goed als constant talig bezig. Sommige elementen van het communicatie- schema gebruiken we erg veel: de zender, de boodschap, de ontvanger, de weg en de middelen. Soms struikelen we over een verkeerde weg, over verkeerde middelen of over de snelheid van onze boodschap. Andere zaken vergeten we en dat leidt tot vervelende situaties.

Iedereen heeft leren lezen en schrijven op school. We hebben er leren werken met strategieën, maar zetten die niet consequent in buiten lees- en schrijflessen. Moet het onderwijs werken aan meervoudige geletterdheid door de strategieën ook bij ‘andere’ teksten in te zetten? Is het de taak van het onderwijs om die ‘andere’ teksten in de klas te brengen en jongeren te leren om er kritisch mee om te gaan bij het lezen? Is het mogelijk om een koppeling te maken tussen beeldeducatie en meervoudige geletterdheid?

Binnen deze stroom maakt Fien Loman duidelijk hoe je op zeer jonge leeftijd kunt starten met de ontwikkeling van geletterdheid. In de sessie “meervoudige geletterdheid, nieuwe wijn in oude didactische zakken?” krijg je een aanvulling voor kinderen en jongeren die hebben leren lezen en schrijven en die zelf in de weer zijn met gsm, computers, digitaal materiaal en (bewegende) beelden, zonder daarbij altijd doeltref-

69

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

fend de nodige strategieën in te zetten. Vooral de bruikbaarheid van de leesstrategieën en het communicatiemodel bij filmmateriaal komen in deze sessie aan bod.

2. Wat is (meervoudige) geletterdheid?

Over geletterdheid zijn er verschillende definities in omloop en ze belichten verschillende aspecten: digitale middelen, mediaontwikkelingen, kritische beoordeling van verschillende vormen van informatie in een breed scala van lesmateriaal (tekst, beeld en geluid).

Op Wikipedia (2013) vind je: “Geletterdheid omvat vele facetten en is ruimer dan ‘kunnen lezen en schrijven’. Het is de competentie om met informatie om te gaan, te begrijpen en doelgericht te gebruiken”.

De onderzoeksgroep Cultuur en Educatie van de Universiteit Gent stelt o.a.: “Ook blijkt het concept geletterdheid naar aanleiding van culturele en technologische veranderingen verbreed te zijn van enkelvoudige naar meervoudige geletterdheid”. En: “[...] het perspectief van meervoudige geletterdheid als een gereedschap kan dienen voor cultuurbemiddelaars. Een gereedschap dat toelaat om te reflecteren over de verschillende wijzen waarop geletterdheid wordt benaderd binnen verschillende (culturele) contexten” (Vlieghe 2012).

In het Publicatieblad van de Europese Unie (2012) vinden we: “Geletterdheid is een essentiële vaardigheid die de burger als persoon in staat stelt om de bekwaamheden reflectie, mondelinge uitdrukkingsvaardigheid, kritisch denkvermogen en empathie te ontwikkelen, en die persoonlijke ontwikkeling, zelfvertrouwen, identiteitsgevoel en volledige participatie in de digitale en kennismaatschappij stimuleert”. Als voetnoot: “Meervoudige geletterdheid: het vermogen om met behulp van lees- en schrijfvaardigheden schriftelijke informatie te produceren, te begrijpen, te interpreteren, en kritisch te beoordelen; basis voor digitale participatie en voor geïnformeerde keuzes met betrekking tot financiën, gezondheid enz.”

Bij bibliotheek.nl vinden we: “Geletterd ben je als je schriftelijk goed kan communiceren via lezen en schrijven”. Deze beschrijving van geletterdheid lijkt in het digitale tijdperk achterhaald. Het schriftelijke staat niet langer centraal: tekst, beeld en geluid gaan samen.

De raad voor geesteswetenschappen (Amsterdam 2008) hield een conferentie met als thema ‘Literacy in the Age of New Media’. De raad schreef het volgende: ‘Waar lange tijd het begrip ‘geletterdheid’ (in de dubbele betekenis van ‘schrijf- en leesvaardigheid’ enerzijds en ‘culturele bagage’ anderzijds) als onderwijsdoel de hoogste prioriteit

70

2. Lerarenopleiding Basisonderwijs

2

genoot, is het de vraag of het veranderende medialandschap niet om een nieuwe invulling van het begrip ‘geletterdheid’ vraagt”.

Loman & Vermeir (2012) noteren: “Geletterdheid is de kennis en vaardigheid die nodig is om via schriftelijke communicatie te communiceren en informatie te verwerken, de vaardigheid om met numerieke en grafische gegevens om te gaan en de vaardigheid voor het gebruik van ICT”.

Nieuwe media hebben een enorme invloed op de samenleving. Kanters (2012) stelt: “De vorm van de boodschap ofwel de eigen aard van het medium bepaalt in feite hoe de boodschap opgevat wordt. Zo heeft het medium ‘film’ volgens McLuhan een enorme invloed uitgeoefend op de van oorsprong lineaire samenleving en deze veranderd in een samenleving waarin een creatieve complexe structuur domineert”. Ze koppelt Gardner met zijn meervoudige intelligenties aan de huidige meervoudige samenleving die schreeuwt om een nieuwe set vaardigheden. Ze voert aan: “Gebruikers worden binnen de nieuwerwetse encyclopedie niet louter met een linguïstische vertelvorm geconfronteerd maar worden door verschillende vertelvormen, zoals film en geluid, geïnformeerd”.

Dellevoet (2013) werkt rond visuele geletterdheid door (voor)lezen: “Koning, keizer, admiraal, kijken kunnen we allemaal. Maar dieper waarnemen en interpreteren wat je ziet, is een ander verhaal. Best vreemd dat we er alles aan doen om kinderen teksten te leren lezen maar veel minder aandacht besteden aan het lezen van beelden. Tijdens voorlees- en bijbehorende verwerkingsactiviteiten zou het onderwijs een stevigere basis kunnen leggen voor visuele geletterdheid”. Ze vertaalt de definitie van mediawijsheid van de Raad van Cultuur uit 2005 naar visuele geletterdheid en komt tot: “Visuele geletterdheid is het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarover we moeten beschikken om ons bewust, kritisch en actief te bewegen in de complexe en steeds veranderende beeldcultuur. Bij visuele geletterdheid spelen in elk geval drie factoren een rol: cognitie, betekenis en het maakproces. Iemand heeft het beeld gemaakt, wij zien het via onze ogen en geven er via onze hersenen betekenis aan. Aan deze factoren moet het onderwijs veel meer aandacht besteden”.

3. Is het nodig om met zoveel verschillende definities te werken en op basis daarvan tot verschillende didactische aanpakken te komen?

Schriftelijke communicatie beperkt zich duidelijk niet tot de traditioneel geschreven teksten: beeldmateriaal, filmmateriaal, reclamefilmpjes, liederen e.d. maken er ook deel van uit. Verschillende lerarenopleidingen zoeken manieren om didactisch verantwoord te werken aan meervoudige geletterdheid. Verschillende instructiemodellen in verband met meervoudige geletterdheid zijn onderwerp van onderzoek. Aan de

71

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Universiteit Gent, bijvoorbeeld, maken Mottart & Vanhooren (2006; 2012) hier werk van; aan de KU Leuven Mayer.

Mottart & Vanhooren werken met het medium film en zien een les als een soort contactzone. Daarbinnen komt o.a. filmmateriaal aan bod “om ‘traditionele’ inhouden uit de culturele geletterdheid (literatuur en geschiedenis) in onze postmoderne, digitale tijd te onderwijzen” (Mottart & Vanhooren 2012).

Het is volgens mij niet nodig om beeldeducatie, meervoudige geletterdheid en visuele geletterdheid los te koppelen van ‘gewone’ leesdidactiek. Leerkrachten moeten ontdekken dat beeldeducatie en visuele geletterdheid een onderdeel van meervoudige geletterdheid zijn. Het is nodig om in het onderwijs tot geïntegreerde krachtige gehelen te komen om doelgericht en zinvol te werken én om tijd te maken om grondig te werken i.p.v. aan een hoop losse eindjes. We hebben daarbij niet iets nieuws nodig: met de leesstrategieën en taalbeschouwing vanuit het communicatieschema beschikken we over het nodige kader en materiaal. Hiermee kunnen we de transfer van de strategieën en taalbeschouwing beter laten lopen en aan meervoudige geletterdheid werken.

In de tekst van Raad van de Europese Unie (2012) vinden we dat de Raad het eens is over de volgende uitgangspunten:

  1. “Personeelsleden en leerkrachten in het lager onderwijs die belast zijn met onderwijs en zorg in de vroege kinderjaren, moeten beschikken over de vaardigheden die nodig zijn om taal- en leermoeilijkheden in een vroeg stadium vast te stellen en aan te pakken”.

  2. “De pedagogische vaardigheden van de leerkrachten in het lager onderwijs bij het lees- en schrijfonderricht, bijvoorbeeld in het pedagogisch gebruik van ICT, moeten in voorkomend geval worden versterkt. Daarnaast zal ondersteuning van leerkrachten in het secundair onderwijs bij het aanleren van geletterdheid in alle vakken, en in voorkomend geval, het vergemakkelijken van toegang tot deskundig advies voor alle leerkrachten ertoe bijdragen dat verdere vorderingen worden geconsolideerd en verwezenlijkt”.

3. “De onderwijssystemen hebben de invloed van nieuwe technologieën op geletterdheid nog niet ten volle benut. Door leermateriaal en leermethoden te herzien in het licht van de toenemende digitalisering, en de leerkrachten te steunen bij de toepassing van nieuwe leermethodes, kan de motivatie van de lerenden toenemen”.

De verschillende definities en de Dag van het Nederlands, georganiseerd door het CNO, zijn de voedingsbodem voor een concrete en doordachte didactische aanpak in een veilige, motiverende en taakgerichte leeromgeving die aansluit bij interesses van kinderen en jongeren. Het is mogelijk en haalbaar om binnen het onderwijs binnen één kader te werken aan meervoudige geletterdheid en zo tot transfer en tot automatisering van lees- en schrijfstrategieën te komen en dus echt meervoudig geletterden af te leveren.

72

2. Lerarenopleiding Basisonderwijs

2

De leesdidactiek bestaat uit drie stappen: activiteiten vóór, tijdens en na het lezen. Doel is zich als lezer te oriënteren, zich eventueel bij te sturen of bevestigd te zien, samen te vatten en te kaderen in reeds gekende elementen. Tegelijkertijd werkt een lezer – al dan niet bewust – taalbeschouwelijk vanuit elementen van het communicatieschema: de zender, de boodschap en de relatie met de werkelijkheid, de ontvanger, de bedoeling, in welke situatie en omstandigheden, de weg en de middelen, het effect en de reactie.

In het kader van werken aan meervoudige geletterdheid is het leesstappenplan bruikbaar bij ‘andere’ teksten: filmmateriaal in dit geval. Het noodzakelijke begrip en de kritische zin ontwikkelen we er ook mee. Daarmee vangen we op dat bewegende beelden veel sneller gaan.

In deze sessie gaan we aan de slag met beeldmateriaal: boekenkaften, filmposters en filmtrailers, en dat zowel met het ‘gewone’ stappenplan van begrijpend lezen als met het schema van Vosters (2011). Daarna bespreken we de resultaten naar didactische aanpak.

De deelnemers ontdekken hoe het kader van Vosters zich niet beperkt tot ‘lezen’ maar ook leidt tot zinvolle schrijfoefeningen en relevante luister- en spreeksituaties.

Referenties

Dellevoet, S. (2013). “Visueel geletterd door (voor)lezen”. Online raadpleegbaar op http://www.bibliotheek.nl. thema/opvoeding-en-onderwijs/voorlezen.1/65227. visueel-geletterd-door-(voor) lezen.html.

Kanters, G. (2012). “Masterscriptie”. Online raadpleegbaar op http://geeskekan.nl/ ?p=198.

Loman, J. & K. Vermeir (2012). G-start. Geletterdheid stimuleren bij jonge kinderen. Leuven: Centrum voor Taal en Onderwijs.

Mottart, A. & S. Vanhooren (2006). “Onderwijs als contact en confrontatie”. In: A. Mottart & S. Vanhooren. Twintigste conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 253-258.

Mottart, A. & S. Vanhooren (2012). “De Nieuwe Leescultuur. Didactische handreikingen voor de lerarenopleiding. Module 3: de contactzone”. Online raadpleegbaar op http://www.nieuweleescultuur.ugent.be/files/meer_lezen_1_mottart_vanhooren.pdf.

S.n. (2012). “Informatie afkomstig van de instellingen, organen en instellingen van de Europese Unie. Conclusies van de Raad van 26 november 2012 over geletterdheid”. In: Publicatieblad van de Europese Unie C 393/1-4, p. 1-2. Online raadpleeg- baar op http://eurlex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2012: 393:0001:0004:NL:PDF.

73

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

S.n. (2013). “Digitale geletterdheid”. Online raadpleegbaar op http://www.biblio- theek.nl/thema/opvoeding-en-onderwijs/begrijpend-lezen/16049.digitale-gelet- terdheid.html.

Vlieghe, J. (2012). “De invloed van media ontwikkelingen op cultuur en geletterdheid”. Emsoc. User Empowerment in a Social Media Culture. Online raadpleegbaar op http://emsoc.be/2713-de-invloed-van-media-ontwikkelingen-op-cultuur-engeletterdheid/.

Vosters, G. (2011). “Beeldig!”. In: G. Vosters, G. Bombeke, G. Vandermeersche & J. Bourgonjon. Dag van het Nederlands. Beeld en taal: op weg naar mediageletterdheid. Antwerpen: Universiteit Antwerpen/CNO, z.p.

Wikipedia (2013). “Geletterdheid”. Online raadpleegbaar op http://nl.wikipedia.org/ wiki/Geletterdheid.

74

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
NT2-leerlingen/cursisten
land
Belgiƫ
onderwijstype
basisonderwijs
lerarenopleiding
thema
evaluatie van onderwijsopbrengsten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013