Actualiteit doet leerlingen beter lezen

Jan T'Sas  ·  26ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2012  ·  pagina 70 - 74

Download artikel

ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

Voor je het weet, laten leerlingen je hun zelfgeschreven teksten lezen, aangestoken door de vanzelfsprekendheid van poëzie rondom hen. Een deugddoende ervaring!

Referenties

De Coninck, H. (2000). Het proza (deel 2). Amsterdam/Antwerpen: De Arbeiderspers, p. 11, 16, 17.

Herder, A. & I. Kappert (2011). "Het Poëziepaleis voor leerlingen van 4 tot 18 jaar". In: S. Vanhooren & A. Mottart (2011). Vijfentwintigste conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 179-184.

Ronde 8

Jan T'Sas

Universiteit Antwerpen

Contact: jan.tsas@skynet.be

Actualiteit doet leerlingen beter lezen

  1. Inleiding

De dood van Neil Armstrong, leeuwenjong geboren in de Antwerpse dierentuin, Facebookfeestje zet dorp op stelten... Een schoolboek kan de actualiteit niet volgen; Nieuwsbegrip doet dat wel. In Nederland is deze elektronische methode voor leesbegrip razend populair en 130 Vlaamse scholen werken momenteel met een versie van eigen bodem. Vaarwel schoolboek?

  1. Plezier in lezen?

De Vlaamse leerlingen kunnen technisch heel goed lezen, maar veel plezier beleven ze er niet aan. Dat stond vorig schooljaar in alle kranten. In basisschool 'Het Klepperke' in Balen beamen ze dat. "Tot nu toe werkten we met de methode Ondersteboven van lezen", vertelt Raf Jansen (30), leraar in het zesde leerjaar. "Daarin vind je allerlei teksten met woorden die ver van de leerlingen staan en met stereotiepe oefeningen die niemand graag doet. We zochten bijna wanhopig naar iets anders". Een tiental collega's uit andere scholen knikt instemmend. Ze komen uit het basis- en secundair onderwijs; sommigen uit het buitengewoon onderwijs. Allemaal hebben ze het over de

70

3. Competentieontwikkelend Ieren

geringe motivatie van hun leerlingen tijdens leeslessen. Een verhaal van weinig aansprekende teksten en saaie opdrachten. Maar vandaag zitten ze samen tijdens de kickoff van Nieuwsbegrip Vlaanderen.

  1. Het concept van Nieuwsbegrip

"We zijn er zes jaar geleden mee begonnen in Rotterdam", vertelt Astrid Kraal. Zij maakt deel uit van de Nederlandse redactie van Nieuwsbegrip. "Zeven scholen wilden het proberen. Nu zijn het er ruim 3500. Het succes is enorm". Het basisrecept is nochtans eenvoudig: de scholen brengen actuele onderwerpen voor de lessen aan. Elke maandag schrijft de redactie een journalistiek artikel over een van die onderwerpen. Een ander team werkt oefeningen voor woordenschat en leesbegrip uit. De volgende ochtend downloaden de scholen al het materiaal. Ze drukken het af of werken ermee op hun digibord. "We schrijven het artikel op vijf leesniveaus", legt Astrid uit. "Voor het hoogste niveau is er extra informatie. Er is een aanvullende filmreportage die scholen eveneens kunnen gebruiken. Al wat we maken, blijft toegankelijk via het archief".

  1. Tom Boonen

Vlak voor de paasvakantie wint Nick Nuyens verrassend de Ronde van Vlaanderen. Meteen hét onderwerp voor Nieuwsbegrip Vlaanderen. Een Vlaamse redactie levert de teksten aan. "Een schot in de roos", zegt Raf "Tom Boonen was vierde en hij komt uit Balen. Alle leerlingen kennen hem". Op een van de tafels in de klas ligt een grote map met krantenknipsels en foto's. "Die maken de nieuwsbewaarders", legt Seppe (11) uit. Nieuwsbewaarders, nieuwsvinders, nieuwsvolgers ... Elke week duidt meester Raf een groepje leerlingen aan om een van die drie functies op zich te nemen. "Dat zijn de rollen die bij Nieuwsbegrip horen", fluistert Marianne Molendijk. Samen met Astrid kijkt ze toe hoe de leerlingen en de leraren met de methode werken. "De nieuwsvinders zoeken onderwerpen bij elkaar en doen een voorstel voor de eerstvolgende les. De nieuwsvolgers verzamelen thuis artikelen en foto's die bij het gekozen onderwerp horen. De nieuwsbewaarders maken een selectie en stoppen die in de map". Mira (12) is deze week nieuwsbewaarder: "Over de aardbeving in Japan hebben we het meest. Op het eind van het jaar kunnen we in de map zien wat er allemaal in het nieuws is geweest".

5. De muffende wob

Achter Nieuwsbegrip schuilt een uitgekiende didactiek. Daarmee leren leerlingen nieuwe woorden. Ze ontwikkelen strategieën om teksten beter te begrijpen, te interprete-

71

ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

ren en informatie eruit af te leiden. En laat dat nu net knelpunten zijn in het Vlaamse onderwijs. Uit de jongste peilingen van de eindtermen Nederlands in de derde graad van het secundair onderwijs blijkt dat leerlingen het moeilijk hebben om informatie af te leiden, te combineren, te ordenen, te interpreteren of te evalueren. Ze slagen er ook lang niet allemaal in om de betekenis van een onbekend woord in een schriftelijke of mondelinge boodschap te achterhalen.

"Zet dat maar op rekening van falend leesonderwijs", zegt Ernst Keijsers, die nascholing geeft over de Nieuwsbegrip-methode. "Nog altijd beperken heel wat leraren oefenen van leesbegrip tot inhoudsvragen stellen. Dat leerlingen op die manier teksten echt leren begrijpen, is een misvatting. Probeer dit eens in de klas — schrijf op het bord: `Een wob mufte zijn frinse fruin. Stel vervolgens de vraag: Wat mufte de wob?' De leerlingen antwoorden iets als: 'De wob mufte zijn frinse fruin'. Mooi, denk je dan, ze hebben het begrepen. Maar weten je leerlingen wat een wob, muffen, frinse en fruin precies betekenen? Nee. Nochtans stel ik toch een inhoudsvraag ...".

  1. Terug uit de middeleeuwen: de meester

Ooit van rolwisselend lezen gehoord? Bij Nieuwsbegrip zit dat standaard in de methodiek. "Het is een soort meester-gezelonderwijs, maar dan voor begrijpend lezen", legt Ernst Keijsers uit. "In de middeleeuwen deed de meester aan zijn gezel voor wat hij moest doen. Zo leerde men ambachtelijke beroepen. Bij begrijpend lezen is het voor de leerling niet duidelijk of zichtbaar hoe de expert het lezen aanpakt. Veel speelt zich namelijk af in het hoofd van de expert. Door hardop te denken, kan de expert duidelijk maken hoe hij bijvoorbeeld een strategie toepast".

Bij `rolwisselend lezen' lezen de leerlingen een tekst in groepjes. Een expert denkt hardop, zodat de leerlingen kunnen zien en horen hoe hij het lezen aanpakt. "In het begin is de leerkracht de expert; hij staat model voor de leerlingen", verklaart Ernst Keijsers. "De leraar stelt zich bijvoorbeeld bij het lezen plots hardop de vraag: Wie won vorig jaar ook weer de Ronde van Vlaanderen?' of 'Waar is de aankomst van die wedstrijd?' Geleidelijk aan nemen de leerlingen de rol van de expert over. Ze passen bepaalde strategieën en vaardigheden van begrijpend lezen hardop toe bij het lezen van informatieve teksten. Hierdoor begrijpen ze de teksten beter".

  1. Leesstrategieën komen systematisch aan bod

Elke week staat in Nieuwsbegrip één leesstrategie centraal: 'voorspellen', 'onduidelijkheden ophelderen', 'vragen stellen', 'samenvatten', 'relaties en verwijswoorden herkennen en kunnen gebruiken' of 'visualiseren'. Elke zesde week kan de leraar een artikel

72

3. Competentieontwikkelend Ieren

downloaden met opdrachten die alle strategieën trainen. Dan begint de hele cyclus opnieuw. "Het is een verademing", vindt Raf. "De variatie in de strategieën geeft de leerlingen meer inzicht in teksten. En ik begrijp nu zelf beter wat lezen precies is". Voor elke strategie krijgen de leerlingen bovendien een stappenplan. Daarmee worden ze betere voorspellers, woordverklaarders, samenvatters ..."Ik vind het makkelijker dan ons gewone leesboek", lacht Zaynab (12). "En de oefeningen zijn leuker".

Rafs collega, Marco Calemi (36), werkt in het vierde leerjaar met de teksten van het laagste niveau. "Echte goede lezers kun je teksten van een hoger niveau geven", zegt hij. "Sterke leerlingen kunnen zelfstandiger werken en op een hoger niveau. Je kunt er ook mee werken buiten het vak 'taal'. Actualiteit hoort bij de leerstof van de tweede graad. Actualiteitslessen worden leeslessen of omgekeerd. Daarmee slaan we twee vliegen in één klap".

8. Aansluiting bij het Vlaamse onderwijs

Of Nieuwsbegrip wel voldoende aansluit bij het Vlaamse onderwijs? Daarover waken Riet Jeurissen (Xios Hogeschool Hasselt), Hilde Van den Bossche (Hogeschool KANO Sint-Lieven, campus Waas) en Tinneke van Bergen (Arteveldehogeschool Gent). Als lerarenopleiders zijn ze goed thuis in leesonderwijs. Ze volgen het project op de voet en hun conclusies zijn positief. "Mijn collega's aan de hogeschool gebruikten teksten over Japan en Libië", aldus Riet Jeurissen. "Het voordeel is dat ze nu de leesstrategieën concreet toepassen of leren kennen voor ze verder werken met de inhoud. Onze studenten herkennen de didactische vormen en passen ze toe tijdens hun stagelessen. Bovendien kunnen ze de lessen situeren binnen eindtermen en leerplandoelen". Hilde Van den Bossche benadrukt de actualiteitswaarde in het project: "In gewone leesmethodes werken kinderen met fictieteksten. Dat lijkt me veel minder functioneel".

"Wat ik wel mis, zijn de concreet geformuleerde lesdoelen in de lerarenhandleiding", werpt Tinneke van Bergen op. "Ze zouden een antwoord kunnen geven op de vraag `Waartoe zullen de leerlingen beter in staat zijn na deze les?' Ik mis ook suggesties om de tekst in een ruimer perspectief te plaatsen of een taak te geven die geen leestaak op zich is".

"Nogal wat scholen werken al rond actualiteit", weet Hilde Van den Bossche. "Ze vragen hun kinderen per dag of zo het nieuws bij te houden en dan verslag uit te brengen. Jammer genoeg gebeurt daar (zo goed als) niets mee". Veel kinderen luisteren niet echt naar de toelichting van de verzamelaar, die dikwijls ook alleen maar afleest en niet echt toelicht waarom hij voor die berichten heeft gekozen. Met Nieuwsbegrip werken kinderen veel doelgerichter, zeker vanuit de verschillende rollen. Tegelijk leren ze ook

73

ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS

met strategieën werken die elders zinvol zijn en die hen helpen om (op termijn) meer zelfstandig te kunnen werken.

74

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
leesonderwijs
begrijpend lezen
taalcompetenties
land
België
onderwijstype
basisonderwijs
thema
onderwijsleermateriaal

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

26ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2012