MILE-Nederlands

John Bronkhorst & Harry Paus  ·  12de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1998  ·  pagina 75 - 77

MILE-NEDERLANDS

John Bronkhorst & Harry Paus

In opdracht van het Nederlandse Minlsterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen worden multimediale leeromgevingen gemaakt voor lerarenopleidingen. Het is de bedoeling dat een deel van het leerproces desgewenst via multimedia en Internet kan verlopen. Het Expertisecentrum Nederlands, verbonden aan de Universiteit Nijmegen, heeft een ontwerp gemaakt voor een complete taaldidactiek voor lerarenopleidingen basisonderwijs op multimediale leest geschoeid: Mile-Nederlands.(1) Een eerste deel van dat ontwerp is inmiddels gerealiseerd en aangeboden aan de staatssecretaris in 1998 (Bronkhorst & Paus 1997, Bronkhorst e.a. 1998).

1 WERKWIJZE

De leeromgeving bevat twee elementen: een cd-rom en een Internetomgeving. Omdat het op dit moment nog onvoldoende mogelijk is om videofragmenten voor iedereen succesvol via Internet te verzenden, is gekozen voor deze dubbele of hybride opzet. In de praktijk merkt een student nauwelijks dat er wordt overgeschakeld naar Internet. De buitenkant van het programma blijft gelijk. Dat bevordert een groter bedieningsgemak en onderstreept het feit dat er sprake is van een samenhangende leeromgeving.

In het programma kunnen studenten zorgvuldig geselecteerde fragmenten onderwijs bestuderen via de cd-rom en kunnen ze commentaar op de fragmenten van verschillende zijden opvragen: de leerkracht zelf reflecteert op zijn les, er zijn Pabo-studenten die commentaar leveren, een opleidingsdocent gaat in op achtergronden en leerlingen uit de klassen reageren eveneens. De cd-rom bevat ook een database met begrippen en achtergrondinformatie. Deze database hebben de samenwerkende docenten Pabo zelf samengesteld, onder meer door elkaar via e-mail teksten toe te sturen en van commentaar te voorzien.

Op Internet komen studenten informatie tegen die ze aanvullend kunnen raadplegen. Ook discussiëren ze daar met elkaar over vragen, opdrachten en ideeën die ze hebben rondom het onderwerp. Het is voor Nederland nieuw dat op zo grote schaal geprobeerd wordt samen te leren. Aan de discussie doen ook Vlaamse opleidingen mee. Meer dan 70% van de Nederlandse opleidingen is met het eerste deel van het programma op enigerlei wijze bezig.

2 INHOUD

Wat de inhoud van het programma betreft, sloten we aan bij het zogenaamde New Wave-project, dat voor een belangrijk deel geïnspireerd is door de ideeën van de

76   Johri Bronkhorst & Harry Paus

Amerikaan John Guthrie (Van Elsëcker & Verhoeven 1998). Het New Wave-project kent een aantal uitgangspunten:

  •   bevorderen van lees- en schrijfmotivatie, onder andere door het creëren van authentieke lessituaties en het werken aan een positief zelfbeeld;

  •   strategieën aanbieden en oefenen in een functionele context;

  •   leerlingen onafhankelijker en zelfstandiger leren lezen en denken;

meer mogelijkheden bieden tot onderlinge communicatie en interactie;

  •   zoveel mogelijk streven naar integratie van vakken en vaardigheden.

Uit dit New Wave-project werden twee lessituaties opgenomen op de cd-rom. Het gaat daarbij om de thema's 'leeuwen' en 'middeleeuwen'. In beide gevallen is de vraag aan de orde hoe de leesmotivatie bevorderd kan worden.

3 LEERSITUATIE

Kenmerkend voor de leeromgeving is de start met een gemeenschappelijke belevenis (video). Van daaruit ontwikkelt zich het leerproces van de studenten. Daarin zijn ze vrij om hun eigen kennis samen te stellen en met anderen te delen. Afhankelijk van de visie van de docent kan deze vrijheid groter of kleiner zijn. In principe staat de omgeving een gevarieerd gebruik toe. Het zelf samenstellen van kennis wordt wel 'constructivisme' genoemd en vormt een van de uitgangspunten van het Expertisecentrum Nederlands. Rondom de leeromgeving zijn diverse ondersteunende materialen ontwikkeld (courseware). Deze omvatten: opdrachten, vormen van toetsing, begeleidingsteksten en andere vormen onderwijskundige hulp.

Nieuw aan de situatie is dat de meeste studenten zelfstandig deze module kunnen doorwerken en daarbij graag met meerderen naar de cd-rom kijken. Dat bevordert discussie en reflectie. Nieuw voor alle deelnemende docenten is dat zij op landelijke schaal bezig zijn met discussie, opdrachten en reacties.

4 RESULTATEN

Een eerste onderzoek onder studenten van enkele lerarenopleidingen laat zien dat er een grote waardering bestaat voor dergelijke leeromgevingen. Studenten vinden het zeer prettig om samen te werken, met anderen te communiceren en informatie via ICT te verwerven. Ze hebben de indruk dat de kloof tussen theorie en praktijk door de inzet van deze media kleiner kan worden. Docenten zien hun rol veranderen. Ze zijn, ook volgens de studenten, nog steeds nodig. Er worden echter andere eisen aan hen gesteld. Ze moeten kunnen inspelen op onvoorziene vragen, kunnen stimuleren, discussies kunnen reguleren en uitlokken. Ook op afstand kan er eventueel ondersteund worden (via e-mail).

De database wordt door docenten hoog gewaardeerd en door studenten minder. Het onderdeel lesopzet' kan ook verbeteren, vinden de studenten. Belangrijk vinden studenten ook dat ze zelfstandig kunnen werken met deze omgeving. Grote tevredenheid is er over de gebruiksvriendelijkheid van het programma.

MILE-NEDERLANDS   77

De resultaten van deze eerste pilot stellen de ontwikkelende docenten en het Expertisecentrum Nederlands in staat verbeteringen aan te brengen in het tweede product. Dat zal gaan over omgaan met verschillen in ontwikkeling bij beginnende geletterdheid. Dit product is cursusjaar 1999-2000 gereed voor gebruik in de lerarenopleidingen. Daarna volgen producten rondom woordenschat, mondelinge communicatie, begrijpend lezen en beginnende geletterdheid.

Studenten aan lerarenopleidingen basisonderwijs in het volgende millennium treffen naast hun boeken ook een multimediale leeromgeving taaldidactiek aan voor Nederlands. Als hun enthousiasme gelijk blijft aan dat van de eerste groepen wordt leren een plezierige(r) aangelegenheid!

NOOT

1 Het projectteam Mile-Nederlands bestaat John Bronkhorst (projectleider Mile-Nederlands), Harry Paus (projectleider opleidingsdidactiek), Berend Stellingwerf (projectleider primair onderwijs) en Hanneke Wentink (projectleider interventie bij leerproblemen).

LITERATUUR

Bronkhorst, J., J. Hoffs, B. van der Leeuw, H. Paus, L. Verhoeven & H. Wentink: Tikje naar voren. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands, 1998.

Bronkhorst, J. & H. Paus: De aftrap. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands, 1997.

Elsäcker, W. van & L. Verhoeven: Het New Wave Project. Motiverend lees- en schrijfonderwijs op de basisschool. Moer 1998/5, p. 195-203.

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
land
Nederland
onderwijstype
basisonderwijs
lerarenopleiding
thema
onderwijsleermateriaal
audiovisueel
ICT

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

12de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1998