Interview met de regisseur van Vondels Adam in ballingschap

Chris D'Haese  ·  4de Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  1990  ·  pagina 81 - 86

Chris D'Haese

INTERVIEW MET DE REGISSEUR VAN VONDELS ADAM IN BALLINGSCHAP

Daar mijn lezing hoofdzakelijk bestond uit het bekijken en commentariëren van een video-opname, schets ik voor de geïnteresseerde leerkracht een overzicht van de lessenreeks, waarvan het interview het slot vormt.

Les 1

De lessenreeks wordt aangekondigd en voor les 3 krijgen de leerlingen de opdracht een interview (naar eigen keuze) te lezen en mee te brengen.

We lezen en bespreken een fragment uit Adam in ballingschap: Eva door Belial verleid (1). Inhoudelijk wordt geprobeerd de tekst te actualiseren door het psychologisch doorzicht van Belial t.a.v. de vrouw te bespreken.

De stijl genoot (toch nog) waardering bij 'een behoorlijk aantal leerlingen.

Les 2

Informatie over Vondel (een korte levensschets) en zijn tijd. Deze les wordt opgevat als een luisterles en een oefening in (mondeling of schriftelijk) synthetiseren.

Als voorbereiding op de toneelopvoering (opgenomen op video en beschikbaar bij Arca Gent) worden vier recensies (zie bijlage) over de opvoering uitgedeeld met de opdracht: recensie thuis te lezen.

Bij het begin van het schooljaar maakten de leerlingen kennis met de recensie als tekstsoort, als voorbereiding op hun huislectuur. Voor het schooljaar 1990- 1991 suggereer ik met de leerlingen de recensie te lezen van de film Dreams van A. Kurosowa (b.v. in het maandblad Film en Televisie juli-augustus 1989): als aansporing om naar de film te gaan kijken en omdat het deel De treurende menseneters ook duivels als personages heeft, wat dan weer een aanknopingspunt biedt naar Vondels personage Belial.

Les 3

Deel 1

In groepjes van 4 wordt de informatie uit de 4 recensies samengebracht met aandacht voor de volgende punten: inhoud, achtergrond, interpretatie en thematiek, evaluatie, vertolking, praktische gegevens, uiterlijke vormgeving.

81

De bedoeling van deze les is drievoudig:

de leerlingen lezen en vergelijken recensies (toepassing van de theorie uit de lessen over de recensie);

ze bereiden zich voor op het zelf schrijven van een recensie;

ze gaan de invloed van de recensie na op hun kijkbereidheid.

Deel 2

Theorie over het interview (2).

TONEELVOORSTELLING

(in de schouwburg of op video)

Les 4

Interview met de regisseur

  1. De leerlingen bereiden het interview voor: de vragen worden geordend, lettend op het verschil tussen open en gesloten vragen, directieve en non-directieve vragen.

Noot: de leerlingen kunnen voor hun stelopdracht kiezen tussen een verhandeling of het uitschrijven van het interview.

Les 5

  1. Afnemen van het interview (dat op video wordt opgenomen).

Enkele vragen: Waarom nu nog Vondel? Waarom precies Adam in ballingschap? Waarom wordt het stuk maar door één acteur gespeeld? Kunt u ons iets vertellen over het werk van een regisseur?

Slotfase

Evaluatie van het geheel. Bespreking van de interviews.

Persoonlijk oordeel over de lessenreeks in de praktijk.

Niet zonder tegenzin begon ik aan het project Vondel (in samenwerking met de RUG): ook voor de meeste leerkrachten is Vondel niet zo'n boeiende figuur. Door de bewerking met Dries Wieme in de hoofdrol, door de les te combineren met lees-, luister- en schrijfvaardigheid werd het geheel opnieuw zinvol. De klassen die de voorstelling bijwoonden (5e jaar Wiskunde), vertrokken niet erg enthousiast naar de voorstelling (mijn eigen vrees voor een mislukking had ik bewust overgebracht). Die ingesteldheid, de persoonlijkheid van Dries Wieme en

 
 

82

de moderne vormgeving hebben ervoor gezorgd dat leerlingen en leerkracht dat "cultuurmonument" eens op een aangename manier hebben leren kennen. Een interessante ervaring, ook voor de leerkracht!

Noten

  1. Fragment in Gouden poort 5, pp. 178-184.

  2. Het interview in Handboek Taalhantering, Van Loghum Slaterus, Deventer 1983.

Brugsch Handelsblad 16 september 1988

Vondel (?) in De Korre

Spektakel

Maar de produktie van de Korre met Dries Wieme bijgestaan door Geert Kimpen en met Ronnie Commissaris als regisseur, heeft kwalitei ten en zeer grote, die inderdaad heel, heel ver afliggen van de kwaliteiten van Vondel. Het geniale van het geval is dat de .Korre-Adam de tekst zo heeft aangewend dat het spel zelf er haast voortdurend contrapuntisch op gedistilleerd wordt op de meest verrassende, deugnietachtige bijna venijnige wijze, zodat voortdurend ook vonken van kortsluiting of gifgassen van verkeerde maar opzettelijke mengelingen aan het geheel een subsersief, duivelachtig karakter geven. Wie die humor niet kan waarderen is verloren,

Wat die definitieve (?) versie be-. treft heb ik de indruk dat de Vonde- liaanse tekst met veel meer klaarheid overkomt; terwijl hij tegelijk veel meer gerelativeerd wordt met bv. alleen nog de opgave van de maat : blablabla - blablabla - blablabla

-

blablabla. Ook de algemene konstruktie van het stuk rond het bruiloftsmaal (wat een vondst van formaat) lijkt nu nog logischer uitgewerkt. En Dries Wieme schijnt er meer – soms wat te veel (de aanvangsscène 1) aan toe te voegen. Je begint meer te zien dan te horen, het spektakel wordt hier de hoofdzaak.

En dat spektakel blijft zeer leuk, ondeugend tot het subversieve toe. Dit blijkbaar louter studentikoze amusement, waarin in feite de verdoemde engel Lucifer zich op de Godheid wreekt door diens schepsels in het verderf te storen, eigenlijk voer voor teologen, dit amusement vertoont soms bittere en uitdagende spot. Dries Wieme is een wel vreemde duivel : al wat hij letterlijk en figuurlijk bekokstooft doet hij blijkbaar met een sarkastisch leedvermaak en voor ons plezier.

Nu wij toch weten dat sedert Eva en die beruchte appel het paradijs voor ons verloren is, is het een beetje laat om er nog over te treuren. Dan maar lachen, Vondel ten spijt 1 En liefst op de manier van Dries Wieme, die doet het m.i. wel eens subliem.

J.V.D.

Na een voorsmaakje al een jaar geleden, na de try-out voor de zomervakantie loopt deze veel besproken produktie nu eindelijk normaal door. Wat maakt dat uw rescensent het praktisch voor de derde keer zag. Dan is de vraag natuurlijk : zal ik het een derde keer ook uitstaan. Houdt die uitdagende spotternij .nog altijd stand 7 Wel ja, die derde konfronta- tie liep uit op misschien wel geen - .triomf, maar toch haalt Dries Wieme zijn slag thuis.

Vondel zou niet mogen protesteren – als hij het kon – de Vondelianen zullen eerlijkheidshalve hun protest op zak moeten houden want zij zullen zich willens – nillens toch geamuseerd hebben en het publiek zal niet anders kunnen dat de prestatie – hoe oneerbiedig ook – te applaudiseren als stoute kinderen die een ondeugende grap uitgehaald hebben en toch nog een snoepje krijgen. Op dergelijk toneel bestaat toch geen sanktie. Vondel ligt al zo lang onder de grond en zijn werk staat begraven onder het stof in de meest onbetreden vleugel van biblioteken. Het eenvoudig boven halen van een stuk en het dan gaan (mis)bruiken voor eigen glorie en faam terwijl hoe dan ook autentieke fragmenten weer tot leven komen in een twijfelachtige kontekst, dat kan Vondel alleen ten goede komen.

De Antwerpse Morgen 9 september 1988

84

Het Volk

24 mei 1988

Dries Wieme in de Hof van Eden: een gastronomisch paradijs.

„Adam in ballingschap":

et Vondel aan tafel

BRUGGE — Acteur Dries Wieme en regisseur. Ronnie Commissaris hebben zich bij de 400ste verjaardag van Joost van den Vondel een loodzware taak op de schouders gehaald: het erg moraliserende stuk „Adam in Ballingschap" van deze 17de eeuwse auteur van:- onder het metersdikke stof halen en genietbaar maken voor een hedendaagse theaterpubliek. Danzij een erg originele vormgeving — de zondeval krijgt gastronomische allures — en de speelse acteerkunst van Dries Wieme zijn zij daar aardig in gelukt. Deze korte Korre-productie is een grappig monoloog, waarbij de acteur handig gebruik maakt van het eenvoudige decor.

„Adam in Ballingschap" behandelt de verdrijving van Adam en Eva uit het Aards Paradijs, na hun verleiding door de duivel Lucifer in de gedaante van een slang. Aangezien onze visie op deze parabel in grote mate verschilt van het religieuze standpunt tijdens de door reformatie en contrareformatie geteisterde 17de eeuw, diende regisseur Ronnie Commissaris de aankleding van het stuk „ietwat" te veranderen.

Daarom stelt hij Lucifer voor als een opstandige kolonel, die aast op de heerschappij van God' en een staatsgreep wil plegen. Bij de aanvang van het stuk sluipt Dries Wieme dan ook gekleed in een kaki legeruniform het podium op. Daarna speelt het stuk zich aan tafel af in een restaurant, waarbij de duivel zich een gastronomisch banket laat voorschotelen.

Functioneel decor

Op bepaalde ogenblikken heeft deze produktie veel weg van een poppenkastvertoning waarbij Lucifer Adam en Eva in de tuin van Eden — de met spijzen gevulde tafel — als marionetten manipuleert. Dries Wieme gebruikt immers in zijn monoloog keukenvoorwerpen als tegen-

spelers: zo richt hij zich tot het olie- en azijnflesje, die respektievelijk Adam en Eva voorstellen. Ondertussen eet hij enkele hapjes of bereidt hij zelf een eenvoudig gerecht.

Terwijl zijn culinair talent enigszins te wensen overlaat (het.. scheiden van dooier en eiwit verloopt niet zo vlot), zet Dries Wieme een gave acteerprestatie neer. Op een erg speelse manier kruipt hij in de huid van diverse personages: de slang wordt voorgesteld als "een vleiende play-boy in smoking, terwijl Eva een gillende, hysterische huisvrouw is, die tijdens een echtelijke twist met Adam enkele borden stukgooit.

Grappig

In tegenstelling tot de enscènering werd de tekst van Joost van den Vondel niet aangepast. Ten behoeve van de monoloog is het aantal verzen wel met meer dan de helft ingekort. Maar precies in het contrast tussen het archaïsche 17de eeuwse taalgebruik en de moderne vormgeving ligt de humor van de produktie. Zo beschrijft de acteur bijvoorbeeld in erg lyrische verzen de gevarieerde vegetatie in de tuil. van Eden, terwijl hij een blaadje sla verorbert.

Hoewel er veel gelachen wordt, ontaardt deze produktie nooit in een parodie die de spot drijft men het oorspronkelijke, ernstige drama van Vondel. Door hun aanpak bewijzen Dries Wieme en Ronnie Commissaris dat ons cultureel erfgoed niet enkel bestemd is voor de bibliotheken van eminente literatuurprofessoren. Indien dit erfgoed getoetst wordt aan onze hedendaagse waarden, kan het best gesmaakt worden -door_ een breed publiek. ,Adam in Ballingschap", dat nog op zaterdag 28 mei om 20u30 opgevoerd wordt in de Korrekelder, is een uitstekende kans om op een boeiende manier kennis te maken met een niet meer bespeelbaar geacht stuk van een „vergeten" auteur.   S. V.

...4 dam in ballingschap" van Joost Vonden Vondel, gespeeld door Dries Wieme en Geert Kimpen in regie van Ronnie Commissaris. Reisvoorstellingen. Korrekelderproduktie. Inlichtingen : Korrekelder. Kraanplein 7. Brugge. Tel. : (050) 33.03.83.

ET is uit liefde en eerbied voor Vondel, zegt akteur Dries Wieme, dat ik „Adam in Ballingschap" heb „bewerkt". Met zijn koldereske versie van het bekende „treurspel" heeft Wieme niet de pretentie om Vondel in zijn literaire waarde aan te tasten, Iaat staan te verbeteren, maar wel toegankelijker te maken.

Enkel wat als essentieel ervaren werd, is bewaard. Voor „Adam in ballingschap" is dat-de wraak van Lucifer, de gevallen engel, de hemelse veldheer, die het in de hemel niet heeft kunnen" halen tegen de troepen van God en nu het geluk benijdt van de mensen op aarde. Lucifer zal dan ook alles doen wat hij kan om de mensen zo ongelukkig te

Dries Wieme : Lucifer in zwart pak, jaloers op het geluk van de mensen.

maken als hij zelf is. En hij slaagt daarin. Door alleen het wezenlijke te tonen, wordt het werk niet noodzakelijkerwijs versimpeld. Het kan bijvoorbeeld scherp gesteld worden. Dat doen Dries Wieme en regisseur Ronnie Commissaris door het stuk in een weloverwogen metafoor te plaatsen. Middelpunt van de handeling is een tafel, symbool van de hele wereld, beschenen door het „al-verkwikkend licht" van de luster. Gaandeweg wordt die „tuin der lusten" door een niet-sprekend personage (Geert Kimpen) gedekt met spijs en drank en ook bevoIkt, zij het dan met de gebruikelijke culinaire objekten of met de kleine figuurtjes die een bruiloftstaart versieren.

Uit het zwarte gat van de zaal is plots een man opgedoken die in het flauwe schijnsel van zijn zaklantaarn een parakommando blijkt te zijn, die zojuist een zachte landing maakte. Het is de hemelse veldheer Lucifer in gevechtskledij. Hij citeert verzen van Vondel die wonderwel op de situatie van toepassing zijn. De vervreemding is groot, maar het werkt. Lucifer opereert glurend van onder de tafel. benijdt het overvloedige bruiloftsmaal waarvan straks Adam en Eva zullen genieten, en verandert zichzelf in een slang door de gestalte van een deftige heer in zwart pak aan te nemen. Daarna wordt de heer een kok die voor het jonge paar wat _bekokstooft".

Belzebub

Inderdaad, Lucifer is de allerboosaardigste en allesbeheersende macht, die man en vrouw manipuleert alsof ze een peper- en zoutvat zijn. Hij verkoopt hen appelen voor citroenen.

Uitsluitend met verzen uit het oor- spronkelijke stuk, zegt Dries Wieme veel meer dan Vondel Ooit bedoeld kan hebben. De waarschuwing voor de af gunst van de machtigen die op aarde voortdurend mislikken en de schuld van hun afgang bij hun onderdanen leggen, loopt als een rode draad door de voorstelling, die gebracht wordt op de speelse toon van een gezapig causeur. Geen hoogstandjes, maar af en toe een venijnig neepje of een geniepige trap tegen een zeer been. Geen parodie op een oud stuk, waarvan de dramaturgische mogelijkheden achterhaald zijn. Maar een doorboren tot op de harde kern waardoor het Dries Wieme mogelijk wordt ook zijn eigen akteur-zijn te relativeren.

De spanningsboog is niet altijd even strak gespannen. Minder boeiend wordt het als de akteur er zich toe laat verleiden om bepaalde woordspelingen al te letterlijk „uit te beelden". Bovendien leent de metafoor van een bekakt bruilofsmaal zich niet tot een uitgesponnen voorstelling. Er kunnen gerust nog enkele minuten af.

Deze _Adam in ballingschap" heeft iets ondeugends en bij momenten iets blasfemisch, zonder echt te choqueren. Meer dan twintig jaar geleden werkte Dries Wieme aan kabaretprogramma's op de BRT-radio. In „Adam in ballingschap" blijkt zijn oude liefde, serieuze dingen met humor te willen inpeperen, nog ongeroest aanwezig te zijn, maar ze komt wel van heel diep.

KNACK — 15 juni 1988

KULTUUR 149

86

Labels

doelgroep
NT1-leerlingen
domein
literatuuronderwijs
land
België
onderwijstype
voortgezet/secundair onderwijs
thema
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

4de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1990