De lerarenopleiding en didactische vernieuwing: katalysator of weerstand?

Bart Deygers & Sibo Kanobana  ·  28ste Conferentie Onderwijs Nederlands  ·  2014  ·  pagina 83 - 87

Download artikel

3. Hoger onderwijs

Noot

1 Het OOF-project Touch Teach Learn. Handvatten en scenario’s om de tablet pc te ontgrendelen voor het hoger onderwijs wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team bestaande uit dr. Jeroen Lievens (FIIW, KU Leuven @ KHLim), Carolien Frijns (CTO, KU Leuven) en Marnik Lenaerts (i-NET, KHLim). In elke deelnemende opleiding is er een tabletcoach aangesteld die docenten bij de geïntroduceerde onderwijsvernieuwing ondersteunt.

Ronde 4

Bart Deygers (a) & Sibo Kanobana (b)

  1. CTO, KU Leuven

  2. Universiteit Gent

Contact: bart.deygers@arts.kuleuven.be sibo.kanobana@ugent.be

De lerarenopleiding en didactische vernieuwing: katalysator of weerstand?

1. Inleiding

Aan de Universiteit Gent krijgen toekomstige leerkrachten Nederlands de kans om mee te werken aan taakgerichte workshops ‘Academisch Nederlands’ voor anderstalige studenten. Tijdens de stage kunnen de stagiairs in kleine groepjes en op een interactieve manier anderstalige studenten begeleiden in hun academische taalontwikkeling. Deze bijdrage bekijkt de effecten van een stage in deze atypische context op de teaching beliefs van toekomstige leerkrachten.

Het onderzoek bestaat uit twee complementaire delen. Voor het longitudinale luik werden gedurende een jaar 5 stagiairs van de Specifieke Lerarenopleiding (SLO) Nederlands maandelijks geïnterviewd. Om na te gaan of de resultaten van het longitudinale luik representatief zijn voor de totale populatie, werden alle voormalige stagiairs die vandaag in het secundair onderwijs lesgeven, gecontacteerd. Het ging om 18 respondenten die gelijkaardige vragen beantwoordden aan de hand van een online vragenlijst. De resultaten geven een duidelijk beeld van de sterktes en zwaktes van lerarenopleidingen en van de stagepraktijk. Ze beklemtonen in de eerste plaats hoezeer de typische stagecontext de traditionele didactiek repliceert en innovatie uit de weg gaat.

3

83

28ste HSN-CONFERENTIE

  1. De maatschappelijke context

De context van het onderwijs is veranderd. In 20 jaar tijd is een meertalige studentenpopulatie de norm geworden (Agirdag 2009; Van Avermaet 2012). Meer dan 12% van alle leerlingen in het lager en secundair onderwijs spreekt thuis een andere taal dan het Nederlands; in stedelijke contexten betreft het zelfs meer dan 30% van alle leerlingen. Tegelijkertijd zien we dat de onderwijsstrategieën van de Vlaamse leerkrachten niet erg veranderd zijn. Ex cathedra lesgeven met een focus op eenrichtingskennisoverdracht is de norm en een vernieuwende aanpak blijft de uitzondering (Vieluf e.a. 2013).

  1. Theorie vs. praktijk

De resultaten van dit onderzoek bevestigen dat theorie die niet samengaat met praktijkervaring geen invloed heeft op de didactische aanpak van toekomstige leerkrachten. Uit vorig onderzoek bleek trouwens ook dat ervaring vaak meer effect heeft op toekomstige leerkrachten dan alleen theorie (Cabaroglu & Roberts 2000; Busch 2010; Hiebert & Morris 2012).

De SLO promoot in haar theoretische klassen een vernieuwende pedagogische aanpak en de stagiairs zijn ervan overtuigd dat ze deze pedagogische theorie kennen. Toch maken ze daar in de praktijk nauwelijks tot geen gebruik van. Bovendien blijkt dat ze zich niet bewust zijn van bepaalde aangeleerde theoretische concepten die ze wel gebruiken in de praktijk. Er is dus een kloof tussen de theorie die ze gestudeerd hebben en wat ze in de praktijk denken te doen.

De stage in de workshops is relatief kort (20u), waardoor men zou kunnen stellen dat de invloed van deze stage relatief klein is. Toch valt op dat alle 5 respondenten uit de focusgroepen en 16 van 18 ex-stagiairs die de vragenlijst invulden, aangeven dat hun onderwijsvisie en onderwijspraktijk erdoor beïnvloed werd, zowel op pedagogisch als op intercultureel vlak.

  1. Een interculturele ervaring

Causey e.a. (2000) geeft aan hoe de studentenpopulatie van de lerarenopleiding vooral bestaat uit studenten uit de dominante cultuur en de middenklasse. Dat is niet anders aan de UGent, waar tussen 2009 en 2013 geen enkele student uit een etnischculturele minderheid deelnam aan de SLO Nederlands. Bovendien wordt in het curriculum van de SLO Nederlands relatief weinig tijd gespendeerd aan interculturele gevoeligheden of aan NT2-didactiek. Toch blijkt het opportuun om toekomstige leerkrachten Nederlands de kans te geven om in contact te komen met niet-moedertaalsprekers (Busch 2010).

84

3. Hoger onderwijs

Op intercultureel vlak geven de stagiairs aan dat de workshops hun visie op NT2’ers vormgeven. Voor hun stage dachten ze dat anderstalige nieuwkomers aan de universiteit een lager niveau Nederlands zouden hebben en dat ze uitsluitend een lagere sociaaleconomische status (SES) hadden. Ze waren zich ook niet altijd bewust van de verschillen tussen allochtone studenten die in het Nederlands naar school gingen en nieuwkomers die geen Nederlandstalige vooropleiding hadden gevolgd.

  1. Pedagogische vernieuwing

Op pedagogisch vlak hadden de workshops ook een invloed op de stagiairs. Alle stagiairs gaven aan dat de context van het secundair onderwijs hen weinig ruimte gaf voor vernieuwing. Dat bleek uit hun ervaring als student of leerling en uit hun ervaring tijdens andere stages in het secundair onderwijs. Daarbij waren een starre hiërarchie en transmissieonderricht de norm, terwijl interactief lesgeven niet aangemoedigd werd of zelfs werd afgeraden. Ondanks deze ervaringen konden de workshops de stagiairs voldoende motiveren om een andere aanpak uit te proberen in contexten die niet altijd open bleken voor vernieuwing.

De workshops gaven de stagiairs de kans om ervaring op te doen in een nieuwe, nietbedreigende omgeving, waar ze aangezet werden om te interageren met leerlingen en studenten. Deze ervaring deed de stagiairs kritisch reflecteren op de meer traditionele manier van lesgeven en gaf hen de ruimte om meer spontaneïteit te aanvaarden in de klas.

In het begin van de workshops gaven de stagiairs intuïtief aan dat ze een voorkeur had-den voor klassikale eenrichtingsinstructie voor een groep studenten. Na enkele workshops durfden ze echter tijdens hun andere stages in het secundair onderwijs een nieuwe aanpak uitproberen.

  1. In het secundair onderwijs?

De stagiairs waren niet overtuigd van het belang van een hiërarchische relatie tussen leerkracht en leerling. Zowel de stagiairs als het hoofd van de SLO Nederlands vrezen echter dat de cultuur van de school waar ze zullen lesgeven hen niet de nodige ruimte zal geven voor een minder hiërarchische aanpak. Dat blijkt bovendien ook uit de antwoorden van de online vragenlijst. 11 van de 18 respondenten geeft aan een eerder collaboratieve aanpak te hebben in hun dagelijkse lessen. Zij die dat niet doen, verwijzen naar de heersende cultuur van de school als verklaring.

Het hoofd van de SLO Nederlands en de stagiairs kaarten allemaal het belang van praktische ervaring aan om teaching beliefs en onderwijspraktijk te beïnvloeden. Ze

3

85

28ste HSN-CONFERENTIE

beklemtonen tevens dat een lerarenopleiding in harmonie moet zijn met de sociale werkelijkheid en de onderwijscontext. In het Vlaamse onderwijs is studiesucces vaak gedetermineerd door de thuistaal en de socio-economische status van de leerling (De Wit e.a. 2000; Smet 2011; Lievens 2013). In deze context lijkt het evident dat de lerarenopleiding aan toekomstige leerkrachten de tools aanreikt om studenten uit die kansengroepen (zoals anderstaligen en studenten met een lage SES) te versterken.

7. Conclusie

De resultaten geven aan dat de impact van de ervaring niet noodzakelijk correleert met de duur van de ervaring. Verder blijkt dat een ervaringsgerichte lerarenopleiding teaching beliefs en de onderwijspraktijk kan beïnvloeden en veranderen (Basturkmen 2012).

De stagiaires verwierpen theorie die niet gedragen werd door praktijkervaring (Cabaroglu & Roberts 2000; Mattheoudakis 2007). Bovendien bleken ze de kennis die ze geleerd hadden in theoretische lessen niet bewust te integreren in hun onderwijspraktijk. Dus, hoewel leraren-in-opleiding heel wat theoretische kennis vergaren, blijkt die kennis geen invloed te hebben op hun didactische aanpak (Woods & Çakır 2011). De lerarenopleiding is bijgevolg het meest effectief als ervaringsgerichte opleiding (Borg 2006). Daarom lijkt het aangewezen om leraren-in-opleiding via ervaring kennis te laten maken met enerzijds een breed aanbod aan onderwijsbenaderingen en anderzijds met verschillende contexten. Op die manier kunnen hun bestaande teaching beliefs uitgedaagd en zelfs uitgebreid worden.

Referenties

Agirdag, O. (2009). “All Languages Welcomed Here”. In: Educational Leadership, jg. 66, nr. 7, p. 20-25.

Basturkmen, H. (2012). “Review of research into the correspondence between language teachers’ stated beliefs and practices”. In: System, jg. 40, nr. 2, p. 282-295.

Borg, S. (2006). Teacher Cognition and Language Education: Research and Practice. Londen/New York: Continuum.

Busch, D. (2010). “Pre-service teacher beliefs about language learning: The second language acquisition course as an agent for change”. In: Language Teaching Research, jg. 14, nr. 3, p. 318-337.

Cabaroglu, N. & J. Roberts (2000). “Development in student teachers’ pre-existing beliefs during a 1-year PGCE programme”. In: System, vol. 28, nr. 3, p. 387-402.

86

3. Hoger onderwijs

Causey, V.E., C.D. Thomas & J.B. Armento (2000). “Cultural diversity is basically a foreign term to me: the challenges of diversity for preservice teacher education”. In: Teaching and Teacher Education, jg. 16, nr. 1, p. 33-45.

De Wit, K., P. Van Petegem & S. De Maeyer (2000). Gelijke kansen in het Vlaamse onderwijs: het beleid inzake kansengelijkheid. Leuven/Apeldoorn: Garant.

Hiebert, J. & A.K. Morris (2012). “Teaching, Rather Than Teachers, As a Path Toward Improving Classroom Instruction”. In: Journal of Teacher Education, jg. 63, nr. 2, p. 92-102.

Lievens, S. (2013). ‘Diversiteit aan de UGent: de in- en doorstroom van kansengroepen in cijfers’. Unpublished policy document.

Mattheoudakis, M. (2007). “Tracking changes in pre-service EFL teacher beliefs in Greece: A longitudinal study”. In: Teaching and Teacher Education, jg. 23, nr. 8, p. 1272-1288.

Smet, P. (2011). ‘Leerlingen BSO - Slaagkansen hoger onderwijs’. Online raadpleegbaar op: http://ond.vsko.be.

Van Avermaet, P. (2012). “Who is afraid of multilingualism in school? Linguistic diversity as a resource for learning”. Presentatie op seminarie van de Language Policy Unit. Straatsburg: Raad van Europa. 15 maart 2013. Online raadpleegbaar op: http://www.coe.int/t/dg4/linguistic/Source/Source2012_Conf/SemMarch12_ Report_EN.pdf.

Vieluf, S., D. Kaplan, E. Klieme & S. Bayer (2013). Teaching Practices an Pedagogical Innovation. Evidence from TALIS. Paris: OECD.

Woods, D. & H. Çakır (2011). “Two dimensions of teacher knowledge: The case of communicative language teaching”. In: System, jg. 39, nr. 3, p. 381-390.

3

87

Labels

domein
interactief taalonderwijs
taalbeleid
land
België
onderwijstype
hoger/universitair onderwijs
lerarenopleiding
thema
evaluatie van onderwijsopbrengsten
onderwijsleeractiviteiten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014