Nora Bogaert & Lieve Verheyden · 24ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2010 · pagina 306 - 309
VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ronde 2
Nora Bogaert & Lieve Verheyden
CTO
Contact: nora.bogaert@arts.kuleuven.be lieve.verheyden@arts.kuleuven.be
Gelaarsd, gespoord en geletterd voor doorstroming naar het hoger onderwijs
1. Inleiding
Om succesvol te kunnen functioneren in het hoger onderwijs zijn bepaalde taalcompetenties nodig. Op hogeschool en universiteit moeten studenten in de verschillende vakken vaak lange, complexe teksten verwerken (syllabi, artikels, handboeken), moeten ze notities nemen tijdens hoorcolleges, lezingen, voordrachten en debatten, moeten ze essays en papers schrijven en schriftelijke examens maken.
Uit onderzoek blijkt dat jongeren in de derde graad van het secundair onderwijs het moeilijk hebben om wetenschappelijke informatie die verspreid is over diverse bronnen met elkaar in verband te brengen, om persoonlijk te reflecteren op de inhoud van wetenschappelijke teksten en om structurerend te lezen en informatie te verwerken die niet letterlijk in de tekst staat. Ze hebben ook problemen met het schrijven van samenvattingen, met het antwoorden op een wetenschappelijke vraag of opdracht, met wetenschappelijke verslagen en met formele boodschappen. De reacties van docenten en studenten op bevragingen die universiteiten en hogescholen organiseren en de resultaten die studenten hoger onderwijs halen op instaptoetsen bevestigen die vaststellingen.
Tussen de beginvereisten die het hoger onderwijs stelt aan de geletterdheid van jongeren (de zogenaamde 'academische competenties') en het niveau van geletterdheid dat velen van hen bij hun uitstromen uit het leerplichtonderwijs hebben ontwikkeld, gaapt dus een vaak wijde kloof.
Projecten binnen het hoger onderwijs zelf proberen die kloof te dichten door remediërend in te grijpen op de genoemde academische competenties die in de preventieve omgeving van het secundair onderwijs door een aantal leerlingen onvoldoende zijn ontwikkeld.
306
11. Taalvaardigheid
2. De eindmeet van het secundair onderwijs
Dat het secundair onderwijs de leerlingen moet 'voorbereiden' op het functioneren in het hoger onderwijs wordt in de algemene uitgangspunten voor de eindtermen van de tweede en de derde graad secundair onderwijs expliciet vooropgesteld:
-
Doorstroomgerichte vorming bereidt de lerende voor op de vereisten van vervolgopleidingen binnen het onderwijs, buiten het onderwijs en van levenslang leren";
-
«[...] In de derde graad wordt de klemtoon gelegd op beroepskwalificaties die door het socio-economische veld aanvaard zijn en/of op doorstroming naar het hoger onderwijs".
In de eindtermen van de derde graad van het algemeen secundair onderwijs (aso), het technisch secundair onderwijs (tso) en het kunstsecundair onderwijs (kso) worden, binnen de opdeling in de vier vaardigheden, de volgende doelen vooropgesteld die een opstap zijn naar <academisch' functioneren:
-
Luisteren
(op structurerend niveau) de mondelinge uiteenzettingen en probleemstellingen in lessituaties begrijpen.
-
Spreken
-
(op structurerend niveau) in lessituaties vragen stellen en antwoorden formuleren.
-
(op structurerend niveau) gedocumenteerde informatie presenteren aan een onbekend publiek.
-
(op beoordelend niveau) standpunten of oplossingen uiteenzetten en motiveren in een gedachtewisseling, discussie, (werk)vergadering ten aanzien van een onbekend publiek.
3. Lezen
(op beoordelend niveau)
-
in les- en leersituaties teksten met studiedoeleinden begrijpen die bestemd zijn voor een publiek van leeftijdgenoten.
-
informatieve teksten, inclusief informatiebronnen zoals schema's en tabellen, verslagen, hyperteksten, instructies.
-
persuasieve teksten zoals opiniestukken, betogen.
4. Schrijven
-
(op structurerend niveau) in lessituaties notities nemen van uiteenzettingen en mondelinge probleemstellingen.
-
(op structurerend niveau) schema's en samenvattingen van gelezen en beluisterde informatie en studieteksten weergeven.
307
VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
-
(op structurerend niveau) instructies verwoorden ten aanzien van een onbekend publiek.
-
(op beoordelend niveau) verslagen en gedocumenteerde en beargumenteerde teksten formuleren bestemd voor een onbekend publiek.
Maar de eerder vage formulering van de eindtermen blijkt veel leerkrachten onvoldoende houvast te bieden. Bovendien kent het secundair onderwijs de verwachtingen van het hoger onderwijs niet altijd even goed. Die zijn trouwens zeer uiteenlopend van aard, al naargelang het niveau (universitair hoger onderwijs versus professionele bachelors) en het type opleiding.
3. Goed uitgerust voor de start in hoger onderwijs
In het project Gelaarsd, gespoord, geletterd (GGG) dat het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) in opdracht van de KULeuven uitvoert, geven we via lesmaterialen een concrete invulling aan de eindtermen secundair onderwijs die moeten leiden tot academische geletterdheid (zie hoger). We geven meteen ook een antwoord op de vraag hoe in de derde graad van het secundair onderwijs een stevige basis kan worden gelegd voor die competentie, opdat leerlingen goed 'uitgerust' aan de startmeet van de opleiding verschijnen en hun academische geletterdheid verder kunnen uitbreiden binnen de context van het hoger onderwijs.
De doelen van het GGG-project zijn drieërlei:
schoolteams (en met name leerkrachten van de derde graad) sensibiliseren rond de geletterdheidstaken waarmee jongeren in het hoger onderwijs geconfronteerd worden;
-
schoolteams via het aanreiken van concreet voorbeeldlesmateriaal ondersteunen in het creëren van krachtige leeromgevingen voor het bevorderen van de academische geletterdheid;
-
de leerlingen, via het aangeboden onderwijs, de kans geven om cruciale aspecten van academische geletterdheid sterker te ontwikkelen opdat ze talig sterker zouden staan voor het aanvangen van hogere studies.
Daartoe ontwikkelen we een materialenpakket waarin lees- en schrijftaken binnen het kader van een inhoudelijk thema op natuurlijke en geïntegreerde wijze voortvloeien uit een motiverende vraag- of probleemstelling. Het materiaal is bedoeld voor gebruik in de lessen Nederlands van de derde graad van het (algemeen vormend en technisch) secundair onderwijs en is inzetbaar naast eender welke methode Nederlands.
Tijdens de workshop geven we een inkijk in het materiaal:
308
11. Taalvaardigheid
-
de academische geletterdheidsdoelen die worden nagestreefd;
-
de taken die de vereiste vaardigheid, kennis en attitudes tot ontwikkeling brengen en horizonverruimende thema's aansnijden naar hogere studies toe;
-
de rol die de leerkracht opneemt om de uitvoering van de bovengenoemde taken voor alle leerlingen succesvol en leerrijk te maken.
In interactie met de deelnemers leggen we de kenmerken en achterliggende principes van de aanpak bloot: onder meer `functionaliteit en publiekgerichtheid', `geïntegreerdheid van lezen/schrijven en de mondelinge vaardigheden', `strategisch lezen en schrijven', `samenwerkend lezen en schrijven', `reflectie en revisie', `peer tutoring en peer evaluatie', `een constructivistische benadering van taalonderwijs'.
4. Toekomstperspectieven
Aangezien leerlingen voorbereid moeten worden op doorstroom naar verschillende richtingen in het hoger onderwijs, zal een gedeelte van het materiaal zo moeten worden uitgewerkt dat reproductie voor of aanpassing van taken aan een specifiek functioneringsdomein (bijvoorbeeld humane versus exacte wetenschappen) mogelijk wordt. Hiervoor willen we, naast volledig uitgeschreven lesactiviteiten, werken met sjabloon-taken die via een digitaal platform aan de leerkrachten Nederlands worden aangeboden. In de sjabloontaken kunnen teksten door de leerkrachten zelf worden ingevoerd in pedagogische formats, zodat differentiatie en actualisering mogelijk is. Het digitaal platform zal ook criteria bevatten die leerkrachten kunnen sturen bij de keuze van de (academisch en wetenschappelijk georiënteerde) teksten die ze in de sjabloontaken willen plaatsen.
Ronde 3
Marijke Ceunen
Pedagogische begeleidingsdienst GO!, Brussel Contact: marijke.ceunen@g-o.be
Creatief aan de slag met spreek- en luistervaardigheid
1. Inleiding
Een schoolherinnering...
Elke week, vast ingepland in het uurrooster, `spreekonderwijs': werken aan interacties, dialogen, gedichten voordragen... Op zich heel creatief tot het moment dat je voor de
309