Jan Demedts · 13de Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 1999 · pagina 44 - 47
Hogere eisen, actievere leerlingen, betere resultaten.
Concrete ICT-ervaringen met de pc als 'power tool' voor het vak Nederlands.
Jan Demedts
Kant-en-klaar lesmateriaal
Op het internetadres http://user.online.be/-tdn12639 kan u de volgende PowerPointpresentaties downloaden voor eventueel gebruik in de klas:
-
déze presentatie, volledig,
-
lesmateriaal: de presentatie om spreekvaardigheid te stimuleren (goede transparanten aanmaken),
-
lesmateriaal: de doelstellingen en instructies van het literatuurproject,
-
werk van leerlingen: het beste voorbeeld van een uitgewerkt literatuurproject.
II. Drie concrete ICT-ervaringen
Wij zullen hierna drie concrete ICT-ervaringen met stijgende moeilijkheidsgraad bespreken:
-
presenteren met transparanten + goede transparanten aanmaken (spreekvaardigheid),
-
aanmaak van een schoolkrant in vierkleurendruk (klasoverschrijdende schrijfvaardigheid, groepswerk),
-
geïntegreerd literatuurproject (literaire competentie, schrijfvaardigheid, groepswerk). De PowerPoint-presentatie op hogervermeld internetadres bevat grafische voorstellingen en concrete voorbeelden en is daarom veel duidelijker dan deze droge tekst. De presentatie toont aan dat de pc in het (talen)onderwijs kan functioneren als `power tool', als een krachtig werkinstrument dat een betere proceswerking stimuleert, wat leidt tot betere resultaten. De pc kan een belangrijke dubbele rol spelen: als krachtig werkinstrument voor individuele gebruikers en als krachtig syntheseplatform voor werkgroepen. De pc mag evenwel géén doel op zich worden en géén foltertuig.
1. Spreekvaardigheid: presenteren met goede transparanten
Het verplicht gebruik van transparanten bij een spreekoefening dwingt de leerlingen tot een grondige voorbereiding en door de opbouw in schermen tot intens structureren. De transparanten fungeren tijdens het spreken als tekststeun. Het resultaat is een zelfzekerder spreker, betere communicatie met het publiek en een betere spreekoefening.
De opdracht van de spreekoefening is ongeveer vier minuten spreken over een controversieel onderwerp en daarbij een standpunt innemen, en dit met verplicht gebruik van de pc voor de aanmaak van transparanten. Een uitgeschreven tekst mag niet worden gebruikt. Na de presentatie moet de leerling zijn planning + transparantmodellen afgeven en volgt steeds een klassikale nabespreking. Achteraf schrijven alle leerlingen een rapport over de resultaten en het nut van alle presentaties. De leerkracht bijt steeds de spits af en geeft een presentatie... over presentaties geven, waarbij voorbeelden van werk van vorige jaren worden getoond en besproken. Hij geeft concrete tips en wijst op de vele valkuilen, o.a. bij gebruik van de overheadprojector. Na minstens drie weken voorbereidingstijd komt iedereen aan de beurt.
Bij deze manier van werken staan de leerlingen eerst heel kritisch, maar later volgt medewerking. De sprekers zijn duidelijk veel beter voorbereid, spreken veel gestructureerder, zijn rustiger en assertiever, en studeren hun teksten niet meer uit het hoofd.
[voor meer informatie met downloadbaar lesmateriaal: http://user.online.bel-tdn12639]
44
Ons schooltijdschrift verzeilde eind 1997 in een diepe crisis: het ging toen om een tijdschrift op A4-formaat in zwart/wit dat nauwelijks werd gelezen door de leerlingen en waarvan bijna alle artikels werden geschreven door leerkrachten. Veel exemplaren belandden rechtstreeks in de papiermand, en de overbelaste hoofdredacteur gaf zijn ontslag. Dit leidde tot een crisisberaad op directieniveau, waarbij de vraag werd gesteld waarom klaskrantjes zoveel succes hebben. Conclusie: de directie besliste de redactie van het schooltijdschrift onder begeleiding van leerkrachten aan de leerlingen te geven en bood de leerlingen een verregaande inspraak in alle fasen van het productieproces van een echte schoolkrant.Daarop volgde een serieuze investering in professionele hard- en software (een zware pc + scanner + A3-printer, opmaaksoftware Quark Passport) en werden de geïnteresseerde leerlingen twee dagen klasvrij gemaakt om in een publiciteitsbureau te leren hoe je een krant opmaakt. Later volgde nog een bezoek aan de drukkerij om het hele vierkleurendrukproces te leren kennen.
De vernieuwing bleek een groot succes. Een dertigtal leerlingen hapte toe voor de functies van journalisten, fotografen, tekenaars en opmakers. Het formaat, de rubrieken en titel werden herdacht. Onze schoolkrant wordt nu gemaakt op A2-formaat in vierkleurendruk op glanspapier, en wordt volledig geschreven, samengesteld en opgemaakt in Quark Passport door leerlingen, begeleid door leerkrachten die het heel druk hebben met intensief coachen. Na dertig offerte-aanvragen bleek de 4-kleurenkrant op A2-formaat zelfs nog goedkoper te zijn dan het vroegere zwart/wit-tijdschrift in A4.
Tijdens het schooljaar 1998-1999 werden vier nummers uitgegeven volledig in eigen beheer. Snel bleek waar de knelpunten lagen. Schrijven in een beknopte, heldere en correcte taal is niet makkelijk: de overstap van een klaskrant naar een officiële schoolkrant en van jongerentaal naar standaardtaal vergt van jonge journalisten een zware aanpassing met veel discussies tot gevolg. Ook de feiten juist weergeven (wie organiseerde wat?) en de toonzetting (wel kritisch, niet afbrekend) vergden van de begeleidende leerkrachten veel diplomatisch talent. Op organisatorisch niveau moesten de verantwoordelijkheden worden afgelijnd (aanstellen van gemotiveerde eindredacteurs) en moest de documentenstroom preciezer worden uitgelijnd (welke versie is reeds volledig nagelezen en gecorrigeerd?). Verder willen de jonge redacteurs ook soms bijdragen weigeren of wijzigen (bijvoorbeeld teksten van leerkrachten), en dat valt niet steeds in goede aarde.
Het blijven aanhouden van het kwaliteitsniveau en continuïteit zijn een probleem: enerzijds is het niet gemakkelijk om gemotiveerde leerkrachten-begeleiders te vinden die hun middagpauze willen opofferen aan een complex proces dat tijd en energie vreet, en anderzijds moeten de computervaardige leerlingen vóór het afstuderen hun Quark-kennis overdragen en moeten nieuwe eindredacteurs het vaandel willen overnemen.
[voor meer informatie en voorbeelden van onze schoolkrant: http://user.online.bel-tdn12639]
-
Het literatuurproject voor zesdejaars
Samengevat luidt de opdracht van het literatuurproject als volgt: een groep van vier leerlingen (zesdejaars) met minstens één lid dat computervaardig is maakt samen een elektronische presentatie (in HTML of met PowerPoint) waarin de vier groepsleden de resultaten tonen van een contrasterende vergelijking van hun huislectuur. Elke leerling leest één boek en zoekt informatie in de mediatheek of op het internet, maakt een bespreking vanuit vier invalshoeken en wisselt leeservaringen uit binnen de groep. De groep synthetiseert en contrasteert alle leeservaringen en verwerkt die tot één elektronische presentatie. De presentatie moet eindigen met een kritische bespreking van de rol van de literatuur binnen onze leefwereld en van het rol van literatuuronderwijs binnen ons ASO.
45
De vier verplichte invalshoeken zijn:
-
mimetische functie: het boek probeert een wereld in beeld te brengen
-
expressieve functie: de auteur wil iets uitdrukken
-
formalistische functie: de tekst is een combinatie van stijlen en structuren
-
interpretatieve/apprecjatieve functie: de lezer interpreteert en ervaart kunst.
Het literatuurproject wil de leerlingen stimuleren op diverse terreinen:
-
kritisch lezen en bespreken (vier functies)
-
ervaringen uitwisselen en synthetiseren
-
uitbreiden naar een krjtische kijk op (literatuur)onderwijs
-
leren samenwerken (plannen + afwerken)
-
transfer van kennis en vaardigheden
-
informatie leren presenteren in schermen.
Het gaat dus om huislectuur en voornamelijk om huiswerk, dat in teamwerk moet verwerkt worden tot één elektronisch geheel. Een echte uitdaging dus. Het project wordt grondig voorbereid en begeleid: de doelstellingen worden grondig geargumenteerd, de resultaten van vorige jaren worden getoond zodat de leerlingen weten welke richting ze uit moeten en tijdens het schooljaar worden vaardigheden geoefend die nodig zijn bij het project. Het literatuurproject is een eindwerk dat voornamelijk buiten de lessen wordt gemaakt, maar de leerlingen krijgen vijf lessen voor vergaderingen (verplicht verslag!) en twee lessen in de computerklas voor overleg en afwerking. Werken in PowerPoint of in HTML wordt NIET aangeleerd, maar de leerkracht staat ter beschikking voor vragen/tips en werkstations met de nodige hard-/software zijn beschikbaar in de mediatheek (scanner, PowerPoint, internet, cd-roms, knipselmappen, ...) [voor het beste voorbeeld van een uitgewerkte presentatie: http://user.online.bel--tdn12639]
III. Besluit en kritiek
Misschien vindt u dit alles 'te moeilijk' of vraagt u zich af 'waar is het leesplezier'? De spreekoefeningen met overheadprojectie enerzijds hebben een zeer lage instapdrempel voor leerling/leerkracht en vergen géén pc in de klas. Anderzijds kunnen de hoogste richtingen de uitdaging van het literatuurproject zeker aan. Ze moeten trouwens slechts twee boeken grondig lezen en drie boeken beknopt (eerder gericht op leesimpressies en leesplezier). Daarnaast werken ze ook in groep aan een boekpresentatie: het hercreëren op de klasvloer van een boek via spreken, voorlezen, toneel, (eigen) diamateriaal, (eigen) videomateriaal, overheadprojectie, gebruik van andere locaties, ...
De kritiek van de leerlingen gaat in verschillende richtingen: ze voelen zich in september eerst overdonderd en er is veel weerstand (`onze leraar is een computerfreak'). De leerkracht moet goodwill opbouwen en tijdens het jaar groeit het enthousiasme als de leerlingen merken dat bijvoorbeeld de spreekoefeningen inderdaad beter zijn. Veelgehoorde klachten zijn: `dit alles kost (te)veel tijd en energie' en 'het is een (te) zware intellectuele en technologische uitdaging'. De (grote) waardering komt echter pas na het afstuderen: dan klinkt dikwijls 'we hebben zeer veel bijgeleerd'.
46
Personalia
Jan Demedts studeerde Germaanse talen (Nederlands/Engels) aan de Gentse universiteit. Hij heeft vijftien jaar onderwijservaring en vier jaar management-ervaring in uitzendarbeid. Hij is vakleerkracht Nederlands, Engels en informatica, en informatica-coördinator van het Don Boscocollege te Zwijnaarde (Gent), een grote ASO-school (algemeen-vormend secundair onderwijs) met 1600 leerlingen op 1 campus.
Literatuur
M. Mombaerts, Even uwaandacht! Succesvol informatief presenteren, Gent: Academia Press, 1997.
M. Steehouder e.a. Leren communiceren. Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie, 4e dr. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1999
47