Matthijs Eijgelshoven · 25ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2011 · pagina 153 - 156
5. Taalbeleid hoger onderwijs
(online raadpleegbaar op www.slo.nl/organisatie/recentepublicaties/schrijftaken/).
Rooijackers, P., W. van der Westen & J. Graus (red.) (2009). Taal Centraal: Taalbeleid in het Nederlandse en Vlaamse onderwijs. Naarden: Vereniging van Leraren in Levende Talen.
Van der Westen, W. (2007). “Taalbeleid hoger onderwijs: van nul tot platform”. In: A. van Gelderen (red.). Eenentwintigste conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 58-65.
Van der Westen, W. (2009). “Talige startcompetenties voor hoger onderwijs”. In: S. Vanhooren & A. Mottart (red.). Drieëntwintigste Conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 185-197.
Van der Westen, W. (2011). Bibliografie Taalbeleid hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Werk in uitvoering. Beschikbaar voor platformleden via het besloten deel van de website van het platform.
Ronde 7
Matthijs Eijgelshoven
Hogeschool van Amsterdam
Contact: m.m.eijgelshoven@hva.nl
Taalbeleid gaat meer over mensen dan over taal. Ontwikkelen en invoeren van taalbeleid bij het domein Techniek van de Hogeschool van Amsterdam
1. Inleiding
Taal is een hot topic in het hoger onderwijs. Iedereen lijkt het erover eens dat het taalniveau van studenten in het hoger beroepsonderwijs (hbo) lager is dan wenselijk en dat het studiesucces hieronder te lijden heeft. Links en rechts zijn taaltoetsen en bij- spijkercursussen ingevoerd. Helaas blijven die initiatieven vaak hangen bij de neerlandici of bij de taaldocenten van een opleiding.
Wil taalbeleid passen in het hbo, dan dient het beroep dat de student later gaat uitoefenen, samen met die taal, centraal te staan. Wil het taalbeleid een positieve invloed hebben op het studierendement, dan moeten colleges, literatuur, tentamenvragen... op een passend taalniveau worden aangeboden. De inzet van alle docenten van een opleiding is hiervoor cruciaal.
5
153
VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
In deze tekst beschrijf ik hoe de ‘Dienst Studentenzaken’ van de Hogeschool van Amsterdam bij het domein Techniek taalbeleid opstelt en invoert. Ik zal kort aangeven wat de situatie bij het domein was, hoe we te werk gaan en welke resultaten tot nog toe geboekt zijn. Ten slotte geef ik een aantal tips om alle collega’s te betrekken bij de uitvoering van het taalbeleid. In de workshop op de HSN-conferentie zal ik dieper ingaan op de resultaten en de tips.
2. Situatie
Bijna 50% van de studenten die instromen in het hbo hebben een lager taalniveau dan men in de propedeuse van het hbo verwacht. Die groep is groot en de staf van het domein Techniek is van mening dat men het niet aan individuele studenten kan overlaten om eigenhandig de sprong naar een hoger niveau te maken. Het is niet moeilijk om zich voor te stellen hoe zwaar die studenten het hebben in de propedeuse, als we bedenken dat het grootste deel van het onderwijs – de nieuwe leerstof – via taal wordt aangeboden en getoetst (colleges, studieboeken, readers, tentamenvragen, verslagen, presentaties...).
Ondanks het studiehuis in het voortgezet onderwijs en de zelfstudie die verwacht wordt van studenten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), is de kloof tussen vooropleidingen en hbo groot. Het hoger onderwijs is immers steeds taliger geworden. Zo is het aantal contacturen in het hoger onderwijs in de laatste decennia gedaald, terwijl de hoeveelheid tentamenstof die de student zich zelfstandig eigen moet maken uit vakliteratuur is toegenomen. Ook moeten studenten nu meer verslagen schrijven en meer presentaties houden dan vroeger.
Om studiepunten te behalen, moeten studenten zelfstandig hoofd- en bijzaken in lange teksten en hoorcolleges kunnen scheiden en moeten ze verspreid aangeboden informatie kunnen analyseren, in casussen toepassen en daarover mondeling en schriftelijk rapporteren, bijvoorbeeld in het projectonderwijs. Studenten moeten tentamen- vragen en opdrachtomschrijvingen goed kunnen begrijpen, ze moeten vragen kunnen formuleren aan docenten wanneer een deel van de stof niet duidelijk is voor hen, ze moeten kunnen overleggen met andere studenten en daarbij hun mening kunnen geven en die van anderen kunnen beoordelen. Bezit een student die talige vaardigheden niet – en de opsomming hiervoor is slechts een willekeurige selectie – dan is het voor die student vrijwel onmogelijk om alle studiepunten binnen de daarvoor ter beschikking gestelde tijd te behalen.
Om studenten van alle twaalf opleidingen dezelfde kwaliteit te bieden en om docenten, management en studenten van het domein houvast te bieden, heeft het domein Techniek besloten een domeinbreed taalbeleid in te voeren. De ‘Dienst
154
5. Taalbeleid hoger onderwijs
Studentenzaken’ is gevraagd om hierbij zijn expertise in te zetten. De vraag was: welk taalbeleid sluit het beste aan bij de behoeften van het domein Techniek?
3. Aanpak
De ‘Dienst Studentenzaken’ is aan de slag gegaan bij het domein Techniek met een team van vier personen. Er is een klankbordgroep samengesteld van twaalf docenten van het domein Techniek (één docent van elke opleiding). Die mensen zijn door hun managers gefaciliteerd om dat werk te doen en de domeinvoorzitter heeft op ons verzoek persoonlijk aan alle managers laten weten hoe groot het belang van deelname aan de klankbordgroep is. We hebben ervoor gezorgd dat de klankbordgroep uit een mix van taaldocenten en docenten van andere (technische) vakken bestaat.
Â
De leden van de klankbordgroep komen regelmatig samen. De eerste bijeenkomsten waren bestemd om kennis en ideeën uit te wisselen over hun studenten en over taal- gericht (vak)onderwijs; de latere bijeenkomsten om mee te denken over de inhoud van het taalbeleid. Daarnaast heeft elke contactpersoon de rol van ambassadeur binnen de eigen opleiding. Om een taalbeleid te formuleren, hebben we eerst een quickscan van het domein uitgevoerd en de resultaten daarvan geanalyseerd. Voor die quickscan hebben we (a) colleges bijgewoond, (b) docenten, studenten, managers van opleidingen en de domein- staf gesproken, (c) lesmaterialen bekeken en (d) tijdens een wekelijks taalspreekuur problemen van individuele studenten in kaart gebracht. Dat heeft een voldoende helder beeld van het domein opgeleverd dat de basis vormde voor het formuleren van een domeinbreed taalbeleid. We hebben gekeken welke vorm van taalbeleid het beste aansluit bij die behoeften en op basis daarvan een voorstel geformuleerd. Ten slotte hebben we in kaart gebracht welke stappen genomen moeten worden om dat voorstel in de praktijk om te zetten. Het inmiddels vastgestelde beleid bestaat uit twee sporen. Het eerste spoor is gericht op de taalomgeving van de studenten. Toegankelijke hoorcolleges en literatuur, evenals expliciete aandacht voor de structuur van een voorgeschreven boek tijdens de colleges van dat vak, zullen er (net zoals goed geformuleerde tentamenvragen) voor zorgen dat studenten in het begin van de propedeuse de talige kant van de studie aankunnen. Het eerste spoor vraagt dus een inspanning van de docenten op hun eigen vakgebied: doceren. Hoe houd je tijdens de voorbereiding van je lessen al rekening met het taalniveau van je groep? Hoe help je je studenten hoofd- en bijzaken te scheiden in de literatuur en hoe zorg je ervoor dat ze dat later in de studie zelfstandig kunnen? Hiervoor ontwikkelen we hulpmiddelen en trainingen. |
|
5 | |
155
VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Het tweede spoor is gericht op de taalproductie van studenten. Op welke plekken in de propedeuse meet je het individuele taalniveau van studenten? Hoe bevorder je dat ze zich verbeteren? Dat spoor willen we invoeren in zo groot mogelijke aansluiting bij het bestaande onderwijs. Taken en opdrachten zijn er immers al en beoordelingscriteria ook. Zaak is nu nog om daar ook de talige criteria bij te voegen en te kijken of er ergens nog extra of ander onderwijs geboden moet worden.
4. Resultaten tot nu toe
-
In het afgelopen jaar hebben we een taalbeleidsnota geschreven met daarin de maatregelen die volgens ons moeten worden ingevoerd. Dat taalbeleid is door de domeinvoorzitter vastgesteld en is daarmee formeel van kracht.
-
Alle docententeams zijn voorgelicht over het taalbeleid en de rol van de docent in dat taalbeleid.
-
We hebben beoordelingsmodellen ontwikkeld om individuele schrijfproducten en
presentaties te beoordelen. De beoordelingsmodellen zijn digitaal beschikbaar. -
Docenten ‘Communicatie’ van alle opleidingen hebben samen met ons gekeken naar hun curriculum en hebben gecontroleerd of daarin de aspecten aan bod komen waarop studenten beoordeeld worden.
-
We beginnen nu met de eerste ronde trainingen voor beoordelaars.
-
We zijn bezig met het ontwikkelen van digitale ondersteuning.
5. Tips
-
Zorg voor een opdrachtgever die achter je staat en die hoog in de organisatie geplaatst is. Als het management het belang van het taalbeleid niet zichtbaar onderschrijft, is de kans op slagen zeer klein.
-
Betrek vanaf het begin de mensen die het beleid moeten uitvoeren bij de ontwikkeling ervan. Ga niet alleen op je kamertje zitten schrijven.
-
Zorg dat de inhoud van je beleid begrijpelijk en hanteerbaar is voor iedereen: voor leerlingen, studenten en docenten die geen taal geven.
-
Wacht niet af, mobiliseer de enthousiasten en laat ze kleine stapjes doen. Wat eenmaal is ingeburgerd, verdwijnt niet snel meer.
-
Bewaar je resultaten. Vraag docenten, studenten, managers... naar hun ervaringen en richt je op argumenten die aansluiten bij de belevingswereld en de belangen van je omgeving.
156