Kees de Glopper · 25ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2011 · pagina 291
10. En verder nog...
Ronde 2
Kees de Glopper
ETOC, R. U. Groningen
Contact: c.m.de.glopper@rug.nl
De validiteit van de begrippenlijst ‘Taal en taalverschijnselen’
Het Referentiekader Taal bevat een lijst van begrippen die nodig zijn om te kunnen spreken over taal en taalverschijnselen. Het gaat met name om begrippen die docenten moeten kunnen gebruiken in hun onderwijs in de vaardigheidsdomeinen. De begrippenlijst is beperkt van omvang. De meeste begrippen zijn verbonden aan het niveau 1F. Alleen voor het niveau 2F zijn nog aanvullende begrippen gespecificeerd. Hoe geldig is die begrippenlijst? Dekt de begrippenlijst de benodigde kennis voor taalvaardigheid wel af?
In deze bijdrage wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de kennis over taal en taalverschijnselen die aan het einde van het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en aan het einde van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) in veelgebruikte methoden Nederlands is aangeboden. Tussen de begrippen die in de methoden Nederlands worden gehanteerd en de begrippenlijst doen zich opmerkelijke verschillen voor. De vergelijking tussen beide maakt duidelijk dat de referentieniveaus voor taal op dat punt bijstelling behoeven.
Ronde 3
Tom van der Geugten
Fontys Lerarenopleiding Tilburg / Vereniging van Educatieve Auteurs Contact: t.vandergeugten@fontys.nl
Functioneel taalgebruik in leermateriaal 1. Inleiding
Een belangrijk aspect van taal in leermateriaal is het functioneel gebruik van werkwoordstijden, zeker in teksten over het verleden. Veel Nederlandstalige leraren en auteurs geven in geschiedenisverhalen de voorkeur aan tegenwoordige werkwoordstijden. In historische beschrijvingen kan dat meer nadelen dan voordelen hebben.
291
10