Bart Devos & Jordi Casteleyn · 26ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2012 · pagina 192 - 195
ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
Ronde 5
Bart Devos (a) & Jordi Casteleyn (b)
-
IVV Sint-Vincentius Gent
-
Universiteit Gent (vakgroep onderwijskunde) & Arteveldehogeschool Gent (opleiding bedrijfsmanagement)
Contact: bartldevos@yahoo.co.uk
Werken aan presentatietechieken van leerlingen via nieuwe media
-
Inleiding
In de lessen Nederlands nemen vaardigheden een belangrijke plaats in, maar ze leggen een grote druk op de beschikbare tijd. Terwijl alle leerlingen tegelijkertijd hun schriftelijke vaardigheden kunnen inoefenen, is dat voor spreekvaardigheden veel minder het geval. Het is voor de leerkracht Nederlands dan ook een grote uitdaging om ervoor te zorgen dat elke leerling meermaals kan oefenen, gerichte feedback krijgt en in die vaardigheid kan groeien.
Het Web 2.0 kan een oplossing bieden. Aan de hand van slidecasts (online presentaties met gesynchroniseerde Powerpoint-dia's) leren de leerlingen hun presentaties beter voor te bereiden en worden ze verplicht om te reflecteren over hun eigen werk en dat van hun medeleerlingen. Op die manier worden extra leermomenten gecreëerd zonder dat er lestijd verloren gaat. In deze tekst geven we enkele voorbeelden van slidecasting in de lessen Nederlands.
-
Beginsituatie
De lessen die deze tekst bespreekt, werden gegeven aan leerlingen van de derde graad Jeugd- en Gehandicaptenzorg (JGZ) en Sociaal-Technische Wetenschappen (STW) en aan de Se-n-se-opleiding Leefgroepenwerking (LGW) in IVV Sint-Vincentius in Gent. Het gaat dus om leerlingen in een niet-taalgerichte technische opleiding. Hoewel niet van invloed op de besproken methodieken, is het toch interessant te vermelden dat de meerderheid van de leerlingen meisjes zijn. Zo'n tien procent van de leerlingen is van allochtone origine.
Tijdens hun opleiding krijgen de leerlingen verschillende spreek- en presentatieopdrachten, waarbij telkens op een aspect van 'goed presenteren' wordt gefocust (bijvoor-
192
7. Onderwijsinnovatie
beeld lichaamstaal en structuur). Bij elke oefening is het de bedoeling dat de leerling gerichte feedback krijgt. Die feedback komt niet alleen van de leerkracht. Ook de leerlingen leren om elkaars presentaties te beoordelen en om praktische tips te geven.
Toch zagen we een aantal problemen steeds terugkomen. Sommige leerlingen schatten de duur van hun presentatie verkeerd in. Soms spreken ze veel langer dan nodig, maar vaker weten ze slechts een fractie van de verwachte 'spreektijd' te vullen, omdat ze onvoldoende voorbereid zijn. Anderen hebben het moeilijk om hun presentatie duidelijk te structureren of slagen er niet in om een goede inleiding uit te werken. De leerlingen krijgen hierover wel feedback na hun presentatie voor de klas, maar een herkansing, waarbij ze rekening kunnen houden met de tips is meestal niet mogelijk. Netdie problemen kunnen worden opgelost door gebruik te maken van een slidecast.
3. De lespraktijk
De verschillende klassen kregen een opdracht waarbij ze een slidecast moesten maken. De leerlingen van het vijfde jaar kregen de opdracht om een presentatie te maken over een film die ze hadden bekeken en daarbij vooral te letten op de structuur van hun presentatie. In het zesde jaar moesten de leerlingen een modern kunstenaar voorstellen en in hun Powerpoint zo visueel mogelijk werken. De presentatie in het zevende jaar LGW stond in het teken van de eindwerkverdediging die een tweetal weken later was gepland. De leerlingen moesten de eerste vijf minuten van hun verdediging presenteren, waarbij de klemtoon op de inleiding lag.
De opdracht werd telkens verdeeld in drie fases. In de eerste fase moesten de leerlingen thuis een slidecast maken. De uitleg daarrond was beperkt: de leerlingen hadden wel les gekregen over de regels van een goede Powerpoint-presentatie, maar voor de technische aspecten van Powerpoint en slidecasting kregen ze enkel een eenvoudige handleiding mee naar huis. De leerlingen kregen een week de tijd om informatie te verzamelen en de slidecast te maken en online te zetten op de voorziene pagina op www.authorstream.com.
In een tweede fase moest elke leerling minstens drie presentaties van klasgenoten online bekijken en beoordelen. Daarbij werd benadrukt dat hun commentaar positief en/of opbouwend moest zijn. Als ze iets niet goed vonden, mochten ze dat uiteraard zeggen, maar dan moesten ze ook bruikbare tips geven. Als leerkracht Nederlands bekeek ik thuis alle presentaties en gaf ik ook feedback. Ook voor fase twee werd een week tijd uitgetrokken.
In de laatste fase moesten de leerlingen hun presentatie dan 'live' voor de klas brengen, aan de hand van hun Powerpoint. Ze moesten uiteraard rekening houden met de
193
ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS
feedback uit fase twee en mochten hun presentatie dus nog aanpassen. Het was voor de leerlingen ook duidelijk dat ze enkel tijdens deze laatste fase zouden worden beoordeeld.
Na de presentaties in de klas kreeg elke leerling nog een vragenlijst om na te gaan wat ze van de aanpak vonden en hoe hun ervaring met slidecasting was geweest.
4. Resultaten van de lespraktijk
Bij de uiteindelijke presentaties viel duidelijk op dat een aantal van de gebruikelijke knelpunten minder vaak voorkwam. De gevraagde duur van de presentatie werd door de meerderheid van de leerlingen gerespecteerd. Het was ook duidelijk dat leerlingen meer tijd hadden besteed aan de voorbereiding, wat de kwaliteit van de presentaties ten goede kwam.
De leerlingen namen de opdracht om elkaar feedback te geven ook ernstig. Aangezien bepaalde aspecten van succesvol presenteren (zoals lichaamstaal) wegvallen bij slidecasts, is het logisch dat de meeste leerlingen de nadruk legden op andere aspecten, zoals het ontwerp van de dia's en de intonatie. Bijvoorbeeld: "Zeer goed, de korte inhoud is zeer duidelijk. Veel afbeeldingen gebruikt. De Powelpoint is goed gemaakt en je spreekt zeer vlot en AN".
Als we de commentaren van de leerlingen van dichterbij bekijken, valt een aantal zaken op. Ten eerste zien we dat de teneur positief is: leerlingen benoemen vooral de sterke kanten van elkaars prestaties. Bij elementen die ze minder geslaagd vinden, geven ze aan hoe het beter kan: "Je hebt geen besluit, een besluit zou je Powerpoint nog meer vervolledigen en dan kan je het belangrijkste nogmaals herhalen". Geen enkele leerling gaf eenzijdig negatieve commentaar.
Een tweede opvallend gegeven is dat de leerlingen ook elkaars commentaar bekijken: "Net zoals Karima zegt goed opgebouwd en goed verteld maar ik vind dat jouw dia's nog een beetje leeg zijn qua uitzicht".
Ten derde valt op dat leerlingen deze fase van de opdracht als een oefenmoment zien, in het kader van de definitieve presentatie in de klas. "Probeer inderdaad in een doorlopende tekst te praten. mooie lay-out. Probeer maandag intonatie te hebben". Op die manier werd dus een extra leermoment gecreëerd: leerlingen hebben nagedacht over de presentatie van een klasgenoot, over de reacties van hun klasgenoten daarop en proberen zelf ook bijkomende tips te geven.
194
7. Onderwijsinnovatie
-
De mening van de leerlingen
De leerlingen staan vrij positief tegenover deze technologie en geven aan dat ze over voldoende kennis en middelen beschikten om de opdracht uit te kunnen voeren. Dat betekent dus dat een beknopte handleiding om een online presentatie te maken ook voor leerlingen uit het technisch secundair onderwijs meer dan voldoende is. Bovendien hebben ze geen angst om de technologie te gebruiken. Toch zijn ze er nog niet volledig van overtuigd dat slidecasting hun studieresultaten zal doen toenemen. Gelijkaardige opdrachten werden twee jaar geleden gegeven aan studenten uit het hoger onderwijs en dezelfde resultaten werden toen bereikt. De studenten vinden de technologie wel gemakkelijker om te gebruiken dan de leerlingen uit het technisch onderwijs, maar daarbij moet worden opgemerkt dat de studenten uit een informatica-opleiding kwamen.
-
Besluit
Uit dit voorbeeld kunnen we een aantal voordelen van slidecasten afleiden. Doordat de leerlingen hun presentatie vooraf online moeten plaatsen, worden ze meer verplicht om voor te bereiden. Bovendien krijgen ze al feedback die ze kunnen gebruiken om hun uiteindelijke presentatie beter te maken. Die feedback komt niet alleen van de leerkracht, maar vooral van hun klasgenoten die op die manier ook extra moeten reflecteren over de kwaliteiten van een goede presentatie.
Uiteraard kan een slidecast een echte presentatie niet vervangen, maar het is wel duidelijk dat het een uitstekend hulpmiddel is om de leerlingen te begeleiden en dat het extra leermomenten creëert.
Referenties
Casteleyn, J. (2010). "Slidecast Yourself: studenten geven presentaties op het internet". In: S. Vanhooren & A. Mottart. Vierentwintigste conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 133-139.
195