De Competentiemeter: doelgericht evalueren

Kris Mostrey  ·  27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands  ·  2013  ·  pagina 122 - 129

Download artikel

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Hoe maak je gebruik van film met een docent of een team? Hoe zet je een educational in als deskundigheidsbevordering? Om een educational tot een educational te maken, is het nodig dat er soms wel drie of vier keer naar gekeken wordt. Tijdens of na het kijken, is het gesprek erover essentieel. Dat kan aan de hand van kijkopdrachten. Zonder gesprek geen educational. Pas met een gesprek ontstaat inzicht in het complexe beroep van docenten.

In de workshops die we geven, laten we je zien en ervaren hoe film (educationals) de deskundigheid van docenten kan vergroten.

Noot

1 Kijk op www.scriptfactory.nl voor voorbeelden van films/ educationals. Kijk op www.filmmettaal.nl voor voorbeelden van films over taal in het beroep.

Ronde 5

Kris Mostrey

Viso, Roeselare

Contact: Kris.mostrey@sint-michiel.be

De Competentiemeter: doelgericht evalueren 1. Inleiding

De Competentiemeter is een web-based evaluatie-instrument. Het is ontstaan vanuit vernieuwing in het secundair technisch onderwijs en beroepsonderwijs in Vlaanderen: verschillende beroepsgerichte vakken werden samengevoegd tot één vak dat geïntegreerd gegeven wordt. Het leerplan van dat vak omvat alle belangrijke competenties voor het toekomstig beroep van de leerling. De grootte van het vak brengt echter wat problemen met zich mee:

  •  het vak wordt door een team van leerkrachten gegeven, waardoor de individuele leerkracht veel tijd moet stoppen in samenwerking en overleg met collega’s;

  •  het beeld dat de leerkracht kan vormen van de leerling is beperkt tot zijn module binnen het vak;

  •  leerkrachten weten vaak niet welke doelen van het vak wel en niet geëvalueerd werden.

122

4. Mbo/secundair beroepsonderwijs

De Competentiemeter werd ontwikkeld om leerkrachten en leerlingen bij te staan in het evaluatieproces. Het doel van het instrument is om de leerkracht en de leerling een correct en objectief beeld te geven van de resultaten per competentie of leerplandoel.

2. Visie op goed evalueren

De Competentiemeter werd opgebouwd vanuit een duidelijke visie op goed evalueren en met als doel de evaluatie door leerkrachten te professionaliseren. Het onderwijs verwacht steeds meer samenwerking tussen leerkrachten en integratie tussen de vakken. De focus van het onderwijs is ook verschoven van kennisreproductie naar kennisconstructie. Goed evalueren vereist dat je vooraf nadenkt over je visie op evalueren. Goed evalueren houdt het volgende in:

Figuur 1: Een alternatieve kijk op evaluatie (Van Petegem & Van Hoof 2002).

Goed evalueren betekent vooreerst doelgericht evalueren. Vooraf bepalen waar je naartoe wilt, is belangrijk. Aan de andere kant is het even belangrijk dat de evaluatie gedragen wordt door de leerlingen en dat elke leerling gelijke kansen krijgt.

Een doelgerichte evaluatie slaat op drie elementen:

  1. valide: evalueer ik wat in mijn leerplan staat?

Bij het opstellen van een evaluatie moet je als leerkracht de vraag stellen welke leerplandoelstellingen je zult evalueren. De meeste punten moeten dan ook verband houden met die doelen.

  1. betrouwbaar: is mijn evaluatie reproduceerbaar en vrij van meetfouten? Evalueren is geen exacte wetenschap. Zeker bij de evaluatie van vaardigheden en attitudes is het vaak moeilijk om meetfouten te vermijden. Het mag er niet toe doen welke leerkracht de evaluatie doet. Het resultaat zou hetzelfde moeten zijn. Om dat te kunnen bereiken, is het wel interessant om vooraf vast te leggen waar-

4

123

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

op je zult evalueren. Het uitschrijven van evaluatiecriteria zorgt voor een hogere betrouwbaarheid. Het verhindert ook dat leerkrachten punten aftrekken voor zaken die niets met de vooropgestelde doelen te maken hebben.

3. efficiënt: is mijn evaluatie haalbaar en voldoende rendabel?

Efficiëntie is zoeken naar een wankel evenwicht. Aan de ene kant moet je je de vraag stellen of de evaluatie voor jou als leerkracht haalbaar is. Aan de andere kant moet de evaluatie voldoende informatie geven over het bereiken van de doelen. Het zoeken naar een evenwicht tussen een ‘goede evaluatie’ en een ‘haalbare evaluatie’ is sterk afhankelijk van de groep leerkrachten.

Een billijke evaluatie staat voor:

  1. objectief: vermijd ik dat randfactoren invloed hebben op mijn evaluatie? Veel leerkrachten en leerlingen hebben bij de evaluatie van vaardigheden of attitudes vaak het gevoel dat de evaluatie niet objectief genoeg verliep. Dat heeft veelal te maken met het feit dat leerkrachten vooraf hun evaluatiecriteria niet uitdenken en die criteria niet communiceren met hun leerlingen. Zowel de leerkracht als de leerling heeft hierbij dan het gevoel het cijfer niet te kunnen verantwoorden. Bij het niet uitschrijven van de evaluatie zal de leerkracht ook vaker geneigd zijn om randfactoren op te nemen in de punten.

  2. transparant: weten de leerlingen voldoende wat geëvalueerd zal worden? Het vooraf doorgeven van de evaluatiecriteria zorgt ervoor dat de leerling ook zelf zal letten op wat de leerkracht belangrijk vindt in de opdracht. Op die manier zal de leerling beter scoren.

3. verantwoorden: weten de leerlingen na de evaluatie hoe ze het in het vervolg beter kunnen doen?

De tijd die leerkrachten stoppen in de verantwoording van hun evaluatie zorgt ervoor dat leerlingen sneller groeien. Het is veel interessanter om tijd te spenderen aan de remediëring van een gemaakte toets dan een nieuwe toets te geven zonder uitleg.

3. Over doelen en criteria

In de Competentiemeter is het mogelijk om elk evaluatiemoment in te brengen. Bij elk moment voegt de leerkracht één of meerdere criteria toe. Het aantal criteria is afhankelijk van wat de leerkrachten efficiënt vinden. Het programma maakt het ook mogelijk om de criteria te linken aan een doelenboek. Dat is een hiërarchische voorstelling van het leerplan. Het doelenboek kan 3 niveaus bevatten, wat ruim voldoende is om de competenties, leerplandoelen en onderliggende doelstellingen in kaart te brengen.

124

4. Mbo/secundair beroepsonderwijs

Figuur 2: Uittreksel uit een doelenboek.

Door vooraf de evaluatiecriteria te koppelen aan de leerplandoelstellingen zorgt de leerkracht voor een automatische, valide evaluatie. De leerkracht weet voor elke leerling precies de score per doelstelling en weet ook hoeveel keer een bepaalde doelstelling geëvalueerd werd.

4. Evalueren van leren

Het vooraf uitschrijven van evaluatiecriteria biedt de leerkracht heel wat zekerheden op een goede evaluatie:

  •  elke leerkracht evalueert op basis van dezelfde evaluatiecriteria, wat willekeur tegengaat en de evaluatie veel betrouwbaarder maakt;

  •  de leerkracht kan de criteria vooraf communiceren met de leerlingen, wat de evaluatie transparant maakt;

  •  bij het bepalen van de score baseert de leerkracht zich enkel op de vooropgestelde criteria, wat door zowel de leerkracht als de leerling als objectiever wordt ervaren.

Opmerking: Vaak beperkt de leerkracht het aantal criteria om te voldoen aan een haalbare evaluatie. Indien je als leerkracht echter zaken observeert die niet bij je criteria horen, is het wel belangrijk dat je de leerling bijstuurt via een formatieve evaluatie.

4.1 Doelgerichte evaluatie van kennis

Bij de evaluatie van kennis staat de leerkracht vaak niet stil bij de doelstellingen die geëvalueerd worden. Het invoeren van een evaluatie in de Competentiemeter verhoogt dat bewustzijn. Afhankelijk van de haalbaarheid kan de leerkracht:

  •  de totale score linken aan een doel of competentie;

  •  de score van de individuele vragen invoeren of importeren, gelinkt aan de doelen;

  •  de bereikte doelstellingen in de toets quoteren.

4

125

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

4.2 Vaardigheden objectief evalueren

Het objectiveren van de evaluatie van vaardigheden kan via verschillende observatietechnieken die allemaal in de Competentiemeter ingevoerd kunnen worden:

  •  vrije aantekening: een beschrijving van wat geobserveerd werd tijdens de opdracht (samen met aanbevelingen om het in het vervolg beter te doen);

  •  een checklist: een (chronologische) lijst van te observeren criteria die de leerkracht kan afvinken;

  •  een numerieke beoordeling: een lijst van criteria die beoordeeld worden ten opzichte van een numerieke schaal (vb. 0-1-2-3 of Onvoldoende-Voldoende-Goed-Heel goed);

  •  een beschrijvende beoordeling: hier wordt bij elk criterium een aantal gedragsindicatoren opgesteld in plaats van een numerieke schaal.

Figuur 3: Uittreksel uit een checklist van een presentatie.

De keuze van de observatietechniek is afhankelijk van de opdracht en van de leerkracht. Elk van bovenstaande technieken heeft voor- en nadelen. Het is aan de leerkracht om te bepalen wat voor hem bij een bepaalde opdracht het meest efficiënt is. Vaak is een combinatie van de verschillende technieken het beste.

126

4. Mbo/secundair beroepsonderwijs

 
   

4

 

Figuur 4: Combinatie van een numerieke beoordeling en een vrije aantekening.

Een leerkracht is bij de evaluatie van vaardigheden afhankelijk van de eigen observatie. Dat hoeft niet altijd zo te zijn. De Competentiemeter biedt de mogelijkheid om de zelf- of peer-evaluatie op een snelle en eenvoudige manier te verwerken.

4.3 Evaluatie van vakgerichte attitudes

Bij de evaluatie van attitudes moet de leerkracht erover waken dat de evaluatie wel valide is en dat ‘attitude’ niet overgewaardeerd wordt in de score. Het uitschrijven van concrete gedragsindicatoren zorgt voor een hogere betrouwbaarheid en objectiviteit bij de evaluatie.

In de Competentiemeter kan je zowel vakgebonden als vakoverschrijdende attitudebeoordeling verwerken.

 

127

ZEVENENTWINTIGSTE CONFERENTIE ONDERWIJS NEDERLANDS

Figuur 5: Uittreksel uit een beschrijvende beoordeling van een vakoverschrijdende attitudebeoordeling.

5. Feedback en remediëring

Leerlingen kunnen in de Competentiemeter de criteria van de opdrachten zien, maar ook alle individuele resultaten nagaan. Ze krijgen niet alleen een beeld van de feedback en de resultaten van de opdrachten, maar ook van de resultaten van competenties en doelen.

Als leerkracht krijg je een totaalbeeld van alle resultaten van het volledige vak. De resultaten kunnen bekeken worden per opdracht, per competentie of per doel. Je kunt de feedback of de score nagaan. Op basis van de resultaten per doel kan de leerkracht een toekomstgerichte remediëring opstellen en op een eenvoudige manier de groei- punten aanduiden. Het resultaat is een competentierapport of een attituderapport.

Figuur 6: Uittreksel uit de remediëring per doel.

128

4. Mbo/secundair beroepsonderwijs

6. Reflectie op eigen evaluatie

Niet alleen de leerling kan leren uit de evaluatie van de leerkracht. Ook de leerkracht kan uit de Competentiemeter heel wat informatie halen die interessant is om opdrachten en evaluaties bij te sturen:

  •  overzicht van het aantal keer dat een doelstelling geëvalueerd wordt;

  •  de score per doelstelling;

  •  de gemiddelde score per criterium;

  •  een analyse van de zelf- of peer-evaluatie;

...

Figuur 7: analyse van een peer-evaluatie.

Ronde 6

Erica Aalsma(a) & Tonnie van Dijk(b)

  1. De Leermeesters, Wijk bij Duurstede

  2. Koning Willem I College, ’s-Hertogenbosch Contact: Erica.aalsma@deleermeesters.nl t.vandijk@kw1c.nl

Hybride leeromgeving in het beroepsonderwijs 1. Inleiding

In het beroepsonderwijs is het zoeken naar een goed evenwicht tussen theorie en praktijk. Dat is niet gemakkelijk, omdat leren van theorie anders verloopt dan leren van en

4

129

Labels

domein
taalcompetenties
land
Belgiƫ
onderwijstype
volwassenenonderwijs
thema
beoordelingsinstrumenten
onderwijsleermateriaal
ICT

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

27ste Conferentie Het Schoolvak Nederlands · 2013