Moedertaaltoetsing in Europa

Karin Heesters (m.m.v. Aoife Groenewegen & Gregory Metallinos)  ·  28ste Conferentie Onderwijs Nederlands  ·  2014  ·  pagina 64 - 67

Download artikel

28ste HSN-CONFERENTIE

Ronde 8

Karin Heesters (m.m.v. Aoife Groenewegen & Gregory Metallinos) Cito

Contact: karin.heesters@cito.nl

Moedertaaltoetsing in Europa

In Nederland wordt het onderwijs aan het eind van het voortgezet onderwijs geëvalueerd met behulp van een eindexamen. Dat bestaat uit centrale examens per vak, die landelijk voor alle leerlingen van een schooltype hetzelfde zijn, en schoolexamens per vak, die schoolspecifiek zijn. Het College voor Toetsing en Examens (CvTE) heeft de opdracht om, namens de Nederlandse overheid, de kwaliteit van de centrale examens te waarborgen en te zorgen voor een goede afname van de examens. Cito maakt, in opdracht van het CvTE, de centrale examens, op basis van een zogenaamde constructieopdracht, waarin de specificaties staan waaraan het examen moet voldoen. Ieder examen, inclusief het bijbehorende correctievoorschrift, wordt door een vakcommissie van CvTE, waarin deskundigen van het desbetreffende vak zitting hebben, vastgesteld.

Het examenprogramma voor Nederlandse taal havo en vwo bestaat uit de volgende domeinen: ‘leesvaardigheid’, ‘mondelinge taalvaardigheid’, ‘schrijfvaardigheid’, ‘argumentatieve vaardigheden’, ‘literatuur’ en ‘oriëntatie op studie en beroep’. Het centraal examen Nederlands voor havo en vwo heeft betrekking op leesvaardigheid en argumentatieve vaardigheden. Vanaf 2015 worden deze getoetst met één lange leestekst en met meerdere korte leesteksten met vragen. In het schoolexamen Nederlands kunnen en moeten andere onderdelen van het vak getoetst worden, naar eigen inzicht van de scholen, binnen de beperking van de eisen van de overheid.

De beoordeling van de centrale examens gebeurt door de eigen docent en door een tweede beoordelaar van een andere school. De beoordelaars moeten zich bij het nakijken houden aan de richtlijnen in het correctievoorschrift. De eerste en tweede beoordelaar moeten (in principe) de uiteindelijke scores in onderling overleg vaststellen. De eerste beoordelaar geeft de scores van de leerlingen door aan Cito, waar, mede op grond van psychometrische berekeningen, de uiteindelijke resultaten voor de examens bekend worden.

De vraag rees hoe in andere Europese landen moedertaal wordt geëvalueerd aan het eind van het voortgezet onderwijs. Om die vraag te kunnen beantwoorden, is via onder meer publicaties en sites van ministeries en via gesprekken met betrokken ambtenaren navraag gedaan bij diverse Europese landen. De landen waarover informatie is ingewonnen, zijn Duitsland, Engeland, Finland, België (Vlaanderen) en Frankrijk.

64

2. Evaluatie en toetsing

2

Hierbij is informatie verzameld over wie de verantwoordelijkheid heeft voor de evaluatie, en over de vorm, de beoordeling en de betrouwbaarheid van de examens. Hieronder zal voor een aantal landen al wat informatie worden gegeven. In de presentatie zal dieper op de punten worden ingegaan en zullen meer landen aan bod komen.

De Duitse bondsrepubliek bestaat uit zestien deelstaten. Elke deelstaat heeft een eigen Ministerie van Onderwijs, dat de wetgeving van de betreffende deelstaat maakt. Hierdoor bestaan er grote verschillen in de onderwijsstelsels en -resultaten tussen de deelstaten1. Ik zal me in mijn presentatie beperken tot de bespreking van drie deelstaten die verspreid in Duitsland liggen: Beieren, Noordrijn-Westfalen en SleeswijkHolstein. Hierbij beperk ik me tot de schoolsoorten die vergelijkbaar zijn met havo en vwo: ‘Realschule’ en ‘Gymnasium’. In figuur 1 staat een overzicht van de vaardigheden die worden getoetst in de drie deelstaten.

Beieren

Noordrijn-Westfalen

Sleeswijk-Holstein

Realschule

Schrijven essay Analyseren tekst

Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid

Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Woordverklaring

Gymnasium

Analyseren literaire tekst Analyse en vergelijking achtergrondartikel Uiteenzetting schrijven

Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid

Tekstanalyse

Doelgericht schrijven

Figuur 1: Overzicht getoetste vaardigheden examens Duitsland.

In Beieren stelt het Ministerie van Onderwijs opdrachten samen, waaruit scholen en leerlingen kunnen kiezen. Ook in Noordrijn-Westfalen worden de eindexamens centraal ontwikkeld en in Sleeswijk-Holstein worden de examenopgaven eveneens ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Onderwijs.

In zowel Beieren, Noordrijn-Westfalen als Sleeswijk-Holstein wordt het beoordelen van de examens gedaan door de eigen docenten van de leerlingen. Meestal zijn dat twee docenten van dezelfde school, of een docent van de school van de leerling en een externe docent uit dezelfde deelstaat. Er is geen specifieke training voor de docenten die de examens beoordelen. Ze volgen het correctievoorschrift en baseren zich op hun algemene nakijkvaardigheden die zijn opgedaan tijdens de lerarenopleiding en in de praktijk. Plannen voor een nationaal examen zijn er in Duitsland vooralsnog niet.

In Engeland kunnen leerlingen, ter afsluiting van de leerplicht, examen doen voor het General Certificate of Secondary Education (GCSE). Dat is een examen dat aan het eind van de zogenaamde sleutelfase 4 wordt afgelegd. Na de leerplicht kunnen leerlingen doorgaan in het pre-universitaire onderwijs. In Engeland is het pre-universitaire

65

28ste HSN-CONFERENTIE

onderwijs een bovenbouwopleiding van twee jaar die leidt tot het General Certificate of Education op advanced level (de GCE A-Levels, kortweg A-levels).

In Engeland zijn er verschillende exameninstituten die de examens voor GCSE en A-levels ontwikkelen. De drie bekendste exameninstituten in Engeland zijn AQA, Edexcel en OCR. Elke school mag kiezen bij welk exameninstituut zij de examens afneemt. Het Ministerie van Onderwijs in Engeland kiest onderwerpen die elk exameninstituut in zijn specificaties moet behandelen. De exameninstituten kiezen zelf welke onderwerpen zij in hun examens behandelen, waardoor er inhoudelijk variatie mogelijk is in de onderwerpen die ze aanbieden.

De examens die leerlingen kunnen kiezen, verschillen per exameninstituut. Bijvoorbeeld: leerlingen die de examens van AQA maken, kunnen op GCSE level kiezen uit ‘Engelse taal’, ‘Engelse literatuur’ of ‘Engels’. Een voorbeeldvraag is te vinden in figuur 2.

Figuur 2: GCSE examen Engels/Engelse taal van AQA.

Leerlingen die examens van AQA maken op A-level niveau kunnen kiezen uit ‘Engelse taal A’, ‘Engelse taal B’, ‘Engelse literatuur A’, ‘Engelse literatuur B’, ‘Engelse taal en literatuur A’ of ‘creatief schrijven’.

De examens van elk instituut worden nagekeken door beoordelaars van de instituten. Dat zijn gekwalificeerde docenten, of docenten die maximaal vijf jaar met pensioen zijn. Ze zijn allemaal getraind om examens te beoordelen en kijken nooit examens van hun eigen school na. De examinatoren worden gefinancierd door de instituten met het geld dat de scholen betalen voor elk examen dat ze kopen. Zodra de examens een cijfer hebben, worden de normen vastgesteld.

Ook in Finland doen leerlingen in de bovenbouw van het voorgezet onderwijs examen. Er zijn twee examenperiodes per jaar en alle scholen nemen het examen op hetzelfde moment af. Het examen in de moedertaal wordt afgenomen in het Fins, Zweeds of Saami. De Finse en Zweedse moedertaaltest bestaat uit twee delen: een deel ‘tekstuele vaardigheden’ en ‘een essay schrijven’. In Saami wordt alleen het schrijven van een essay getest.

In Finland is een examencommissie verantwoordelijk voor de regelingen en voor de uitvoering van het examen. Deze commissie geeft richtlijnen voor de inhoud en de beoordeling van het examen. Het Ministerie van Onderwijs benoemt de voorzitter van de commissie en de leden. Het evaluatieproces van alle examens bestaat uit twee stappen. De eerste beoordelaar is de eigen leraar van de student, maar zijn of haar

66

2. Evaluatie en toetsing

(cijfer)oordeel is slechts een voorstel. Daarnaast worden de examens beoordeeld door beoordelaars van de examencommissie. Alle beoordelaars krijgen een training, voorafgaand aan elke examenperiode waarin zij als beoordelaar optreden.

2

Tijdens de presentatie zal dieper worden ingegaan op de bovenstaande resultaten en zullen ook concrete voorbeelden worden getoond. Ook zullen de resultaten van nog een aantal andere landen besproken worden.

Het onderhavige onderzoek is een eerste inventarisatie van de wijzen waarop verschillende Europese landen moedertaal evalueren. Hopelijk zal een nadere bestudering mogelijk zijn en kunnen er meer en meer diepgaande vergelijkingen gemaakt worden.

Noot

1 Zie http://www.duitslandportaal.eu/vorming/onderwijs/pisa.html.

67

Labels

land
Nederland
onderwijstype
basisonderwijs
voortgezet/secundair onderwijs
thema
beoordelingsinstrumenten

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014