Taalontwikkelend leren: de lerende student

Wilma van der Westen & Edith Alladin  ·  28ste Conferentie Onderwijs Nederlands  ·  2014  ·  pagina 93 - 98

Download artikel

3. Hoger onderwijs

Ronde 6

Wilma van der Westen & Edith Alladin De Haagse Hogeschool

Contact: w.m.c.vanderwesten@hhs.nl e.alladin@hhs.nl

Taalontwikkelend leren: de lerende student

1. Inleiding

Een zwakke taalvaardigheid wordt vaak genoemd als (mede)oorzaak van stagnatie of studiestaking in het hoger onderwijs. In de periode 1995-1997 (Van der Westen 1999) zijn bij De Haagse Hogeschool gesprekken gevoerd met stagnerende studenten, onder wie ook ex-studenten van het Voortraject Meertalige Studenten1 en hun docenten. Hieruit bleek dat in de gevallen waarin opleidingsdocenten een zwakke taalvaardigheid (veelal smal opgevat als woordkennis en grammatica) als oorzaak van stagnatie noemden, de gesprekken met de betreffende studenten uitwezen dat andere factoren dan taalvaardigheid (woordkennis en grammatica) een rol speelden. Uit de gesprekken bleek dat deze ‘andere’ factoren een belangrijker en misschien wel doorslaggevender rol speelden. Zo bleek meer dan eens dat bepaalde tentamens niet afgelegd waren, omdat de studenten niet wisten dat ze zich daarvoor hadden moeten inschrijven. Zij beschikten dus niet, of niet tijdig, over de noodzakelijke informatie, of handelden daar niet (tijdig) naar. Dat wijst op sociale en academische integratie: studenten die veel contact hebben met medestudenten, horen van elkaar wat nodig is (“heb jij je al ingeschreven voor...?”); studenten die weten hoe een opleiding werkt, stellen zich op de hoogte. Een taalbeleid dat uitgaat van een brede visie op taal, neemt studievaardigheid en studiehouding mee. Daarbij zijn ook zaken als ‘contact kunnen en durven leggen’ en ‘zelfstandig relevante informatie achterhalen’ inbegrepen.

In het meerjarig onderzoek van Van der Westen & Wijsbroek naar de relatie tussen taalvaardigheid en studiesucces bleek dat er geen eenduidige uitspraak over de relatie tussen taalvaardigheid en studiesucces te maken is en dat taalvaardigheid bij studie-uitval nauwelijks een rol speelt. Kennelijk spelen andere factoren een rol. Recent onderzoek naar studiesucces, o.a. dat van Kamphorst (2013), bevestigt dat beeld: “de vele factoren uit psychologische en omgevingsbenaderingen verklaren elk op zich slechts een klein deel van studiesucces en uitval van hbo-studenten”. Uit zijn onderzoek blijkt dat de mate waarin studenten zich sociaal en academisch thuis voelen in hun hbo-leeromgeving indirect van invloed is op studievoortgang, via leerprocesfactoren als ‘zelfvertrouwen’, ‘regelmatig studeren’ en ‘intrinsieke motivatie’. Daaruit zou op te maken zijn dat een integrale aanpak van taalondersteuning van studenten – één die taalvaar-

3

93

28ste HSN-CONFERENTIE

digheid situeert in de functionele context van leren en het (toekomstig) studeren en aspecten als ‘zelfstandig leren’, ‘de ontwikkeling van een actieve studiehouding’ en ‘het aanreiken van (taal)leerstrategieën’ vanzelfsprekend meeneemt – zoals dat in het Voortraject Meertalige Studenten van De Haagse Hogeschool wordt gehanteerd, wel een duidelijk effect zou kunnen hebben op studiesucces. Bij een dergelijke integrale aanpak is het effect van de afzonderlijke factoren moeilijk te meten.

2. Het Voortraject Meertalige Studenten

In het Voortraject Meertalige Studenten van De Haagse Hogeschool is deze integrale aanpak in 1998 gestart. De aanpak zelf is eerder beschreven (Alladin & Van der Westen 2009; 2010). Deze bijdrage en de workshop tijdens de conferentie geven het effect daarvan op het leren van studenten weer. Deze bijdrage schetst het kader; de film en de workshop tonen de effecten in de praktijk.

In het Voortraject Meertalige Studenten van De Haagse Hogeschool is een aanpak ontwikkeld waarin de focus ligt op het leerproces van de student en waarin de intrinsieke motivatie van de student wordt aangeboord en versterkt (Alladin & Van der Westen 2010). Taalontwikkelend lesgeven wordt ingezet om dit leerproces op gang te brengen en te houden. De kracht van het leren wordt gevonden in de student zelf; in de intrinsieke motivatie. En die kracht vormt de motor voor zijn (taal)leerproces. Als die in aanvang niet aanwezig of te zwak is, wordt de student uitgedaagd en wordt het leerproces aangejaagd. Dat het leerproces van de student centraal staat, houdt overigens niet in dat de docent aan de zijlijn staat. De docent heeft de taak om de student, bijvoorbeeld degene die zich afwachtend opstelt en werkt voor studiepunten, uit zijn comfortzone te halen en te motiveren om voor zichzelf doelen te stellen en om (zelfstandig) te leren. Ook al werkt het onderwijssysteem het werken voor studiepunten in de hand, studenten die ook voor zichzelf leren vanuit een intrinsieke motivatie zouden daarmee wel eens een duurzamer langetermijneffect kunnen bereiken waarmee zij meer kans hebben op studiesucces en een betere startpositie hebben voor de arbeidsmarkt.

In het Voortraject is over een langere periode ervaring opgedaan over hoe je als docent een leerproces kunt initiëren, gebaseerd op een intrinsieke motivatie met als doel een zelfstandige en actieve studiehouding. Ondanks die ervaring speelt elk studiejaar weer het dilemma: voor het op gang brengen, is een sterke docentsturing nodig, terwijl de studenten moeten komen tot zelfregie en grip op hun eigen leerproces. In vrijwel elke groep komt dat dilemma ter sprake. We noemen dat het dilemma van sterke sturing en toch alle ruimte geven.

In 2013/2014 is de aanpak van het Voortraject gefilmd op een zodanige wijze dat het leren van de student centraal staat. Het effect van taalontwikkelend lesgeven op het

94

3. Hoger onderwijs

leren van de student wordt daarmee zichtbaar. Het publiek ziet vanuit het perspectief van de studenten hoe ze zich binnen deze aanpak ontwikkelen tot intrinsiek gemotiveerde studenten (a) die de bagage hebben om hun eigen taalleerproces in gang te zetten, (b) die werken aan zelf vastgestelde leerdoelen en (c) die een actieve en zelfstandige studiehouding voor het hoger onderwijs ontwikkelen. Taalontwikkelend lesgeven als vorm van activerende didactiek: daag studenten uit, confronteer ze met datgene wat geleerd moet worden, geef ze de ruimte voor zelfregie in het leren en studeren en geef ze de bagage om zelf grip te krijgen en te houden op hun (taal)leerproces. Goed kunnen reflecteren op eigen taal- en studiegedrag en effectief gebruik weten te maken van de feedback van docenten en medestudenten (of daarom vragen) zijn hierin belangrijke aspecten.

3. Taalontwikkelend leren

Taalontwikkelend leren zou omschreven kunnen worden als het leerproces waarin het leren van de benodigde taal voor studie en beroep en weten wat je moet leren, simultaan verloopt met het leren leren van de taal en weten hoe je die kunt leren. Met andere woorden: welke taalleerstrategieën je daarvoor in kunt zetten. Dit impliceert dat het leren van taal gepaard gaat met een bepaalde mate van (meta)linguïstisch bewustzijn en kennis over een effectief taalverwervingsproces. Taalontwikkelend lesgeven, dat als motor van taalontwikkelend leren fungeert, is gedefinieerd als een manier van lesgeven (of begeleiden, coachen) waarin de docent (of begeleider, coach) nadrukkelijk een rol heeft in het stimuleren en begeleiden van het proces van taalontwikkeling van de student(en) (Van der Westen 2006).

3

95

28ste HSN-CONFERENTIE

4. Taalontwikkelend leren als resultante van taalontwikkelend lesgeven

Het volgende fragment uit een individueel leerverslag van iemand uit het Voortraject Meertalige Studenten illustreert goed het effect van taalontwikkelend lesgeven op taal leren. Deze studente, Hind, is in februari 2010 naar Nederland gekomen en heeft toen de inburgering gedaan, een van overheidswege verplicht taaltraject met een eindniveau dat beschouwd wordt als ERK-niveau A2. Daarna heeft ze voor haar kinderen gezorgd, had ze voornamelijk contact met mensen uit haar eigen kring en sprak ze nog nauwelijks Nederlands. In oktober 2013 begon ze met het Voortraject Meertalige Studenten en op 19 januari 2014 heeft ze het leerverslag geschreven, na 3,5 maand voortraject. In september 2014 begon ze aan de opleiding Voeding & Diëtetiek.

De studievoortgang wordt gevolgd en wanneer daartoe aanleiding is, wordt de exVoortrajecter opgeroepen voor een gesprek. Het voortraject beoogt namelijk een succesvol studieverloop in het hoger onderwijs en dat reikt verder dan het succesvol afronden van dat traject.

Taalontwikkelend lesgeven reikt verder dan de ‘eindstreep’. Eerder is het onderscheid tussen taalontwikkelend lesgeven en taalgericht vakonderwijs geëxploreerd (Van der Westen 2013). Taalontwikkelend lesgeven heeft ‘de taalontwikkeling (in bredere zin) van leerlingen of studenten als doel’, terwijl Taalgericht vakonderwijs (TVO) zich richt op ‘vakonderwijs’ en op ‘de overdracht van de leerstof’. Bij taalontwikkelend lesgeven is taalontwikkeling niet alleen een middel, maar ook een doel. Het doel is dan niet alleen dat de taalvaardigheid zich ontwikkelt opdat studenten succesvol zijn in hun studie en voldoende taalvaardig zijn bij het afstuderen, ook het vermogen om je eigen taalvaardigheid (verder) te ontwikkelen binnen de beroepscontext of om in korte tijd een andere taal te leren, is een doel. Studenten gaan na een studie van een jaar of wat

96

3. Hoger onderwijs

leven en werken in een multiculturele, meertalige en internationale context. Hierin is sequentiële en simultane meertaligheid eerder normaal dan bijzonder. Voortdurende professionalisering en het bijhouden daarvan wordt in steeds meer beroepen verplicht. Het leren houdt niet op met het behalen van een diploma. De ontwikkelingen in de huidige maatschappij gaan snel en daarmee evolueert ook het beroepenveld en – en dat wordt weleens vergeten – ook de taalvaardigheid.

Het huidige hoger onderwijs zou er weleens de hand in kunnen hebben dat studenten gefocust zijn op het leren voor studiepunten en het begrip ‘studiesucces’ zou weleens te beperkt opgevat kunnen worden wanneer dat enkel gedefinieerd wordt als het behalen van studiepunten en van een diploma. De focus zou verder moeten reiken dan het behalen van een diploma. Het hoger onderwijs leidt studenten immers op tot beginnende beroepsbeoefenaren die binnen hun beroep verder professionaliseren. Daarvoor moet een student weten hoe hij zich verder kan ontwikkelen en moet hij zich daartoe willen inzetten. Dat geldt onverminderd voor de taalvaardigheid, het kunnen en willen werken aan de eigen verdere taalontwikkeling in en voor de toekomstige beroepscontext en burgerschap. Weten hoe dat te doen, is de bagage die studenten nodig hebben. Dat is de meerwaarde van taalontwikkelend lesgeven.

Referenties

Alladin, E. & W. van der Westen (2010). “Voortraject Meertalige Studenten: Sterk in taal, sterk in studie. Taalleerstrategieën en een zelfstandige en actieve studiehouding”. In: Les, jg. 28, nr. 165, p. 14-16.

Alladin, E. & W. van der Westen (2009). “Taalontwikkelend lesgeven in het hoger onderwijs”. In: S. Vanhooren & A. Mottart (red.). Drieëntwintigste Conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 164-168.

Bonne, P., A. De Moor, D. Van Hoyweghen & J. Vrijders (2014). Taalontwikkelend lesgeven in het hoger onderwijs. Hoe doe je dat? Gent: Academia Press.

Kamphorst, J. (2013). One size fits all?: differential effectiveness in higher vocational education. Dissertatie. Groningen: RUG. Online raadpleegbaar op: http://irs.ub.rug.nl/ppn/370598237.

Lievens, J. (2011). “Naar een taalbeleid dat het verschil maakt”. In: S. Vanhooren & A. Mottart (red.). Vijfentwintigste Conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 142-146.

Van der Westen, W. (1999). ‘Taalbeleid voor de sector G/G&M: op weg naar een nieuwe aanpak’. Den Haag: De Haagse Hogeschool. Ongepubliceerd.

Van der Westen, W. (2010). ‘Taalbeleid met het accent op taalleerstrategieën en een actieve leerhouding’. In: E. Peters & T. Van Houtven (red.). Taalbeleid in het hoger onderwijs: de hype voorbij? Leuven: Acco, p. 177-191.

3

97

28ste HSN-CONFERENTIE

Van der Westen, W. (2011). “Nederlands leren zonder boek”. In: Levende Talen Magazine, special n.a.v. honderd jaar Levende Talen, p. 108-109.

Van der Westen, W. (2012). “Al het goede in drieën: naar taalontwikkelende feedback op schrijfproducten in het hoger onderwijs”. In: A. Mottart & S. Vanhooren (red.). Zesentwintigste conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 109114.

Van der Westen (2013). “Openbare bijeenkomst Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs. Taalgericht vakonderwijs & taalontwikkelend lesgeven: identiek of verschillend?”. In: A. Mottart & S. Vanhooren (red.). Zevenentwintigste Conferentie Onderwijs Nederlands. Gent: Academia Press, p. 166171.

Noot

1 Het Voortraject Meertalige Studenten is onderdeel van het Schakeljaar Hoger Opgeleiden van De Haagse Hogeschool. Het schakeljaar is bedoeld voor studenten met een buitenlands of internationaal diploma die in één jaar de taal leren om te studeren aan een Nederlandstalige opleiding. Het traject bestaat onder andere uit de volgende onderdelen: NT2 (van 0 tot ERK-niveau A2), het Voortraject Meertalige Studenten, Training Staatsexamen NT2 II en Engels.

Ronde 7

Bas van Eerd

Hogeschool van Amsterdam Contact: b.van.eerd@hva.nl

Taalbeleid en taalontwikkelend onderwijs bij de Hogeschool van Amsterdam

1. Inleiding

Er is, onder andere ook in de bundels van deze conferentie, veel geschreven over (het verbeteren van) de taalvaardigheid van studenten in het hoger onderwijs. Ook de Hogeschool van Amsterdam (HvA) heeft zich in de afgelopen jaren gebogen over de vraag hoe haar onderwijs positief kan bijdragen aan de taalontwikkeling van studenten en op welke wijze ze dus vorm kan geven aan taalbeleid.

98

Labels

domein
taal bij andere vakken
taalbeleid
land
Nederland
onderwijstype
hoger/universitair onderwijs

Dit artikel is onderdeel van

Onderdeel van

28ste Conferentie Onderwijs Nederlands · 2014